Orwell: 2+2=5

18k.film

De optelsom klopt. Neem George Orwell (1903-1950), de vermaarde Britse auteur achter de iconische dierenfabel Animal Farm en de ultieme dystopische roman, 1984.

Voeg daar regisseur Raoul Peck, de maker van het imposante James Baldwin-video-essay I Am Not Your Negro (2016) en de anti-Apartheidsfilm Ernest Cole: Lost And Found (2024), aan toe.

En strooi er tenslotte een snufje Alex Gibney, de man achter vlijmscherpe politieke en maatschappelijke documentaires die ditmaal als producent fungeert, overheen.

Het resultaat? Orwell: 2+2=5 (119 min.), een combinatie van zowel het leven van Orwell in het daar en toen als een exploratie van zijn gedachtengoed in het hier en nu.

De vertelling start in 1946 als George Orwell – die van de Britse acteur Damian Lewis een stem heeft gekregen, gebaseerd op zijn dagboek en andere geschriften – op het Schotse eiland Jura een begin maakt aan wat zijn laatste boek zal worden: 1984, een messcherpe satire over een totalitaire staat, waarin Big Brother alles bepaalt en het individu niets heeft te vertellen. En daarmee is hij zijn tijd méér dan 35 jaar vooruit.

Terwijl de auteur terugblikt op zijn leven en verslag doet van hoe hem dat in de laatste jaren steeds meer ongemakken bezorgt, zoomt Raoul Peck in op hoe de grondslagen van Orwells angstaanjagende staat tachtig jaar later enthousiast in de praktijk worden gebracht. Bewijzen te over – en de bijbehorende Newspeak: Stimulus package = handouts to the wealthy, bijvoorbeeld. Of: campaign finance = Legalized corruption.

De filmmaker ondersteunt zijn ambitieuze betoog met een mengeling van familiefoto’s, scènes uit films en docu’s over Orwell, de verfilmingen van Animal Farm en 1984, nieuwsfoto’s, archiefbeelden, graphics, AI-fabrikaten, filmfragmenten van Ken Loach, Terry Gilliam en Steven Spielberg en scènes uit documentaires zoals Babi Yar. Context (Sergei Loznitsa), Generation Wealth (Lauren Greenfield) en Myanmar Diaries (anoniem).

Het is een alarmistisch verhaal, gestut met quotes van onder anderen Pierre Bourdieu, Bernie Sanders, Edward Snowden, Maria Ressa en Shoshana Zuboff. Over dictatuur, oorlog en propaganda. Met voor de hand liggende schurken zoals Trump, Poetin en Netanyahu. En al even voorspelbare strijdtonelen: Syrië, Oekraïne en Gaza. Parasieten zuigen zich intussen schaamteloos vol: de Musks, Bezossen en Zuckerbergs.

Gezamenlijk geven zij op een onnavolgbare wijze invulling aan die onvergetelijke leuzen uit 1984: War is peace. Ignorance is strength. Freedom is slavery. En Peck hamert die boodschap er met verve in. Niet altijd even subtiel, maar wel zéér effectief. 1+1 wordt in zijn handen daadwerkelijk, eh…, 3. Ook omdat 2+2, getuige dit toch wel behoorlijk deprimerende video-essay, helemaal niet meer zo nodig 4 hoeft te zijn.

De optelsom klopt dus: volgens de Orwelliaanse logica is dit zonder enige twijfel een vijfsterrenfilm – ook al staan er hier effectief slechts vier op papier.

Ernest Cole: Lost And Found

Ernest Cole / Imagine

Met zijn boek House Of Bondage schetst fotograaf Ernest Cole in 1967 een ontluisterend beeld van het dagelijks leven van zwarte Zuid-Afrikanen onder het Apartheidsregime. Hij heeft tien jaar gewerkt aan het fotoboek, dat echter direct wordt verboden en nooit te koop zal zijn in z’n geboorteland. Dat heeft hij dan zelf al achter zich gelaten. ‘Ik was blij om niets te verlaten, triest om alles achter te laten’, zegt hij daarover in Ernest Cole: Lost And Found (106 min.). Althans, dat zegt de acteur Lakeith Stanfield daarover, in de dragende voice-over van deze documentaire, die is gebaseerd op geschriften van Cole.

Vijftig jaar na de uitgave van House Of Bondage worden er – als een soort reprise van het verhaal van de onbekende fotografe Vivian Maier – 60.000 onbekende negatieven van de fotograaf gevonden in een Zweedse bankkluis. Deze film van Raoul Peck, die eerder de zwarte schrijver James Baldwin tot leven wekte in I Am Not Your Negro (2017), probeert te reconstrueren wat er in de tussenliggende periode is gebeurd met Ernest Cole, die in 1966 in de Verenigde Staten belandt en daar al snel tot een bijzonder pijnlijke conclusie is gekomen: Afro-Amerikanen zijn nauwelijks beter af dan zwarte Zuid-Afrikanen.

Borden die hij kent uit eigen land, zoals ‘Nie blanke kassier’ of ‘Drinkfonteintjie vir blankes’ blijken hun eigen variant te hebben in het land van hoop en dromen, dat in wezen net zo gesegregeerd is als de natie die hij is ontvlucht. ‘Witte mensen in de Verenigde Staten hebben dezelfde houding ten opzichte van zwarte mensen als witten in Zuid-Afrika’, laat Ernest Cole optekenen in The New York Times. Hij gaat er dus door met het vastleggen van het lot van de zwarte gemeenschap en vindt ’t tegelijkertijd ondraaglijk om ‘de chroniqueur van ellende, onrecht en ongevoeligheid’ te moeten zijn.

Ruim een halve eeuw later roepen die foto’s, in de rug gedekt door een levendig geluidsdecor, moeiteloos een wereld op, waarin zwarten, zowel in Zuid-Afrika als de Verenigde Staten, bijna per definitie aan het kortste eind trekken. Met die geconstrueerde voice-over slaagt Peck er bovendien in om de psyche te pakken te krijgen van de banneling Cole. Een buitenstaander, in een wereld waarin hij vanwege zijn huidskleur sowieso al serieus op achterstand staat. Hij raakt langzaam geïsoleerd en kampt met heimwee, naar een land waar hij allang niet meer welkom is.

In 1990, het jaar dat Apartheid officieel wordt afgeschaft, valt ook het doek voor Ernest Cole. De succesvolle fotograaf is mettertijd verworden tot een dakloze man, die is gestopt met fotograferen en volledig in de vergetelheid is geraakt. Zijn werk lijkt bovendien voor een belangrijk deel verloren te zijn gegaan. Pas als in Zweden een bankkluisje z’n geheimen prijsgeeft, het startpunt van deze boeiende en knap gemaakte film, blijkt nog eens hoe vitaal en wezenlijk Cole’s werk was en ís.

My Name Is Alfred Hitchcock

Dogwoof

’Oh, ik weet zelf ook wel dat ik al veertig jaar dood ben’, zegt Alfred Hitchcock (1899-1980) aan het begin van deze absolute tour de force van Mark Cousins. ‘En er is zoveel veranderd in die jaren. Toch? Zijn jullie met die 5G-telefoons werkelijk zoveel meer verfijnd dan de onschuldige mensen die gilden bij Janet Leighs onfortuinlijke ondergang, alleen in een klinische doucheruimte, in dat verschrikkelijke motel, in Psycho?’

Hoewel het verstand ‘nee’ zegt, is het toch verdomd lastig om niet mee te gaan met de premisse voor Cousins film My Name Is Alfred Hitchcock (120 min.): dat het daadwerkelijk de grote regisseur is die tot je spreekt en niet acteur Alistair McGowan die ‘the master of suspense’ griezelig goed nadoet. Dat de gedachten die door deze uit duizenden herkenbare stem (toch?) uit het grote brein van Hitchcock komen en niet uit het vast niet veel minder grote brein van Mark Cousins.

Laten we de basisgedachte maar accepteren. Weerstand is zinloos – en ook lang niet zo prikkelend, inspirerend en leuk. Op onnavolgbare wijze duikt ‘Hitch’ dus in zijn eigen oeuvre, dat meesterwerken zoals The BirdsNorth By NorthwestVertigoMarnie en Strangers On A Train omvat en van pak ‘m beet Cary Grant, James Stewart en Gregory Peck en de actrices Ingrid Bergman, Grace Kelly en Tippi Hedren onvergetelijke iconen van de twintigste eeuw heeft gemaakt.

Cinefiel Cousins, die al diverse films over film maakte en eerder ook al een andere legende binnenstebuiten keerde in The Eyes Of Orson Welles (2018), laat Hitchcock aan de hand van de thema’s ontsnapping, verlangen, eenzaamheid, tijd, vervulling en hoogte en talloze daaraan verbonden speelfilmfragmenten een psychologisch portret van ‘zichzelf’ schetsen. Intussen geeft hij een masterclass film, met elementaire lessen als: vertraag als je personage haast heeft.

Een speelduur van twee uur is voor 21e eeuwse ogen misschien wat erg overdadig, maar deze duivels knap gemaakte film over hoe Hitchcock de beeldtaal naar zijn hand heeft gezet, zichzelf daarmee kon verwerkelijken en ons allen aan het witte doek of televisiescherm gekluisterd heeft/houdt, zorgt zowel voor leering als vermaack. Waarbij de oude meester op typisch Britse en lekker pedante wijze scènes duidt, in een bredere context plaatst en verbindt met zijn eigen bestaan.

Alfred Hitchcock is na z’n overlijden ook zijn kenmerkende gevoel voor humor niet kwijtgeraakt. Als Tippi Hedren een sigaret opsteekt in The Birds neemt die film even een korte adempauze. ‘Dit noemen jullie tegenwoordig ‘mindfulness’, of niet?’

Quiet On Set: The Dark Side Of Kids TV

HBO Max / Discovery+

Eigenlijk mag het geen verbazing wekken: in elke kinderrijke omgeving melden zich vroeger of later ook lieden met minder nobele motieven. Zo bezien is het niet meer dan logisch dat de kinderzender Nickelodeon rond de eeuwwisseling enkele mannen met een ongezonde voorliefde voor minderjarige jongens en meisjes in dienst blijkt te hebben. Zij krijgen alleen wel erg veel ruimte in een werkomgeving waar grensoverschrijdend gedrag de norm lijkt.

In de vierdelige serie Quiet On Set: The Dark Side Of Kids TV (177 min.) leggen Mary Robertson en Emma Schwartz de verantwoordelijkheid daarvoor bij de showrunner Dan Schneider, die van bijrolletjes als de ‘fat kid’ gaandeweg uitgroeit tot een man die anderen kan maken en breken – en die ook duidelijk geniet van die macht. Daarna zoomen ze in op enkele concrete gevallen van seksueel misbruik. Zo verhaalt MJ, de moeder van de elfjarige Brandi, bijvoorbeeld over de ervaringen van hun dochter met een pedoseksueel teamlid.

Ook de alom geliefde dialoogcoach, die als ‘Pickle Boy’ tevens een terugkerend personage voor zijn rekening neemt, raakt ernstig in opspraak. De man heeft thuis een zelfportret van seriemoordenaar John Wayne Gacy, met wie hij er ook een levendige correspondentie op nahoudt, aan de muur hangen. Hij ontwikkelt al snel een ziekelijke fascinatie voor Drake Bell, één van de hoofdrolspelers van de jeugdsitcom Drake & Josh, die hierover voor het eerst publiekelijk vertelt. Het is een indringend relaas, dat nog altijd doorwerkt in Drakes huidige leven.

Deze miniserie richt zich tenslotte op hoe (on)gezond het überhaupt is om als kind mee te draaien in de keiharde televisiewereld en dan overgeleverd te zijn aan de grillen van volwassenen die hun eigen ideeën hebben over wat kies is en wat niet. Ogenschijnlijk onschuldige scènes met voormalige kindersterren zoals Amanda Bynes, Jamie Lynn Spears en Ariana Grande krijgen, met volwassen ogen bekeken, ineens een erg ongepast karakter. En er zijn natuurlijk ook legio voorbeelden van beroemde kids die op latere leeftijd serieus in de problemen zijn gekomen.

Quiet On Set zet alle Nickelodeon-verhalen netjes op een rijtje. Dat levert weliswaar geen wezenlijk nieuwe inzichten op, maar vormt een aardige aanvulling op waar documentaires zoals An Open Secret en Showbiz Kids enkele jaren geleden al de schijnwerpers op zetten: Hollywood als zo ongeveer de ongezondste plek op aarde om op te groeien.

I Am Not Your Negro


De Black Lives Matter-beweging vormt het tastbare bewijs dat het gedachtegoed van James Baldwin dertig jaar na zijn dood nog altijd actueel is. De documentaire I Am Not Your Negro (93 min.) is voor een deel gebaseerd op Remember This House, het boek dat de auteur/activist wilde schrijven over drie iconen van de burgerrechtenbeweging die hij persoonlijk had gekend.

Zoals Medgar Evers, Malcolm X en Martin Luther King – die alle drie vóór hun veertigste verjaardag werden kaltgestellt – nooit de verkiezing van Barack Obama tot Amerikaans president zouden meemaken, zo zou de Afro-Amerikaanse intellectueel Baldwin de vervolmaking van zijn eigen manuscript door regisseur Raoul Peck nooit aanschouwen.

De Haïtiaanse filmmaker heeft Baldwins machtige woorden over de verkrampte relatie van de Verenigde Staten met zijn zwarte burgers laten inspreken door acteur Samuel L. Jackson en op virtuoze wijze aangekleed met beelden. Hij maakt daarbij natuurlijk gebruik van interviews met en speeches van de eloquente schrijver zelf en archiefmateriaal van ijkpunten uit Amerika’s (inkt)zwarte historie, maar legt ook dwarsverbanden met de positie van Afro-Amerikanen in het hedendaagse Amerika.

De film voelt daardoor uiterst actueel. Of volstrekt tijdloos – als je ‘m beschouwt als een universele vertelling over hoe meerderheden met minderheden omgaan. Peck belicht hoe beeldvorming daarin van oudsher een sleutelrol vervult. Waar Wit Amerika mocht opgroeien met helden als Johnny Weissmuller en John Wayne, kreeg Zwart Amerika rolmodellen voorgeschoteld als Oom Tom en de bloeddorstige inboorlingenstam die een blonde vamp offert aan King Kong.

I Am Not Your Negro, vorig jaar genomineerd voor een Oscar, ontrukt zo een moedige en vrijzinnige denker aan de vergetelheid en fungeert tevens als een vlijmscherp portret van Amerika, toen en nu, dat niet zozeer je hartspier beroert als wel de luiken van je brein wijd openzet. Een niet te onderschatten prestatie.