Oranje Dromen – Alle Ogen Op De Bal

Human

Waar de droom lang was voorbehouden aan jongens, mijmeren nu ook Nederlandse meisjes over een leven als profvoetballer. In de driedelige serie Oranje Dromen – Alle Ogen Op De Bal (138 min.), het vervolg op Op Weg Naar De Top (2022), volgen Anouk Suntjens en Mildred Roethof ruim twee en een half jaar vier van zulke jonge talenten. Ze willen een contract bemachtigen, spelen bij een Betaald Voetbal Organisatie en liefst ook nog geselecteerd worden voor hun land, De Oranje Leeuwinnen.

Vlinder Ooijens wil bijvoorbeeld slagen bij haar favoriete club Ajax, maar ze heeft wel een extra uitdaging: een zeldzame groeistoornis. Dezelfde als Messi (!). Vlinder moet zichzelf elke dag prikken. Hopelijk lukt het zo nog om de 1.60 meter aan te tikken. Het Marokkaans-Nederlandse talent Aya el Benallali speelt vooral tussen de jongens. Haar vader Khalid heeft daar vanwege zijn geloof wel moeite mee. ‘Van mij mag het vandaag stoppen’, stelt hij onomwonden. ‘Maar ik zie haar niet stoppen.’

Loewé Boid (ADO Den Haag) komt uit een familie van bekende profvoetballers, zoals Sigi en Jeremain Lens. Als eerste meisje gaat zij nu ook proberen om de top te halen. Met haar team doet Loewé mee aan een internationaal toernooi, waarbij ze zich kan meten met de speelsters van Real Madrid en Aston Villa. Aanvaller Rose Ivens klopt intussen al flink aan de deur bij het eerste elftal van FC Twente, een toonaangevende club in het vrouwenvoetbal. Een profcontract lijkt binnen handbereik.

Net als talentvolle jongens hebben deze meisjes geen enkele garantie dat alle tijd en energie die ze nu in hun carrière steken zich straks ook zal uitbetalen. Suntjens en Roethof laten echter zien dat meisjes nog een aantal extra hobbels moeten nemen: ze worden bijvoorbeeld aangemoedigd om bij de jongens te blijven spelen, maar worden dan ook nog wel eens ten faveure van hen aan de kant geschoven. En ze moeten zich vaak zowel bij hun eigen amateurclub als bij een profclub en de KNVB bewijzen.

In dat kader komen ook allerlei insiders van het Nederlandse vrouwenvoetbal aan het woord. Suse van Kleef, de eerste vrouwelijke voetbalcommentator van Nederland, fungeert intussen als verteller en brengt alle verhaallijntjes bij elkaar. Haar teksten liggen er soms nogal dik bovenop en voelen ook wat gekunsteld, zeker als ze een soort live-verslag verzorgt bij de wedstrijden van de hoofdrolspeelsters. Dan gaat de serie nét iets te nadrukkelijk op z’n hurken voor het beoogde jonge publiek.

Oranje Dromen geeft desondanks een aardige inkijk bij een nieuwe generatie voetballende meisjes, voor wie de droom om later kampioen te worden, in de Champions League te spelen en op een groot toernooi uit te komen voor hun land inmiddels net zo vanzelfsprekend is als voor jongens.

Rough Aunties

Journeyman Pictures

Het is een hartverscheurend tafereel: een jong Zuid-Afrikaans meisje plakt zorgvuldig een pleister op de mond van haar teddybeer. Ze heeft het knuffeldier gekregen van een medewerkster van Operation Bobbie Bear. Om er lekker bij weg te kruipen. Én om aan te geven hoe ze is misbruikt. Want kinderen van de Zoeloe-cultuur zoals zij hebben doorgaans extra veel moeite om zulke intieme zaken te benoemen.

De openingsscène zet direct de toon voor Kim Longinotto’s aangrijpende groepsportret van de Rough Aunties (104 min.) van Bobbi Bear. Deze vijf Zuid-Afrikaanse vrouwen, zowel zwart als wit, strijden vanuit Durban onversaagd tegen kindermisbruik. ‘Every little body is a somebody!’ staat er op hun T-shirts. Met daaronder: ‘who really cares about child abuse?’ Het antwoord op die vraag ligt voor de hand: ‘We do!’

Oprichter Jackie Branfield waakt bovendien als een moederkloek over ‘haar’ vrouwen. Over ervaringsdeskundige Mildred bijvoorbeeld, die zichzelf ook wel Auntie Sbo noemt. Die vangt heel liefdevol beschadigde kinderen op, maar heeft zelf ook nog wel wat thema’s. Erkenning voor het seksueel geweld waarmee ze zelf kreeg te maken en een echtgenoot die ze in bed aantrof met haar zus, om maar eens wat te noemen.

Inmiddels heeft Mildred een nieuwe vriend en overweegt ze om samen met hem een leven op te bouwen. Tegelijkertijd wil ze de onafhankelijkheid, die ze als zwarte Zuid-Afrikaanse vrouw met zoveel moeite heeft verworven, ook niet zomaar opgeven. Bedenk wel dat het een Afrikaanse man is, houdt Jackie haar voor in deze observerende film uit 2008.  ‘Die zien hun vrouwen het liefst blootvoets en zwanger, in de keuken.’

En die mannen laten zich – een enkele medewerker van de kinderpolitie uitgezonderd, waarmee Bobbi Bear intensief samenwerkt bij het opsporen van daders – in Longinotto’s documentaire van hun slechtste kant zien. Na seksueel geweld volgt meestal ‘gewoon’ geweld: lichamelijk en psychisch. Om hun slachtoffers – en de vrouwen die zich sterk maken voor hen – te ontmoedigen om werk te maken van wat ze hen hebben aangedaan.

Het vraagt dus nogal wat moed en lef van de Aunties om gevallen van seksueel geweld aan te kaarten in de gemeenschap en bij de politie. Als het noodlot dan ook nog eens toeslaat in eigen kring hebben de Bobbi Bear-zusters ‘t zwaar te halen in Rough Aunties, een film die zowel het belang van hun missie als van hun onderlinge solidariteit benadrukt.

Kate Winslet – A Quest For Authenticity

Arte

Ze heeft Titanic niet lang als een molensteen om haar nek laten hangen. Kate Winslet weigert om zich te laten reduceren tot het eerste de beste tieneridool. Ze zou ook wel een opmerkelijke keuze zijn geweest. Als tiener werd de Britse actrice, op een particuliere acteeropleiding, nog gepest vanwege haar gewicht. En die kwestie zou gedurende haar carrière nog vaak opspelen.

Als Winslet zich opwerpt als de strijdbare Rose, de geliefde van Leonardo DiCaprio in James Camerons epische film over ‘die boot’, heeft ze al imposante rollen in Heavenly Creatures en ‘corsetfilms’ zoals Sense And Sensibility op haar conto staan. Voor zo’n beetje elke rol heeft ze, getuige Kate Winslet – A Quest For Authenticity (52 min.), moeten strijden. Winslet moest bijna steevast bedelen om een screentest en blies de verantwoordelijke regisseur dan helemaal omver, zoals in deze tv-docu van Claire Duguet bijvoorbeeld is te zien in haar test voor Titanic.

In de navolgende jaren manifesteert Winslet zich met eigenzinnige filmkeuzes – van Hideous Kinky, Holy Smoke en Eternal Sunshine Of The Spotless Mind tot Little Children, Revolutionary Road en The Reader – en blijft ook de discussie over haar figuur tot vervelens toe opspelen.  Hoe zij zich als vrouw verhoudt tot de zogeheten ‘male gaze’ is tevens het centrale thema van dit portret, waarin een alwetende verteller, aan de hand van talloze filmfragmenten en archiefinterviews, waarin Winslet overigens ook steeds een rol lijkt te spelen, door haar carrière beent.

De nadruk in dit makkelijk gemaakte acteursportret – geen eigen bronnen bijvoorbeeld – ligt nadrukkelijk op haar werk. Winslets privéleven wordt met enkele zinnen afgedaan. Daarnaast focust Duguet zich op haar publieke strijd om respect voor het vrouwenlichaam. Zoals dat is, was en wordt. Ook, of juist, bij haar. Gaandeweg incorporeert Kate Winslet, één van de beeldbepalende actrices van de afgelopen dertig jaar, dit ook nadrukkelijk in haar werk, als ze op zoek gaat naar vrouwelijke authenticiteit en ruimte probeert te scheppen voor ‘the female gaze’.

De Presidentsdochter En De Rijkste Vrijgeboren Vrouw

Human Nature Films

‘Een volk dat geen toegang heeft tot de bronnen van zijn geschiedenis krijgt een zelfbeeld dat gebaseerd is op mythen en stereotypen’, citeert Cynthia McLeod-Ferrier aan het begin van De Presidentsdochter En De Rijkste Vrijgeboren Vrouw (85 min.) uit het proefschrift van een Amerikaanse historica dat ze als student las. ‘En dit is precies wat er bij ons gebeurd is.’

De Surinaamse schrijfster en historica heeft er een missie van gemaakt om dat te veranderen, stelt ze in deze verzorgde documentaire van Mildred Roethof. Een belangrijk speerpunt daarbij is het zogenaamde Elisabeth Samson Huis in Paramaribo. Elisabeth Samson, over wie McLeod-Ferrier het boek De Vrije Negerin Elisabeth schreef, geldt als de eerste vrijgeboren Surinaamse vrouw. Ze ging in 1764 naar de rechter om te kunnen trouwen met een witte man, in een tijd waarin het voor kolonisten nog verboden was ‘om vleselijke conversatie te plegen’ met zwarte vrouwen.

Samsons voormalige woning moet nu een plek worden waar de historie van het land in al z’n complexiteit wordt gevierd en ook de slavernij een prominente plek krijgt. Het blijkt alleen een project met de nodige voetangels en klemmen, waarvoor eerst flink wat geld moet worden opgehaald en dat daarna zomaar kan vastlopen in de plaatselijke bureaucratie. En dan moet Cynthia McLeod-Ferrier, dochter van Suriname’s eerste president Johan Ferrier (1975-1980), al haar kennis, contacten en overtuigingskracht aanspreken om het project alsnog vlot te trekken.

McLeod-Ferrier beweegt zich soepeltjes in diplomatieke kringen. Ze bezoekt de koninklijke tentoonstelling De Eeuw Van Juliana in Amsterdam en praat ontspannen met de Nederlandse oud-minister Roger van Boxtel, die vindt dat over de Surinaamse kant van de losmaking van Nederland nog altijd te weinig bekend is. Tijdens een ontmoeting met de huidige Surinaamse president Chan Santokhi informeert ze zogenaamd terloops naar de excuses die Nederland naar verluidt zal gaan aanbieden voor het slavernijverleden, een buitengewoon gevoelig thema in Suriname.

Roethof omkleedt het nog altijd drukke bestaan van de éminence grise met een blik in dat beladen verleden. ‘Het is een boeiend en kleurrijk schouwspel als de Surinaamse vrouwen in hun bonte klederdracht onze prinses toejuichen’, stelt een Nederlandse journalist bijvoorbeeld in zijn houterige verslag van een bezoek van de Koninklijke Familie aan de kolonie. ‘Opperhoofden van de bosnegers in antieke galauniformen zijn trots over het feit dat prinses Juliana hen allen persoonlijk de hand gedrukt heeft en zich door middel van een tolk met hen heeft onderhouden.’

Sinds de tijd dat Suriname een Nederlandse kolonie was en de bewoners ervan zo paternalistisch werden behandeld is er weliswaar het nodige veranderd, maar ook nog genoeg te wensen overgebleven. Cynthia McLeod-Ferrier spreekt in het Torentje bijvoorbeeld met premier Mark Rutte over de Nederlandse excuses voor het slavernijverleden. Hij was er lang geen voorstander van. En ze is er, natuurlijk, getuige van hoe koning Willem-Alexander op 1 juli 2023 tijdens een historische toespraak zegt: ‘Den keti koti, fu tru! De ketenen zijn verbroken, echt waar!’

Het is een kroon op het werk van deze onvermoeibare ambassadrice van Suriname en haar aanhoudende vraag om te erkennen dat vier eeuwen slavernij nog altijd doorwerken in het heden. Met dit geslaagde portret, dat zich vooral concentreert op McLeods publieke leven, doet Mildred Roethof zowel de vrouw als haar missie recht.

Prins Bernhard

Videoland

Het verhaal is te mooi om niet opnieuw te worden verteld.

Over de armlastige Duitse edelman die in 1937 ‘omhoog trouwde’ en een Nederlandse prins werd. Een onverzadigbare charmeur die er in de hele wereld liefjes – en kinderen – op nahield. De ritselaar die het z’n hele leven niet al te nauw nam met de regeltjes. Een man van de wereld met oog voor het goede leven en een gigantisch gat in zijn hand. De oorlogsheld die na de Lockheed-affaire geen uniform meer mocht dragen. Een fervente jager die het boegbeeld van het Wereld Natuur Fonds werd. En – niet te vergeten – de bon vivant die (op z’n minst een beetje) model zou hebben gestaan voor het personage James Bond.

Als één Nederlander zich leent voor zijn eigen documentaire, dan is het Prins Bernhard (132 min.). Zoals er ook al talloze biografieën en series zijn gewijd aan Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1911-2004) en zijn echtgenote, koningin Juliana. De schrijvers daarvan – Annejet van der Zijl, Jolande Withuis, Gerard Aalders, Marc van der Linden en Jutta Chorus – leveren ook stuk voor stuk een bijdrage aan deze driedelige serie van Joost van Ginkel, die met oud-premier Dries van Agt, Bernards nooit erkende dochter Mildred Zijlstra en allerlei intimi sowieso sterk is bezet. Al schittert de Koninklijke familie zelf natuurlijk door afwezigheid.

De documentairemaker serveert alle smeuïge anekdotes, scherpe observaties en ferme conclusies in hoog tempo uit in hapklare hoofdstukjes en stut die met heerlijk archiefmateriaal, illustratieve scènes en tekeningen uit de aan Bernhard gewijde strip Agent Orange. Van Ginkels toon is over het algemeen kritisch, maar hij heeft ook oog voor ‘s mans charmes en verdiensten. Met een wel erg frivole soundtrack – waarin het ene op het andere voor de hand liggende hitje volgt, liefst met een héél toepasselijke tekst – maakt hij het larger than life van zijn hoofdpersonage bovendien toegankelijk voor een groot publiek.

Al die input over een eeuwige kwajongen, netjes op een rijtje gezet en ingekaderd, resulteert weliswaar niet in nieuwe inzichten over de man die in zijn eigen avonturenroman leefde, maar brengt hem, een kleine twintig jaar na zijn dood op 93-jarige leeftijd, wel weer helder in het vizier. Als de belichaming van prinsheerlijk leven – en het mooie verhaal dat nodig weer eens verteld moest worden.

Begin 2025 bracht Videoland Beatrix uit, een driedelige serie van Joost van Ginkel over Bernhards dochter, koningin Beatrix.

The Loving Story

Mildred Jeter Loving en Richard Perry Loving worden in 1958 gearresteerd omdat ze het in hun hoofd hebben gehaald om te trouwen. Want dat is een misdaad in de zuidelijke Amerikaanse staat Virginia. Tenminste, als de één zwart en de ander wit is. Het stel is ruim een maand eerder elders in het huwelijk getreden en wordt nu voor straf hun thuisstaat uitgezet. De puurheid van de rassen moet, zo luidt de lokale redenering, koste wat het kost worden beschermd.

Dat de Lovings zijn opgegroeid in een kleine, geïntegreerde gemeenschap, waar nauwelijks iemand opkijkt van hun liefde, doet voor de beslissers ter plaatse niet ter zake. Zij zetten daarmee The Loving Story (77 min.) in gang en zorgen ervoor dat het koppel onderdeel wordt van de (juridische) strijd van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Want hoewel president Lincoln de slavernij bijna honderd jaar eerder afschafte, is de positie van Amerikaanse ‘negroes’, zeker in het oerconservatieve zuiden, nog altijd zeer penibel.

Regisseur Nancy Buirski heeft voor deze documentaire uit 2011 de beschikking gekregen over privéfoto’s en filmmateriaal van de Loving-familie en oude interviews en nieuwsreportages met bouwvakker Richard, een man van weinig woorden, en zijn fijnbesnaarde vrouw Mildred. En ze laat hun familie, vrienden, streekgenoten en advocaten een halve eeuw na dato terugblikken op de tijd dat de Lovings het gesprek van de dag vormen in (Zwart) Amerika.

Toch zoomt deze film nauwelijks in op het persoonlijke relaas van dit bijzondere echtpaar, dat gaat staan voor z’n principes. The Loving Story is eerst en vooral het verhaal van een huwelijk dat wordt ingezet als breekijzer, om via het Amerikaanse hooggerechtshof interraciale relaties legaal te maken – en gelijke rechten voor Afro-Amerikanen af te dwingen. Door die focus op het maatschappelijke verhaal is echte identificatie met de Lovings alleen lastig.

Wat de kwestie voor de echtelieden zelf moet hebben betekend komt beter uit de verf in de gelauwerde speelfilm Loving (2016). Gezamenlijk schetsen de twee producties het complete verhaal van twee doodgewone mensen die, simpelweg door in het huwelijk te treden en vast te houden aan hun positie van man en vrouw, het Amerikaanse ‘project’ een heel klein beetje wisten bij te sturen.