Songs From The Hole

Netflix

Hoewel het geloof hem van jongs af aan is ingeprent door zijn vader William, pastor bij een kerk waar ie zelf ook in het koor zat, belandt James Jacobs op het verkeerde pad. Als vijftienjarige schiet hij, volgens eigen zeggen puur om te bewijzen dat hij ‘that nigger from the hood’ is, op 16 april 2004 een man dood. Drie dagen later wordt zijn eigen oudere broer Victor, die eveneens in het bendeleven verzeild is geraakt, vermoord door, zoals Jacobs dat noemt, ‘another one of us’. Ofwel: Jamaal Smith, iemand die net als hij en zijn broer gewoon z’n rol speelt in de straatcultuur.

Sinds die tijd zit James Jacobs in de California State Prison een gevangenisstraf van veertig jaar uit. In de isoleercel, ofwel the hole, vindt ie uiteindelijk zichzelf én zijn stem, vertelt hij via de gevangenistelefoon in Songs From The Hole (97 min.), de hybride van documentaire en videoclipverzameling die Contessa Gayles in nauwe samenwerking met hem heeft gemaakt. Want daar creëert Jacobs zijn alter ego, de zanger/rapper JJ’88, en maakt hij samen met medegedetineerde Richie Reseda, die zijn leven ook weer bij elkaar heeft geraapt, het album waarvan deze film de verbeelding is.

‘Als het rechtssysteem me geen levenslang geeft, word ik neergeschoten door m’n eigen soort’, rapt JJ’88’ in één van de gestileerde videoclips, waarin met acteurs zowel zijn eigen verhaal als dat van veel ontspoorde jongens uit de Afro-Amerikaanse gemeenschap op een nogal gelikte manier wordt verteld. Gaandeweg komt James Jacobs echter tot de conclusie dat jongeren zoals hij niet voorbestemd hoeven te zijn voor dit leven. ‘Niemand dwingt je iets te doen’, galmt het in zijn hoofd als hij in de gevangenis voor een cruciale levenskeuze wordt gesteld: wraak of toch vergeving?

Als langgestrafte vindt hij in muziek de hoop die hij zo lang zocht. Inmiddels heeft Jacobs een verloofde, Indigo, die zich onvermoeibaar beijvert voor herziening van zijn straf, zodat ze samen buiten de gevangenismuren een toekomst kunnen opbouwen. Zo bezien zou deze clipdocu ook Songs From The Hope genoemd kunnen worden. Want ook James’ vader heeft altijd hoop gehouden op een ander, beter leven voor zijn enige overgebleven zoon. ‘Op een dag zal mijn zoon vrij zijn’, zegt hij stellig. ‘Dat heeft God me beloofd.’ En halverwege deze vertelling komt daar zowaar zicht op.

Met de oorspronkelijke manier waarop Gayles het persoonlijke verhaal van Jacob James, dat in wezen al door/over talloze andere zwarte Amerikanen achter de tralies is verteld, heeft vormgegeven, zorgt ze er intussen voor dat Songs From The Hole zich onderscheidt van thematisch verwante producties. Tegelijkertijd krijgen die tamelijk gladde muziekvideo’s nooit de emotionele lading die bepaalde documentairescènes wél hebben en wordt deze film nooit helemaal de mokerslag die de twee makers waarschijnlijk voor ogen hadden.

Ik Was Een Kind

Doxy / EO

‘Wat heb ik van die man gehouden!’ constateert Anneloes van ‘t Licht aan het einde van Geertjan Lassches indringende film Ik Was Een Kind (76 min.). Het is een bijzonder wrange conclusie. Diezelfde man – haar eigen vader, inmiddels overleden – heeft haar ook gesloopt.

Als zestienjarig meisje deed Anneloes aangifte tegen hem, een bekende SGP-politicus. Vanwege seksueel misbruik. Incest. Nu, 25 jaar later, overziet ze de schade die dat heeft veroorzaakt in haar leven. De manier waarop ze na die aangifte, ook tegen haar broer, werd behandeld vond ze nog erger dan het misbruik zelf. Ze werden bovendien niet veroordeeld – ook niet in hoger beroep. Het bewijs zou onrechtmatig zijn verkregen.

Voor deze documentaire heeft Anneloes brieven rondgestuurd, in de Gereformeerde gemeenschap waarbinnen ze opgroeide. De brief aan haar moeder heeft ze persoonlijk bezorgd. Slechts een enkeling – een broer van vader, een nicht, een gezinsverzorgster – blijkt bereid om met haar in gesprek te gaan. Net als tal van hulpverleners, die ze in die heftige periode en het van tragiek doortrokken leven daarna, op haar pad vond. 

Van ‘t Licht nodigt hen uit, om de maalstroom van gebeurtenissen die haar hebben getekend door te nemen, om er samen vat op te krijgen. Lassches camera is daarbij permanent gericht op de hoofdpersoon, die centraal in beeld zit. De anderen zijn niet meer dan passanten in haar schrijnende relaas. ‘Ik moet dit doen’, houdt ze zichzelf voor in dagboekfragmenten die de ontmoetingen inkaderen. ‘Voor mezelf, voor m’n kinderen.’

Met deze documentaire wil Anneloes zichzelf laten zien, ‘met alles wat er in mij zit’. Woede bijvoorbeeld. Over de ‘victim blaming’, verhalen over ‘seksueel wervend gedrag’. ‘Dat jullie ‘t in het verborgene willen houden, ergens snap ik het zelfs nog’, zegt ze boos tegen de camera. ‘Maar stóp met mij de schuld geven. Ík heb niet mezelf misbruikt.’ Ze laat een stilte vallen. ‘En ma, u weet, u wéét, dat ik de waarheid spreek. U wéét het.’

Ik Was Een Kind is echter niet zozeer een keiharde afrekening met haar familie als wel een poging om te begrijpen wat er is gebeurd, waarom haar dierbaren hebben gehandeld zoals ze deden en wat dit nu voor haar betekent. De film markeert wel het afscheid van een waardensysteem en de bijbehorende zwijgcultuur, waarvan Anneloes niet langer deel uit wil en kan maken – ook al zit dit, of ze nu wil of niet, diep in haar verankerd.

Die worsteling met het verleden, haar familie en zichzelf is pijnlijk om te zien. Een lijdensweg, een afspiegeling van de weg die ze daadwerkelijk heeft moeten afleggen, die in het hier en nu, voor de camera, nog eens wordt opgeroepen, om die dan, als ‘t enigszins kan, definitief achter zich te laten. Zodat de vrouw, die gedwongen door de omstandigheden altijd kind moest blijven, nu eindelijk in het heden kan gaan leven.

Vals Paradijs

Omroep Zwart

‘Dit is mijn achterkleinzoon Feroz’, vertelt een oude mannenstem in de openingsscène van Vals Paradijs (55 min.). Feroz Amirkhan is op bezoek bij een Surinaamse plantage, waar vroeger contractarbeiders werkten. Hij wordt er rondgeleid door de historicus Rajinder Bhagwanbali. ‘Dit is een voorbeeld van een isoleercel. Dan werden ze hier opgesloten. Wanneer je toch bleef gillen, dan werd er een stukje hout door je mond gezet, zodat je geen geluid kon produceren.’

Het beeld laat de jonge Hindostaanse Nederlander duidelijk niet koud: hier hebben zijn voorouders dus geleefd en geleden. Samen met zijn neef Pavan Marhe wil Feroz een vergeten stuk geschiedenis opdiepen: het verhaal van de Indiase contractarbeiders die in landen als Suriname, Trinidad en Guyana genadeloos werden afgebeuld, onderdrukt en uitgebuit op rijst- en suikerplantages. Één van hen was hun eigen overgrootvader, Fakirchand Rajvanshi.

Fakirchand werd in 1892 geboren in het dorp Meeruth in de Indiase deelstaat Uttar Pradesh. Na een ruzie met zijn vader liep hij weg van huis. Op de markt zwichtte de jongeling vervolgens voor de mooie praatjes van een ronselaar. Die beloofde hem een gouden toekomst in ‘het land van Rama’. Fakirchand trapte er met open ogen in en kwam zo, in de woorden van de historicus Rajinder Bhagwanbali, in een soort ‘substituut-slavernij’ terecht.

Op een soortgelijke manier werden er na de afschaffing van de slavernij, tussen 1873 en 1916, twee miljoen Indiërs naar allerlei koloniën gelokt. 34.000 van deze contractarbeiders belandden in Suriname, onder wie dus Fakirchand. Hij ging in 1909 aan het werk op de suikerrietplantage Slootwijk. ‘Dit was niet het paradijs dat mij was beloofd’, meldt hij droog, in een steeds terugkerende voice-over waarmee zijn levensverhaal wordt verteld.

Als Fakirchands kleindochter Sharda Marhé nu naar een bewaard gebleven foto van hem kijkt, ziet ze ‘verdriet in zijn ogen’. Hele Indiase families waren uit elkaar gerukt en zagen elkaar vaak nooit meer terug. Pas veel later konden sommige banden, ook in de familie van Pavan en Feroz, weer worden hersteld. Tijdens hun reis door Suriname, Trinidad en Guyana zoeken de twee neven familieleden op en bezoeken plantages, barakken, monumenten en suikerfabrieken.

Daar kunnen ze met eigen ogen aanschouwen hoe hun voorouders werkten en leefden. De planters waren destijds bij Indiërs uitgekomen, omdat die goedkoop waren, hard werkten en het imago hadden dat ze gehoorzaam waren. ‘Toen de omstandigheden verslechterden op de plantages waren er gewelddadige protesten en zelfs moordpartijen op suikerwerkers’, vertelt de socioloog Visnu Bisram. ‘Indiërs waren eigenlijk helemaal niet zo gehoorzaam als men dacht.’

Een eeuw later zijn er op de Blairmont-plantage in Guyana zelfs nog altijd afstammelingen van de oorspronkelijke contractarbeiders te vinden, die hun brood verdienen met het kappen van suikerriet. Het is ongelooflijk zware lichamelijke arbeid, ervaren Pavan Marhe en Feroz Amirkhan aan den lijve. Ze kunnen nauwelijks geloven dat er in de 21e eeuw nog altijd handmatig wordt gekapt. Het is werk dat je op een slavenplantage zou verwachten.

Zo brengt deze roadmovie, die onderweg wel eens wat vaart of scherpte verliest, een onderbelicht element van de koloniale geschiedenis in beeld, het zogenaamde Indentured Labor System, waarbij slavernij werd vervangen door iets dat toch wel weer verdacht veel leek op… slavernij.

Time: The Kalief Browder Story

Netflix

Ruim duizend dagen in de gevangenis, waarvan achthonderd in een isoleercel. Voor het stelen van een rugzak. Het overkwam de 16-jarige Kalief Browder uit The Bronx. Zonder dat er overtuigend bewijs tegen hem was verzameld, moest hij bijna drie jaar in voorarrest doorbrengen in de beruchte New Yorkse gevangenis Rikers Island.

De zesdelige documentaireserie Time: The Kalief Browder Story (258 min.) plaatst de persoonlijke tragedie van Browder, die principieel voor zijn recht blijft vechten, binnen z’n maatschappelijke context: het lot dat jonge zwarte mannen, die toevallig in de verkeerde buurt opgroeien, ten deel valt.

Te midden van eenoudergezinnen, jeugdbendes en etnisch profilerende agenten moeten zij zichzelf op het rechte spoor zien te houden. Met een beetje pech belanden ze echter al snel in het volledig verstopte rechtsysteem, waar het hen aan het geld ontbreekt om een goede advocaat in te huren of gewoon de veel te hoge borgsom te betalen.

En als je écht pech hebt, zoals de onfortuinlijke Kalief Browder, gaan de bendeoorlogen, drugshandel en corruptie achter slot en grendel gewoon verder en dreigt bovendien eenzame opsluiting als je uit arren moede eens door je remmen schiet (of daartoe door anderen wordt uitgedaagd dan wel gedwongen).

Regisseur Jenner Furst laat in deze aangrijpende, richting de war on drugs en Black Lives Matter-beweging uitwaaierende docuserie zowel direct betrokkenen als deskundigen aan het woord en belicht met hen het grote drama rond Kalief Browder, die een even dapper als tragisch ‘poster child’ van de Amerikaanse nachtmerrie is geworden.

Solitary: Inside Red Onion Prison / Last Days Of Solitary

HBO

Achter klinische, blauwe deuren speelt zich een compleet mensenleven af. In een helverlichte cel van 2,5 bij 3 meter spenderen de gevangenen van de Red Onion State Prison 23 uur van elke dag. De luchtruimte, waar ze het resterende uur mogen doorbrengen is niet veel groter en al even hermetisch afgesloten. Een leven zonder uitzicht. Letterlijk.

Eenzame opsluiting, het moet de hel op aarde zijn. Solitary: Inside Red Onion State Prison (60 min.) van Kristi Jacobson is een treffende sfeerschets van het doodse leven in de extra beveiligde penitentiaire inrichting in Wise County, Virginia. Voor de meeste gedetineerden is hun (levenslange) celstraf een logische optelsom van de ervaringen in hun jeugd, die ook al een soort gevangenis moet zijn geweest.

Tegenover hen staan de cipiers die gewoon hun boterham proberen te verdienen in Red Onion, dat sinds de sluiting van de lokale kolenmijnen één van de belangrijke werkgevers in de directe omgeving is geworden. Een naargeestige plek, waar ze zichzelf en de mannen die ze bewaken van geweld, depressie en gekte proberen af te houden.

Over de hel van de isoleercel werd dit jaar nog een andere documentaire gemaakt, waarvan ik zelf enkele maanden geleden echt een beetje van slag was. In Last Days Of Solitary, nog steeds te zien op de website van de Amerikaanse publieke omroep PBS, worden enkele gedetineerden van de Maine State Prison tijdens en na hun gevangenschap gevolgd.

Zo brengen de filmmakers Dan Edge en Lauren Mucciolo tevens de (lange termijn) effecten van eenzame opsluiting in kaart. Het resultaat is een nachtmerrieachtige film, waarin je de gedetineerden soms letterlijk voor je ogen gek ziet worden.

Real life-horror dus, die je móet kijken (maar niet wilt zien) en die je vervolgens als een angstaanjagende koortsdroom blijft achtervolgen.