Stans

MTV

Bij een film over de achterban van een goudeerlijke rocker, zoals Springsteen & I (2013), verwacht je ook fans van het type toffe peer. Zoals je bij Eminem nu eenmaal Stans (101 min.) veronderstelt: een variant op de obsessieve fan die hij ooit opvoerde in zijn hit Stan (2000). In deze documentaire, geproduceerd door de Amerikaanse rapper zelf, geeft Steven Leckart een aantal Stans het podium. Onder hen is een rossige Brit die verdacht veel op de singer-songwriter Ed Sheeran lijkt.

Marshall Mathers, alias Eminem, weet wat het is om een voorbeeld, spreekbuis en uitlaatklep te hebben, vertelt hij in deze film, waarin hij via zijn fans wordt geportretteerd. Als ontheemd kind van een alleenstaande moeder in Detroit, een jeugd die werd vervat in een speelfilm waarin hij zelf de hoofdrol speelde (8 Mile, 2002), hing hij aan de lippen van de rapper LL Cool J. Toen hij later zelf een ster werd en stapels fanmail begon te ontvangen, was de vraag onvermijdelijk: ‘Ben ik nu de LL Cool J van iemand anders?’

Zijn Stans blonderen hun haar, dragen witte T-shirts en sturen vol verwachting persoonlijke brieven naar 2131 Woodward Avenue in Detroit, Michigan. Ze zweren in het bijzonder bij zijn vileine alter ego Slim Shady, een vuil gebekt personage dat zo lijkt te zijn weggelopen, ongetwijfeld met veel misbaar, uit The Jerry Springer Show en met sardonisch genoegen alles en iedereen afzeikt of tegen zich in het harnas jaagt. Zoals de vrouwelijke Stan Daniyela ’t uitdrukt: ‘een psychopaat, maar dan op een goede manier’.

Voor het min of meer reguliere deel van dit artiestenportret heeft Leckart verder LL Cool J, MTV-veejay Carson Daly, producer Dr. Dre, platenbaas Jimmy Iovine, Rolling Stone-journalist Anthony Bozza en acteur Adam Sandler gecharterd. Zij plaatsen zijn ontwikkeling als witte rapper – streep door en herstel: white trash-rapper – in z’n context. Ook dan ligt de nadruk echter op Eminems positie als artiest, zijn verhouding tot z’n fanschare en de druk, ongewilde aandacht en eenzaamheid die daarmee gepaard gaan.

Intussen zetten zijn Stans een koptelefoon op om nog eens naar zijn muziek te luisteren, lezen ze voor uit ‘s mans autobiografie en bekijken zijn handgeschreven songteksten. Daarin vinden zij iets van zichzelf, bijna alles soms, en dat drukken ze dan weer op hun eigen manier uit. Katie (sinds 1999) draagt het superheldenpak dat hij in de videoclip van Without Me aanhad. Nikki (sinds 2000) heeft 22 Eminem-portretten op haar lijf getatoeëerd. En Zolt ‘Shady’ (sinds 2001) probeert al een kwart eeuw op Slim te lijken.

Samen bieden ze zowel een boeiende inkijk bij superfans, zonder het sensatierandje waarmee die vaak worden opgeleverd, als bij het object van hun aanbidding, een man die van zijn hart nog altijd geen moordkuil maakt – en zo eraan heeft bijgedragen dat mentale problemen beter bespreekbaar zijn geworden. En waar de ‘echte’ Stan uiteindelijk afknapt op de held die hij een dwingende fanbrief stuurt en zo een iconisch voorbeeld wordt van de stalkende fan, blijven zijn erfgenamen Eminem gewoon trouw.

Mallorca: De Nacht En De Nasleep

KRO-NCRV

Zonder dat ene filmpje van het uitgaansgeweld tegen zijn vriendengroep zou de dood van Carlo Heuvelman waarschijnlijk nooit zoveel commotie hebben veroorzaakt. De beelden van het uitzinnige geweld op Mallorca in de zomer van 2021, waarbij de 27-jarige toerist uit Waddinxveen uiteindelijk werd doodgeschopt, gingen direct viral, met een sleutelrol voor de website GeenStijl. De informatie die uitlekte over de verdachten versterkte de volkswoede alleen maar: deze rijkeluiszoontjes uit het Gooi waren direct terug naar huis gevlucht en hadden daar meteen peperdure advocaten ingehuurd.

Het schokkende filmpje is natuurlijk zeer belastend, maar heeft volgens journalist Maarten Kolsloot, die onlangs een boek uitbracht over De Mallorca-zaak, net zo goed ontlastend gewerkt. Alle verdachten konden hun verklaring er immers op aanpassen: wat niet op beeld staat, staat immers niet vast – en kan dus worden ontkend. En die beelden laten uiteindelijk veel meer níet dan wel zien van het geweld tegen Carlo, blijkt ook weer uit de tweedelige tv-documentaire Mallorca: De Nacht En De Nasleep (124 min.), waarin Jessica Villerius de fatale uitgaansnacht (deel 1) en de jarenlange strijd om de waarheid (deel 2) opnieuw oproept.

Om een zo compleet mogelijk overzicht van de gebeurtenissen te schetsen, laat Villerius een groot deel van de betrokkenen aan het woord: Carlo’s moeder, tante en schoonzus, enkele (onherkenbaar gemaakte) verdachten, andere slachtoffers van het geweld, ooggetuigen, de advocaten van de verschillende partijen, journalisten en de officieren van justitie. Stuk voor geven zij hun lezing van de feiten in dit tweeluik, dat verder is aangekleed met nieuwsbeelden, sfeerimpressies van uitgaansavonden op Mallorca, procesfragmenten, rechtbanktekeningen van Nicole van den Hout en Petra Urban, commotie online en de oververhitte berichtgeving in de media.

Zo ontstaat een genuanceerd beeld van een tragische kwestie, waarbij de verschillende waarheden over wat er zich in die fatale augustusnacht heeft afgespeeld naast en tegenover elkaar komen te staan en ook de kant van de verdachten recht wordt gedaan. De zaak heeft diepe wonden geslagen, maar wie daarvoor (precies) verantwoordelijk is blijft onduidelijk. In de rechtbank richtte Carlo Heuvelmans vader Willem zich nog rechtstreeks tot de verdachten en hun ouders. ‘Vroeg of laat komt een fatsoenlijk mens zonder twijfel in gewetensnood. Wees dat voor en spreek je uit. Wij hebben niets aan misplaatste sympathie of medeleven. Wij willen antwoorden.’

Geen van de verdachten zou zich de fatale schoppen echter toe-eigenen en ook de anderen hielden daarover consequent hun mond. Officier van justitie Bart Nitrauw vergelijkt ’t tegenover Villerius met de Omerta, de zwijgplicht van de maffia. Niemand is bereid om te ‘snitchen’ over een ander, constateert hij gefrustreerd. Ook al gaat ‘t hier niet om een kleine diefstal, maar om niets minder dan een mensenleven – en vele mensenlevens die daarmee direct verbonden zijn.

Tom Petty: Heartbreakers Beach Party

Piece Of Magic

Toen de verloren gewaande docu Tom Petty: Heartbreakers Beach Party (65 min.) oorspronkelijk werd uitgebracht in 1983, golfden de Amerikaanse rocker en z’n band nog op het succes van hun derde album Damn The Torpedoes. Hun muziek paste perfect bij de rock van Bruce Springsteen, John Mellencamp en Little Steven, die begin jaren tachtig immens populair werd in de Verenigde Staten. En Petty en de zijnen wilden maar al te graag hun nieuwe elpee Long After Dark (1982) aan de man gaan brengen.

Vandaar ook die film. En de regisseur (en presentator) daarvan, Cameron Crowe, was in die jaren nog een jonge en springerige popjournalist. Pas later zou hij zich manifesteren als volwaardige cineast en zijn eigen herinneringen als jeugdige medewerker van Rolling Stone verfilmen onder de noemer Almost Famous (2000), de ultieme grunge-film Singles (1992) maken en één van de toonaangevende bands van dat rockgenre portretteren in de documentaire Pearl Jam Twenty (2011).

Toen Crowe met Tom Petty filmde, konden ze geen van tweeën vermoeden wat de toekomst nog in petto zou hebben voor de zanger/gitarist. Dat hij met Bob Dylan, Roy Orbison, Jeff Lynne en George Harrison de supergroep Traveling Wilburys zou vormen. Dat hij met The Heartbreakers nog veel grotere successen zou smaken. En dat in 2017 een hartstilstand een einde zou maken aan het leven van hem en van zijn groep, die toen net uitbundig z’n veertigjarige jubileum had gevierd.

Dat Petty nog veel meer van zichzelf zou gaan laten zien in z’n liedjes, vermoedde Cameron Crowe al in 1983. In de outtakes die aan deze heruitgave van de docu uit 1983 zijn toegevoegd, vertelt hij dat de persoonlijke insteek van pareltjes zoals Kings HighwayLearning To Fly en I Won’t Back Down zich toen al aandiende. Samen met een korte vooraankondiging geven zulke deleted scenes, inclusief een gesprekje met Petty’s dochter Adria (in totaal: 19 min.), Crowes oorspronkelijke film extra context.

Het interview dat Petty, met zonnebril, gaf in een limousine valt daardoor beter op z’n plek. Die setting was bedoeld als commentaar op de karikaturale rocksterrenattitude. ‘Ja, ik rol altijd m’n eigen sigaretten’, grapt hij voor het officiële interview begint. Tegelijkertijd zitten zulke clichés soms ook gewoon in die film. Waar denk je aan tijdens het drummen? vraagt een jonge Crowe bijvoorbeeld aan drummer Stan Lynch. ‘Wil je het eerlijke antwoord?’ vraagt die. ‘Ik denk aan…’ De rest is weg gebliept.

Verder is het ‘business as usual’ in deze docu: live-uitvoeringen van enkele bekende hits (American GirlRefugee en Listen To Her Heart), een interview bij Petty thuis, studiobeelden met Fleetwood Mac-zangeres Stevie Nicks, een Q&A met fans én een officiële gelegenheid in Petty’s geboorteplek Gainesville, waarbij hij van de burgemeester de sleutel van de stad krijgt overhandigd. Het is weer eens wat anders dan moeten verschijnen voor de jeugdrechtbank, reageert de rocker droog.

Deze documentaire toont Tom Petty in zijn jonge jaren als artiest, op een moment dat hij nog zo’n 35 jaar leven en carrière voor de boeg heeft, een toekomst die inmiddels alweer enkele jaren achter hem ligt.

Listening To Kenny G

IDFA

Hij kan doorgaan voor de Dinand Woesthoff van de Amerikaanse jazz. Net als de zanger van de Nederlandse rockband Kane weet saxofonist Kenny G als geen ander het grote publiek te behagen én alle critici en ‘serieuze liefhebbers’ serieus tegen de haren in te strijken. Waar Woesthoff en zijn groep voortdurend met weerstand hadden te maken – men neme bijvoorbeeld de Facebook-groep Bij Een Miljoen Likes Stopt Kane – is in de Verenigde Staten het ridiculiseren van de toeterende krullenbol uitgegroeid tot een soort volkssport.

De verzamelde jazzkenners aan het begin van Listening To Kenny G (96 min.) bijten dan ook op hun lip om niet al te laatdunkend over de man en zijn instrumentale muziek te spreken. ‘Hij maakt “leuke” muziek voor “leuke” mensen’, zegt criticus Will Layman van Popmatters bijvoorbeeld. ‘Ik maak mezelf alleen wijs dat ik beter ben dan dat.’ Wat jazz interessant maakt is de dialoog tussen verschillende muzikanten, stelt hij even later. ‘En wat je in Kenny G’s muziek hoort is totaal geen gesprek. Dat is een soloproject. Dit is geen seks, dit is masturbatie.’

Toch zijn er hele volksstammen bereid om ook buiten de wachtkamer, lift of slaapkamer naar Kenny Gorelick te luisteren. En zelf snapt hij dat wel. Hij heeft nu eenmaal een geweldig oor voor melodieën. Logisch. ‘s Mans ontwapenende eerlijkheid is een belangrijke troef van deze film. Net als de speelse manier waarop regisseur en interviewer Penny Lane hem tegemoet treedt. De twee hebben duidelijk chemie. En dat maakt deze documentaire – ook al verafschuw je Kenny G’s smooth jazz – tot een hartstikke aardige traktatie.

Behalve de muziek van die ene omstreden saxofonist – en vader, golfer, piloot en investeerder – behandelt Lane ook de vraag wat nu eigenlijk goede kunst is en wie dat dan bepaalt. Kenny wil zich intussen buigen over/vergrijpen aan het oeuvre van erkende jazzhelden zoals John Coltrane en Stan Getz. Net als Dinand weet hij dat de strontkar sowieso over hem wordt uitgereden. Hij maakt zich echter allang niet meer zo druk om de jazzpolitie. Zegt ie. En als Kenny G dat met een ontspannen glimlach beweert, is het lastig om dat niet te geloven.

The Australian Dream

Sport belichaamt de essentie van wat een samenleving definieert, zegt één van de sprekers in The Australian Dream (106 min.). Daarmee vertolkt hij ongetwijfeld ook de mening van de Britse filmmaker Daniel Gordon, die inmiddels meerdere meeslepende sportdocu’s op zijn conto heeft staan, zoals 9,79, Hillsborough en The Fall. Films waarvoor de sport zelf uiteindelijk niet meer is dan een decor voor verhalen over hypocrisie, mediahypes en/of discriminatie.

Gordons nieuwste film speelt zich af binnen de Australian Football League, ‘rugby Ozzy style’, en heeft in de goedlachse sterspeler Adam Goodes van The Sydney Swans een aansprekende protagonist. De populaire footballer, in 2014 verkozen tot Australiër van het jaar, komt ineens publiekelijk onder vuur te liggen als hij zich begint te verzetten tegen het openlijke racisme (‘aap’) waarmee hij als aboriginal soms wordt bejegend.

Via ‘Goodesy’ belicht Gordon de uiterst ongemakkelijke relatie van Australië met zijn oorspronkelijke bewoners. Wat voor gewone Aussies Onafhankelijkheidsdag heet, wordt door aboriginals bijvoorbeeld beschouwd als Invasiedag. Terwijl de rest van het land ongegeneerd feestviert, rouwen zij om een cultuur die na 60.000 jaar rücksichtslos om zeep is geholpen en bewenen ze hun doden, gewonden en verminkten.

Die geschiedenis heeft ook een verpletterend effect op hun zelfbeeld. ‘De kans dat een inheems kind in de gevangenis belandt is groter dan dat het de middelbare school afmaakt’, stelt de prominente journalist Stan Grant, zelf van Wiradjuri-afkomst, tijdens een geruchtmakende speech. Als kind probeerde hij in bad altijd zijn kleur eraf te wassen, vertelt hij in deze onthutsende documentaire.

Hoewel The Australian Dream zich aan het andere eind van de wereld afspeelt, gaat de film ontegenzeggelijk ook over ons. Over hoe ook Nederland nog altijd moeite heeft om z’n eigen koloniale geschiedenis te accepteren. En over hoe we blijven steggelen over Zwarte Piet en racisme in voetbalstadions.