When Chueca Dies

De Productie / KRO-NCRV

Als we Chueca laten sterven, dan sterft er iets wezenlijks. Chueca, de befaamde roze wijk van Madrid, wordt de laatste jaren regelmatig als strijdtoneel gebruikt door fervente tegenstanders van de LHBTIQ+-gemeenschap. Mannen met ‘Leave Our Kids Alone’ op hun T-shirt bijvoorbeeld. Of lieden die opruiende leuzen scanderen zoals ‘homo’s en AIDS-lijders weg uit de homoslaapkamer van Madrid’.

Vanuit de boekenwinkel Berkana, waar Milagros Hernandes en haar partner Mar in de jaren negentig de basis legden voor de Madrileense queerthuishaven, worden in een uitzending van Radio Chueca Libertaria, die als een rode draad door deze hybride van documentaire en theater van Ramón Gieling loopt, de teloorgang van de ‘oase van vrijheid’ en de uitdagingen van de bijbehorende beweging doorgenomen.

In theatrale scènes, met zang en dans, roepen enkele buurtbewoners, waaronder transpersonen, drag queens en andere vertegenwoordigers van ‘de derde sekse’, bovendien taferelen uit het LHBTIQ+-heden en verleden op en speculeren over de toekomst die hen wacht. Daarbij is één ding vaste prik: angst, weerzin en zelfs openlijke vijandigheid tegenover ‘de ander’, die meestal op z’n minst uitmondt in verbaal geweld.

Bijna zakelijk somt een jonge lesbienne, recht in de camera kijkend, bijvoorbeeld een enorme lijst scheldwoorden op, die mensen zoals zij krijgen te verduren. Dat komt aan. Later volgen nog een reeks huiveringwekkende geweldsincidenten tegen LHBTIQ+’ers uit allerlei verschillende landen en een overzicht van de naties waar homoseksualiteit nog altijd strafbaar is. Het belang van een veilige thuisbasis zoals Chueca is evident.

Ramón Gieling laat bovendien de extreemrechtse influencer David Santos aanschuiven in de radiostudio, waar hij de gelegenheid krijgt om te betogen dat (zijn) haat geen kwaad kan. ‘Waarom moet ik jullie LHBTIQ-publiciteit slikken en jullie onophoudelijke softe gezeur en het infiltreren in alle lagen van de bevolking, tot en met lagere scholen met kinderen?’ Zijn retoriek klinkt vertrouwd, maar is daarmee niet minder fnuikend.

Santos wordt direct van republiek gediend met close-ups van zoenende mannen- en vrouwenkoppels. Daarna draait de filmmaker, die ook in eerdere producties zoals The Disciples – Een Straatopera, De Dood Van Antonio Sànchez Lomas en L’Amour La Mort al opzichtig speelde met het veredelen van de realiteit, de rollen om: hoe zou het zijn als hetero’s op straat in elkaar worden getrapt omdat zij zo nodig seks willen hebben met vrouwen?

Met zulke onwerkelijke taferelen, gepaard aan intieme slaapkamerscènes met en aangrijpende getuigenissen van Madrileense queers, klimt Gieling op de schouders van Spaanse helden zoals cineast Pedro Almodovar en schrijver Garcia Lorca en benadrukt het belang van een vitale, inclusieve en veilige LHBTIQ+-gemeenschap. Want When Chueca Dies (97 min.)…

F*ck Normaal

Human

F*ck Normaal (50 min.), houden de deelnemers aan het het Pioneers Programme in Rotterdam elkaar voor. Ze hebben stuk voor stuk een beperking of psychiatrische problemen en willen nu wel eens geaccepteerd worden voor wie ze zijn – ook door zichzelf, overigens.

In de zomer van 2024 gaan ze samen, onder begeleiding van allerlei professionals, een speelfilm maken. Ze nemen daarbij alle belangrijke functies zelf voor hun rekening. Van het bedenken van het verhaal tot de montage van de gemaakte opnames. En in het najaar moet de rode loper worden uitgerold voor een officiële première.

De opdracht lijkt eenvoudig: een verhaal dat zich afspeelt in een wereld waarin iedereen een beperking heeft, ‘ook de dieren’. John Appel legt in deze documentaire vast hoe ze met dat uitgangspunt aan de slag gaan. Iedereen bedenkt en presenteert zijn eigen ideeën, die ze vervolgens stuk voor stuk een plek proberen te geven in de film.

Voordat ze die kunnen gaan draaien, moet er gecast worden. Dat is en blijft lastig . Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat de degenen die niet gekozen worden dat niet opvatten als een afwijzing van wie ze zijn? Dat is sowieso een thema bij deze mensen, die vaak worden onderschat en wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

Roxanne Oostdijk, een jonge vrouw die oorspronkelijk uit Roemenië komt, heeft bijvoorbeeld moeite met afwijzingen. De eerste drie jaar van haar leven zat ze in een kindertehuis, daarna werd ze geadopteerd door een Nederlands gezin. Zij zweert nog altijd bij een knuffeldier. ‘Flap blijft bij me’, vertelt ze daarover, ‘en wijst me niet af.’

Joyce van der Velden heeft vanwege een darmaandoening soms zoveel buikpijn dat ze overwoog om een einde aan haar leven te maken. ‘Toen ben ik in transitie gegaan, want ik moet een eigen identiteit ontwikkelen die niet gaat over mijn darmziekte.’ Ze realiseert zich dat dit vreemd klinkt. ‘Maar voor mijn mentale rust heeft het enorm geholpen.’

Hoofdrolspeler Timothy Dos Santos heeft een lichamelijke handicap, maar had moeite om naar zichzelf en anderen te erkennen dat hij ook een verstandelijke beperking heeft. Zijn rol in de film, en de bijbehorende documentaire, dwingen hem nu om zichzelf te tonen aan de wereld. ‘Heel veel mensen gaan mij écht echt zien. Ben je daar klaar voor?’

Appel volgt de deelnemers tijdens het maakproces en probeert tussendoor in korte interviews de mens achter het probleem of de diagnose vandaan te halen. Daarin slaagt hij heel behoorlijk – al blijven die miniportretjes tamelijk schetsmatig. Samen slagen die er wel in om het beeld dat er van mensen zoals zij leeft te nuanceren en bij te stellen.

Intussen weten ze de korte film Pizza Paniek met vereende kracht tot een goed einde te brengen. F*cking goed!, constateren de filmmakers eensgezind na afloop van een project – en de sympathieke documentaire die daarbij hoort – dat ongetwijfeld positief heeft bijgedragen aan hun zelfwaardering.

Als De Nacht Maar Niet Valt

Cinema Delicatessen

‘Heb je meer dan eens aanvallen gehad, waarbij je je plotseling angstig voelde?

‘Heb je ooit de indruk gehad dat iemand of een kracht buiten jezelf ervoor zorgde dat je je gedroeg zoals je dat normaal niet doet?’

‘Verloor je toen ook wel eens de controle over jezelf?’

De vragen die enkele Noorse kinderen krijgen voorgelegd  over hun depressies en angsten stapelen zich op, de antwoorden ook. De keuze lijkt simpel: nooit – soms – vaak – heel vaak. En de implicaties daarvan zijn dat uiteindelijk ook: wel of geen psychische stoornis. Ooit, in de toekomst. Of: nooit. Vooralsnog worstelen ze ‘gewoon’ met zichzelf en het leven. Zoals tieners nu eenmaal doen.

‘If only monsters would go to bed early’, declameert de Vlaamse actrice Viviane De Muynck streng. ‘If only night wouldn’t fall.’ Zij fungeert in Als De Nacht Maar Niet Valt (82 min.) als ‘inner voice’, geschreven door Saskia de Jong. Deze essayistische film van documentairemaker Marc Schmidt is de weerslag van een zoektocht naar waar het voorkomen van psychische problemen eindigt en overcontrole begint.

‘Do you like being treated before falling ill?‘ vraagt De Muynck bij droneshots van Lake Nona, een ogenschijnlijk perfecte nieuwbouwwijk in Orlando, Florida. Never – rarely – sometimes – often. Tijdens het Lake Nona Life Project kunnen ‘citizen scientists’ participeren in een gezondheidsproject dat is gesitueerd in het echte leven. Met de nieuwste technische snufjes pogen deelnemers supergezond te blijven.

‘We willen ervoor zorgen dat je gelukkig bent’, zegt hoofd innovatie Juan Santos. ‘Daarom proberen we elke vorm van weerstand te verwijderen.’ Marc Schmidt heeft er duidelijk zijn vraagtekens bij. Hij portretteert het leven in de ‘masterplan community’ als steriel en levenloos. Een geplastificeerd bestaan, continu gadeslagen door camera’s, met allerhande apps en vanachter beeldschermen.

‘Waanzin is menselijk’, constateert de Nederlander Maarten Nijssen tegelijkertijd. Hij is op de terugweg van een ernstige psychose en wordt tijdens het re-integratietraject aan een indringend onderzoek onderworpen. Het leidt tot een wat ongemakkelijke conclusie: het gewone leven is eigenlijk maar saai. Tijdens zijn paranoïde wanen voelde Nijssen zich misschien wel meer zichzelf dan nu.

Zo bevraagt Schmidt de ‘dataficering van de geestelijke gezondheidszorg’, die wordt neergelegd in computermodellen, mental health-apps en eindeloze questionnaires. Komt met al dat onderzoek, de mogelijkheid om jezelf door te laten meten en vervolgens te verbeteren, ook de druk om psychisch gezond – en dus gelukkig – te zijn? En wat raken we kwijt met deze surveillance en ’meten = weten’-attitude?

‘Perhaps we’re off on a detour’, stelt inner voice Viviane De Muynck nog maar eens in deze bespiegelende film, waarin Marc Schmidt zijn vragen niet alleen stelt, maar ook vervat in krachtige beeldtaal en een unheimisch geluidsdecor. ‘Perhaps the body isn’t a code, but an ode to the senses.’

Crips: Strapped ‘N Strong

Pieter van Huystee

Het is een even onwerkelijke als geladen scène. De documentaire Crips: Strapped ‘N Strong (86 min.), een groepsportret van de Haagse Crips-gang uit 2009, is een half uur onderweg als Main C. aan Keylow, de oprichter en leider van zijn ‘set’, vertelt dat hij wil stoppen met ‘bangen’, het participeren in illegale bende-activiteiten. Main kan niet anders: de afgelopen tijd zat hij in de gevangenis, nu wil hij er zijn voor z’n opgroeiende kinderen. ‘Anders worden jullie net als papa’, heeft hij hen al gewaarschuwd. Keylow kan echter weinig met de mededeling: ‘Een kind mag nooit de reden zijn dat je zegt: ik stop.’ Zijn ‘brother’ ziet alleen geen andere mogelijkheid. ‘Het liefst ren ik een bank binnen‘, bezweert hij Keylow emotioneel. ‘En dwing ik iedereen om te liggen…’

‘s Mans poging om aan de goede kant van de wet te blijven vormt één van de centrale verhaallijnen van deze ruige documentaire, die is geïnspireerd op het boek Crips.nl van Saul van Stapele. Zes jaar later zou het Nederlands-Britse duo Joost van der Valk en Mags Gavan overigens een soortgelijke film maken over de beruchte Molukse motorbende Satudarah (Satudarah – One Blood, 2015). Ook dan sluiten ze aan bij de verschillende bendeleden, documenteren (al dan niet geanonimiseerd) hun illegale activiteiten en laten dat geheel voor zichzelf spreken, zonder dat ze daarover een moreel oordeel vellen. Sterker: met gelikte sequenties van het bendeleven, zoals van het prepareren van drugs en wapens, begeleid door agressieve muziek (hiphop, in dit geval) dragen ze in zekere zin bij aan het gangsterimago van de ‘homies’.

Keylow, die in 2022 is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf vanwege zijn rol als president van motorclub Caloh Wagoh en ‘moordmakelaar’ van Ridouan T., is daarvan de verpersoonlijking. Zijn woorden zeggen eigenlijk alles over wie hij is én wie hij wil zijn. ‘Wie het eerste trekt, wie het snelste is, die gaat weg met de buit’, zegt de ‘G’, gangster, bijvoorbeeld als hij door een flat loopt waar flinke plassen bloed op de vloer zijn blijven liggen. ‘Kill or be killed, man.’ Gewoon in een normale Nederlandse buitenwijk, laat hij buiten nog eens zien, waar juist op dat moment een man met hond voorbij loopt. ‘Hier in Holland noemen ze het een ripdeal’, stelt Keylow, die net als z’n ‘soldiers’ wordt voorgesteld met zijn strafblad. ‘Voor ons is het gewoon werk. Elke dag. Je moet zorgen dat je geen slachtoffer van een ripdeal wordt, je moet zorgen dat je altijd de winnaar in een ripdeal bent.’

Een ‘187’, ofwel moord, is duur, stelt soldaat Santos even later, terwijl hij in de keuken vlees staat te bakken. Als je iemand voorgoed wilt laten verdwijnen, beweert hij met de nodige bravoure, helpt het als je een varkensboer als vriend hebt. Want varkens vreten, als ze maar genoeg honger hebben, werkelijk alles. Geef ze even de tijd en er blijft niks meer over. Santos denkt erover om terug te gaan naar Suriname. Hier zal hij toch nooit meer dan een ‘nikker’ worden. Bovendien wordt de grond hem in Nederland regelmatig te heet onder de voeten. Over wat hij precies heeft misdaan, doet Santos tamelijk schimmig, maar het is duidelijk dat er een prijs op zijn hoofd staat. Die ellende wil hij weghouden bij zijn vijfjarige dochtertje, zo’n beetje het enige waarvoor hij leeft. Het liefst zou de Crip een gemakkelijk leven gaan leiden in Suriname. ‘Going legit’, zegt hij lachend, al lijkt hij ’t niet werkelijk te menen.

Wanneer Keylow en enkele andere leden hun licht opsteken bij Crips-broeders in de VS, krijgen ze daar een ferme waarschuwing. ‘Deze levensstijl is een doodsstijl’, houdt een Amerikaans bendelid hen voor. Het is alleen de vraag of Keylow, Main C. en Santos niet al véél te ver onderweg zijn om nog rechtsomkeer te maken en een regulier burgermansbestaan te gaan leiden. Deze film laat hen zien als mens, met achter al die dubieuze daden en stoere praat ook een persoonlijk verhaal en invoelbare motieven, maar biedt ook weinig perspectief op een ander leven. Wandelend met de hond in een normale buitenwijk, om maar eens wat te noemen.

Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence

Disney+

Als acht studenten van het prestigieuze Sarah Lawrence College in 2010 besluiten om samen in een huis te gaan wonen, kunnen ze niet vermoeden dat er zich nog een soort extra bewoner zal melden in Slonim Woods 9 te Bronxville, New York, en dat hij het leven van enkele huisgenoten helemaal gaat overnemen. Lawrence Ray, de vader van studente Talia, is een voormalige marinier, medewerker van de CIA en FBI-informant, komt net uit de gevangenis en werpt zich ongevraagd op als mentor van enkele huisbewoners tijdens een door hemzelf afgekondigde Q4P, ofwel ‘quest for potential’.

De tieners zijn stuk voor stuk artistiek aangelegd en hebben niets voor niets gekozen voor een tamelijk alternatieve school die zich afficheert met de slogan ‘You are different, so are we’. Ze zijn stuk voor stuk kwetsbaar en zoekende. Ideaal materiaal voor een bijzonder dominant heerschap met zijn eigen issues, getuige Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence (203 min.). Binnen korte tijd vormt Larry Ray hen om tot zijn eigen sekte. Die krijgt in de media voor het gemak maar meteen het predicaat ‘sekssekte’ toebedeeld, ook al lijkt de seks uiteindelijk vooral nevenschade te zijn van Ray’s paranoïde machtswellust.

Deze driedelige docuserie van Zach Heinzerling reconstrueert de dramatische verwikkelingen met enkele direct betrokkenen en kan hun herinneringen bovendien illustreren met unheimische beeld- en geluidsopnames. Want Larry Ray maakte er een sport van om alles vast te (laten) leggen, een bizarre gewoonte die ook Keith Raniere en zijn roemruchte NXIVM-sekte er op nahielden en die in de inmiddels twee seizoenen tellende serie The Vow al optimaal is uitgenut. Ray’s escapades doen tevens denken aan het perverse machtsspel van R&B-zanger R. Kelly, dat uitvoerig is gedocumenteerd in de #metoo-serie Surving R. Kelly.

Heinzerling bouwt zijn vertelling zorgvuldig op. In aflevering 1 wordt uiteengezet hoe de parasiet Lawrence Ray het leven van zijn subjecten binnendringt en helemaal leegvreet. De tweede aflevering laat zien tot welke excessen dit vervolgens leidt en hoe sommige slachtoffers een toonbeeld worden van het Stockholm Syndroom. En de slotaflevering brengt de emotionele tol van het leven in ‘Larryland’ in kaart. Als geheel schetst Stolen Youth een onrustbarend beeld van hoe een malicieuze controlfreak anderen eerst volledig in zijn macht kan krijgen, om hen daarna rücksichtslos naar de rand van de afgrond te dirigeren.

Pelé

Netflix

Dit had gemakkelijk een rechttoe rechtaan sportbiografie kunnen worden. Waarbij de held zich in de openingsscène van de film opmaakt voor het hoogtepunt van zijn carrière: de finale van het wereldkampioenschap voetbal van 1970 in Mexico, waar hij Brazilië via een overwinning op Italië naar de derde wereldtitel moet leiden.

En daarna volgt de onvermijdelijke flashback: naar hoe het ooit armoedig in begon in het stadje Tres Coracoes, ‘s mans eerste wereldkampioenschap als zeventienjarige in 1958, zijn blessure bij de tweede Braziliaanse wereldtitel vier jaar later en de afgang van het nationale team in 1966. Zodat alle fundamenten zijn gelegd voor de glorieuze apotheose van de film tijdens dat WK van 1970. Waarna de protagonist met de wereldcup in z’n handen richting de aftiteling loopt. EINDE.

Het gekke is: Pelé (109 min.) heeft in grote lijnen inderdaad die overbekende opbouw en toch is het helemaal niet die film geworden. Omdat er ook kritisch wordt gekeken naar Edson Arantes do Nascimento, bijgenaamd Pelé. En omdat zijn carrière niet als een volledig op zichzelf staand fenomeen wordt gepresenteerd, maar is ingebed in de recente geschiedenis van zijn land, een broze democratie die in 1964 een militaire coup kreeg te verwerken. 

Voor Pelé veranderde er ogenschijnlijk niets toen Brazilië een dictatuur werd: hij bleef driftig scoren en hield zich verder, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een tijdgenoot zoals Muhammad Ali, geheel afzijdig van elke vorm van politiek. Hij stond zogezegd boven de partijen. Pelé verschafte het Zuid-Amerikaanse land gewoon trots en zelfrespect. En daar kon een dictatoriaal regime natuurlijk weer van mee profiteren, in het bijzonder tijdens datzelfde wereldkampioenschap voetbal in Mexico.

‘Pelé was een stralende ster die schitterde in de zwarte hemel van het Braziliaanse leven’, stelt de Braziliaanse muzikant Gilberto Gil. ‘Hij was het symbool voor het potentieel van Brazilië om een eerlijker en gelukkiger land te worden.’ Pelé’s oud-ploeggenoot Paulo Cézar Lima is kritischer: ‘Hij gedroeg zich als een Oom Tom. De onderdanige zwarte man die alles maar aanvaardt, geen weerwoord geeft, geen vragen stelt of oordeelt. Dat neem ik hem vandaag nog steeds kwalijk.’

Zo krijgt deze meeslepende sportfilm van David Thryhorn en Ben Nicholas een lekker scherp randje, dat tegenwicht geeft aan de met veel schwung, drama en een volvette soundtrack doorgeakkerde loopbaan van Pelé en de hartverwarmende beelden van zijn ontmoeting met oude voetbalmaatjes. Op zulke momenten wordt de man die in eigen land voor een godheid wordt versleten ineens gewoon één van de jongens en voert hij ook meteen weer het hoogste woord.

In dit portret toont Pelé zo nu en dan tevens zijn kwetsbare kant. Hij telt inmiddels tachtig jaren, is moeilijk ter been en hoeft zich blijkbaar voor niemand meer groot te houden. Worden de besten soms nerveus? willen de filmmakers bijvoorbeeld op een gegeven moment van hem weten. ‘Niet soms’, antwoordt hij gedecideerd. ‘Altijd.’ Pelé denkt terug aan de laatste momenten, vóór de WK-finale van 1970. ‘Ik hield het gewoon niet meer’, zegt hij en schiet helemaal vol.

Zo nu en dan komt deze film, waarin behalve allerlei medespelers en kenners ook zijn zus en oom aan het woord komen, zo achter de facade van de gewone Braziliaan die het boegbeeld van zijn land en de grootste voetballer aller tijden werd. Als je naar zijn prijzenkast kijkt, staan alle anderen in zijn schaduw. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de documentaire Diego Maradona, over de Napolitaanse jaren van de Argentijnse superster, nog nét iets beter is dan dit eerbetoon. Ook omdat de hoofdpersoon zelf minder kleurrijk is.

Dat is echter op geen enkele manier bedoeld als diskwalificatie voor deze film over de man, de voetballer en het fenomeen Pelé, tot nader order één van de beste sportfilms van 2021.

PS Een kleine twintig jaar geleden werd de documentaire Gods Of Brazil: Pelé And Garrincha uitgebracht. Over de twee grootste Braziliaanse voetballers van hun tijd. Inmiddels kan er geen twijfel meer over bestaan welke van de twee zal blijven voortleven in ons collectief geheugen en wie in de vergetelheid zal verdwijnen. In de film Pelé valt de naam Garrincha letterlijk niet één keer.