The Sound Weavers

Joep Beving / NTR

Is het meer dan ontspanningsmuziek, de soundtrack bij een veel te druk bestaan? Die vraag houdt zich voortdurend op de achtergrond schuil in dit portret van enkele toonaangevende neoklassieke componisten: de Italiaanse superster van het genre Ludovico Einaudi, Volker Bertelmann alias Hauschka, de Nederlandse laatbloeier Joep Beving en Hania Rani, een jonge pianiste/zangeres uit het Poolse Gdansk. Als een soort pophelden van de klassieke muziek componeren ze niet alleen, maar voeren ze hun composities ook zelf uit, ten overstaan van een dolenthousiast publiek.

Vanuit de serieuze of zichzelf serieus nemende klassieke wereld, hier vertegenwoordigd door enkele kenners en muziekcritici, klinkt in elk geval regelmatig de kritiek dat de muziek van deze uiterst succesvolle musici, die voortborduren op het wegbereiderswerk van eerst Erik Satie en later Philip Glass en die vaak groot zijn geworden via streamingdiensten zoals Spotify, te weinig diepgang en complexiteit heeft. Intussen effenen zij, zo is tenminste hun vaste overtuiging, met hun eigen en eigentijdse werk wel degelijk het pad naar diezelfde serieuze klassieke muziek.

In The Sound Weavers (53 min.) doorsnijdt documentairemaker Anne-Kathrin Peitz hun persoonlijke ontboezemingen, gefühlvolle muziek en gelikte videoclips met tamelijk opgeprikte verbindende sequenties waarin een actrice, begeleid door een neoklassieke soundtrack, haar dagelijks leven leidt: met een wijntje op de bank, stofzuigend, yoga-oefeningen uitvoerend en tot rust komend, voor het slapengaan. Een opmerkelijke vormkeuze, die het muzakgehalte van de neoklassiekers nog eens benadrukt. Alsof het niet meer dan simpele buurvrouwenmuziek is.

‘Muziek is een akoestisch helingsmiddel’, legt de vermaarde Duitse neurobioloog Gerald Hüther niettemin uit met zijn rustgevende slaapkamerstem. ‘Neoklassieke muziek speelt in op de behoefte om jezelf weer te leren kennen en je los te maken van de hectiek van alledag, met al zijn problemen en verleidingen.’ Hij laat een korte stilte vallen. ‘Wat deze mensen in wezen willen is een idyllische wereld.’ Met hun albums, concerten en filmmuziek geven deze bijdetijdse klassieke helden, zo luidt dan de conclusie, miljoenen aardbewoners de kans om zich heel even in dat idee te wentelen.

Spector

Showtime

‘Het was een foutje’, zegt de heer des huizes als politieagenten in zijn privékasteel in het Californische Alhambra een dode vrouw aantreffen. ‘Ik begrijp niet wat er in godsnaam mis is met jullie. De revolver ging per ongeluk af. Oh, God!’ Het is 3 februari 2003, de dag waarop het leven van Phil Spector (1939-2021) definitief een dramatische wending zal nemen. De legendarische producer van The Righteous Brothers, Ike & Tina Turner, The Beatles/John Lennon, Leonard Cohen en The Ramones wordt ingerekend en zal de rest van zijn leven in de gevangenis doorbrengen.

Vijf weken voor de dood van Lana Clarkson gaf de excentrieke kluizenaar Spector (207 min.) nog een onthullend interview aan journalist/biograaf Mick Brown. De tapes daarvan, en Brown zelf, fungeren nu als ruggengraat voor deze vierdelige docuserie van Sheena M. Joyce en Don Argott, waarin ook (voor hem ogenschijnlijk inwisselbare) performers die ooit mochten excelleren op zijn imposante Wall Of Sound, zoals Carol Connors (The Teddy Bears), La La Brooks (The Crystals), Nedra Talley-Ross (The Ronettes) en Darlene Love (The Blossoms), een bijdrage leveren.

Behalve mensen uit Spectors directe (werk)omgeving, waaronder ook zijn dochter Nicole, zoomt deze miniserie met haar moeder Donna en allerlei vrienden tevens in op de vrouw die door hem de dood vindt. Van een zielloos slachtoffer, consequent weggezet als ‘B-film actrice’, wordt Lana Clarkson weer een mens van vlees en bloed. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Phil Spector zelf, een man die doorgaans wordt geportretteerd als een geniale en gevaarlijke gek. Joyce en Argott vinden in hem een kwetsbaar en labiel mens, dat al op heel jonge leeftijd ernstig werd beschadigd.

De titel To Know Him Is To Love Him, zijn allereerste hit met de groep The Teddy Bears, blijkt bijvoorbeeld gebaseerd op het grafschrift van zijn vader, die een einde aan zijn leven maakte toen Phil negen was. Net als zijn zus Shirley zou hij zelf de rest van zijn leven kampen met serieuze psychische problemen, zoals paranoia en manische en depressieve perioden, en afhankelijk raken van medicatie. Wanneer hij daarbij begint te drinken, zoals in de periode waarin hij Lana Clarkson min of meer dwong om nog even een drankje bij hem te doen, kan het zomaar he-le-maal fout gaan.

Spector richt zich met name op de moord en de navolgende rechtszaak, waarbij er nog een bijzondere rol is weggelegd voor filmmaker Vikram Jayanti die in deze periode de hele fijne documentaire The Agony And Ecstacy Of Phil Spector (2009) maakte. ‘Ik kan me herinneren dat hij zei dat de rechter niet wilde dat hij muziek zou laten horen of zou praten over zijn muziekcarrière tijdens de rechtszaak, omdat dit niets te maken had met die nacht’, vertelt Jayanti over Phil Spector. ‘Tijdens de rechtszaak dacht hij: als deze mensen mijn muziek maar konden horen, dan zou ik hier niet zitten.’

Het is typisch zo’n verhaal geworden dat louter verliezers kent. ‘Zij wordt nog altijd enorm gemist’, zegt één van Clarksons vrienden geëmotioneerd. Tegelijkertijd vraagt Mick Brown zich in deze genuanceerde, afgewogen en uiteindelijk ook aangrijpende miniserie af: ‘Wordt hij herinnerd vanwege You’ve Lost That Lovin’ Feeling en Be My Baby of voor het vermoorden van Lana Clarkson?’ Volgens Spectors dochter Nicole kunnen we gewoon plezier aan zijn oeuvre blijven beleven. ‘Hij bracht muziek vanuit de hemel in onze wereld’, zegt zij. En: ‘Ik kan alleen zeggen is: to know him is to love him.’

Teddy Pendergrass: If You Don’t Know Me

Hoewel Harold Melvin vanzelfsprekend te boek stond als leider van de succesvolle soulgroep Harold Melvin and The Blue Notes, was het in werkelijkheid Teddy Pendergrass (1950-2010) die grote hits als Don’t Leave Me This Way en If You Don’t Know Me By Now zong. Volgens hun songschrijf- en producersduo Kenny Gamble en Leon Huff, de architecten van de zogenaamde Philly Sound, had hij een stem als ‘raw meat’. Terwijl Teddy daarmee begin jaren zeventig ieders hart veroverde, streek Harold ondertussen stiekem het leeuwendeel van de inkomsten op. Dat kon natuurlijk niet goed gaan.

In 1976 verliet een gebelgde Pendergrass The Blue Notes voor een solocarrière die hem vijf opeenvolgende platina platen opleverde en tot een absoluut (vrouwen)idool maakte. The Black Elvis, in de woorden van zijn handige manager Shep Gordon. Want Teddy Pendergrass werkte als een magneet op het andere geslacht. ‘Er kwam eens een vrouw backstage toen ik net de kleedkamer wilde verlaten’, vertelt hij zelf in een talkshow. ‘Ze pakte een mes uit haar zak en zei: als ík je niet kan hebben, zal niemand je hebben. En ze haalde nog uit ook!’ Hij kan het zelf nauwelijks geloven: ‘Een zwarte vrouw, met een zwart mes.’

En toen, op het hoogtepunt van zijn roem, parkeerde hij in 1982 zijn Rolls Royce tegen een boom. Het auto-ongeluk zou hem voortaan aan een rolstoel kluisteren en fungeert als breekpunt in Teddy Pendergrass: If You Don’t Know Me (106 min.). In dit gesmeerde portret van Olivia Lichtenstein uit 2018 komt Teddy zelf aan het woord via fragmenten uit zestig audiocassettes waarin hij over zijn leven vertelt. Zijn moeder Ida, kinderen, familieleden, (jeugd)vrienden, bodyguard, bandleden en allerlei vrouwen die hun hart aan hem verloren zorgen intussen voor duiding en rugdekking.

Van de viriele vent, die zonder vader opgroeide in een achterbuurt van ‘the city of brotherly love’ Philadelphia en die vanuit deze ervaring als geen ander de zwarte gemeenschap wist te raken, is na het ongeluk weinig over. Kan hij überhaupt nog zingen? Menigeen in zijn directe omgeving heeft er z’n twijfels over. Pendergrass probeert ondertussen de zin van het/zijn leven terug te vinden. Die queeste vormt de apotheose van deze lekkere, met een aanzienlijke portie kneitersoul afgewerkte, film over een hart & ziel-zanger die de laatste jaren enigszins in de vergetelheid is geraakt.

Making Waves: The Art Of Cinematic Sound

Videoland

Als kind was ik verzot op Winnetou-films. Ik keek ze vooral op de Duitse televisie. Op een gegeven moment begon me echter één ding op te vallen: alle paarden hinnikten op precies dezelfde manier. Het duurde niet lang of ik kon het geluid perfect imiteren. Ik denk dat ik het nog steeds kan.

Elke zichzelf respecterende sound editor zou zich tegenwoordig kapot schamen voor zo’n goedkope oplossing. Toch was het in de begindagen van de film geen ongebruikelijke keuze, zo wordt duidelijk uit de documentaire Making Waves: The Art Of Cinematic Sound (95 min.). Toen de stomme film het had afgelegd tegen de rolprent met geluid, werd er vaak gebruikgemaakt van stockgeluiden. Voor rondvliegende kogels. Een explosie. Of een flinke oorvijg. En als het niet anders kon, werd er gewoon een overdaad aan bombastische muziek overheen gemixt.

Toch waren er altijd filmmakers die het belang van geluid wél onderkenden. En begin jaren zeventig, toen een nieuwe generatie Hollywood veroverde, werd die houding eindelijk gemeengoed. Deze documentaire ontleedt die ontwikkeling met bekende regisseurs als Steven Spielberg, George Lucas en David Lynch en groten uit het geluidsvak zoals Walter Murch (The Godfather, The Conversation & Apocalypse Now), Ben Burtt (Star Wars, E.T. & Indiana Jones) en Gary Rydstrom (Jurassic Park, Saving Private Ryan & Toy Story).

Making Waves – de tegenhanger van Score, een soortgelijke liefdevolle documentaire over filmmuziek – is gelardeerd met prachtige voorbeelden uit de filmhistorie. Die worden nu eens niet benaderd vanuit de regisseur, scenarioschrijver of acteurs, maar vanuit alle verschillende aspecten van het geluidsdecor, zónder dat het een ondoorgrondelijk technisch verhaal wordt. Doorgewinterde cinefielen zien sleutelscènes uit filmklassiekers zo nog eens met andere oren en voor de verandering staan in deze docu van vakbroeder Midge Costin nu dus eens de ‘unsung heroes’ van de filmsound in de spotlight.

Deze giganten hebben ons als kijkers opgevoed. Meestal overigens zonder dat we dat doorhadden, want veel geluidstechnici werken in het geniep. Hun beste trucs verdwijnen in het totaal. Als ze broddelwerk afleveren, merken we het echter direct. Zo begon het mij als jongetje bijvoorbeeld op te vallen dat een heel klein team bij de Duitse tv de nasynchronisatie van zo’n beetje alle producties verzorgde. Ik ontdekte de grote westernheld ‘John Wayne’ tevens in totaal andere rollen en films. En ook hem kon ik al snel behoorlijk nadoen.

Linda Ronstadt – The Sound Of My Voice

NTR

Ze is een geboren performer, met een geweldig stembereik. Hoewel Linda Ronstadt zelf geen liedjes schrijft, heeft de Amerikaanse zangeres een geheel eigen signatuur. Tenminste, dat zeggen mensen die het kunnen weten in Linda Ronstadt – The Sound Of My Voice (91 min.). Ze luisteren naar namen als Dolly Parton, Bonnie Raitt, Ry Cooder, Don Henley, Jackson Browne, JD Souther, Aaron Neville en Emmylou Harris en bivakkeerden stuk voor stuk naast Ronstadt terwijl die op het podium of in de studio de sterren van de hemel stond te zingen.

Deze tamelijk routinematige popbio van Rob Epstein en Jeffrey Friedman laat ook nog popprofessionals aan het woord die jarenlang een boterham aan Ronstadt hebben verdiend, zoals platenbaas David Geffen, popjournalist Robert Hilburn en producer John Boylan. Stuk voor stuk lichten ze een tipje van de sluier op van de zeer wendbare zangeres Linda Ronstadt, die met name in de jaren zeventig en tachtig immens succesvol was en tegenwoordig in de luwte leeft.

De vrouw zelf heeft slechts weinig woorden nodig en laat, in steeds wisselende gedaanten en stijlen, horen wat ze zoal in haar mars heeft – waarbij hits als You’re No Good, It’s So Easy en Don’t Know Much (met Aaron Neville) natuurlijk niet (mogen) ontbreken. Het interessantst wordt dit portret als Ronstadt op latere leeftijd echt een eigen koers begint te varen en daarbij ook onverwachte afslagen, richting operette en traditionele Mexicaanse muziek bijvoorbeeld, besluit te nemen. Zo bouwt ze niet alleen een succesvolle, maar uiteindelijk ook een eigenzinnige loopbaan op, die hier nauwgezet en met veel aandacht voor de muziek wordt doorgenomen.