Het Wraakprotocol

KRO-NCRV

‘Het was voor mij een hobby geworden om iets te zoeken of een reden te krijgen om mensen in elkaar te slaan’, bekent oorlogsveteraan Brian. Hij realiseert zich dat dat helemaal ‘fucked up’ is. ‘Heel mijn leven is oorlog geweest’, stelt Marian, de andere hoofdpersoon van de observerende documentaire Het Wraakprotocol (55 min.), even later in plat Haags. Ze is volgens eigen zeggen ‘kutjedolgedraaid’. En zo oogt ze ook: als een trillend stuk elastiek dat tot het uiterste is opgerekt en elk moment kan knappen.

Brian en Marian gaan bij therapeut Herman Veerbeek aan de slag met de woede die zich in hen heeft opgekropt en op elk ogenblik naar buiten kan golven. Ze zijn, zoals hij het zegt, ‘gegijzeld door hun eigen drang tot wraak’. Tijdens ‘Het Wraakprotocol’, een therapie gebaseerd op EMDR(Eye Movement Desensitization and Reprocessing), laat hij hen traumatische momenten herbeleven en vervolgens in gedachten de bijbehorende wraakfantasieën uitvoeren. De schurende sessies met de getormenteerde ex-soldaat en opgefokte vrouw vormen het hoofdbestanddeel van deze film van Caspar Haspels en Jos Kuijer.

‘Alsof ik een heroïnehoer was, zo heb ze me behandeld’, stelt Marian tijdens een intens gesprek over haar dochter, die haar ooit een kampbeul zou hebben genoemd. Even later kwam de ontlading: ‘Ik heb alles kort en klein geslagen in die kamer.’ Al snel komt ook Marians eigen moeder aan de beurt. Niet vreemd, want Veerbeek gaat in zijn therapie op zoek naar de wortels van de kwaadheid. Ook de PTSS van Brian, die woest terugkwam van een militaire missie in Joegoslavië, heeft z’n roots in zijn jongste jeugdjaren. Gaandeweg weet de therapeut, voor het opmerkzame oog van de camera, iets van ontspanning te weeg te brengen bij zijn gesprekspartners.

‘Zal ik altijd zo’n monster blijven?’ wil Marian op een gegeven moment weten. ‘Nee, geen monster’, meent Veerbeek, die de essentie van zijn behandeling, en deze enerverende film, probeert te vatten. ‘Je blijft altijd iemand met een 78 toeren-plaat, maar je hebt gezellige muziek en je hebt vervelende muziek. En volgens mij komt er straks alleen maar gezellige muziek uit.’ ‘Sure!’, lacht Marian met evenveel berusting als zelfspot. ‘Túúrlijk.’

Metallica: Some Kind Of Monster


Samen met zijn inmiddels overleden samenwerkingspartner Bruce Sinofsky heeft Joe Berlinger op zijn minst drie onvervalste documentaireklassiekers op zijn naam staan: het tragische relaas van enkele wereldvreemde broers in Brother’s Keeper, de hartverscheurende true crime-trilogie Paradise Lost en deze nietsontziende blik in het zwarte hart van ’s werelds grootste metalband.

Metallica: Some Kind Of Monster (141 min.) werd door Berlinger en Sinofsky gefilmd in de jaren 2001-2003 en was oorspronkelijk gewoon bedoeld als een verslag van de opnames van album nummer zoveel, St. Anger. Niemand kon voorzien dat de pleuris zou uitbreken bij de Amerikaanse methalheads.

Eerst ruimt bassist Jason Newsted het veld, daarna raakt zanger James Hetfield helemaal verstrikt in zichzelf en laat hij zich opnemen in een ontwenningskliniek. Na zijn terugkeer barst de echte crisis los: de frontman komt lijnrecht tegenover drummer en voormalige boezemvriend Lars Ulrich te staan. Er moet zelfs een therapeut aan te pas komen, die de boel, ondanks talloze groepssessies, maar niet gelijmd krijgt.

Terwijl de twee haantjes elkaar naar de keel vliegen blijft de camera genadeloos draaien. Intussen is er ook nog altijd geen nieuwe bassist gevonden. Het voortbestaan van de band Metallica, die eigenlijk te groot is geworden voor z’n individuele leden, hangt in deze zinnenprikkelende documentaire voortdurend aan een zijden draadje.

Thin


Vorig jaar scoorde de Nederlandse documentairemaakster Jessica Villerius (opnieuw) bij het grote publiek met een film over Emma, een meisje met een fatale vorm van anorexia nervosa.

De ‘nooit eerder vertoonde kijk in de strijd tegen anorexia’ in Emma Wil Leven deed me sterk denken aan de cinéma vérité-klassieker Thin (102 min.) uit 2006, waarin fotografe Lauren Greenfield vier jonge vrouwen volgt, die zijn opgenomen in de Renfrew-kliniek in Florida.

Zelf blijft Greenfield, in tegenstelling tot de altijd op de voorgrond tredende Villerius, afwezig in de documentaire. Als een vlieg op de muur documenteert ze de turbulente gebeurtenissen in en rond haar hoofdpersonen (met wie ’t niet altijd even goed afliep, zoals is te lezen op de Wikipedia-pagina van de docu). Dat levert een indringende film op, die je nog wel even bijblijft.

Hold Me Tight, Let Me Go


Twee weken geleden zorgde de Nederlandse documentaire Ik Ben Geen Probleemkind, Ik Ben Een Uitdaging van Rolf Orthel voor emotionele kijkersreacties. Met vallen en opstaan probeerden de jongeren van een gesloten jeugdinrichting in deze film hun leven weer op de rails te krijgen. Ook de compassie en betrokkenheid van hun begeleiders sprongen daarbij in het oog.

Ik moest automatisch denken aan Hold Me Tight, Let Me Go (102 min.), een bijzonder indringende film van Kim Longinotto. Deze Britse documentairemaakster heeft inmiddels een uitgebreid oeuvre opgebouwd van veelal observerende documentaires, waarin ze als de spreekwoordelijke fly on the wall een ontwikkeling of proces probeert vast te leggen.

Longinotto is echt van de menselijke maat en heeft daarbij in het bijzonder oog voor de positie van vrouwen. In haar laatste film Dreamcatcher portretteert ze bijvoorbeeld een voormalige prostituee die haar voormalige vakgenoten uit de penarie probeert te krijgen.

Hold Me Tight, Let Me Go (2007) is één van haar indrukwekkendste films. Longinotto volgt enkele zwaar beschadigde kinderen van de Mulberry Bush school, die in hun oorspronkelijke schoolomgeving niet meer waren te handhaven. Met eindeloos geduld proberen de begeleiders deze schoppende, bijtende en spugende Probleemgevallen (nee: Uitdagingen) weer binnenboord te krijgen.

Sta Op En Loop

KRO-NCRV


Claudia Commijs
 heeft een dwarslaesie en wil niets liever dan weer kunnen lopen. Via de Sint Maartenskliniek in Nijmegen komt ze in contact met een groep studenten van de Technische Universiteit in Delft, die iemand zoeken om met het door hen ontwikkelde exoskelet deel te nemen aan de allereerste Bionische Wereldspelen.

In de ontroerende film Sta Op En Loop (55 min.) van Sander Burger, die enkele weken geleden werd uitgezonden op NPO2, worden twee parallelle verhalen verteld: het persoonlijke relaas van de jonge vrouw die koste wat het kost weer wil lopen én de strubbelingen van een groep ambitieuze whiz kids die internationaal van zich willen doen spreken op de zogenaamde cybathlon.

Of Claudia’s droom en de aspiraties van het lekker kek getitelde TU-Project March uiteindelijk samenkomen of juist gaan botsen? De vraag stellen…