The Eyes Of Orson Welles

Dogwoof

Vanuit de 21e eeuw richt Mark Cousins zich in deze videobrief uit 2018 tot een icoon van de vorige eeuw. Beste Orson Welles, begint de Britse cinefiel aan zijn exploratie van het leven van één van de meest uitgesproken Amerikaanse kunstenaars van de afgelopen honderd jaar: acteur, regisseur, theatermaker, radiostem en metershoog personage Orson Welles (1915-1985). Cousins verbale hinkstapsprong door het leven en oeuvre van de gigant zal een kleine twee uur later eindigen met een nederig ‘dank je.’

In de tussentijd probeert hij aan de hand van een doos met schetsen, tekeningen, karikaturen, schilderijen en kerstkaarten van zijn held door The Eyes Of Orson Welles (110 min.) te kijken naar een wereld die tot de verbeelding blijft spreken. Op zoek naar ‘s mans thematiek en beeldtaal zwerft hij ook langs Welles’ films, theaterstukken en radiowerk, op zoek naar grote verhalen en kleine details. Zo komt hij verdacht dicht bij de essentie van zijn even briljante als pompeuze held, die zijn tijd vaak vooruit leek.

En Orson Welles zou Orson Welles niet zijn – of toch Mark Cousins, of diens stroman Jack Klaff? – als hij zijn adept niet rechtstreeks van repliek zou dienen. Beste Mark, begint de man zelf, een kwartier voor tijd, met die imposante stem. ‘Spreek over me zoals ik ben. Niets verzachten.’ Daarna laat hij een korte stilte vallen. ‘Dus de wereld is gewoon blijven draaien na mijn dood, wie had dat nu kunnen bedenken?’ En daarover praat Cousins, die tevens afspreekt met Welles’ dochter Beatrice, hem dan weer bij.

Over een New York zonder Twin Towers bijvoorbeeld. Of ‘mobiele’ telefoons, die niet alleen woorden maar ook beelden kunnen verzenden. Zodat je er Citizen Kane op kunt kijken, kunt luisteren naar The War Of The Worlds of kunt chatten over die geest uit lang vervlogen tijden, Orson Welles.

Il Principe

Netflix

Is het een noodlottig ongeval of toch een moedwillige moord? En wie heeft de trekker overgehaald? Bij een nachtelijk meningsverschil nabij het Franse eiland Cavallo, gelegen tussen Corsica en Sardinië, worden er op 18 augustus 1978 minimaal twee schoten gelost en raakt de negentienjarige Duitse toerist Dirk Hamer ernstig gewond. Een kleine vier maanden later bezwijkt de jongen in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

De verdachte luistert naar de welluidende naam Vittorio Emanuele van Savoye. Hij is niemand minder dan Il Principe (130 min.), de troonpretendent van het Italiaanse koningshuis in ballingschap en zal voortaan door het leven moeten als ‘de schietende prins’. Hij vergelijkt zichzelf in deze driedelige serie met een stier in een stierengevecht. Iedereen wil het dier dood hebben. Maar, stelt Van Savoye, ‘de stier heeft hoorns.’

Hamers zus, een bekend fotomodel, ontwikkelt zich tot zijn Nemesis, ook in deze reconstructie van de verwikkelingen door Beatrice Borromeo Casiraghi. Birgit Hamer stelt alles in het werk om Vittorio te laten boeten voor de dood van haar broer, maar stuit volgens eigen zeggen steeds op de ‘ondoordringbare muur’ die rond de kroonprins is opgetrokken. Stuitende klassenjustitie of toch een tot in het absurde doorgevoerde heksenjacht?

Dat klinkt enerverender dan het wordt. Il Principe voert een flinke stoet familieleden, direct betrokkenen en ooggetuigen op, die tot in detail verklaren over wat er is gebeurd en hoe dat wel/niet is afgedekt. De afwikkeling van de zaak wordt daardoor tamelijk stroperig, terwijl de sfeertekening van het milieu van de prins, dat hem bijvoorbeeld in contact brengt met de Sjah van Perzië en de vrijmetselaarsloge P2, juist om verdieping vraagt.

In een bijzin komt ook het Dirk Hamer-syndroom nog ter sprake. Als Hamers vader Ryke na de dood van zijn zoon kanker krijgt, wijt hij dit aan zijn immense verdriet. Ryke Hamer zal zich ontwikkelen tot een omstreden propagandist van het idee dat kanker is te genezen door het behandelen van psychisch trauma. De verhaallijn over de beruchte kwakzalver, een buitenbeentje wellicht binnen de grotere vertelling, wordt echter nauwelijks uitgewerkt.

Deze miniserie sleept zich liever voort langs alle verwikkelingen in de zaak rond de kroonprins Vittorio Emanuele van Savoye, die gedurende meerdere decennia via het gerecht en de media wordt uitgevochten en uiteindelijk toch nog tot een enerverende ontknoping krijgt. Waarbij ook de Spaanse koning Juan Carlos, die ervan wordt verdacht dat hij in 1956 per ongeluk zijn broer Alfonso heeft doodgeschoten, nog een piepklein bijrolletje heeft.

Crumb

David Lynch presents… a Terry Zwigoff film: Crumb (116 min.). Althans, met die boodschap begint deze klassieke documentaire uit 1994. In werkelijkheid zou de gevierde filmmaker helemaal niets hebben bijgedragen. Pas toen Crumb al volledig was afgerond, reageerde Lynch op een verzoek om een financiële bijdrage te leveren. ‘s Mans reputatie kon echter uitstekend worden ingezet om de documentaire te promoten.

Deze gevierde film wordt sowieso omgeven door mythen: regisseur Terry Zwigoff zou zijn vriend en hoofdpersoon, de Amerikaanse underground cartoonist Robert Crumb (Fritz The Cat, Mr. Natural en de slogan ‘Keep On Trucking’), hebben gedreigd met zelfmoord als hij niet wilde meewerken aan de productie. Dit broodje aap-verhaal bleek later per ongeluk in omloop te zijn gebracht door de befaamde filmcriticus Roger Ebert – al klopt het wel dat Crumb eigenlijk geen zin had in deze onthullende en verontrustende docu.

Zulke verhalen sluiten naadloos aan bij de aard van de film. Achter het Harold Lloyd-achtige uiterlijk van de hoofdpersoon en zijn ontwapenende glimlach gaat een onvervalste weirdo en provocateur schuil, wiens werk regelmatig met misogynie en racisme in verband is gebracht. Terwijl de kunstcriticus Robert Hughes niets minder dan een moderne Breughel of Goya ziet in Robert Crumb, ontwaren anderen toch vooral een vies, eng mannetje, dat zich (letterlijk) verlustigt aan zijn eigen afzichtelijke creaties.

Crumb wordt echt ongemakkelijk – en ontroerend en, op een vreemde manier, ook grappig – als de kunstenaar zijn familie opzoekt in Philadelphia. Daar woont zijn oudere broer en grote inspiratiebron Charles, zelf een getalenteerd tekenaar, in bij hun moeder Beatrice. Beiden kampen met ernstige psychische problemen, die luchtig worden besproken en consequent weggelachen. In een luizige hotelkamer in San Francisco treft Robert tevens zijn jongere broer Maxon die al even expliciete kunst maakt – en, dat ook, meermaals vrouwen heeft aangerand.

Of deze unheimische film ook een verklaring geeft voor al die zieke geesten in de Crumb-familie? Een begin ervan, misschien. Hun vader Charles, een marinier die ooit actief was als oorlogstekenaar, zou volgens zijn oudste zoon en naamgenoot ‘een sadistische bullebak’ zijn geweest. Maar of dat werkelijk een afdoende antwoord is? De slotsom is in elk geval helder: dit gezin is verworden tot een menselijk rariteitenkabinet (waarbij overigens moet worden aangetekend dat Roberts zussen Sandra en Carol niet aan het woord komen).

Uiterst accuraat schetst Crumb zo de context bij het oeuvre van een toonaangevende Amerikaanse kunstenaar, waarbij een sterke maag soms echt gewenst is en ’s mans werk hem, en ons, tevens lijkt te beschermen tegen grotere ellende.

Mind Over Murder

HBO Max

Ze gingen de geschiedenis in als ‘The Beatrice Six’, het verdorven zestal dat in 1985 Helen Wilson van haar eer en leven zou hebben beroofd in Beatrice, Nebraska. Maar waren ze ook werkelijk vergelijkbaar met pak ‘m beet The West Memphis Three, The Guildford Four of The Central Park Five? Die verdwenen stuk voor stuk voor hun (halve) leven achter de tralies voor een misdaad die ze niet hadden gepleegd.

Of waren de zes toch gewoon schuldig aan de gewelddadige moord op de 68-jarige weduwe in haar eigen appartement? Voormalig politieman Burt Searcey, de man die de zaak destijds rondmaakte, kent ruim 35 jaar na dato in elk geval geen twijfel: de bekennende verklaringen die hij bij de afzonderlijke verdachten lospeuterde correspondeerden niet voor niets met het bewijsmateriaal op de plaats delict.

Toch is vanaf de allereerste scène van de fascinerende true crime-serie Mind Over Murder (331 min.) ook duidelijk dat er twijfel is over de ware toedracht van de geruchtmakende overval, verkrachting en moord. Hoe waarheidsgetrouw waren de verklaringen die de zes verdachten en enkele getuigen destijds hebben afgelegd? En matchte wat deze kwetsbare mensen zeiden eigenlijk wel met de situatie ter plaatse?

Zowel Searcey, die tijdens verhoren niet alleen vragen stelt maar soms ook de antwoorden lijkt te souffleren, als de kleinkinderen van Helen Wilson blijven evenwel overtuigd van de schuld van The Beatrice Six in deze zesdelige serie van Nanfu Wang, die via het schokkende misdrijf kijkt naar ‘smalltown America’ en in het bijzonder naar hoe er wordt omgegaan met mensen die aan de verkeerde kant van het spoor zijn geboren.

De filmmaakster speelt de verwikkelingen rond The Beatrice Six intussen slim uit met verhaalwendingen en cliffhangers, voorziet de vertelling van de verplichte duistere reconstructiescènes en een kiene soundtrack en voegt daar nog een verhaallijn aan toe, die gaandeweg steeds meer naar de voorgrond komt: een theateruitvoering met lokale acteurs, waarin de zaak nog eens binnenstebuiten wordt gekeerd.

Dat is al eerder gedaan – sterker: het vormt de basis voor Kitty Greens verbluffende documentaire Casting JonBenét (2017) – maar werkt wel: de gemeenschap wordt zo gedwongen om de moordzaak opnieuw te bezien en de verschillende perspectieven daarbinnen tot zich te nemen. Burt Searcey zit daar overigens helemaal niet op te wachten, blijkt uit een ontluisterende scène. Schuldig is en blijft in zijn ogen schuldig.

Die attitude, ook zichtbaar in de vijandschap van een deel van de gemeenschap tegenover de theatervoorstelling, loopt als een rode draad door deze spannende, gelaagde en aangrijpende serie, die uiteindelijk tot een climax komt tijdens de geladen uitvoering van het Beatrice Six-stuk. En daarna worden zowel de zes vermeende daders van de moord op Helen Wilson als haar nabestaanden én Searcey recht gedaan. 

Mind Over Murder wordt daarmee tot nader order de beste true crime-productie van het jaar, een serie die de kijker niet alleen stimuleert om amateurdetective te spelen, maar ook dwingt om zijn eigen vooroordelen en assumpties kritisch tegen het licht te houden.

Sisters In Law

Als je de Sisters In Law (102 min.) Vera Ngassa en Beatrice Ntuba op strenge toon Afrikaanse mannen ziet toespreken in deze documentaire van Kim Longinotto en Florence Ayisi uit 2005, dan zou je bijna gaan denken dat ‘het zwakke geslacht’ in Kameroen ongegeneerd de lakens uitdeelt. De gevallen die ze voor hun kiezen krijgen in de rechtbank van Kumba Town, schetsen echter een totaal ander beeld: van een samenleving die nog lang niet zover is dat man en vrouw gelijkwaardig zijn. En waar geweld tegen vrouwen – en meisjes – aan de orde van de dag is.

Dit wordt wel heel tastbaar als de tienjarige Sonita Muandre in de rechtbank tot in detail getuigt over hoe een buurman haar heeft verkracht. Intussen zit de vermeende dader enkele meters van haar vandaan, demonstratief met zijn armen over elkaar, opzichtig te zuchten en met zijn hoofd te schudden. Welnee, zal hij even later zeggen, ze wilde het zelf. De verdachte stelt zelfs dat hij in eerste instantie weigerde, hij ging liever in zijn bijbel lezen. ‘U wilt dus dat de rechtbank gelooft dat een negenjarig kind, dat nog helemaal geen borsten heeft, u vorig jaar benaderde voor seksueel contact, dat u dit weigerde en dat zij zich vervolgens tot bloedens toe sneed en om hulp begon te roepen?’ sneert openbaar aanklager Vera Ngassa

Niet alleen mannelijke agressors worden overigens de mantel uitgeveegd. Ook een vrouw die haar stiefkind, het zesjarige meisje Manka, ernstig heeft mishandeld met een kleerhanger en ingesmeerd met peper krijgt er genadeloos van langs in de rechtbank, waar met flair en stemverheffing nieuwe maatschappelijke mores worden uitgedragen. Ook buiten de rechtszaal wordt de vrouw indringend ter verantwoording geroepen. Longinotto en Ayisi observeren zulke processen van nabij en dringen zo door tot het hart van hoe man, vrouw en kind in het Afrikaanse land, met vallen en opstaan, proberen samen te leven. Zulke ontwikkelingen worden zonder enige opsmuk uitgeserveerd: basale montage, geen muziek en niet of nauwelijks interviews.

Uit Sisters In Law spreekt onmiskenbaar hoop: dat het beter kan en moet. Tegelijkertijd wordt ook glashelder dat zulke vooruitgang nog heel veel kruim gaat kosten en bovendien bestaat bij de gratie van progressieve en strijdbare Kameroeners als Ngassa en Ntuba.