Cold Case: The Tylenol Murders

Netflix

‘Het is heel gemakkelijk om kopers die bittere pil te laten slikken’, leest FBI-agent Roy Lane voor uit de brief van de afperser aan Johnson & Johnson, de fabrikant van de pijnstiller Tylenol. ‘Cyanide werkt snel. Er is maar heel weinig nodig. En dan is er niets meer tegen te doen.’ De onbekende dader, die een miljoen dollar losgeld eist, heeft de daad dan al bij het woord gevoegd. Eind september 1982 zijn er in de regio Chicago zeven dodelijke slachtoffers gevallen. Ze blijken stuk voor stuk een Extra-Strength capsule te hebben genomen van Tylenol, de Amerikaanse variant op Paracetamol. En daarin zat een dodelijke dosis cyanide.

De zaak rond de Tylenol-moorden lijkt klip en klaar: zodra de afperser is gevonden, kan ook het dossier worden gesloten. Deze driedelige serie van Yotam Guendelman en Ari Pines draagt echter niet voor niets de titel Cold Case: The Tylenol Murders (117 min.). Het is namelijk bepaald geen uitgemaakte zaak dat deze ‘Robert Richardson’ inderdaad doelbewust enkele willekeurige Amerikanen heeft vergiftigd. ‘Het was maar een stukje papier’, stelt hij zelf over die chantagebrief. ‘Papier doet niemand pijn.’ Met de moorden zelf heeft Richardson niets van doen. Zegt ie. In hoeverre is het Big Pharma-bedrijf Johnson & Johnson zelf misschien betrokken bij de kwestie?

Vaardig wordt de kijker in deze typische true crime-productie met verhaalwendingen, cliffhangers en de introductie van nieuwe personages en deelverhaaltjes op het verkeerde been gezet, bij de les gehouden en door elkaar geschud. Zoals dat gaat in dit soort docu’s, waarin van de werkelijkheid een smeuïge vertelling wordt geboetseerd. Het is al met al ook wel een bizarre geschiedenis, waarin nog meer slachtoffers vallen en die wel eens groter zou kunnen zijn dan één enkele man met snode plannen. De kwestie blijft ondertussen ook voor meerdere interpretaties vatbaar. Diezelfde werkelijkheid laat zich nu eenmaal niet altijd plooien tot een mooi afgerond verhaal.

Tegelijkertijd kan zo’n misdaad wel degelijk lonen, althans voor de mensen die in staat zijn om er een goed verhaal van te maken. Met deze miniserie lijkt het productiebedrijf van documentairemaker Joe Berlinger – nadat in het najaar van 2024 al Cold Case: Who Killed JonBenét Ramsey? werd uitgebracht – in elk geval weer een nieuwe crimeserie te zijn begonnen. Berlinger, die zelf op z’n minst één onvervalste genreklassieker (de Paradise List-trilogie) op zijn naam heeft staan, runt ook al de Crime Scene– en Conversations With A Killer-reeksen op Netflix. Bittere pillen, die zoals in The Tylenol Murders, als niet te versmaden snoepjes worden uitgedeeld.

All The Beauty And The Bloodshed

Cinéart

Het is alsof Nan Goldins complete leven een aanloop is geweest naar haar huidige rol als Nemesis van de Amerikaanse familie Sackler. Die verdiende via het bedrijf Purdue Pharma miljarden dollars met de pijnstiller OxyContin, een medicijn dat zo verslavend bleek te zijn dat er in de Verenigde Staten een heuse Opioid Crisis ontstond. Die zou inmiddels in totaal zo’n half miljoen Amerikanen het leven hebben gekost. Intussen kochten de Sacklers zich met hun ‘bloedgeld’ in bij allerlei goede doelen en musea.

Nan Goldin, die na een turbulente jeugd als fotografe doorbrak met de intieme serie The Ballad Of Sexual Dependency, raakte in 2014 na een operatie zelf verslaafd aan de pijnmedicatie en wist drie jaar later na een overdosis slechts met heel veel moeite weer af te kicken. Sindsdien is ze één van de drijvende krachten van de actiegroep P.A.I.N. (Prediction Addiction Intervention Now). Met guerrilla-acties attaqueert deze groep specifiek de filantropie van de Sacklers, die zich nog altijd comfortabel in de hoogste kringen bewegen.

All The Beauty And The Bloodshed (117 min.), de documentaire die de fotografe maakte met regisseur Laura Poitras (My Country, My CountryThe Oath en Oscar-winnaar Citizenfour), valt in dat opzicht meteen met de deur in huis: The Sackler Wing van The Metropolitan Museum in New York wordt op 10 maart 2018 overgenomen door demonstranten onder leiding van Goldin die en masse pillenpotjes droppen en een ‘die-in’ organiseren, waarbij ze voor dood op de grond gaan liggen en onderwijl de leus ‘Sacklers lie, people die’ scanderen.

Zulke acties, waarmee de omstreden familie steeds verder in het nauw wordt gedreven, lopen als een rode draad door deze meeslepende documentaire, die er in september op het Filmfestival van Venetië zowaar met de Gouden Leeuw voor beste film vandoor ging. Patrick Radden Keefe, de auteur van de bestseller Empire Of Pain, geeft daarbij context over OxyContin en de agressieve marketing waarmee het middel door Purdue Pharma aan de man is gebracht, ook toen allang duidelijk was hoe verslavend ‘t was.

Dat klassieke Big Pharma-verhaal is door documentairemaker Alex Gibney al eens tot in detail opgetekend in The Crime Of The Century. Poitras verrijkt dit met enerverende protestacties en blikt parallel daaraan met Goldin terug op haar bijzonder turbulente leven, dat al heel vroeg ernstig werd ontregeld door de psychische problemen van haar zus Barbara en de inadequate reactie van haar ouders daarop. Zij zou al snel helemaal op drift raken. In fotografie – volgens Goldin een sublimatie van seks en meestal ook beter dan seks – vond ze uiteindelijk een uitweg.

De opwinding, hardheid en tristesse van dat leven, waarbij de AIDS-epidemie van de jaren tachtig en de bijbehorende Act Up-acties vormend blijken te zijn geweest, worden door Poitras verbonden aan Goldins activisme, dat haar leven extra scherpte en richting lijkt te hebben gegeven. Zo stuurt deze topdocu aan op een bijzonder geladen apotheose, waarin Nan Goldins P.A.I.N. daadwerkelijk vruchten begint af te werpen en zij zelf oog in oog komt te staan met enkele prominente leden van de gehate Sackler-familie.

Pharma Bro

1091 Pictures

Hij mocht zich even de meest gehate man van de Verenigde Staten noemen. Als CEO van Turing Pharmaceuticals verhoogde Martin Shkreli in 2015 de prijs van een Daraprim-pil van 13,50 naar 750 dollar. Patiënten met de infectieziekte toxoplasmose, afhankelijk van dit medicijn, kregen de rekening gepresenteerd – al was het in de praktijk vaak hun zorgverzekeraar die de exorbitante bedragen moest ophoesten.

En toen kocht Shkreli, voor een slordige twee miljoen dollar, ook nog het enige exemplaar van de nieuwe CD van de hiphopgroep The Wu-Tang Clan, Once Upon A Time In Shaolin. Kutventje! Martin Shkreli heeft zijn uiterlijk natuurlijk ook niet mee: de voormalige hedgefund-manager heeft zo’n zelfgenoegzame tronie, dat menigeen hem het liefst stante pede twee blauwe ogen en een bloedlip zou bezorgen.

Of is dat toch vooral imago? vraagt Brent Hodge zich af in Pharma Bro (86 min.). Zijn al die bravoure en provocaties slechts uiterlijke schijn? Houdt zich ergens in die omhooggevallen engerd gewoon een onzeker joch verscholen, dat zijn achtergrond in een immigrantengezin in New York maar blijft overschreeuwen? Een jongeling die zo scherp en onhandig communiceert dat de kwalificatie ‘autisme’ wellicht op zijn plaats is?

Hodge gaat op onderzoek uit in het leven van de man die de belichaming van Big Pharma werd. Terwijl hij gewoon de regels van het (kapitalistische) spel heeft gevolgd. Net als allerlei andere farmaceuten. Híj verbergt zich alleen niet achter een Raad van Bestuur of communicatieafdeling. Shkreli staat gewoon iedereen te woord – via de pers, z’n smartphone of zijn eigen livestream – en spreekt dan bepaald niet met meel in de mond.

Brent Hodge vergelijkt zijn protagonist nét iets te nadrukkelijk met de slechterik uit superheldenfilms, met als geuzennaam ‘Pharma Bro’, en heeft daarin natuurlijk ook een rol voor zichzelf bedacht. Hij gaat bijvoorbeeld in hetzelfde gebouw wonen als Shkreli en meldt zich bovendien heel nadrukkelijk met vragen in diens livestream. Zonder dat dit verder heel veel oplevert. Behalve aandacht voor de held zelf.

Terwijl er een rechtszaak loopt tegen Shkreli vanwege fraude, spreekt Hodge verder met een vriend (rapper Billy The Fridge), zijn advocaat Ben Brafman, de rechtse provocateur Milo Yiannopoulos en de Wu-Tan Clanners Ghostface Killa en Cilvaringz. Een bijzondere rol is er voor ex-vriendinnen en (vrouwelijke) journalisten, met wie hij meestal al snel publiekelijk in een moddergevecht verzeild raakt en een heel enkele keer, zoals bij zijn biografe Christie Smythe, een bijzondere relatie opbouwt.

Als man you love to hate (of hate to love) is Martin Shkreli beslist een ideale hoofdpersoon voor een portret. Deze film – en dan met name Brent Hodges rol daarin – laat alleen nog wel wat te wensen over.

The Crime Of The Century

HBO

De belofte was onweerstaanbaar: (chronische) pijn zou definitief tot het verleden gaan behoren. En kans op verslaving was er niet. Een kleine 25 jaar later is die belofte, met name in de Verenigde Staten, veranderd in een nachtmerrie: The Opioid Crisis heeft inmiddels aan meer dan een half miljoen Amerikanen het leven gekost. Want wat de fabrikanten van pijnstillers als OxyContin en Fentanyl er niet bij vertelden – sterker: op alle mogelijke manier probeerden te verhullen – was dat het medicijn erger kon worden dan de kwaal.

Als die gedachte post begint te vatten, verzet OxyContins producent Purdue Pharma, die de aan heroïne verwante pijnbestrijder agressief aan de man heeft gebracht en er goud geld mee verdient, zich daar bijvoorbeeld met hand en tand tegen. Verslaving is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de junks zelf, luidt hun redenering. Zij zijn die pillen tenslotte zelf gaan snuiven en injecteren. De Sackler-familie, eigenaars van Purdue, wuift elke verantwoordelijkheid van de hand.

Laat het dan maar over aan de Amerikaanse documentairemaker Alex Gibney – die eerder onder andere de Scientology-kerk aanklaagde, het Coronabeleid van de regering Trump sloopte en de puissant rijke populatie van Park Avenue te kijk zette – om het mes te zetten in The Crime Of The Century (232 min.). Met artsen, wetenschappers, oud-medewerkers van de farmaceuten, DEA-medewerkers, aanklagers, slachtoffers en nabestaanden analyseert hij hoe pijnmedicatie simpelweg een product werd dat op grote schaal aan de man moest worden gebracht.

In deel 1 van dit lijvige tweeluik zet Gibney, gebruikmakend van een zoals gebruikelijk scherpe voice-over, daarbij zijn zaak tegen de Sacklers goed in de verf en illustreert dat met enkele pijnlijke voorbeelden van Amerikanen die ten prooi zijn gevallen aan OxyContin. Van ernstige verslaving tot fatale overdoses. Het tweede deel zoomt in op de levendige online-handel in OxyContin, Fentanyl  en aanverwante pijnmedicatie, waarbij Big Pharma echt begint te opereren als een soort drugskartel. Alles is geoorloofd, inclusief omkoping en grootschalige fraude.

Trefzeker schetst The Crime Of The Century, dat wat wat ruim in zijn jasje zit en ook enkele onnodige reality-scènes bevat, een bedrijfstak waarvoor het bevorderen van de volksgezondheid allang lijkt te zijn geslachtofferd ten faveure van winstmaximalisatie.

The Pharmacist

Netflix

Het leven van zijn zoon Danny kwam tot een eind op de kruising van Forstall en Dauphine Street, zomaar een drugshoek in een willekeurige zwarte buurt van New Orleans. Apotheker Dan Schneider kan zich niet voorstellen wat een jongen uit een witte buitenwijk had te zoeken in The Lower 9th Ward. Totdat hij hoort dat Danny crack gebruikte.

De onheilstijding zet The Pharmacist (215 min.) aan om uit te pluizen wat er precies met zijn zoon is gebeurd, in de aanloop naar en tijdens dat fatale ogenblik waarop zijn leven op 22-jarige leeftijd eindigde. Die persoonlijke zoektocht, volledig gedocumenteerd met video- en audiotapes, zet hem uiteindelijk op het spoor van OxyContin en een plaatselijke arts die de zeer verslavende pijnstiller wel héél gemakkelijk voorschrijft.

Deze vierdelige serie van Julia Willoughby Nason en Jenner Furst reconstrueert hoe Schneider vervolgens een persoonlijke kruistocht opstart tegen deze dokter Cleggett en daarna ook Purdue Pharma, de onderneming die het opiaat met nét iets te veel enthousiasme aan de man heeft gebracht, in het vizier krijgt. OxyContin heeft dan al talloze overdoses op z’n geweten. De apotheker wil koste wat het kost erger voorkomen.

‘s Mans desperate pogingen om het ongeoorloofde medicijngebruik aan het begin van de 21e eeuw een halt toe te roepen vormen op zichzelf een boeiend verhaal, een soort vooraankondiging van The Opioid Crisis die de Verenigde Staten nu al enkele jaren in zijn greep houdt. Schneider wordt alleen wel erg gemakkelijk tot held gebombardeerd, terwijl zijn strijd echt iets te lang wordt uitgesponnen. The Pharmacist wordt daardoor soms wat clichématig en langdradig.