The Serial Killer’s Apprentice

HBO Max

Op 8 augustus 1973 werd de politie van Houston gebeld over een schietpartij. Bij een huis in het nabijgelegen Pasadena troffen ze drie tieners aan. Één van hen, Elmer Wayne Henley, vertelde dat hij uit zelfverdediging een man had neergeschoten. De 33-jarige Dean Corll lag naakt in de gang.

Naast het Iijk vond de Texaanse politie allerlei verdachte attributen, zoals touw en seksspeeltjes. In een nabijgelegen boothuis zouden bovendien andere lichamen verborgen liggen. En daar rook ‘t inderdaad naar ontbinding. Zeventien tienerjongens werden er uiteindelijk gevonden. Intussen mocht Wayne, via de autotelefoon van een politieagent, nog even naar huis bellen. ‘Mama, ik heb Dean gedood.’ En dat was niet de enige dood die The Serial Killer’s Apprentice (88 min.) op zijn geweten bleek te hebben.

Henley heeft Dean Corll, een levensgevaarlijke man die later The Candyman Killer zou worden gedubd, wordt beschouwd als een voorvader van John Wayne Gacy en met zeker 27 moorden in verband wordt gebracht, ontmoet op de middelbare school. Hij vroeg of de jongen een mop wilde horen. Een vieze, natuurlijk. Corll had sowieso een uitgekiende manier van ‘groomen’: als medewerker van een snoepwinkel kon hij gemakkelijk naïeve tieners paaien. Om zich er daarna aan te vergrijpen of om hen op te leiden tot zijn hulpje.

Was de zeventienjarige Elmer Wayne Henley sowieso een killer in spe? vraagt criminoloog Katherine Ramsland zich nu in deze true crime-docu zich af. Of toch (ook) een slachtoffer? Ramsland is gefascineerd door seriemoordenaars en schreef samen met Tracy Ullman ook het boek waarop deze slicke film is gebaseerd. Zij had daarvoor een uitgebreid interview met Henley, waarin ze met hem zijn misdaden en verhouding tot Corll analyseerde, telefoontjes die ze nu met liefde en plezier nog eens reconstrueert.

‘Hij probeerde ’t aan allerlei mensen te vertellen’, maar niemand luisterde, herinnert Henley’s moeder Mary zich ook. ‘Niemand geloofde hem.’ ’s Mans geloofwaardigheid is nog altijd een issue, ook bij de verklaringen die hij vanuit de gevangenis geeft aan Ramsland. Vertelt hij daarin de waarheid en niets dan de waarheid? Probeert hij die misschien een héél klein beetje op te leuken? Of is Henley zelfs opzichtig zijn straatje als moordenaarshulpje – één van de twee overigens! – aan het schoonvegen?

The Serial Killer’s Apprentice laat ogenschijnlijk niet het allerachterste van zijn tong zien over zijn gruwelijke activiteiten, in een tijd waarin de term ’seriemoordenaar’ overigens nog helemaal niet was bedacht.

The Program: Cons, Cult, And Kidnapping

Netflix

‘Kijk, De Graaf Van Monte Cristo, met mijn naam erin’, roept Katherine Daniel tegen haar voormalige groepsgenoten op Ivy Ridge, terwijl ze een beduimeld exemplaar van het klassieke boek van Alexandre Dumas omhooghoudt ‘Ik vergeleek het leven hier altijd met dat boek. Want ik zat ook onterecht vast en was uit op wraak. Als ik vrij ben, ga ik een documentaire maken en dan pak ik jullie allemaal aan, zei ik tegen mezelf.’

Welnu, een kleine twintig jaar later is die documentaire er. Een driedelige serie nog wel: The Program: Cons, Cults And Kidnapping (190 min.). Over een Amerikaans gedragsveranderingsprogramma voor ontspoorde tieners. Daniel, inmiddels Katherine Kubler genaamd, kwam er in 2004 terecht, nadat ze thuis niet meer was te handhaven. Als tiener, die al vóór haar tweede verjaardag haar moeder verloor aan borstkanker, botste ze gedurig met de nieuwe vrouw van haar christelijke vader. Hij liet haar vervolgens onaangekondigd ophalen door twee mannen met handboeien. Die brachten haar naar Ivy Ridge in Ogdensburg, een jeugdinstelling in het rurale noorden van de staat New York, waar ze in totaal vijftien maanden vastzat. Een ervaring die haar volgens eigen zeggen voor het leven heeft getekend.

En op die traumatische plek is Katherine nu dus weer aanbeland, in het inmiddels verlaten gebouw waar ooit zo’n 450 probleemjongeren werden afgeknepen. Op de muren staan leuzen als ‘robbers of childhood’ en ‘I came back for my soul’ gekalkt. Samen met enkele oud-pupillen die ze daar heeft leren kennen, haalt ze nu herinneringen op. Ze vinden er ook oude rapporten, persoonlijke verslagen én opnamen van beveiligingscamera’s (waarmee misdragingen van begeleiders zijn vastgelegd). Alsof zij en hun privacy er nog altijd niet toe doen. Ivy Ridge staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van de World Wide Association of Specialty Programs (WWASP) en blijkt talloze zusterinstellingen te hebben. Ook in het buitenland dus: Jamaica, Samoa, Mexico, Tsjechië en Costa Rica. En overal leidt het zeer strikte regime tot misstanden – en, zo nu en dan, tot heftige protesten daartegen.

Als de problematische situatie in deel 1 helder is neergezet, zoomt The Program in de volgende aflevering in op de seminars die de leerlingen verplicht moesten volgen. Daarbij werd volgens de voormalige ‘troubled teens’ gebruik gemaakt van hersenspoeltechnieken, slaapdeprivatie en het onthouden van eten. Deze harde aanpak zou zijn te herleiden tot de zogenaamde Synanon-sekte, die in de jaren zestig al ‘tough love’ predikte. Het is thematiek die onlangs ook al zijn weg vond naar de trashy Netflix-docu Hell Camp: Teen Nightmare. Niet voor niets: de behandeling van getroebleerde jongeren is met name in de Verenigde Staten uitgegroeid tot een echte industrie, die zich eerst en vooral richt op het verleiden van de ouders. Zodra zij ervan overtuigd raken dat hun kind nodig heropgevoed moet worden, begint de kassa bij organisaties zoals WWASP te rinkelen.

‘Follow the money’ is dan ook het leidmotief voor het slot van deze miniserie, waarvoor Katherine Kubler zich ruim tien jaar heeft vastgebeten in The Program en de lieden erachter. Daarbij gaat ze wel wat weifelachtig te werk. Als de filmmaakster Narvin Lichfield, een vertegenwoordiger van de omstreden familie die rijk geworden is in de ’troubled teen’-industrie, voor de camera krijgt tijdens een karaokeavond, spreekt ze de man niet aan. ‘Ik laat misbruikers niet graag aan het woord’, zegt ze daarover. In plaats daarvan laat ze hem Frank Sinatra croonen en zingt ze zelf een uitzinnig lied, dat als een waarschuwing aan zijn adres moet worden opgevat. En haar vader, de man die haar ooit willens en wetens heeft laten ‘ontvoeren’ en die ze voor het eerst in jaren weer heeft gesproken, voor een draaiende camera natuurlijk, wordt ook vooral als slachtoffer van de situatie geportretteerd.

The Program maakt niettemin glashelder dat dit soort militaristische heropvoedingskampen, waar grensoverschrijdend gedrag voortdurend op de loer ligt, een enorme ravage kunnen aanrichten: de probleemjongeren van weleer kampen vaak nog altijd met ernstige problemen – van complexe PTSS tot serieuze zelfmoordgedachten – en zouden wel eens voor hun hele leven probleemvolwassenen kunnen zijn.

To End All War: Oppenheimer & The Atomic Bomb

MSNBC

De tragiek van de man en zijn grootste verdienste is al vaak benadrukt. J. Robert Oppenheimer wilde de westerse beschaving redden en ontwierp vervolgens een wapen waarmee elke vorm van beschaving kon worden vernietigd. En de Amerikaanse wetenschapper, over wie regisseur Christopher Nolan onlangs de groots opgezette speelfilm Oppenheimer maakte, besefte dat zelf als geen ander. To End All War: Oppenheimer & The Atomic Bomb (87 min.) vormt het tastbare bewijs. ‘Nu ben ik de Dood geworden’, zegt hij daarin mistroostig. ‘De vernietiger van werelden.’

Door zijn reputatie als outsider en relatie met een overtuigde communiste, ex-vriendin Jean Tatlock, leek de natuurkundige Oppenheimer niet de meest voor de hand liggende kandidaat  om het nucleaire programma van de Verenigde Staten, The Manhattan Project, te gaan leiden en zo het gevaar van nazi-Duitsland te bezweren. ‘Hij had geen grote verdiensten op zijn naam staan’, stelt Gregg Herken, auteur van het boek Brotherhood Of The Bomb. ‘Een wetenschapper die Oppenheimer kende zei zelfs: hij kan niet eens een hotdogkraam runnen.’

En die man moest er dus voor zorgen dat de race tegen het Duitse bomproject, geleid door zijn concullega Werner Heisenberg, werd gewonnen. Vanuit Los Alamos, in de woestijn van New Mexico, zette Oppenheimer met zijn team alles op alles om Hitler voor te blijven. En toen de Duitsers begin 1945 geen bedreiging meer vormden voor de VS – zo betogen enkele historici in deze breed ingestoken, goed gedocumenteerde en subtiel met animaties aangeklede film van Christopher Cassel – werd er een andere vijand gezocht. Want De Bom moest uitgeprobeerd worden!

‘Hoe kon de wereld anders de kracht ervan ontdekken?’ stelt historicus Richard Rhodes (The Making Of The Atomic Bomb). Met dit afschrikwekkende nieuwe wapen hoopten ze bovendien het aantal Amerikaanse slachtoffers in de rest van de oorlog te kunnen beperken. ‘Mijn vader en moeder zijn veteranen uit de Tweede Wereldoorlog’, zegt tv-wetenschapper Bill Nye daarover. ‘Na vier jaar oorlog was er volgens mijn moeder echt niemand die zich afvroeg of het wel ethisch verantwoord was om een nucleair wapen te gebruiken.’ Alles was geoorloofd om de oorlog te verkorten.

‘We hebben meer dan twee miljard dollar geïnvesteerd in de grootste wetenschappelijke gok in de geschiedenis’, declameerde de Amerikaanse president Harry Truman triomfantelijk, nadat een Amerikaans vliegtuig op 6 augustus 1945 een atoombom had gedropt op de Japanse havenstad Hiroshima. ‘En we hebben gewonnen!’ ’t Was een gotspe! ‘Ik herinner me elke seconde,’ vertelt overlevende Hideko Tamura, die zelf de bom overleefde, maar haar halve familie verloor. ‘Ik heb me nog nooit zo hulpeloos gevoeld.’ Drie dagen later zou ook Nagasaki nog worden geslachtofferd.

Robert Oppenheimer werd het gezicht bij die beruchte paddenstoelenwolk. Een wereldwijde bekendheid, die werd gekweld door schuldgevoelens. ‘Hij had geen spijt van zijn rol en werk tijdens de oorlog’, vertelt zijn kleinzoon Charles Oppenheimer. ‘Maar vrijwel direct daarna begon hij al zijn aandacht te richten op het beheersen van de gevolgen ervan.’ En daarmee werd ‘de vader van de atoombom’, in de hoogtijdagen van het McCarthisme, zowaar het slachtoffer van een heksenjacht. De briljante wetenschapper eindigde zijn carrière als een tragische figuur.

Janet Jackson.

Videoland / Lifetime

De vraag blijft ruim anderhalf uur boven de markt hangen: gaat ze nog iets zeggen over de beschuldigingen tegen Michael?

Want Janet Jackson mag dan op eigen kracht een popster zijn geworden en haar privéleven tot dusver bovendien zorgvuldig hebben afgeschermd, maar ook deze film over haar kan natuurlijk niet om haar oudere broer ‘Mike’ heen, ofwel ‘The King Of Pop’ Michael Jackson (1958-2009). Zeker sinds die, in de spraakmakende documentaire Leaving Neverland (2019), opnieuw publiekelijk is beschuldigd van seksueel misbruik van kinderen.

In de vierdelige serie – let op de demonstratieve punt: – Janet Jackson. (167 min.), zet Janet met haar moeder Katherine, zus Rebbie en broers Tito en Gary haar verhaal goed in de verf. Regisseur Benjamin Hirsch start daarvoor bij de opkomst van The Jackson 5/The Jacksons, de immens succesvolle popgroep rond haar oudere broers, en schetst vervolgens Janets solocarrière die daar logisch uit voortvloeit en in eerste instantie maar moeilijk op gang komt. Alle Jackson-kinderen zitten dan nog volledig onder de knoet bij vader Joe, een man met een ijzeren wil en losse handjes.

Om zich van die overheersende ouder bevrijden stapt ze een toxische relatie in met zanger James DeBarge, die angstvallig zijn drugsprobleem verborgen probeert te houden voor haar. Als ze zich ook van hem heeft losgemaakt, vindt Janet eindelijk haar eigen stem. Halverwege de jaren tachtig wordt ook zij een absolute wereldster. Toch blijft er voortdurend die vergelijking met Michael, de oudere broer met wie ze vroeger zo close was. Ten tijde van zijn killeralbum Thriller (1982), nog altijd de best verkochte plaat aller tijden, lijkt ze hem echter helemaal te zijn kwijtgeraakt.

Daar zit ook het verhaal van dit geautoriseerde portret. Niet bij Jacksons artistieke volwassenwording (geschetst met haar producers, choreografen en medespelers in films en series) enkele hardnekkige geruchten die nodig moeten worden ontzenuwd (zoals het kind dat ze in stilte zou hebben afgestaan of dat Nipplegate een ordinaire publiciteitsstunt was) en de obligate quotejes van medebekendheden (Mariah Carey, Questlove?, Whoopi Goldberg, Norman Lear, Missy Elliott en Samuel L. Jackson). Daar zou Janet Jackson, met die punt er dus achter, ook wel zonder kunnen.

De meerwaarde van deze serie, gefilmd over een periode van vijf jaar, zit in de persoonlijke insteek: de inkijkjes bij de Jackson-familie, haar moeizame relatieleven en – vooral – de verhouding tot ‘Mike’, haar iconische broer die alsmaar vreemder gedrag begint te vertonen en steeds nadrukkelijker in verband wordt gebracht met pedofilie. Net als haar broers en zussen heeft de zangeres daar een duidelijke mening over, die ze uiteindelijk dus ook deelt met de buitenwereld.

Al te diep gaat Janet Jackson. uiteindelijk niet in op die bijzonder pijnlijke kwestie, waardoor de meeste vragen onbeantwoord blijven. Al snel roept de plicht weer: het vieren van de muziek en betekenis van de heldin zelf die – logisch en in dit specifieke geval toch frustrerend – op haar eigen merites beoordeeld wil worden.