Broken English

Paradiso Films

The Ministry Of Not Forgetting, belast met het bewaren van cultureel erfgoed, heeft zich nu over de casus Marianne Faithfull gebogen. Een typisch geval van: verkeerd herinnerd. Als ex van Rolling Stones-zanger Mick Jagger, op de eerste plaats. En daarna: als hopeloze junk, ruim twintig jaar verslaafd aan alle mogelijke drank en drugs.

Daar wil het Ministerie van Niet-Vergeten, waar deze hybride film is gesitueerd, dus subiet verandering inbrengen. In een futuristisch ogend researchcentrum gaat de onderzoeker van dienst, een rol van de jonge Britse acteur George McKay (1917), het subject nog eens grondig doorlichten. Daarvoor heeft hij Faithfull zelf ook uitgenodigd, om samen met haar de opgediepte bewijsstukken – archiefinterviews, nieuwsbeelden en concertopnamen – te analyseren.

Toegegeven: de opzet van Broken English (99 min.) doet in eerste instantie gekunsteld aan. De regisseurs Iain Forsyth en Jane Pollard, die eerder samen bijvoorbeeld ook de geweldige Nick Cave-docu 20.000 Days On Earth (2014) maakten, hebben wel heel veel beeld- en verteltrucs, inclusief een onderzoeksleider die toch wel erg veel wegheeft van Tilda Swinton, uit hun mouw geschud om de gebruikelijke plaatje-praatje muziekdocu te vermijden. Het werkt alleen wel. Geweldig zelfs. Deze film kantelt het beeld van de hoofdpersoon en ontstijgt haar tegelijk ook.

Met de misogynie waarmee Marianne Faithfull, tijdens het maken van de film overleden, in haar leven stelselmatig te maken kreeg bijvoorbeeld. De continue vragen in talkshows over met welke bekendheid ze nu weer het bed had gedeeld. Of de volledig overtrokken reactie van alles en iedereen op haar ‘drugslied’ Sister Morphine, dat in 1969 direct in de ban werd gedaan. Toen The Stones het nummer twee jaar later op hun album Sticky Fingers zetten, kraaide er echter geen haan meer naar.

Aan Mick maakt de dame in kwestie weinig woorden vuil. Hij komt natuurlijk wel langs in het archiefmateriaal dat wordt bekeken en beoordeeld. En, natuurlijk, in oude interviews met Marianne Faithfull zelf. ‘Stel je voor dat je op je 45e nog Satisfaction moet zingen’, zegt een eerdere incarnatie van haar. ‘Arme donder’, voegt ze er in tegenwoordige tijd aan toe. Faithfull maakt, in die laatste levensfase, een even kwetsbare als montere indruk. Een vrouw die vrede heeft gesloten met het leven. Háár leven.

Forsyth en Pollard geven ook haar beste songs een nieuw leven. Omdat hun heldin tegenwoordig een artiest in ruste is, afhankelijk van zuurstoftoevoer, laten ze onder andere Beth Orton, Suki Waterhouse, Courtney Love en Nick Cave, in de rug gedekt door Warren Ellis, Ben Christophers, Ed Harcourt en Thurston Moore, enkele van haar songs uitvoeren op het Ministerie. En uiteindelijk geeft de grande dame zelf natuurlijk ook nog een allerlaatste performance. Met Johnny Cash-achtige allure.

Haar werk is niet gestold geraakt in de tijd, maar nog net zo vitaal als ooit. Wanneer het onvermijdelijke nieuws komt – Tilda Swintons woorden ‘Onze onbevreesde vriendin is weg. Weg, maar niet vergeten.’ galmen nog wel even na – zijn de keuzes in en uitvoering van misschien wel de beste muziekfilm van het jaar bovendien op een geloofwaardige manier verklaard en lijkt alles ook wel gezegd, gezien en bezongen. Marianne Faithfull gaat ‘gracefullly’ de herinnering in. Als artiest, als icoon en als mens.

Free Leonard Peltier

The Film Collaborative

Dat hij op die 26e juni 1975 op de Pine Ridge Indian Reservation in South Dakota op FBI-agenten heeft geschoten, geeft Leonard Peltier toe. Het was volgens hem zelfverdediging. Dat hij de agenten Ronald Williams en Jack Coler in koelen bloede heeft geëxecuteerd, ontkent de ‘Native American’ echter ten enen male. ‘Ik heb nog nooit in mijn leven iemand vermoord’, stelt Peltier, inmiddels begin tachtig. Hij zit al een halve eeuw in de gevangenis. Volgens zijn achterban is hij de langstzittende politieke gevangene van de Verenigde Staten – en een exemplarisch voorbeeld van hoe Amerika z’n inheemse bevolking behandelt.

In Free Leonard Peltier (108 min.) lichten Jesse Short Bull en David France de pijnlijke zaak, die in 1992 al eens werd behandeld in Michael Apteds klassieke documentaire Incident At Oglala, nog eens helemaal door. Daarvoor zoomen ze eerst uit: naar hoe de troosteloze situatie van de oorspronkelijke bewoners van de VS, die steeds opnieuw zijn bedrogen door ‘de witte man’ en ondertussen werden verdreven naar reservaten, begin jaren zeventig noopt tot actie. De belangenorganisatie AIM (American Indian Movement) begint zich te manifesteren met de zogeheten Trail Of Broken Treaties, organiseert een protestactie in het omstreden Bureau Of Indian Affairs en bezet 71 dagen lang Wounded Knee, een plek waar ruim tachtig jaar eerder een enorm bloedbad werd aangericht.

Als het in 1975 tot een dodelijke schietpartij komt bij Pine Ridge – de dood van de ‘Native American’ Joe Stuntz leidt overigens nooit tot vervolging – worden er drie inheemse activisten gearresteerd. Dino Butler en Bob Robideau beroepen zich op zelfverdediging en worden vrijgesproken. Leonard Peltier krijgt echter levenslang – hoewel er nauwelijks bewijs is tegen hem. Daarbij weegt zwaar dat zijn eigen vriendin Myrtle Poor Bear een getuigenverklaring tegen Peltier heeft afgelegd. Één probleem daarbij: Leonard kent Myrtle helemaal niet. Hij verdwijnt desondanks achter de tralies. De ongerijmdheden in deze zaak zullen in de navolgende decennia nog veel aandacht krijgen in de media. Tot vrijlating komt ‘t, ook door aanhoudende protesten vanuit de FBI, echter nooit.

Short Bull en France zetten deze tragische geschiedenis netjes op een rij, met gebruik van split screen en bezwerende inheemse muziek, en sluiten verder aan bij een nieuwe poging van de gedreven activisten Holly Cook Maccaro en Nick Tilsen om Peltier, die inmiddels bijna vijftig jaar vastzit en allerlei gezondheidsproblemen heeft, alsnog vrij te krijgen. Ze hopen president Joe Biden begin 2025 te bewegen om in de allerlaatste dagen en uren van zijn ambtstermijn alsnog amnestie te verlenen aan dit icoon van hun gemeenschap. Dan krijgt deze historische documentaire, die nog wat traag op gang is gekomen, ineens ook een enorme emotionele lading. ‘Ik ben verdomme een strijder’, zegt Peltier vanuit de gevangenis fel tegen Maccaro. ‘Ik ga nu echt niet opgeven!’

Free Leonard Peltier is begin 2025 in première gegaan op het Amerikaanse Sundance Film Festival, maar heeft sindsdien, vanwege nieuwe ontwikkelingen in de zaak, een ander, zeer aangrijpend slot gekregen. En, met een beetje geluk, wordt de vertoning van deze cruciale film over een schandvlek in Amerika’s geschiedenis, net als onlangs op het International Documentary Festival Amsterdam, ingeleid door Leonard Peltier zelf, een man met een broos lichaam, maar nog altijd met een roestvrijstalen wil. ‘We hebben jullie hulp nodig in dit gevecht’, houdt hij de kijker dan voor, recht in de camera kijkend. ‘Één allerlaatste gevecht.’

Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now

Netflix

Hij heeft vrienden die grafdelver, dakdekker of recruiter zijn geworden. Twee anderen spelen in zijn band. Want Lewis Capaldi, een guitig joch uit het Schotse dorp Whitburn, is uitgegroeid tot een wereldberoemde zanger. Van zijn debuutalbum Divinely Uninspired To A Hellish Extent (2019), met de hit Someone You Loved, zijn inmiddels meer dan tien miljoen exemplaren verkocht.

Nu moet er een opvolger worden geproduceerd. De altijd moeilijke – cliché-waarschuwing! – tweede plaat. Die moet aantonen dat Lewis géén eendagsvlieg is. Dat hij onder druk kan presteren. Dat hij op commando hits, hits, hits! kan produceren. En filmmaker Joe Pearlman mag dit vanaf de eerste rij aanschouwen voor de documentaire Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now (97 min.).

Vanaf het begin zit de druk er goed op bij de Schotse singer-songwriter. Voortdurend wordt er vanuit zijn professionele entourage benadrukt hoeveel albums en singles hij heeft verkocht, welke plaats die bereikten in de hitlijsten en hoe vaak hij in totaal is gestreamd. Als Capaldi al geen last had van het ‘imposter syndrome’ en schrijverspaniek, dan zou hem dat al snel worden aangepraat.

Op een gegeven moment heeft hij, samen met allerlei ingevlogen songschrijvers, toch maar liefst 54 kant en klare liedjes afgeleverd. Als hij in de opnamestudio een voorbeeld laat horen, is de eerste vraag die bij zijn manager Ryan Walter opkomt: ‘Wat vinden we? Is het zo een hitsingle?’ Toetsenist en ‘musical director’ Aiden Halliday reageert met een gepijnigde glimlach: ‘Wat een vraag, Ryan.’

‘Maar dat zijn de vragen die we moeten beantwoorden’, riposteert Walter. ‘Het heeft niet dezelfde aantrekkingskracht als Someone You Loved’, moet Halliday bekennen. Dit gesprek wordt gevoerd in aanwezigheid van de verantwoordelijke artiest, die zelf ook kritisch is. ‘Mensen houden van dingen die hetzelfde klinken’, stelt Capaldi’s manager nog. ‘Willen ze hetzelfde, maar beter, of hetzelfde?’

Het is een pijnlijke scène: de jongen die ooit onbekommerd zijn hart uitstortte op zang en gitaar dreigt vermalen te worden door de machinerie die rond hem is ontstaan. Scoren moet hij! En dat gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de albumrelease dichterbij komt en Capaldi om de tafel moet met allerlei types uit de popbusiness. Dan spelen zijn paniekaanvallen en tics steeds nadrukkelijker op.

Dit portret maakt dat ongemak invoelbaar, maar heeft tegelijkertijd zelf ook iets ongemakkelijks. Want dat persoonlijke verhaal, en de daaraan verbonden diagnose Gilles de la Tourette, wordt nadrukkelijk ingezet om de doorstart van Lewis Capaldi’s carrière kracht bij te zetten en zijn tweede album Broken By Desire To Be Heavenly Sent, dat er op 19 mei dus gewoon gaat komen, aan te keilen. 

Deze documentaire wordt daarmee toch weer eerst en vooral een promoproduct, waarbij het kwetsbare persoonlijke relaas van de artiest slim wordt uitgevent om een ‘verhaal’, en daarmee aandacht, te creëren rond zijn muziek.

The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart

Barry Gibb, 75 jaar inmiddels, is de laatste der Bee Gees. De andere twee broers, de tweeling Robin en Maurice, zijn al enige tijd overleden. Met de soundtrack voor de film Saturday Night Fever maakten ze in 1977 het best verkochte album aller tijden. Totdat Michael Jackson hen met Thriller van de troon stootte. Hun muziek leeft echter voort, zoals dat dan zo mooi heet.

Frank Marshall stoft de roerige geschiedenis van de drie gebroeders vakkundig af in The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart (111 min.). Via interviews met Barry, oude vraaggesprekken met zijn broers, herinneringen van intimi en de verplichte loftuitingen van collega’s (zoals Eric Clapton, Noel Gallagher, Chris Martin en Justin Timberlake; hun bijdragen passen overigens zo in dit hilarische Twitterdraadje) tekent hij hun opkomst, ondergang én wederopstanding op.

Het verhaal moge bekend zijn: hoe de Gibb-broers in de sixties, als een soort Australische surrogaat-Beatles, eerst uiterst succesvol werden, vervolgens ernstig gebrouilleerd raakten en daarna, via het ontdekken van hun eigen falsetstem, de weg omhoog terugvonden in de hoogtijdagen van disco. Met kneiterhits als Stayin’ Alive, How Deep Is Your Love en Night Fever als gevolg – en een positie als pispaal voor alle discohaters.

Intussen raakte hun jongere broer Andy Gibb, die op eigen kracht een tieneridool was geworden, steeds verder in de problemen en begonnen de Bee Gees zich toe te leggen op het produceren van collega’s als Barbra Streisand, Diana Ross en Celine Dion. Totdat de tijd hen definitief inhaalde. Het is een tamelijk stereotiep popverhaal, dat nochtans met veel plezier wordt verteld en natuurlijk helemaal is volgestort met hits.