The Shepherd And The Bear

Willa

In 2004 stierf de laatste bruine beer die was geboren in de Ariège, een streek in de Franse Pyreneeën. Sinds enige tijd zet de OFB, het Franse Bureau voor Biodiversiteit, echter weer beren uit in het idyllische berggebied. En net als de wolf, elders in Europa, zorgt dit voor onrust bij de mensen en dieren die in het gebied wonen en werken.

Als de oudere herder Yves Raspaud, de hoofdpersoon van The Shepherd And The Bear (101 min.), één van de schapen uit zijn kudde dood aantreft en daarbij ook berenharen vindt, is dat vooral een bevestiging: het herintroduceren van de beer is een heilloze weg, die ten koste zal gaan van mensen zoals hij en hun manier van leven. Tijdens een felle discussie met natuurbeschermers over de ‘probleembeer’ Goiat, die zich naar verluidt heel listig aan de andere kant van de grens met Spanje heeft verschanst, is hij dan ook glashelder: schiet gericht en met scherp. ‘We moeten hem laten zien dat de mens de baas is.’

Yves wordt langzamerhand ook te oud voor het vak van schaapsherder. Zijn opvolging blijft evenwel lastig, nieuwe aanwas van herders is er nauwelijks. Yves prijst zich gelukkig met Lisa Laguerre, een jonge vrouw die bij hem in de leer is en zich hopelijk niet laat verjagen door die vervloekte beer. Tegelijkertijd introduceert regisseur Max Keegan de al even jonge boerenzoon Cyril Balthasar, die juist helemaal geobsedeerd is door het wilde dier. Hij wil hem koste wat het koste in levende lijve zien en ambieert een plek bij de natuurpolitie, de organisatie die de kwetsbare berenpopulatie beschermt tegen herders en jagers en hun geweren. 

Met oog voor zowel de mensen als hun oogstrelende biotoop observeert Keegan het leven op en rond de bergen, dat onderdeel is geworden van een venijnige ideologische strijd. Yves Raspaud ziet met lede ogen aan hoe het herdersbestaan waarmee hij is opgegroeid naar z’n einde loopt. ‘Jouw school is daar’, zei zijn vader vijftig jaar geleden tegen de jonge Yves en wees vervolgens naar de berg. Inmiddels is hij bijna een heel leven verder. De nurkse herder kent de eenzaamheid en de vrijheid, de verbondenheid die hij voelt met zijn dieren en hoe zij nu allebei gevaar lopen door een nieuwe oude gast die ook z’n territorium wil afbakenen.

Terwijl zijn honden de schapen naar boven drijven, over een weg waarop ‘zeg nee tegen beren’ staat, lijken confrontaties onvermijdelijk. Heel veel meer dan een zaklamp heeft Yves, een man die is wat hij doet, dan niet om zichzelf te verdedigen. En als de beren zich daardoor al laten verjagen, dan wacht nog altijd het verglijden van de tijd. Zijn dagen zijn geteld, de precieze uitslag is alleen nog niet bekend. Keegan begeleidt Raspauds herderswerk met prachtige beelden en weemoedige muziek en vangt enkele magische scènes, waarmee de relatie tussen mens en dier en hun verhouding tot de wereld om hen heen nog eens wordt benadrukt.

In wezen willen de herders, boeren en jagers geen andere wereld dan hun opponenten, de natuurbeheerders die de afnemende biodiversiteit proberen te keren. The Shepherd And The Bear laat tegelijkertijd zien hoe de spanningen oplopen in het rustieke landschap, dat voor de eeuwigheid bedoeld lijkt te zijn.

Kingdom Of Dreams

HBO Max

Hij bestaat het om Anna Wintour, de alomtegenwoordige hoofdredactrice van de Amerikaanse Vogue en een onvervalste spin in het web binnen de internationale modescene, buiten in haar limousine te laten wachten bij zijn show in New York. Haar ‘ogen en oren’ André Leon Talley komt poolshoogte nemen en kan het nauwelijks geloven. Ook hij komt niet binnen bij Alexander McQueen. ‘Sorry!’ lacht de Britse modeontwerper naderhand, ogenschijnlijk zonder al te veel spijt. Hij weigert om de status quo in de modewereld te accepteren.

Het enfant terrible krijgt ‘t snel daarna voor het zeggen bij het Franse modehuis Givenchy. Daar volgt hij zijn landgenoot John Galliano op, die van de gefortuneerde eigenaar Bernard Arnault de artistieke leiding heeft gekregen over een ander modehuis, het prestigieuze Dior. De verwachtingen voor hun eerste modeshows in 1997 zijn hooggespannen: de twee Britten worden in het mondaine Parijs met argusogen bekeken. Intussen laat Arnault Louis Vuitton grondig vernieuwen door ontwerper Marc Jacobs en aast hij op Gucci, het zieltogende modehuis dat nieuw leven is ingeblazen door creatief directeur Tom Ford. De Franse modetycoon heeft daarbij echter een geduchte concurrent in entrepreneur François Pinault, die tevens het merk Yves Saint Laurent opkoopt.

Daarmee zijn de voornaamste spelers en merken geïntroduceerd voor wat een drama, vol haat en nijd, in vier bedrijven zal worden: Kingdom Of Dreams (192 min.). De regie van deze miniserie, geproduceerd door het team achter de barokke biopic McQueen, is in handen van Nick Green. Met een keur aan insiders, fraai archiefmateriaal, volop visuele bravoure en bombastische klassieke muziek laat hij de titanenstrijd tussen Arnault en Pinault herleven, waarbij de ijzige Wintour, die zichzelf journalist noemt en tegelijkertijd maar al te graag aan de touwtjes trekt, een centrale positie inneemt. Te midden van de opspelende rivaliteit moeten de topontwerpers Galliano, McQueen, Jacobs en Ford zich persoonlijk staande houden en ook nog eens hoogstaand werk afleveren.

Die constante competitie, gecombineerd met de alsmaar toenemende aandacht voor marketing en imago in de mode-industrie en het massale gebruik van cocaïne, zal hen stuk voor stuk boven het hoofd groeien, met ronduit tragische gevolgen. Trefzeker legt deze krachtige serie de ravage achter alle schone schijn bloot. Een wereld, waarin ‘wie’ je draagt net zo belangrijk is als ‘wat’ je draagt – en ‘die’ de weelde/druk van ‘dat’ lang niet altijd kan dragen.

Wolfpack

Prime Video

Waar de één wint, verliest de ander. Nadat onlangs in All-In: Team Jumbo-Visma het succesjaar 2022 van de wielerploeg rond Tom Dumoulin, Wout van Aert en Tour de France-winnaar Jonas Vingegaard werd gedocumenteerd, volgt nu hetzelfde seizoen vanuit het perspectief van concurrent Quick-Step Alpha Vinyl. En dat begint ronduit beroerd. De ene na de andere voorjaarsklassieker eindigt in een deceptie voor de ploeg die in de voorgaande jaren zo vaak succesvol was.

Volgens de Belgische ploegleider Patrick Lefevere zit er te weinig ‘grinta’ in de ploeg. ‘Een coureur is als een jong hondje’, legt de uitgesproken wielerprominent even later uit in de zesdelige serie Wolfpack (270 min.), waarvan ik nu drie afleveringen heb gezien. ‘Als je op zijn schouder klopt dat hij het goed gedaan heeft, dan gaat hij liggen op zijn rug met zijn pootjes omhoog en hoopt hij dat je ook op zijn buik wrijft. Als je dat te veel doet, dan gaat het winnen automatisch stoppen.’

Lefevere is meer het type dat zijn pupillen zo nu en dan een schop onder hun kont verkoopt, al is daar naarmate het seizoen vordert steeds minder aanleiding toe. Zijn renners beginnen te winnen. Dat leidt tot emotionele taferelen. Van de Belgische renner Yves Lampaert bijvoorbeeld, die na zijn onverwachte winst in de proloog van de Tour de France, overmand raakt door emoties en een zin uitspreekt die in eigen land een cultheld van hem maakt. ‘Ik ben maar een boerenzoon uit België.’

Ook fraai: de weggeslikte tranen van Florian Sénéchal als zijn ploeggenoot Fabio Jakobsen, een sprinter die anderhalf jaar eerder nog een doodsmak maakte, tijdens een bergetappe nét op tijd binnen komt. ‘Hij is mijn vriend.’ En de constatering van Tim Declercq na alwéér een overwinning van kopman Remco Evenepoel: ‘Op de basisschool zeiden ze: Jezus heeft de talenten allemaal evenredig verdeeld. Maar als je iemand ziet als Remco, dan merk je dat dat eigenlijk niet altijd waar is.’

Vergeleken met All-In is Wolfpack, vernoemd naar de geuzennaam die de ploeg koestert, wat minder gelikt. Ruwer ook. Met volop lekke banden,  teleurstellingen en valpartijen, bijvoorbeeld van wereldkampioen Julian Alaphilippe. Vakkundig dichtgesmeerd bovendien met een synth-soundtrack. Alleen de wel erg brave, wat uitleggerige voice-over valt een beetje uit de toon. Daar was een volkse verteller, die zich in plat Vlaams bedient van onnavolgbaar wielerjargon, beter op zijn plek geweest.

Voormalige wielervedetten zoals Tom Boonen, Alberto Contador en Philippe Gilbert trappen verder nog wat open deuren in, maar moeten op dat gebied zonder enige twijfel hun meerdere erkennen in de continu oneliners ophoestende commentator van Eurosport, Rob Hatch, een Britse erfgenaam van Theo Koomen die zelfs in een zielige klim, val of ontsnapping tijdens de eerste de beste kermiskoers nog een gebeurtenis van epische proporties ziet die de heroïek van de sport onderstreept.

Dat is ook tegen de serie in te brengen: alleen de hoogte- en dieptepunten lijken te tellen. Het gewone, ongetwijfeld vaak ook oersaaie wielerleven ontbreekt. Het routineuze gemopper over arbeidsvoorwaarden, de keuvelgesprekjes onderweg (hedde gij ook zo’n zin in patatten? Ja, houdt je vader van postzegels? Oké, nu weer even aanhaken, maat) en de eindeloze ritten door Niemandsland waarbij niks te winnen of verliezen valt, maar die natuurlijk wel gewoon uitgereden moeten worden.

Dat gezegd hebbende – en daarbij ook het promotionele karakter van de serie in ogenschouw genomen – is Wolfpack eigenlijk verrassend vermakelijk. En dan moet Evenepoel nog echt op gang komen…

The Lost Leonardo

Nog geen 1200 dollar betaalden kunstjager Alexander Parish en handelaar Robert Simon in 2005 voor het schilderij dat ze aantroffen bij een veiling in New Orleans. Zou het van een leerling van Leonardo da Vinci kunnen zijn? Of zelfs – de twee durven er nauwelijks over te speculeren – een werk van de meester zelf? Dat lijkt vrijwel onmogelijk. Er is al ruim een eeuw geen échte Leonardo meer ontdekt. Bovendien blijft de herkomst van dit werk, dat rond 1500 moet zijn gemaakt, erg onduidelijk. Waar zou de Salvator Mundi dan al die tijd zijn geweest?

Al snel ontstaat er strijd rond The Lost Leonardo (100 min.). Allereerst over de authenticiteit van het schilderij, vervolgens over de verhandeling ervan. Daarbij komen de slinks opererende Zwitserse handelaar Yves Bouvier en de Russische oligarch Dmitry Rybolovlev, die zeker vijftig miljoen te veel lijkt te betalen voor het werk, bijvoorbeeld recht tegenover elkaar te staan. En als de Rus het schilderij van Da Vinci vervolgens in 2017 aanbiedt via veilinghuis Christie’s, gepresenteerd als ‘De Mannelijke Mona Lisa’, komt er nog een veel hogere prijs op tafel: 450 miljoen dollar.

Met direct betrokkenen, kunstkenners, handelaren, verzamelaars en Dianne Modestini, de restaurateur van ‘De verlosser van de wereld’, ontleedt documentairemaker Andreas Koefoed tot in detail de gekte, het opportunisme en de hebzucht rond het herontdekte meesterwerk, dat uiteindelijk in dubieuze private handen belandt. En zelfs dan blijft de vraag opspelen of het wel een echte Da Vinci is. Kenners van het wonderkind van de Italiaanse Renaissance kunnen het daar maar niet over eens worden.

Daarmee begeeft Koefoed zich met zichtbaar plezier op hetzelfde terrein als Oeke Hoogendijk in Mijn Rembrandt. Die film komt alleen nóg dichter bij de hoofdrolspelers en het bijbehorende upperclass-milieu en beziet de verwikkelingen bovendien met veel ironie. The Lost Leonardo heeft dan weer meer een politieke dimensie. Uiteindelijk wordt de Salvator Mundi onderdeel van een internationaal spel dat de onnavolgbare kunsthandel, die hier weer genadeloos te kijk wordt gezet, zonder moeite ontstijgt. En dan is het omstreden schilderij ineens ook weer verdwenen…

Becoming Cousteau

Disney+

Gedurende zijn leven zag hij de wereld onder water ernstig verschralen. Hij, Jacques-Yves Cousteau (1910-1997), had die hoogstpersoonlijk toegankelijk gemaakt voor een groot publiek. Met zijn boot De Calypso en vaste bemanning, waaronder zijn ferme echtgenote Simone, bevoer hij jarenlang de wereldzeeën. Hij produceerde in die tijd onder andere de Oscar-winnende documentaire Le Monde De Silence (1956) en werd een graag geziene gast op televisie met de serie The Undersea World Of Jacques Cousteau. Niet eerder was het leven onder de zeespiegel zo (prachtig) in beeld gebracht.

‘Duiken is de beste afleiding die je kunt hebben’, zegt hij daarover aan het begin van Becoming Cousteau (96 min.). ‘Als ik uit het water kom, voel ik me beroerd. Het is alsof je kennis hebt mogen maken met de hemel en dan wordt terug gesmeten op aarde.’ Je ziet hem meteen weer staan op zijn schip: met die kamerbrede glimlach, pregnante haviksneus en eeuwige rode beanie. Een ranke gestalte, verder meestal slechts gekleed in een zwembroek. De archetypische ‘oceanaut’, zoals hij zijn stiel, met een knipoog naar de toentertijd eveneens immens populaire ruimtevaart, zelf ooit dubde.

Regisseur Liz Garbus slaagt er vervolgens in om de man achter de missie vandaan te halen. Met dagboekfragmenten, ingesproken door de Franse acteur Vincent Cassel, kleurt ze het fraaie beeldmateriaal in en schetst ze ook de achtergronden daarvan, inclusief een persoonlijk drama dat Cousteau zal tekenen. Daarnaast laat Garbus bemanningsleden en intimi, off screen, aan het woord over de man waarmee hele generaties natuurliefhebbers zijn opgegroeid. Daarbij komen tevens de achtergronden van zijn publieke leven aan de orde: het auto-ongeluk dat ervoor zorgde dat hij geen piloot kon worden, een fatale diepzeeduikmissie met een collega bij de Franse marine en het feit dat hij zijn expedities ooit financierde met olie-onderzoek.

In het licht van ‘s mans latere klimaatactivisme, de vanzelfsprekende derde akte van dit aansprekende portret, is met name dat laatste saillant. Kapitein Cousteau en zijn crew zouden bijvoorbeeld het leeuwendeel van de olievelden van Abu Dhabi hebben ontdekt. Toen hij een half leven later zag wat de mensheid op aarde had aangericht, bijvoorbeeld bij het koraalrif dat hem zo dierbaar was, restte Jacques Cousteau nog maar één ding: al zijn prestige in de strijd gooien om het tij alsnog te keren. Bijna 25 jaar na z’n dood echoot ‘s mans boodschap nog altijd na – al is er in die tijd tragisch weinig bereikt.

Les Arbitres

Howard Webb

De vader van de Engelse arbiter Howard Webb maakt zich zorgen. Zijn zoon heeft zojuist een doelpunt goedgekeurd tijdens de voetbalwedstrijd Oostenrijk – Polen. Maar was die bal nou buitenspel? Vanaf de tribune heeft pa het niet goed kunnen zien, maar een fout zou Howards kansen op een topwedstrijd tijdens het Europees Kampioenschap van 2008 in Oostenrijk en Zwitserland aanzienlijk kunnen verkleinen.

Webbs assistent-scheidsrechter Mike Mullarkey realiseert zich in de rust dat ze inderdaad fout zaten en – vooral – dat hij het was die had moeten vlaggen. Het is één van de sleutelscènes van Les Arbitres (75 min.), waarin het hectische bestaan van topscheidsrechters van binnenuit wordt getoond. Vlak voor het einde van de wedstrijd geeft Webb nog een omstreden strafschop aan het thuisland. Thuis in Engeland hebben ze allang gezien dat zoonlief nu de juiste beslissing heeft genomen, zegt een andere tribuneklant tegen zijn vader. Het was zonder enige twijfel een penalty. ‘Super. Dat is goed nieuws.’

In de catacomben krijgt zijn zoon niettemin van onder uit de zak van Leo Beenhakker, de coach van Polen. ‘Niemand trok er aan een shirt’, sneert de Nederlander tegen de mannen in zwart in deze observerende documentaire van Yves Hinant, Eric Cardot en Delphine Lehericey uit 2009. ‘Absoluut niet. En dan ineens wel. Het is een ‘fucking disgrace’.’ Met die woedende woorden kan de ‘Engelse scheidsrechter’ – uit de mond van Beenhakker klinkt het als een ernstige belediging – ‘t even doen. Mullarkey probeert Webb na afloop gerust te stellen: ‘Op televisie zien ze wel dat het een penalty was.’

Bij de wedstrijdevaluatie komt alleen toch weer dat buitenspeldoelpunt aan de orde. ‘Dat is vreselijk voor het toernooi’, aldus de voormalige Nederlandse toparbiter Jaap Uilenberg die tegenwoordig namens de Europese voetbalbond scheidsrechters begeleidt. ‘Ik kan de televisiebeelden niet negeren die de hele wereld over gaan. Over het geheel was het oké.’ Maar daar koop je dus weinig voor, als leidsman met de ambitie om de finale te fluiten. En zijn assistent, die zijn vlag naar de grond hield, voelt zich duidelijk schuldig.

Behalve Webb en zijn team worden in deze intieme kijk in de scheidsrechterswereld (Engelse titel: Kill The Referee) nog drie andere arbiters gevolgd tijdens het EK: de Spanjaard Manuel Mejuto, de Zweed Peter Fröjdfeldt en de Italiaan Roberto Rosetti. Met name de communicatie tijdens de wedstrijd van de scheids met zowel de spelers als zijn assistenten, waarmee je als kijker stiekem mag meeluisteren, geeft een ongekend beeld van hoe zo’n topper zich van zijn taak moet kwijten in de heksenketel die het moderne voetbal kan zijn.

En gaandeweg komt ook de tragische positie van scheidsrechters tijdens zo’n kampioenschap in het oog. Als hun nationale elftal doorstoot naar een volgende ronde, wordt de kans dat zij zijn uitgefloten tijdens het toernooi steeds groter. Één van hen kan slechts uitkomen in de finale. De anderen moeten vervolgens, met een mengeling van bewondering en jaloezie, toekijken hoe hun collega één van de hoogtepunten uit zijn carrière beleeft.

Het is een even vanzelfsprekende als treffende apotheose voor deze prachtige sportfilm.

In 2020 verscheen er een nieuwe en thematisch verwante scheidsrechtersfilm: Das Spiel.

So Help Me God

VPRO

‘Ik vond niet dat hij zo’n lelijke bakkes had’, constateert de Brusselse onderzoeksrechter Anne Gruwez droogjes na afloop van het verhitte verhoor van een man van Noord-Afrikaanse afkomst. ‘Hij was knap, zelfs.’ De verdachte had haar zelf op dat spoor gezet. ‘U zult mijn lelijke bakkes niet meer zien in België’, klonk het even daarvoor ferm. Daarvoor hoefde ze alleen maar te besluiten dat hij niet zou worden vervolgd.

En toen ze daartoe niet bereid bleek – een aanklacht vanwege diefstal en inbraak zou er komen – was de verdachte woest geworden. ’Edelachtbare. Als u me de cel in stuurt, zal ik na mijn straf naar Syrië gaan’, had hij dreigend gezegd. ‘Ik ga ontploffen.’ Gruwez blijft er stoïcijns onder. Nadat de man is afgevoerd, neemt ze een taartje en concludeert onverstoorbaar dat het ondanks alles toch best een knappe vent is.

Volgende zaak. In haar rommelige kantoortje ontvangt ze als leider van het gerechtelijk onderzoek de ene na de andere verdachte met advocaat. Haar werk varieert van relatief onschuldige kwesties tot ronduit schokkende misdrijven. Aan Anne Gruwez zul je dat echter niet merken. Met een stalen gezicht, messcherpe tong en driftig meetypende vingers leidt ze haar gesprekspartners soepeltjes door de voorliggende strafzaak. En je gaat beslist niet met haar voeten spelen.

Intussen werkt ze in So Help Me God (92 min.) met een cold case-team aan twee onopgeloste moorden op tippelende prostituees uit de jaren negentig. Daarvoor doorkruist Gruwez in haar blauwe eend de gehele stad. Zo start ze bijvoorbeeld een diepgravend onderzoek op het kerkhof (hetgeen resulteert in een bijzonder expliciete scène, die sommigen zwaar op de maag zal liggen). En waar mevrouw de onderzoeksrechter ook komt, ze is mondfiat genoeg om de situatie meester te blijven en demonstreert en passant steeds haar gevoel voor humor.

Daarmee behoudt deze heerlijke no-nonsense film van Jean Libon en Yves Hinant (oorspronkelijke titel: Ni Juge, Ni Soumise) te allen tijde een zekere luchtigheid, ook als er wel héél veel treurnis bij Anne Gruwez over de schutting wordt geworpen. En zij is en blijft de absolute blikvanger van deze tragikomische documentaire, die stiekem meekijkt in het dagelijks leven van een onderzoeksrechter. Met veel bravoure roert ze beroepshalve in het afvoerputje van onze hedendaagse samenleving, waar mensen die zich niet kunnen of willen schikken naar de maatschappelijke mores hun hoofd boven troebel water proberen te houden.