Nicole Kidman: Eyes Wide Open

Arte

Hoeveel ze ook heeft gepresteerd in haar acteercarrière – veel! – Nicole Kidmans naam blijft voor altijd verbonden met die ene man, glamourboy Tom Cruise. Toen Hollywood’s favoriete koppel rond de eeuwwisseling uit elkaar ging, moesten de twee tijdens tv-interviews tot in detail, op het gênante af, uitleggen wat er was misgegaan. Waar Cruise moeite had om tegenover gesprekspartners zijn irritatie te verbergen (‘denk aan je manieren’, voegde hij één van hen toe), pareerde zij de inbreuk op haar privacy met een grapje. ‘Ik kan nu hoge hakken dragen’, zei ze tegen David Letterman en lachte er eens ondeugend bij. Weg ongemak en ongewenste intimiteit.

Nicole laat zich ook niet in haar kaarten kijken in Nicole Kidman: Eyes Wide Open (53 min.), een traditioneel opgezette tv-docu van Patrick Boudet. Net als haar ex Tom. Of andere mensen uit haar directe omgeving. Het portret moet ‘t doen met enkele regisseurs die met haar werkten (Gus van Sant en John Cameron Mitchell), de verplichte filmcritici en heel veel fraaie filmfragmenten. Dit persoonlijke portret blijft daardoor een beetje aan Kidmans buitenkant steken, waarbij de verteller van dienst wel naar hartenlust mag speculeren over wat er daarbinnen omgaat. Die ontwaart bijvoorbeeld een vast thema in haar filmografie: de vrouw die moet vechten om zich te bevrijden.

Het zal de Australische actrice op de titelrol brengen van kaskrakers als Dead Calm (internationale doorbraak), Days Of Thunder (ontmoeting Tom Cruise), To Die For (eerste grote Amerikaanse hoofdrol), Portrait Of A Lady (artistieke erkenning), Eyes Wide Shut (bezegeling van haar relatie met Cruise door meesterregisseur Stanley Kubrick), Moulin Rouge (haar eerste romantische rol, terwijl haar huwelijk inmiddels aan diggelen ligt) en The Hours (die felbegeerde Oscar voor beste vrouwelijke hoofdrol). Daarna volgt nog de ene na de andere gewaagde rol in auteursfilms en kwaliteitsseries: Dogville, Birth, Big Little Lies, Bombshell en Being The Ricardos.

Hoewel ze de wetten van de filmindustrie bepaald niet altijd naast zich neer heeft gelegd – als het gaat om hoe een vrouw eruit moet zien, bijvoorbeeld – heeft ze Tom dan allang achter zich gelaten. Niet eens zozeer qua succes of roem als wel qua inhoud en, vooral, als mens en als vrouw. Niemand zal haar nog, zoals in de begindagen van hun romance, verslijten voor de willekeurige ‘arm candy’ van een filmster.

Waves Of Burlesque

Amstelfilm

Ze willen hun vrouwelijkheid vieren, maar dat valt niet overal in goede aarde. In hoeverre kan ‘burlesque’, de erotische kunstvorm die we pak ‘m beet associëren met de pin-up Bettie Page, Moulin Rouge en de ultieme stripsong Fever, bijvoorbeeld gecombineerd worden met een reguliere baan? Voor die uitdaging ziet Sofia La Notte, in het dagelijks leven medewerker van de TU Delft, zich gesteld. Één ding is duidelijk: het hebben van een ‘stage persona’ werkt bevrijdend voor haar, maar hoe reageert haar leidinggevende? En, trouwens, wat zou haar oma ervan vinden?

In de korte documentaire Waves Of Burlesque (27 min.) portretteert Colina van Bemmel drie vrouwen die zich bezig houden met ‘the art of tease’. Zij krijgen niet alleen positieve reacties. Nadat ze op haar zevenendertigste als centerfold in de Panorama had gestaan, werd Mechteld Geesing er volgens eigen zeggen bijvoorbeeld uitgewerkt bij enkele opdrachtgevers. Ze konden haar niet meer serieus nemen, was het argument. Ze verbaast zich er nog altijd over. ‘Waarom is daar zo’n raar verband tussen intelligentie en je lichaam laten zien’

Over vooroordelen gesproken: Bustie La Tish, in het dagelijks leven teamleider van een marketingafdeling, moet regelmatig voorkomen dat ze bij burleske shows weer in de rol van ‘funny fat girl’ terecht komt. Als organisator van zulke evenementen wordt ze bovendien geconfronteerd met hardnekkige percepties over burlesque. Hoe voorzichtig ze haar initiatieven via social media ook in de markt probeert te zetten, haar bijdragen worden toch al snel opgezadeld met het predicaat ‘adult entertainment’ en vervolgens rücksichtlos afgevoerd.

Van Bemmel laat zien hoe de activiteiten van deze drie vrouwen vooral een persoonlijk karakter hebben, waarbij ze via het tonen van zichzelf hopen te komen tot geloof in zichzelf, hun eigen kracht vinden en/of zich persoonlijk kunnen uitdrukken. Ze doorsnijdt hun dagelijkse activiteiten en performances daarnaast met burleske sequenties, die zijn voorzien van intieme/ongemakkelijke (*) Engelstalige teksten. ‘Look at me’, zegt een fluisterstem bijvoorbeeld. ‘Is this not art? I don’t have anything to lose. It’s me. Your judgement sets me free.’

Want terwijl hun kracht soms hun kwetsbaarste plek wordt, is hun kwetsbaarheid beslist ook hun kracht.

(*) doorhalen wat niet van toepassing is

Bad Axe

David Siev

Als het Coronavirus in maart 2020 het leven in de Verenigde Staten platlegt, komt ook het restaurant Rachel’s Food & Spirits van de familie Siev in Bad Axe (101 min.), een stadje in Michigan, in zwaar weer terecht. Alle volwassen kinderen van het Aziatisch-Amerikaanse gezin melden zich weer thuis, om een handje te helpen. Onder hen is ook zoon David Siev, een inmiddels in New York woonachtige filmmaker. Hij doet wat filmmakers in zo’n situatie doen en pakt zijn camera erbij.

In eerste instantie legt David vooral de innerlijke dynamiek in het familierestaurant vast. Tussen zijn ouders Chun en Rachel, zussen Jaclyn, Raquel en Michelle en hun partners. Als enkele zussen zich, in de nasleep van de dood van George Floyd, aansluiten bij een plaatselijk Black Lives Matter-protest en daarbij de degens kruisen met onherkenbaar vermomde en zwaarbewapende neonazi’s, komen er duistere krachten los in de kleine gemeenschap in Huron County.

Ineens voelen de Sievs zich niet meer veilig binnen de omgeving waarin ze altijd een centrale rol leken te spelen. Voor vader Chun is dit heel herkenbaar: tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer, die eindeloze ‘killing fields’ veroorzaakte in Cambodja, was hij zijn leven ook niet zeker. Chun vluchtte uiteindelijk naar het vrije westen en bouwde daar met keihard werken een nieuw bestaan op, niet wetende dat hij ruim veertig jaar later met ‘Asian hate’ te maken zou krijgen.

David Sievs film krijgt zijn eigen rol binnen die dynamiek. Hij confronteert Bad Axe ongenadig met zijn lelijke kanten, maar laat tevens de meningsverschillen binnen zijn eigen familie zien. Als de vrucht van hun gezamenlijke arbeid, Rachel’s, in zijn voortbestaan wordt bedreigd, lopen de spanningen flink op. Het resultaat is een aardige egodocu over hoe COVID-19, door president Trump regelmatig ‘the China virus’ genoemd, zomaar de verhoudingen in ‘smalltown America’ op scherp kan zetten.

I Just Killed My Dad

Netflix

Dat hij ‘t heeft gedaan, staat niet ter discussie. I Just Killed My Dad (125 min.) is dus nadrukkelijk geen whodunnit, maar een whydunnit: waarom heeft Anthony Templet, een inmiddels achttienjarige tiener uit Baton Rouge in de Amerikaanse staat Louisiana, op 3 juni 2019 zijn vader Burt doodgeschoten? In de openingsscène neemt hij plaats op een stoel in een – bij true crime verplichte – duistere loods om te worden geïnterviewd.

Anthony stelt zelf dat het noodweer was, maar andere sprekers in deze driedelige serie van Skye Borgman – waaronder zijn stiefmoeder Susan, advocaat Jarrett Ambeau, een voormalige collega, Burts beste vriend en allerlei betrokkenen bij het politieonderzoek – hebben zo hun twijfels bij zijn lezing van wat er is gebeurd. Achter het simpele nieuwsfeit – zoon doodt vader – gaat een hele geschiedenis schuil.

Borgman pak dit tragische verhaal zorgvuldig uit en belandt zo in Ingleside, Texas, waar het kat- en muisspel van Burt, Anthony en de rest van hun getroebleerde familie een kleine twintig jaar eerder is begonnen en ook Anthony’s biologische moeder Teresa, die al jaren volledig uit zijn leven is verdwenen, nog wel het één en ander heeft te vertellen over haar tienerzoon en de man die haar ooit radeloos achterliet.

Wordt Anthony’s daad, vanuit die context bezien, begrijpelijk of zelfs te vergoelijken? Die vraag speelt nadrukkelijk op als Borgman de zaak vaardig – met de eveneens verplichte emotionele interviews, beveiligingscamerabeelden, duistere reconstructiescènes en unheimische soundtrack – verder ontleedt. En ook: wat is Anthony voor een jongen? Getraumatiseerd of contactgestoord? Is hij (nog/wel) in staat tot empathie?

Tijdens een door Anthony’s advocaat Ambeau (voor deze serie?) georganiseerd proefproces, waarbij ook de beraadslagingen van een speciaal samengestelde proefjury in beeld worden gebracht, komt vervolgens aan de orde welke straf de jongen nu moet krijgen. Het antwoord vormt de vanzelfsprekende climax van deze stevige true crime-productie. Waarna alleen nog een emotionele uitlui volgt.

S21: The Khmer Rouge Killing Machine

‘Als we uit vrije wil mensen hadden gedood – en ik heb persoonlijk inderdaad mensen gedood – dan zou dat natuurlijk slecht zijn geweest’, legt een voormalige bewaarder in de S21-gevangenis uit aan enkele van zijn familieleden. ‘Maar we volgden alleen bevelen op. Ze dwongen ons.’ Het kwaad zat volgens hem in de leiders van het Rode Khmer-bewind, dat in de jaren zeventig ongenadig huishield in Cambodja. Zij gaven tenslotte de bevelen. ‘Diep van binnen was ik bang voor de slechtheid. Ik was ook bang om zelf te sterven. Ik ben nog altijd bang.’

Regisseur Rithy Panh laat de ‘bekentenis’ van de S21-medewerker direct volgen door de getuigenis van een man, die de horrorplek als één van de weinigen overleefde. ‘Ik werd gearresteerd in Battambang’, vertelt Vann Nath, terwijl hij een schilderij van identieke, geblinddoekte gedetineerden maakt. ‘Ze verhoorden me en martelden me met stroomstoten.’ De man wist niet wat hij verkeerd had gedaan. Na een week gevangenschap werd hij echter samen met een dertigtal anderen geboeid, in een truck gegooid en naar een andere plek vervoerd: Tuol Sleng, een voormalige school in Phnom Penh, die was omgedoopt tot Bureau S21.

Als de schilder en mensenrechtenactivist, een oude man inmiddels, in de prijswinnende documentaire S21: The Khmer Rouge Killing Machine (101 min.) uit 2003 opnieuw op de plek des onheils arriveert, komt hij daar oog in oog te staan met voormalige bewaarders. Zij waren destijds, in de tweede helft van de jaren zeventig, hooguit begin twintig. Jongens nog. Het wordt een bijzonder unheimische ontmoeting, want ook zij voelen zich slachtoffer van de gevreesde Rode Khmer van broeder nummer één, Pol Pot. ‘Als de mensen die hier gewerkt hebben slachtoffer zijn’, wil Nath weten, ‘hoe zit het dan met gevangenen zoals ik?’ De ongemakkelijke stilte wordt snel doorbroken. ‘Dat zijn secundaire slachtoffers’, antwoordt één van de cipiers. ‘Want als je hier niet gehoorzaamde, ging je er zeker aan.’

Het gesprek vormt de aanloop naar een minutieuze ontleding van de wandaden bij Bureau S21. In de administratie ontdekt Vann Nath de veelal Kafkaëske beschuldigingen waartegen de ‘ondervraagden’ zich moesten verdedigen en de grotendeels verzonnen bekentenissen die ze uiteindelijk deden. Hij stuit tevens op de bijzonder bureaucratische geweldsinstructies voor de S12-medewerkers en de gedetailleerde verslagen die zij maakten van hun martelpraktijken. Gezamenlijk vormen ze de bloedeloze weerslag van een ongekend bloedige periode, die met diepgravende interviews en naargeestige re-enactments, een stijlvorm die later in de thematisch verwante gruwelfilm The Act Of Killing naar bijna onverdraaglijke hoogte werd gebracht, nog eens nauwgezet wordt gereconstrueerd.

The devil is in the detail. Letterlijk, in dit geval. Stapvoets werkt S21: The Khmer Rouge Killing Machine zich door de hel die S21 werd voor alle betrokkenen. Zo maakt Rithy Panh (die de Rode Khmer-tijd in 2013 nog met kleipoppetjes zou reconstrueren in The Missing Picture) de verschrikkingen inzichtelijk en invoelbaar van een onmenselijke regime, dat tot oneindige ‘Killing Fields’ zou leiden.