Psychedelisch Pionieren

BNNVARA

Ze hebben het einde van hun behandeltraject bereikt en zijn ook ten einde raad. Reguliere hulpverlening heeft Fimme en Alex vermoedelijk weinig meer te bieden. En dus kiezen zij los van elkaar voor een alternatieve behandeling met psychedelica, die in Nederland eigenlijk nog niet is toegestaan. Regisseur Kim Smeekes volgt de twee mannen in Psychedelisch Pionieren (51 min.), terwijl ze zich voorbereiden op deze geheel verzorgde trip naar hun onderbewuste.

Cabaretier Fimme Bakker, de zoon van de bekende psychiater Bram Bakker met wie hij ook in een voorstelling over verslaving speelt, heeft een eetstoornis. Hij is volgens zijn vader ‘een emotionele overeter’. Fimme herinnert zich dat hij als kind eten al als een vriendje of verdoving gebruikte wanneer hij zich eenzaam voelde. Later kwamen daarbij ook allerlei (geest)verdovende middelen. Die heeft ie inmiddels afgezworen, maar het eten en de gevoelens van schuld en schaamte zijn, ondanks talloze therapieën, gebleven.

NS-medewerker Alex is na zijn ‘36e aanrijding’ ten prooi gevallen aan PTSS. De aanblik van weer iemand die zich voor de trein had gestort raakte hij niet meer kwijt. Ook een EMDR-behandeling mocht niet baten. Inmiddels is hij uitbehandeld. Het leven van Alex, zijn vrouw en hun twee kinderen, waarvoor hij zo graag een goede papa wil zijn, gaat echter gewoon door. Als hij zijn kroost uitlegt dat ie nu op een alternatieve manier wil proberen om die PTSS eronder te krijgen, komt daarbij meteen een waarschuwing: drugs zijn nog steeds ‘niet oké’.

Met behulp van geestverruimende middelen zoals MDMA, LSD en truffels gaan Fimme en Alex, onder begeleiding van een professionele behandelaar, hun ‘zelfgenezend vermogen’ activeren. Dat klinkt als een zegen, maar het is voor hen en hun families geen sinecure om de controle over het bestaan zomaar uit handen te geven. Ze gaan een reis naar hun binnenste binnen maken. Met een fraaie term wordt dit ook wel ‘diepzielduiken’ genoemd. In de onnavolgbare oceanen van de menselijke ziel. En niemand die zeker weet wat ze daar aantreffen.

Dat is meteen ook de grote uitdaging die Smeekes als filmmaakster moet hebben gehad. Hoe kan ze zichtbaar maken wat er tijdens die triptherapie in haar hoofdpersonen omgaat? Ze liggen gewoon urenlang in een bed, onder een deken en met een slaapmasker voor hun ogen, en bekijken dan de wereld van binnen. Al te heftige visualisering kan wellicht ook een verkeerde voorstelling van zaken geven. En hoe kan een buitenstaander controleren wat al die ervaringen met hen doen – óf die op de lange termijn daadwerkelijk iets opleveren?

Het is in elk geval dapper van Fimme en Alex dat ze de camera, die ook zomaar een factor van betekenis kan worden, toelaten in een situatie waarin ze zo diep in zichzelf reiken. Tegelijkertijd staan er na afloop nog wel de nodige vragen open over de werking en eventuele valkuilen van psychedelische therapie. Het geestesoog heeft dan ook geen ingebouwde camera.

Moeders Springen Niet Van Flats

VARA

Elena Lindemans maakt het in de openingsscène van deze zeer persoonlijke film meteen heel concreet. Tastbaar. Misschien ook wel voor zichzelf, om er enigszins vat op te kunnen krijgen. Feitelijkheden. De drie Muntflats in Heerenveen. Vijftien verdiepingen hoog. Maandag 25 februari 2002. 16.02 uur, om precies te zijn. Toen en daar eindigde het leven van haar moeder. ‘Ik wist wat ze ging doen en ik heb haar niet tegengehouden.’

Lindemans is nooit terug naar die plek geweest. Ze durfde er vanaf de snelweg zelfs niet naar te kijken. Voor Moeders Springen Niet Van Flats (56 min.) uit 2014 besluit ze om er tóch naartoe te gaan. ‘Ik heb vragen aan iedereen die met de dood van mijn moeder te maken kreeg en ik ben niet meer bang voor de antwoorden.’ Bestemming bereikt, meldt haar navigatiesysteem even later, als ze ter plaatse arriveert. Bestemming bereikt.

En dan wacht de confrontatie met die drie imposante flatgebouwen en het lot van de vrouw die al zo lang leed. Ondraaglijk en uitzichtloos, vindt Lindemans. Ze gaat erover in gesprek met haar zus Birgitta en Ed Gloudemans, de vriend van haar moeder. Samen waren ze er getuige van hoe zij al een tijd zocht naar een zachte dood. En toen euthanasie haar niet bleek gegeven – wérd gegeven – zocht ze een andere uitweg.

Elena gaat tevens op bezoek bij flatbewoners die haar moeder op die laatste dagen zagen komen – niet voor het eerst overigens – en zagen springen. Een onderbuurman maakte naderhand hoogstpersoonlijk schoon. Ook zij werden getekend door die fatale val – bepaald niet de enige in de voorgaande jaren. Een vrouw herinnert zich bijvoorbeeld nog goed hoe ze slechts ternauwernood één van deze desolate mensen kon ontwijken.

En dan zijn er nog de behandelaars, waarmee Elena Lindemans tijdens deze aangrijpende zoektocht in gesprek wil. Zij zagen behandelperspectief bij haar moeder – of durfden ’t simpelweg niet aan. Geen schande, wel uitermate pijnlijk voor alle direct betrokkenen, die ene volstrekt wanhopige vrouw in het bijzonder. Scherp, maar respectvol bevraagt haar dochter hen nu over hun keuzes en beroepsopvatting.

Moeders Springen Niet Van Flats wordt zo een indringend pleidooi voor een humane dood voor mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden, een thema dat Elena Lindemans tien jaar later met de docuserie Een Goede Dood (2024) nog eens verder zou exploreren. Want het einde dat haar moeder uiteindelijk moest kiezen, gun je geen mens.

Doodstrijders

Powned

Samen met zijn dochter Tamar oefent Loek de verklaring die hij wil afleggen in de rechtbank. ‘Edelachtbaar college’, begint hij geëmotioneerd. ‘Nooit heb ik uit minachting voor de wet deze willen overtreden. Mijn actieve rol op het gebied van hulp bij zelfdoding heb ik altijd uitgevoerd om anderen te helpen dezelfde wens te vervullen die ik zelf ook had: beschikking te hebben over Middel X, om te zijner tijd, vroeger of later, de mogelijkheid te hebben zelf invulling te geven aan het levenseinde wanneer anderen daar niet toe bereid zouden zijn.’

Tegen de voormalig humanistisch geestelijk raadsman bij het Ministerie van Justitie wordt een celstraf van tweeëneenhalf jaar geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Drie dagen na de laatste dag van de strafzaak komt Loek op tachtigjarige leeftijd te overlijden. Een natuurlijke dood – al willen de politie en het Openbaar Ministerie dat nog wel even zeker weten. Zijn lichaam wordt onderzocht voordat het wordt vrijgegeven. ‘En dan krijg je je vader terug met een open gezaagde schedel’, zegt z’n dochter bitter. Net als de andere Doodstrijders (61 min.) van de Coöperatie Laatste Wil is Loek door zijn idealisme hard in aanvaring gekomen met de wet en voor de rechter beland.

‘Heel eerlijk gezegd vraag ik me af hoeveel machinisten ik, door te zijn wie ik ben en te hebben gedaan wat ik gedaan heb, heb voorkomen dat zij een mens voor de trein kregen’, zegt Tineke (74), die er niet omheen draait dat ze Middel X heeft verstrekt, in deze documentaire van Christien van der Aar en Manon Hoornstra. Dat verstrekken wordt overigens pas strafbaar als er daadwerkelijk een zelfdoding volgt. In de woorden van Tineke worden zij dan ‘gestraft voor medemenselijkheid’. Overtuigde Laatste Wil-strijders zoals zij vinden dat ze recht hebben op zelfbeschikking: ‘baas over eigen sterven’. En dus zoeken ze de grenzen van de wet op, omdat die moet worden verlegd.

Tegenover zulke activisten staan in deze film enkele ervaringsverhalen. Zo is Bart (44) er bijvoorbeeld nog altijd verdrietig over dat zijn partner Kevin (32) in 2021 zelf het Middel X moest nemen en zo geheel alleen uit het leven stapte. Of Kevin daadwerkelijk de beoogde ‘zachte dood’ heeft gekregen, weet Bart dus niet. De zussen Eefje en Martine hebben geconstateerd dat Middel X bij hun 92-jarige vader Dick in elk geval niet voor een waardig einde heeft gezorgd. Het was ‘een griezelfilm’ volgens Eefje (60). Nu Martine (62) zelf ongeneeslijk ziek is, geeft het haar rust dat zij zelf in aanmerking komt voor euthanasie en niet een vergelijkbaar pijnlijk stervensproces hoeft mee te maken.

Zo brengt deze boeiende en urgente documentaire de uitdrukkelijke wil van een aantal oudere idealisten om de (euthanasie)wet te verruimen in beeld, maar schromen Van der Aar en Hoornstra ook niet om de complicaties van het gekozen middel en de strafrechtelijke gevolgen van hun acties in kaart te brengen. Jos van Wijk (75), de ex-voorzitter van de Coöperatie Laatste Wil, blijft nochtans optimistisch. ‘De geest is uit de fles en die gaat er niet meer in terug’, stelt hij. ‘Dit is nog lang geen gelopen strijd. Sterker nog: die zelfbeschikking en Middel X om een einde aan je leven te maken is geen kwestie van óf ’t gaat gebeuren maar wanneer ’t gaat gebeuren.’

Een Goede Dood

BNNVARA

Bij ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden behoort euthanasie in principe tot de mogelijkheden in Nederland. De praktijk blijft echter weerbarstig, toont Een Goede Dood (200 min.). Via enkele concrete casussen brengt de vierdelige serie van Elena Lindemans de (on)mogelijkheden in beeld. Van de meer dan duizend verzoeken per jaar worden er uiteindelijk slechts ruim honderd gehonoreerd. Meer dan de helft daarvan wordt uitgevoerd door het Expertisecentrum Euthanasie, dat kampt met steeds complexere vragen en aanzienlijke wachttijden.

Lindemans voelt een persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp euthanasie: haar eigen moeder vroeg 23 jaar geleden om zo’n goede dood. Tevergeefs, met tragische gevolgen. Dochter Elena maakte er in 2014 een indringende persoonlijke film over: Moeders Springen Niet Van Flats. Tien jaar later blijkt zelfdoding, helaas, nog altijd een uitweg voor mensen die geestelijk lijden en vastlopen in het reguliere euthanasieproces, laat deze miniserie op aangrijpende wijze zien. Tegelijkertijd zijn er ook patiënten die wel een waardig einde wordt vergund.

‘Ik kan me niet herinneren dat ik wél wilde leven’, stelt de 26-jarige Marte bijvoorbeeld. Na een lange persoonlijke strijd leeft zij nu samen met haar ouders en zus Nanne toe naar het moment waarop ze het leven mag verlaten. Lindemans volgt hoe Marte en de haren zich voorbereiden op dat moment. Ze ruimen bijvoorbeeld spullen op, bezoeken een natuurbegraafplaats en overleggen in het ziekenhuis over orgaandonatie. Het lijkt een vredig proces. ‘Ik hoef niet meer’, verzucht de jonge vrouw als haar laatste dag bijna is aangebroken. ‘Ik mag eindelijk gewoon… gaan.’

Niet elke weg naar het einde kan zo ogenschijnlijk ontspannen worden afgewandeld. De oudere vrouw Wil worstelt bijvoorbeeld met haar ‘diepe doodswens’. ‘Het lukt me niet om mijn lijden over het voetlicht te krijgen’, zegt ze tegen een medewerker van het Expertisecentrum Euthanasie. ‘Daar word ik zo vreselijk moe van.’ Ook Marij, die kampt met dementie, dreigt vast te lopen in het euthanasietraject. Ze zei altijd stellig dat ze niet meer wilde leven als ze niet meer thuis kon wonen. Het lukt haar alleen nauwelijks meer om die wens onder woorden te brengen.

Het knappe van Een Goede Dood is dat de serie via enkele casussen eigenlijk alle dilemma’s rond euthanasie bij psychisch lijden en de mensen die daarbij zijn betrokken in beeld brengt. Zo wil Marij’s zoon Cyriel bijvoorbeeld voorkomen dat ze verpietert in een verpleeghuis, ziet wijkverpleegkundige Franciene dat de oudere vrouw snel achteruit gaat, vraagt casemanager dementie Carol zich af hoe lang ze haar doodswens nog kan verwoorden en moet huisarts Ester in zulke lastige omstandigheden inschatten of euthanasie wenselijk en mogelijk is.

Tussen verzoek en daad staan soms ook gewoon praktische bezwaren. ‘Het is zo dat ik volgende week helaas vakantie heb’, zegt de specialist ouderengeneeskunde bijvoorbeeld tegen een inmiddels bedlegerige hoogbejaarde vrouw waarmee ze zojuist de verschillende mogelijkheden heeft besproken. ‘Dus we moeten het na mijn vakantie dan doen. Goed?’ Het is alleen de vraag of haar patiënt die deadline nog haalt. Het is een exemplarisch voorbeeld: ieders bedoelingen zijn (meer dan) goed, maar het daadwerkelijk en tijdig uitvoeren van euthanasie blijft een uitdaging.

Psychiater Kit Vanmechelen, die door Lindemans wordt gevolgd terwijl ze met enkele patiënten het proces van ‘een goede dood’ doorloopt, ziet het met lede ogen aan. Het Expertisecentrum Euthanasie had ooit als oogmerk om artsen en psychiaters vertrouwd te maken met euthanasie en daarmee zichzelf overbodig te maken. Die missie is mislukt, stelt zij in een interview met de Volkskrant. Het heldenwerk dat hulpverleners zoals zij verrichten blijft volgens haar de verantwoordelijkheid van een selecte groep gespecialiseerde deskundigen. Volgens het Expertisecentrum Euthanasie is het aantal psychiaters, dat onder begeleiding van een consulent van het expertisecentrum een euthanasie verleende, afgelopen jaar juist bijna verdubbeld.

Het verrichten van de ‘goede daad’ blijft intussen een heel ingrijpende handeling en gebeurtenis, inclusief de spanning vooraf en ontlading naderhand. Subtiel en integer brengt Elena Lindemans al deze aspecten van euthanasie bij geestelijk lijden in beeld, waarbij ze op de valreep ook nog een psychiater introduceert die voor het eerst Een Goede Dood wil verlenen aan haar eigen patiënt. Het is zowel een ontzaglijk als – vreemd genoeg – hoopvol einde.

Een ander geluid over euthanasie bij psychisch lijden klonk onlangs overigens in dit interview met een jonge man die zijn euthanasietraject stop zette.

Deze bespreking is na publicatie nog bewerkt.

Full Circle

Netflix

‘Kom op. Bewegen, tenen’, zegt Trevor Kennison, terwijl hij de camera van z’n telefoon op zijn eigen voeten richt. ‘Bewegen, tenen. Kom op, grote tenen. Jullie kunnen het.’ De 22-jarige Amerikaanse loodgieter is op 15 november 2014 gevallen na het snowboarden bij Vail Pass, kwam toen op zijn rug terecht en is sindsdien vanaf z’n middel verlamd. In het revalidatiecentrum Craig Hospital in Englewood, Colorado, werkt hij aan zijn herstel. Maar wat is realistisch als je op jonge leeftijd een dwarslaesie hebt opgelopen? En hoe bouw je met dat perspectief weer een leven op?

De jongeling zal zichzelf uiteindelijk opnieuw uitvinden in het winterresort Jackson Hole. Hij wordt in 2009 de eerste zitskiër die van de befaamde piste Corbet’s Couloirs afgaat. Kennisons relaas wordt in Full Circle (103 min.) door regisseur Josh Berman gespiegeld aan het levensverhaal van de naamgever van die skipiste, Barry Corbet (1936-2004). Deze befaamde alpinist en skiër liep bij een helikoptercrash in 1968 eveneens een dwarslaesie op en ontwikkelde zich vervolgens tot een belangrijke pleitbezorger voor mensen met deze lichamelijke beperking.

‘Ik wil niet zeggen dat het leven makkelijker wordt of de keuzes eenvoudiger’, schreef hij bijvoorbeeld in het boek Options: Spinal Cord Injuries And The Future (1980), waarvan Scott Burns enkele kenmerkende citaten heeft ingelezen voor deze film. ‘Of dat een dwarslaesie op de één of andere manier gunstig is voor iemands mentale en fysieke gezondheid. Want dat is niet waar. Ik wil je wel zeggen dat je dit monumentale ongemak kunt doorstaan, dat je ermee kunt leven, liefhebben, lachen, dat je het kunt overwinnen, delen en overstijgen en dat je niet zonder keuzes bent.’

En dat is natuurlijk ook de boodschap van deze (soms wat te) Amerikaanse documentaire, waarin de levensverhalen van twee mensen, die zich uiteindelijk door niks of niemand laten kisten, samenkomen in een optimistische vertelling, afgezet tegen een buitengewoon fraai decor, over hoe tegenslag je sterker kan maken. Zolang je je er maar voor open stelt. En Trevor Kennison demonstreert dat nog maar eens als freestyle skiër op Vail Pass, de plek waar zijn tweede leven ooit begon, met een spectaculaire manoeuvre.

Great Escape

Vossenfilms

Elke maand springen er naar verluidt twee mensen van de Rio Grande Gorge Bridge in Taos, New Mexico. De 24-jarige Cooper Beacom was één van hen. Zijn moeder Margaret ‘Curly’ O’Connor zag het gebeuren op 29 april 2014. En Bowdy Lewis, de jeugdvriend die hij later nog eens tegenkwam in een ontwenningskliniek, stond erbij en kon het ook niet voorkomen.

‘Zijn leven was, denk ik, een stuk leuker dan mijn leven’,  constateert Robbie Forbes desondanks, enigszins ongemakkelijk grinnikend, in Great Escape (44 min.), een broeierige documentaire van Daan Bol. Net als veel andere plaatselijke jongeren heeft Robbie het gevoel dat hij eigenlijk geen kant op kan. Ze moeten er zelf maar iets van maken, van dat leven.

De Nederlandse documentairemaker laat het drietal vertellen over de jongen die hen is ontvallen – die er zelf voor heeft gekozen om te vallen. Naar de precieze reden is het nog altijd gissen. In de homevideo’s waarmee Bol zijn film doorsnijdt is op geen enkel ogenblik te zien dat Cooper levensmoe zou zijn. Integendeel, hij leek het bestaan vol aan te gaan.

Die jeugdbeelden tonen een lefgozertje, een lolbroek, een durfal ook. Beslist geen ‘quitter’. Een joch dat kon skateboarden als de beste, rustig met ontblote billen van de duikplank sprong en de grote verdwijntruc al eens ensceneerde voor een eigen video. Toen niemand nog kon vermoeden dat hij hem ooit in het echte leven zou gaan toepassen.

Waarom? Het antwoord op die vraag blijft de achterblijvers achtervolgen. Deze fraaie korte documentaire komt intussen heel dicht bij zijn subjecten – en via hen bij Cooper – waarbij het afwisselend majestueus grote en bijzonder intieme camerawerk van Wilko van Oosterhout en het bijzonder spannende sounddesign van Brandon Grötzinger in het oog springen.

Great Escape is een film over hoe het leven altijd zijn mysteries blijft houden. Als in: waar het naartoe gaat, of je dat nu wilt of niet. En: hoe ’t daar is gekomen, met, door of ondanks jou. Curly, Bowdy en Robbie hebben er maar mee te dealen. Net als Cooper. Totdat hij, bij die ontzagwekkende brug over een diepe vallei, zelf een definitieve vlucht naar voren nam.