
Ze lijken onafscheidelijk. Haakon en Balder, vrienden voor het leven. De Noorse jongetjes zijn pas twee jaar oud en ontdekken samen de wereld, elkaar en zichzelf. En regisseur Gunhild Westhagen Magnor slaat hen in de observerende documentaire Budding Humans (originele titel: Store Små Mennesker, 70 min.) een volledig jaar gade in een veilige omgeving, het kinderdagverblijf Sætreskogen. Balder is haar zoon, Haakon diens nét iets oudere vriendje.
Soms lijken de twee blonde jochies voorbestemd voor een leven lang vriendschap, een andere keer kunnen ze elkaars bloed wel drinken. Ze rennen gebroederlijk in het rond, spelen met autootjes en stampen in plassen, maar maken ook ruzie, doen de ander pijn en schelden elkaar uit. En hoe klein ze ook zijn, ze beschikken echt al over een eigen persoonlijkheid. Haakon is de wildebras van de twee, Balder lijkt nét wat bedachtzamer.
Westhagen Magnor volgt de twee peuters gedurende vier seizoenen. Ouders komen er verder nauwelijks aan te pas. Hun begeleiders op het kinderdagverblijf spelen wel een prominente rol. Zij moeten regelmatig inspringen om te troosten, bemiddelen of corrigeren. Intussen proberen ze de kinderen ook elementaire levenslessen bij te brengen over hoe ze met anderen moeten omgaan. Dat begint bij empathie.
Op prille leeftijd wordt immers al voor een belangrijk deel bepaald hoe deze kinderen later als volwassenen in het leven zullen staan. Leren ze om voor zichzelf op te komen en toch rekening te houden met de ander? Kunnen ze na een conflict de strijdbijl weer begraven? Via de opmerkelijk hechte band tussen haar zoontje en Haakon toont de filmmaakster op intieme wijze hoe die ontwikkeling op gang komt.
‘We zijn vrienden’, constateert Haakon bijna tot besluit, terwijl ze samen een puzzel maken. ‘Ja’, beaamt Balder. ‘Dat stukje moet daar.’ Zo proberen ze met zijn tweeën de verschillende puzzelstukjes op hun plek te krijgen. En naderhand zijn ze er hartstikke trots op dat het is gelukt. ‘Zie je?’, zegt Balder. ‘We hebben ‘t voor elkaar gekregen.’ Waarna Haakon de puzzel omdraait en zegt: ‘Zullen we hem nog een keer maken?’





