Storm Area 51

Netflix

Storm Area 51, They Can’t Stop All Of Us’, heeft de twintigjarige student Matty Roberts voor de grap geplaatst op zijn Facebook-pagina Shitposting Cause I’m In Shambles. De zelfverklaarde shitposter, die op een onbewaakt ogenblik tijdens zijn klotebaan in een Californisch winkelcentrum even grappig denkt te zijn, heeft geen idee wat hij zich met z’n meme op de hals haalt

Roberts, die nog gewoon bij zijn moeder woont, heeft voor 20 september 2019 een event aangemaakt om de ultrageheime militaire basis Area 51, daar waar ze wel eens aliens zouden kunnen verbergen, te gaan bestormen. En binnen de kortste keren loopt het op die pagina, inderdaad, storm. Net als bij dat volledig uit de klauw gelopen Groningse evenement, The Real Project X, enkele jaren eerder, dat eveneens een eigen aflevering heeft bemachtigd in Netflix’s docuserie Trainwreck.

Het enige motel in de wijde omgeving van Area 51, in het 56 zielen tellende gehucht Rachel in de woestijnstaat Nevada, heeft welgeteld tien kamers, enkele toiletten en een kampeerterrein. Binnen 24 uur zijn er echter al vijfhonderd kampeerplekken geboekt bij de Little A’Le’inn. Daarna wordt ook, midden in die woeste leegte, het festival Alienstock uit de grond gestampt – al is bepaald niet iedere plaatselijke ‘earthling’ blij met de komst van een hele zwik wappies, complotdenkers en ‘vrijheidsstrijders’.

Als online de wildste theorieën rondgaan en bij de initiator zowaar de FBI voor de deur staat, is ‘t ook Roberts even zwaar te moede. Regisseur Jack MacInnes zorgt er echter wel voor dat de pret nooit te lang wordt bedorven in Storm Area 51 (97 min.). Hij leukt het sterke verhaal, opgedist door een bonte stoet larger than life-personages, op met flukse animaties, kekke vormgeving en kolderieke muziekjes en zorgt er zo voor dat deze reconstructie van de Area 51-heisa geen carbonkopie wordt van Project X.

Nu krijgt de gekte rond zo’n invasie van een militaire opslagplaats van buitenaardse geheimen natuurlijk ook al gauw Amerikaanse allure, ergens tussen het volledig mislukte Fyre-festival en de gewelddadige bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Influencers proberen er hun slaatje uit te slaan, de karikaturale promotor Disco Donnie moet deze variant op Woodstock voor de wap-generatie in goede banen leiden en memes waarin seks met aliens wordt gepropageerd zijn alomtegenwoordig.

Alle elementen voor een aanstekelijk portret van Doorgedraaid ‘Merica zijn kortom aanwezig. En die worden in dit joyeuze tweeluik, dat dan weer geen moment de diepte ingaat, met liefde en plezier uitgespoeld.

The Border Crossed Us

Amstel Film

Als we drugs aantreffen kunnen we de waar innemen en vernietigen, legt de bedachtzame hoofdcommissaris Ramon Gonzalez van de grenspolitie van het Texaanse grensstadje La Joya uit. Bij mensensmokkel is dat veel gecompliceerder. ‘Deze mensen worden steeds teruggestuurd en elke keer opnieuw betalen ze weer voor de overtocht.’ Totdat ‘t lukt. Dan verdwijnen ze zogezegd pas van de markt. Het is een weinig hoopgevende constatering en ook bepaald geen stimulerende gedachte voor politiemensen, die permanent met illegalen en smokkelaars worden geconfronteerd.

Dagelijks proberen zo’n achtduizend illegale migranten de Rio Grande-rivier, de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico, over te steken. Die rivier behoorde vroeger tot Mexicaans grondgebied, maar fungeert tegenwoordig als toegangspoort naar het land van de onbegrensde mogelijkheden. Ofwel: The Border Crossed Us (72 min.), de nieuwe film van de Nederlands-Puerto Ricaanse documentairemaakster Loretta van der Horst. Zij debuteerde in 2019 met Behind The Blood, een grimmige film over de Hondurese stad San Pedro Sula die gevangen zit in een bloedige drugsoorlog.

Deze documentaire, een portret van enkele agenten van La Joya, is minder heftig en meer bespiegelend van toon. Van der Horst volgt haar hoofdpersonen tijdens patrouilles, verhoren van een verdachte of een inval. Tussendoor laat ze hen uitgebreid aan het woord over een gevecht dat misschien niet is te winnen – maar ook niet níet mag worden gevoerd – en over de impact die dat op henzelf heeft. De één strijkt nog wel eens over zijn hart, een ander houdt zich strikt aan de regels. ‘Als ik mijn werk moet doen’, zegt Manuel Casas bijvoorbeeld ferm, ‘doe ik mijn werk.’

Dat wordt tastbaar tijdens een verhoor dat hij heeft met de, geanonimiseerde, vrouw van een mensensmokkelaar. Zij is druk bezig om een verblijfsvergunning te krijgen, maar kan al haar rechten weer kwijtraken en uitgezet worden als blijkt dat ze betrokken was bij de activiteiten van haar echtgenoot. Casas draait haar kalm de duimschroeven aan, zeker als hij zich toegang verschaft tot haar mobiele telefoon en eens langs al haar berichten, filmpjes en foto’s kan scrollen. ‘Ik weet dat het verkeerd is’, zegt zij uiteindelijk verontschuldigend. Hij reageert koel: ‘Het is méér dan verkeerd.’

Veel smokkelaars komen er, tot grote frustratie van de agenten die hen hebben ingerekend, met een voorwaardelijke straf vanaf. Binnen de kortste keren hervatten ze doorgaans hun activiteiten – en anders zorgt het kartel wel voor vervangers. Zo zitten ze in deze stemmige film, die ’t meer van introspectie en sfeer dan van spanning en sensatie moet hebben, aan beide zijden van de wet en van de grens vast in een somber stemmende situatie, waarin nauwelijks beweging is te krijgen en de rollen, afhankelijk van waar je geboren bent, bovendien tamelijk willekeurig lijken te zijn verdeeld.

Till Murder Do Us Part: Soering Vs. Haysom

Netflix

Wie is de marionet en wie de bespeler ervan? Dat is nog eens een ‘heerlijk’ uitgangspunt voor een true crime-productie. De ouders van de Amerikaanse studente Elizabeth Haysom zijn op gruwelijke wijze vermoord. Heeft zij, als een kille manipulator, haar vriend Jens Söring aangezet tot die gruweldaad (of op zijn minst tot een significante poging om die te verhullen)? Of heeft de nerdy tiener, zoon van een Duitse diplomaat, het oudere echtpaar Derek en Nancy Haysom juist op eigen initiatief afgeslacht om z’n begeerlijke vriendin definitief in zijn greep te krijgen?

Bijna veertig jaar na die fatale dag in Bedford County in Virginia, zaterdag 30 maart 1985, is die elementaire vraag blijkbaar nog altijd niet afdoende beantwoord. De vierdelige serie Till Murder Do Us Part: Soering Vs. Haysom (Duitse titel: Der Fall Jens Söring: Tödliche Leidenschaft, 191 min.) buigt zich opnieuw over het bloedstollende misdrijf en de juridische afwikkeling daarvan, waarbij de voormalige geliefden lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Het hielp hen geen van tweeën: ze zouden uiteindelijk allebei ruim dertig jaar in de cel zitten. 

Zij hult zich tegenwoordig meestal in stilzwijgen als het gaat om de gewelddadige dood van haar ouders. Dat schijnt ze aan haar halfbroers te hebben beloofd. Hij is er nog altijd niet klaar mee. Nadat Jens Söring eerder bijvoorbeeld ook al zijn kant van het verhaal heeft gedaan in de documentaire Das Versprechen (2016), een boek en talloze andere producties, neemt de inmiddels 57-jarige Duitser ook weer plaats voor de camera van André Hermann en Lena Leonhardt. Söring houdt staande dat hij onschuldig is – ook al heeft hij in eerste instantie toch echt een bekentenis afgelegd.

‘Soms kon je niet zeggen waar de leugen begon en de waarheid ophield’, vertelt de plaatselijke nieuwsjournalist Jeff Taylor, die de zaak destijds op de voet heeft gevolgd, in deze miniserie. ‘Het is een gegeven dat één persoon zei: ik wil mijn ouders dood. En dat de ander stelde: liefde is het ultieme wapen. Twee mensen zijn overleden door deze “liefde” tussen hen.’ En omdat maar niet onomstotelijk kan worden vastgesteld wat er nu precies is gebeurd vormt dat ene tragische misdrijf een onuitputtelijke bron voor producties over de destructieve liefde van Jens en Elizabeth.

Till Murder Do Us Part serveert die nog maar eens volgens de welbekende true crime-methode uit: met ‘smeuïge’ verhoren, ‘schokkende’ rechtbankverklaringen, ‘schimmige‘ reconstructiescènes, ‘bizarre’ geschriften, ‘bloederige’ foto’s, ‘spannende‘ geluidseffecten en -muziek, ‘daverende’ cliffhangers en ‘onthullende‘ interviews met politiemensen, advocaten, journalisten en mensen uit de periferie van de twee hoofdrolspelers. Zo worden alle ‘dramatische’ gebeurtenissen nog eens minutieus doorgeakkerd. Totdat er een klassiek stranger than fiction-verhaal is ontstaan.

Daarbinnen houdt iedereen vast aan zijn eigen lezing. En de belangrijkste personages zitten ook vast in dat verhaal. Zeker de marionet en z’n bespeler. Wie dan ook wie is.

No Accident

HBO Max

‘Jews will not replace us’, schreeuwt de meute die op 11 en 12 augustus 2017 door de Amerikaanse stad Charlottesville in Virginia trekt. Met brandende fakkels loopt een combinatie van neonazi’s, alt-righters en leden van de Ku Klux Klan provocerend door de straten. Het is een scharnierpunt in de recente Amerikaanse historie. Na de zogenaamde Unite The Right-rally, waarbij diverse tegendemonstranten gewond raken en één van hen, Heather Heyer, zelfs overlijdt als de extremist James Fields met zijn auto op hen inrijdt, bestaat de Amerikaanse president Donald Trump ‘t om te spreken over ‘very fine people on both sides’.

Negen tegendemonstranten, die zowel lichamelijke als emotionele schade hebben opgelopen in Charlottesville, laten ‘t er echter niet bij zitten. Namens hen starten de advocaten Roberta Kaplan en Karen Dunn in oktober 2017 een civiele rechtszaak tegen de organisatoren van de extreemrechtse rally, die uiteindelijk meer dan vijf jaar in beslag zal nemen. De verdachten zouden collectief raciaal geweld hebben uitgedragen en gepromoot. Gaandeweg blijken zij bovendien, al dan niet rechtstreeks, in contact te staan met mannen die in de navolgende jaren bloedbaden zullen aanrichten in de Tree Of Life-synagoge, de Walmart van El Paso en de Christchurch-moskee in Nieuw-Zeeland.

In No Accident (97 min.) volgt Kristi Jacobson het gedreven advocatenteam en hun cliënten. Zij willen de ‘white supremacists’ publiekelijk aan de kaak stellen en hen liefst ook nog een flinke poot uitdraaien, zodat ze voortaan niet meer de middelen hebben om haatcampagnes te financieren. Daarvoor moeten ze de dwarsverbanden onderzoeken tussen de verschillende extreemrechtse kopstukken en de communicatie tussen hen op het online-platform Discord, waar ze ongefilterd spreken over The Great Replacement (omvolking, in slecht Nederlands), het in scène zetten van gewelddadige confrontaties met Antifa en die dekselse Joden (die je overal de schuld van kan geven).

Vanwege Coronamaatregelen heeft Jacobson niet kunnen filmen tijdens de rechtszaak zelf. Ze gebruikt daarom animaties en audioreconstructies van de verschillende verklaringen. Het echte vuurwerk zit in de verhoren van de verdachten Richard Spencer (een gladjakker, die zich voordoet als het fatsoenlijke gezicht van de beweging en de term alt-right zou hebben gemunt), Christopher Cantwell (een vuilgebekte podcaster, die de Joodse advocaat Michael Bloch tijdens een verhit verhoor plotseling ‘you lying Jew piece of shit’ noemt) en de plaatselijke organisator Jason Kessler (die vooraf allerlei duistere voetsoldaten heeft opgeroepen ‘to fight this shit out’ in Charlottesville).

Het optreden van deze extremisten verraadt zelfvertrouwen. Dat ontlenen ze ongetwijfeld aan de achterban die ze inmiddels in hun eigen duistere uithoek van het internet hebben opgebouwd en de impliciete en expliciete steun die ze van populistische politici krijgen. Met de middelen die de rechtsstaat biedt proberen hun slachtoffers en ideologische tegenstanders hen nu een toontje lager te laten zingen. Deze gedegen film documenteert dat spannende proces vanuit het perspectief van de eisers, die daarbij hun eigen angsten aan de kant moeten zetten, ten faveure van het grotere ideaal. Het is alleen de vraag of ze deze diabolische geest nog terug de fles in kunnen krijgen.

Zolang hun politieke afgod Donald Trump, die zelfs door de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 nauwelijks electorale schade heeft opgelopen, populair blijft bij een aanzienlijk deel van de Amerikaanse bevolking, laten deze dubieuze kopstukken van extreemrechts zich echt niet zomaar verdrijven naar het verdomhoekje waar ze eigenlijk thuishoren.

The Sea Between Us

IDFA

Bijna dertig jaar na het officiële einde van de burgeroorlog in Libanon ijlt de strijd nog altijd na. In The Sea Between Us (102 min.) volgt filmmaakster Marlene Edoyan, die zelf in Libanon opgroeide, twee vrouwen die op een heel verschillende manier omgaan met de erfenis van hun verscheurde land, waar sjiieten, christenen en soennieten vreedzaam samen proberen te leven.

De blonde Falangiste Wafaa Khayrallah lijkt nog steeds achter elke boom een vijand te zien. Ze wapent zichzelf en haar onwillige tienerzoon, die echt geen zin heeft om te oefenen met die luchtbuks, tegen een mogelijke nieuwe oorlog. De islamitische Hayat Fakhereldine lijkt een verzoenendere toon te hebben gevonden. Zij zoekt verbinding met de mensen om haar heen.

Edoyan alterneert in deze stemmige film tussen de twee vrouwen. Zij kijkt en luistert bijvoorbeeld mee als ze een oud-strijder of de ouders van een martelaar ontmoeten. Lange gesprekken over oorlog, de wonden die deze heeft geslagen en of – en zo ja: hoe – die kunnen worden geheeld. Tussendoor is er ook nog het gewone leven, bijvoorbeeld als Wafaa haar hulp in huis, die illegaal in het land verblijft, probeert te bewegen om tóch bij haar te blijven werken.

Ook op die momenten is en blijven de politieke verhoudingen in het land en de regio, Syrië in het bijzonder, te allen tijde op de achtergrond aanwezig. Via de twee parallel vertelde levens belicht Edoyan zo de actuele situatie in deze voormalige brandhaard van het Midden-Oosten, waar in de aanloop naar parlementsverkiezingen de tegenstellingen weer eens ouderwets worden vergroot.

The Central Park Five

Ava DuVernays vierdelige drama When They See Us, sinds kort te zien op Netflix, is zonder enige twijfel de meest geprezen televisieserie van 2019. Over hetzelfde onderwerp, de onterechte veroordeling van vijf donkere New Yorkse jongens vanwege een gewelddadige verkrachting, werd in 2012 ook al een prijswinnende documentaire gemaakt: The Central Park Five (118 min.).

Beide producties gaan terug naar die ene fatale dag in 1989, woensdag 19 april, toen een vrouwelijke jogger nagenoeg levenloos werd achtergelaten in het New Yorkse Central Park. Ze zou twaalf dagen in coma liggen. Enkele jongens, onderdeel van een grotere groep tieners die stenen naar auto’s had gegooid en een paar willekeurige parkbezoekers in elkaar had geslagen, werden gearresteerd voor de verkrachting.

Onder druk van de politie legden ze tijdens hun (gefilmde) verhoren een valse bekentenis af, die hen zou blijven achtervolgen. Ook al was er geen enkel fysiek bewijs – een situatie die herinneringen oproept aan de Puttense moordzaak. Toen in een andere zaak een erkende serieverkrachter als verdachte werd aangehouden, vond niemand het nodig om zijn DNA te testen. The Central Park Five zouden jarenlang achter de tralies zitten.

Met de vijf voormalige verdachten – één van hen wilde alleen niet in beeld – en advocaten, journalisten, burgerrechtenactivisten, psychologen en familieleden van de jongens nemen Ken BurnsDavid McMahon en Sarah Burns de zaak door, die kan worden gezien als de culminatie van raciale spanningen in het door een misdaadgolf en de crackepidemie overspoelde New York van de jaren zeventig en tachtig.

Het vergrijp speelde destijds perfect in op latent racisme. Een blanke vrouw verkracht? Daar kón alleen een zwart roofdier achter zitten. Vijf nog wel. Zelfs in 2016, toen de zaak al lang en breed was opgelost en de onschuldige verdachten allang op vrije voeten waren, bleef een zekere New Yorkse vastgoedman, die ook al eens een advertentie in de krant had geplaatst om de doodstraf te bepleiten voor de vijf, volhouden dat de jongens in wezen schuldig waren.

De uitspraken van deze Donald Trump geven dit dramatische verhaal over stuitend onrecht, dat door Burn, McMahon en Burns zonder effectbejag is opgetekend, een actuele draai. Datzelfde racisme steekt nog altijd de kop op in het hedendaagse Amerika, dat lang niet zo kleurenblind is als je zou hopen.

Bij een zaak met zulke grote maatschappelijke implicaties zou je bijna vergeten dat de gewelddadige verkrachting in eerste en laatste instantie een vrouwelijk slachtoffer had. Trisha Meili maakte zich in 2003 met een boek bekend als de Central Park-jogger, geeft zo nu en dan haar mening over de zaak rond de vijf ten onrechte veroordeelde jongens en schijnt tegenwoordig met andere slachtoffers van seksueel geweld te werken.