Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

RTBF

Van de beoogde hoofrolspelers worden Liverpool-icoon Kenny Dalglish en Juventus-ster Michel Platini gedegradeerd tot onbeduidende figuranten. Wat een zinderende finale van de Europa Cup I, de voorloper van de Champions League, had moeten worden, wordt op 29 mei 1985 een ongekende veldslag in het Heizelstadion te Brussel.

En dan niet tussen de elftallen van de twee voetbalgrootmachten, maar tussen hun supporters. Het zogenaamde Heizeldrama. Ruim voor aanvang van de wedstrijd vallen Engelse hooligans hun Italiaanse opponenten aan. Zij richten een bloedbad aan in het verouderde stadion: 39 doden, vooral Italianen, en dan nog ruim zeshonderd gewonden.

In Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule (84 min.) reconstrueren Christophe Hermans en Boris Tilquin (Merckx) deze zwarte bladzijde uit de voetbalgeschiedenis met een aantal direct betrokkenen: Juve-supporter Giovanni Costacurta, de (veroordeelde) Liverpool-fan Terry Wilson, Belgische politieagenten en enkele journalisten.

Hun verhalen worden gestut met beelden van de immense chaos op deze tragische dag. Terwijl er massale rellen uitbreken, supporters op de vlucht slaan en de politie te paard toesnelt om de wapenstok ter hand te nemen, meldt een mededelingenbord doodleuk: ‘UEFA and the Belgian F.A. wish you a hearty welcome in the Heizelstadium.’

Veertig jaar na dato doen de beelden van het Heizeldrama, dat zich voor het oog van de camera opnieuw ontvouwt, denken aan taferelen die we kennen uit oorlogsgebied: angstige of gewonde mensen vluchten in blinde paniek weg. Hulpverleners proberen te redden wat er te redden valt. Intussen worden er levenloze lichamen afgevoerd.

En daarna wordt er, om verdere ellende te voorkomen, gewoon afgetrapt. De Franse ster Platini zal de wedstrijd alsnog in het voordeel van Juventus beslissen. Over die Cup-winst blijft echter altijd een grauwsluier hangen. Van een bezoedelde overwinning in een wedstrijd die nooit meer gespeeld had mogen worden – ook al is voetbal dan oorlog.

De Duitse televisie weigert in elk geval om de finale uit te zenden, tonen Hermans en Tilquin. Dat geeft geen pas. En daarna laten ze zien hoe Juventus-tifosi desondanks ongegeneerd de overwinning vieren. Het gênante tafereel wordt gevolgd door uitsluiting van Britse teams aan Europese toernooien én de zoektocht naar de verantwoordelijken.

‘Gedurende het ganse proces had ik de vraag: ben ik nu schuldig of ben ik alleen maar verantwoordelijk?’ zegt Rijkswachtkapitein Johan Mahieu, die belast was met de beveiliging. Hij krijgt een voorwaardelijke straf opgelegd voor zijn aandeel in het Heizeldrama. ‘Ik heb mij nooit schuldig gevoeld, ik heb mij wel verantwoordelijk gevoeld.’

Als deze donkere dag voor het Europese voetbal helemaal is afgewikkeld, volgt nog geen vier jaar later een nieuw dieptepunt in de Liverpool-historie: Hillsborough.

Trailer Heysel 1985: Dans L’Enfer De La Foule

Merckx

Gusto Entertainment

‘Op de fiets was hij net als zijn vader Jules: serieus, koppig en vasthoudend’, vertelt wielerjournalist Rodrigo Beenkens in deze archieffilm over de grootste wielrenner aller tijden. ‘Maar eenmaal van de fiets af was hij net als zijn moeder Jenny: emotioneel, melancholiek en vrijgevig. De ambivalentie van Eddy Merckx.’

In de documentaire Merckx (83 min.) richten Christophe Hermans en Boris Tilquin zich op de hoogtijdagen van de Belgische wielrenner die, bijvoorbeeld, vijf keer de Tour de France won, eveneens vijfmaal zegevierde in de Ronde van Italië, de Vuelta één keer won en nog eens drie keer wereldkampioen werd. Tussendoor schreef hij ook nog zo ongeveer alle wielerklassiekers op zijn naam. Nee, voor andere wielrenners was er van pakweg 1967 tot 1975 doorgaans héél weinig aan.

Eddy Merckx was een echte vechter die nooit van opgeven wilde weten, stelt zijn Nederlandse coureur Joop Zoetemelk, die mede door de verrichtingen van zijn Belgische rivaal de bijnaam ‘de eeuwige tweede’ verwierf. Verder komen in deze documentaire ook Merckx’s zus Micheline en broer Michel, zijn biograaf Johny Vansevenant, soigneur Guillaume Michiels en zijn concurrenten Jan Janssen, Felice Gimondi, Lucien van Impe, Cyrille Guimard en Bernard Thévenet aan het woord.

Zij blijven buiten beeld. En ook in het fraaie archiefmateriaal is vooral Eddy Merckx zelf te zien: demarrerend, terughalend, klimmend, tijdrijdend en sprintend. Winnend, dat vooral. Een tijd was hij de wielervariant op Duitsland in de boutade ‘voetbal is een eenvoudig spelletje, waarbij 22 mannen negentig minuten achter een bal aanrennen en op het einde Duitsland altijd wint’. Iedere coureur reed zich het snot voor ogen en moest daarna aanzien hoe hij toch weer als eerste de meet passeerde.

De Merckx van na de finish, toen hij zijn fiets definitief in het vet had gezet, bestaat in deze film niet. En zijn jeugd, met een moeder die in eerste instantie weinig fiducie had in de wielercarrière van haar kind en een vader die hardhandig ingreep als het joch weer eens nauwelijks te hanteren was, wordt in tamelijk ruwe pennenstreken afgedaan. Heden ten dage zou Eddy waarschijnlijk met ADHD worden gediagnosticeerd, toentertijd probeerden ze hem gewoon in het gareel te houden.

Hoe hij daar zelf naar kijkt, daarnaar blijft ’t overigens gissen in deze film. De man zelf – en ook zijn echtgenote Claudine, eerder wel prominent aanwezig in Joël Santoni’s Eddy Merckx: La Course En Tête uit 1973 – komen alleen aan bod in archiefinterviews en -reportages. Eddy mag eeuwig jong blijven, de man die Vlamingen en Walen voor de verandering eens trots maakte dat ze Belg waren – al werden wielerfans van buiten de landsgrenzen allengs strontziek van Merckx’s dominantie.

De bijnaam ‘De Kannibaal’ geldt als een weerslag van die weerzin. Merckx was er zelf naar verluidt niet blij mee. Bij de Tour de France van 1975 zou hij de eerste renner in de geschiedenis gaan worden die de ronde zes keer had gewonnen. Een chauvinistische Franse fan kon dat echter niet verkroppen en bracht de Belgische favoriet een slag toe. Merckx reed zich daarna volgens eigen zeggen helemaal kapot. Hij heeft na deze tour ook nauwelijks nog een overwinning van betekenis geboekt. 

Een geboren winnaar was een gewezen winnaar geworden – en Eddy, die enigszins verlegen Belgische jongen, niet langer Merckx, de beste wielrenner van zijn (en wellicht elke) tijd.

De Wereld In Ter Apel

BNNVARA

Als er één onderwerp is waarbij feiten en fabels voortdurend door elkaar lopen, dan is ‘t wel de Nederlandse asielcrisis. Aan de journalistiek de taak om het kaf van het koren te scheiden en de feiten, en de daarbij betrokken personen, te laten spreken. Waar de miniserie Bij Ons Op Het AZC onlangs het dagelijks leven binnen het asielzoekerscentrum van Zutphen in beeld bracht en de mensen portretteerde die daar verblijven en werken, kiest De Wereld In Ter Apel (212 min.) nu een systeembenadering: hoe werkt het veelbesproken Nederlandse asielbeleid in de praktijk?

De vierdelige serie van Martin Maat en Hans Hermans, het duo dat de afgelopen jaren ook al De Boerenrepubliek en Een Porseleinen Huwelijk uitbracht, start op 21 november 2023, de avond vóór de Tweede Kamerverkiezingen, die een politieke aardverschuiving te weeg brengen. In het veelbesproken aanmeldcentrum in het Groningse dorp, ‘de enige voordeur van Nederland’ brengen 165 asielzoekers dan de nacht door op de vloer van drie wachtkamers. Het is het beschamende sluitstuk van een turbulent jaar, waarin de filmmakers hebben meegekeken in Ter Apel.

Daarna gaat de miniserie terug naar het begin van 2023, als het nog relatief rustig is in het centrum. Stapsgewijs lopen Maat en Hermans in eerste instantie de verschillende elementen van de asielprocedure door, waarbij ze getuige zijn van verhoren door de vreemdelingenpolitie, IND-gehoren en terugkeergesprekken met mensen uit landen als Syrië, Colombia, Somalië, Marokko en Iran. Na afloop delen de makers, die de gebeurtenissen via een voice-over op neutrale toon inkaderen, de uitkomst ervan. Meestal is dat een variant op: de procedure loopt, de uitkomst ervan laat nog op zich wachten.

Tegelijkertijd neemt De Wereld In Ter Apel ook elders in de wereld poolshoogte. In Raqqa bijvoorbeeld, waar het leven door de Syrische burgeroorlog nog altijd volledig ontregeld is. Bij het oerbos tussen Polen en Belarus, waar vluchtelingen, in strijd met Europees en internationaal recht, gedwongen worden teruggestuurd. Op de Middellandse Zee, ‘de dodelijkste grens ter wereld’, waar Artsen Zonder Grenzen vluchtelingen uit gammele boten proberen te redden. En in Ethiopië, waar honderdduizenden gevluchte Somaliërs ‘in de eigen regio’ worden opgevangen.

Hoewel de verwikkelingen in binnen- en buitenland soms echt met elkaar gematcht moeten worden, is de bedoeling duidelijk: de Nederlandse asielcrisis is niet los te zien van ontwikkelingen in de rest van de wereld en dus ook niet zomaar vanuit hier bij te sturen. Intussen loopt de situatie in de loop van 2023 steeds verder uit de hand. Ter Apel kampt met veel te weinig plekken en overlast gevende asielzoekers. In de rest van het land blijft er een schrijnend tekort aan opvanglocaties en is er ook weinig animo om bij te springen. En Den Haag blijft maar bakkeleien over de spreidingswet.

Daarmee krijgt deze serie, die nuchter, kalm en beschrijvend begint, gaandeweg steeds meer drama en urgentie. Als het systeem aan de basis helemaal dreigt vast te draaien. Omdat elders het vermogen of de bereidheid ontbreekt om de maatregelen te nemen die nodig zijn om deze uitdaging, die het kleine Nederland natuurlijk ontstijgt, beheersbaar te houden.

Een Porseleinen Huwelijk

ICU Documentaires

Achter de traan van Maxima, waarmee op zaterdag 2 februari 2002 haar huwelijk met de Nederlandse kroonprins Willem-Alexander officieus werd bezegeld, gaat een gevoelige kwestie schuil. Dat was natuurlijk al bekend. Omdat hij jarenlang deel uitmaakte van het schrikbewind van de Argentijnse dictator Videla, mocht Maxima’s vader Jorge Zorreguieta destijds niet aanwezig zijn bij de officiële huwelijksplechtigheid. Dit had de Nederlandse topdiplomaat Max van der Stoel, in opdracht van de toenmalige premier Wim Kok, hoogstpersoonlijk uitonderhandeld.

Toch is het complete verhaal daarmee niet verteld. De vierdelige documentaireserie Een Porseleinen Huwelijk (200 min.), een nauwgezette journalistieke ‘reconstructie van een koningsdrama’, bevat nog enkele saillante onthullingen. Martin Maat en Hans Hermans hebben de hand weten te leggen op handgeschreven aantekeningen van Van der Stoel en spreken met zijn zoon Scipio, die hij destijds in vertrouwen nam over zijn bevindingen. Zo kunnen ze achter de schermen kijken bij deze gevoelige kwestie, die dreigde uit te monden in een constitutionele crisis.

Maat en Hermans hebben sowieso een imposante lijst bronnen voor de camera gekregen. Behalve Van der Stoel komen bijvoorbeeld ook toenmalig PvdA-fractievoorzitter en Kok-confidant Ad Melkert, hoogleraar Michiel Baud (die onderzoek deed naar Zorreguieta’s rol tijdens de dictatuur), de Nederlandse correspondent Jan Thielen (die meermaals met de vader van Maxima sprak), de Argentijnse grootgrondbezitter Mauricio Goyenechea (een huisvriend van de Zorreguieta’s) en Nederlandse Videla-opponenten als Frits Barend en Freek de Jonge aan het woord.

Zo wordt het schaakspel achter de coulissen zichtbaar – letterlijk verbeeld met een bord en stukken – maar wordt ook het drama daarachter invoelbaar gemaakt. De verschrikkingen van de Argentijnse dictatuur komen tot leven via interviews met de 95-jarige Delia Giavanola, één van de oprichters van De Dwaze Moeders die jarenlang op La Plaza de Mayo in Buenos Aires aandacht vroegen voor hun verdwenen kinderen, en haar kleinzoon Martín, die na de moord op zijn ouders in het geheim ter adoptie is aangeboden en pas onlangs met zijn hoogbejaarde oma werd herenigd.

Een Porseleinen Huwelijk zoomt tevens in op de juridische stappen die destijds werden gezet tegen Jorge Zorreguieta. Nadat de strafkamer van het gerechtshof Amsterdam in het najaar van 2000 had bepaald dat de Surinaamse leider Desi Bouterse in Nederland kon worden vervolgd voor de zogenaamde Decembermoorden, leek ook een rechtsgang tegen Zorreguieta hier ineens tot de mogelijkheid te behoren. De poging van enkele Nederlandse advocaten om Maxima’s vader namens slachtoffers van het Videla-regime te vervolgen, zou evenwel rigoureus worden gedwarsboomd.

Minutieus ontleden Martin Maat en Hans Hermans in deze boeiende miniserie alle aspecten van De Kwestie Zorreguieta, een zaak die twintig jaar geleden heel Nederland – en half Argentinië – in zijn greep hield. Totdat ons land echt kennismaakte met de bevallige echtgenote van de toekomstige koning en op het moment suprême, tijdens de huwelijksvoltrekking in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, die ontzettend mediagenieke traan over haar wang biggelde. Daarmee werd in zekere zin niet alleen haar huwelijk bezegeld, maar ook de affaire die daarmee verbonden dreigde te raken.

Adriaan van Dis, Een Wanhopig Optimist

c: Carel Schutte

Een journaalitem over zijn ruzie met Willem Oltmans. Of, met een beetje geluk, over zijn gebakkelei met W.F. Hermans. Daar kon het wel eens bij blijven als hij het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt, denkt Adriaan van Dis. Hij zou overigens liever hebben dat ze dan melden dat hij mooie boeken heeft geschreven.

De schrijver, televisiemaker en journalist Van Dis is inmiddels 75 en heeft zich een paar dingen voorgenomen, vertelt hij aan Coen Verbraak in Adriaan van Dis, Een Wanhopig Optimist (53 min.): Gij zult niet verbitteren. Gij zult niet klagen noch zeuren. En zorg dat je in ieder geval een mate van onafhankelijkheid bewaart. Zo niet, daar maakt hij ook geen geheim van, dan is er een uitweg.

Samen met Verbraak bezoekt Van Dis de plekken die ertoe doen in zijn leven: Bergen aan Zee, het decor voor een tamelijk ongelukkige jeugd. De Noord-Franse stad Arras, waar zijn moeder voor het eerst vertelde over haar kampervaringen. En zijn voormalige domicilie Parijs, waar hij enkele boeken schreef. Daar dist de geboren verteller, met plezier en bravoure, de verhalen van zijn leven op.

Dat is ook wel een beetje de beperking van deze tv-film: Adriaan is een zeer onderhoudende causeur en heeft smeuïge verhalen in overvloed – over het jongetje dat te dom was om te studeren, zijn eerste seksuele ervaring bij een prostituee en die vader waarvan het zo moeilijk houden was – maar of hij ook het achterste van zijn tong laat zien of zichzelf verrast tijdens de gesprekken met Verbraak?

‘s Mans ontmoetingen met zijn redacteur Tilly Hermans, de Zuid-Afrikaanse schrijver en anti-Apartheidsactivist Breyten Breytenbach en regisseur Ellen Jens (van zijn bekende televisieprogramma Van Dis In De IJsbreker), ogen verder wat opgeprikt en leveren vooral anekdotisch materiaal op, waarmee in het oog springende elementen uit die driekwart eeuw Adriaan van Dis kleur krijgen.

Met tamelijk feitelijke voice-overs brengt Coen Verbraak vervolgens ordening aan in dit nette portret waaraan geen mensch zich een buil zal vallen, maar dat ook niet echt nieuw licht werpt op Adriaan van Dis of echt onder de oppervlakte lijkt te komen bij hem.

De Boerenrepubliek

Bert ter Beek / ICU Documentaires

Het is een aangrijpend tafereel. Boer Bert ter Beek uit Oene, een man die je direct in je hart sluit, bidt het Onze Vader en heft vervolgens, te midden van de loeiende koeien in zijn stal, Psalm 121 aan. Als Bert klaar is, gaat hij aan het werk met de mannen die zijn gekomen om zijn vee te ruimen. Hij pakt een touw en leidt de eerste de beste koe de vrachtwagen in. Zijn hoogbejaarde vader kan het niet aanzien. Bert slaat zijn arm om hem heen en zegt troostend: ‘Stil maar, jongen. We redden het wel.’

‘De burger begrijpt de boer niet meer’, constateert verteller Felix Meurders aan het begin van de vierdelige serie De Boerenrepubliek (200 min.) van Hans Hermans en Martin Maat. ‘En de boer snapt de overheid al helemaal niet meer.’ De Brabantse varkensboer Frans Meulenmeesters verwoordt dat gevoel perfect. ‘Het is nooit, maar dan ook nooit, maar dan ook nooit genoeg.’ ‘s Mans bittere constatering vormt de opmaat naar een breed opgezette, empathische en genuanceerde rondgang langs de permanente botsing van belangen tussen boer, natuur en overheid, aan de hand van de MKZ-crisis in het voorjaar van 2001. Die ijlt twintig jaar na dato nog altijd na in agrarisch Nederland.

Het eerste geval van mond- en klauwzeer werd aangetroffen in Oene, een dorp in het Noordoosten van Gelderland dat direct in lockdown moest – een term die toen overigens nog helemaal niet werd gebruikt. De plaatselijke melkveehouder Albert Hassink haalde destijds het NOS Journaal met een videodagboek vanuit zijn eigen bedrijf. De beelden maken nog altijd indruk. ‘Die worden allemaal afgemaakt’, zegt Hassink met een snik in zijn stem, bij de aanblik van zijn ogenschijnlijk kerngezonde koeien. ‘Daar heb je je hele leven hard voor gewerkt. Je ouders, je voorouders, om dit op te bouwen. Het wordt in één dag allemaal afgemaakt. Allemaal.’ Hij sluit zijn video af met een oproep aan de toenmalige minister van landbouw, Laurens Jan Brinkhorst: ‘Minister, dit gaat fout. Dat ziet u toch ook wel?’

‘De reactie van deze boer begrijp ik heel goed’, reageert Brinkhorst twintig jaar later. ‘De individuele boer valt niks te verwijten.’ Het is volgens de oud-minister wel tragisch: omdat Nederland zelf – met steun van belangenorganisaties van de boeren – een toonaangevende exporteur van landbouwproducten wilde worden, moest het Europese non-vaccinatiebeleid worden ingevoerd. ‘De gevolgen zijn natuurlijk dat je je export kwijt bent als je gaat vaccineren.’ En dus werd er niet geënt, zoals de betrokken boeren wilden, maar ‘geruimd’, een eufemistische term voor het doden van de dieren. ‘Koeienmoord’, volgens sommige agrariërs. Van in totaal zo’n kwart miljoen, voor het grootste deel gezonde dieren. Dat zou uiteindelijk leiden tot rellen in Kootwijkerbroek. En die waren dan weer een logisch vervolg op de boerenprotesten van de jaren negentig en een voorbode van de grootschalige acties die organisaties als Farmers Defence Force tegenwoordig opzetten.

In deze ambitieuze reeks worden al die elementen, zo nu en dan met ingrijpen van voice-over Meurders, op een logische manier met elkaar verbonden: van de uitbraak van varkenspest tot het huidige stikstofbeleid en de Coronacrisis (die in 2001 al min of meer werd voorspeld door viroloog Ab Osterhaus). Met oog voor zowel de gevoelens en belangen van de Nederlandse boer als van zijn natuurlijke opponenten, de natuur- en dierenbeschermers. Die spreken over dierenbevrijding, een klimaatcrisis en gebrek aan biodiversiteit (en als gevolg daarvan zoiets als ‘landschapspijn’). Beide partijen lijken elkaar gevangen te houden in een kansloze strijd, waarin ook hun gezamenlijke vijand, ‘de politiek’, vooralsnog het verschil niet weet te maken.

Sinds de MKZ-crisis is het aantal boeren gehalveerd en het aantal dieren gelijk gebleven. Dat lijkt vragen om problemen. Alleen een fundamentele herbezinning zou de Gordiaanse knoop die de Nederlandse landbouw gaandeweg is geworden kunnen ontwarren. De Boerenrepubliek besteedt in dat kader ook aandacht aan veelal kleinschalige initiatieven om het boeren te vernieuwen. Uiteindelijk bepaalt de consument natuurlijk welke daarvan succesvol kunnen zijn. ‘Drie keer per dag hebben wij als mensen een stem in wat voor voedselsysteem wij willen’, stelt varkenshouder Jeffrey Korsmit uit Sint Willebrord. Hij houdt zijn Magalitza varkens gewoon buiten, waar ze lekker in de modder kunnen rollen. Voor hem en het welslagen van zijn bedrijf is het vanzelfsprekend essentieel dat de kwaliteit van het product (weer) voorop komt te staan.

Op een respectvolle manier belicht deze verzorgde serie zo, aan de hand van een crisis die diepe sporen heeft getrokken door de boerengemeenschap, alle verschillende posities en perspectieven rond de Nederlandse landbouw en hoe de toekomst daarvan eruit zou kunnen zien.

De Boerenrepubliek is hier te bekijken.

Weerzien In Pristina

ICU Docs

In twintig jaar tijd kunnen mensen sadder, wiser én grijzer worden. Zoals documentairemaker Hans Hermans. In 1999 ontmoette hij als verslaggever van Netwerk in een vluchtelingenkamp bij de Macedonische grens een stel uit Kosovo, Valon en Flutura Murtezi. Tijdens de zoveelste Balkanoorlog waren ze van huis en haard verdreven en per trein gedeporteerd naar de grensplaats Blace. Hermans trok zich hun lot aan, maar verloor de geliefden na de oorlog uit het oog.

Twintig jaar later blijken de Murtezi’s een tienerdochter te hebben. Via social media legt zij namens hen contact met de Nederlander, die zich destijds om hen bekommerde. Hij reist vervolgens af naar de voormalige brandhaard in het hart van Europa. Deze televisiedocumentaire, gemaakt met Hermans’ vaste samenwerkingspartner Martin Maat, is de weerslag van dat Weerzien In Pristina (60 min.) en gebruikt die ontmoeting om terug te blikken op de strijd tussen de Servische troepen en het Kosovaarse bevrijdingsleger UCK en tevens de schade daarvan op te nemen.

Na twintig jaar zijn de wonden nog altijd vers. Niet vreemd: Kosovo was eind jaren negentig het toneel van massaslachtingen, met duizenden doden en nog steeds drieduizend vermisten tot gevolg. Gewapend met foto’s en filmbeelden van mensen die hij in die tijd portretteerde gaat Hans Hermans op zoek naar wat er van hen is geworden. Óf er iets van hen is geworden. Want het is bepaald niet zeker dat ze de oorlog ook allemaal hebben overleefd.

De mensen die hij uiteindelijk opspoort weten niet wat ze zien als Hermans z’n laptop opent: zichzelf, in een andere wereld, toen niemand veilig was. Het zijn beelden die ze nooit eerder hebben gezien. Van gebeurtenissen, die na twintig jaar nog altijd niet volledig zijn verwerkt. De kapot geschoten huizen mogen dan zijn herbouwd, de menselijke schade valt niet zomaar te repareren. ‘Die oorlog gaat voor mij nooit voorbij’, stelt een voormalige UCK-strijder. De man lijkt voor een complete generatie Kosovaren te spreken. Zij gaan gebutst door het leven.

Zijn die wonden van Kosovo over twintig jaar wél geheeld, als de mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt stilaan plaats beginnen te maken voor een nieuwe generatie, die alleen de verhalen erover kent? Afgaande op Weerzien In Pristina, een menselijke film over een ontwrichte samenleving, valt daarover niets met zekerheid te zeggen. De erfenis van de vorige oorlog kan tot een ‘dat nooit meer’-houding leiden, maar zou voor hetzelfde geld de basis voor de volgende oorlog kunnen vormen. De tijd zal ook dat leren.

Hoog Water: De Watersnood Van 1995

BNNVARA

In januari 1995, nu 25 jaar geleden, dreigde er een enorme watersnoodramp te ontstaan in Nederland. Het leidde tot de grootste naoorlogse evacuatie: 250.000 mensen moesten huis en haard verlaten om het wassende water te ontlopen. Die bange dagen worden opnieuw opgeroepen in Hoog Water: De Watersnood Van 1995 (200 min.). Qua opzet en speelduur kan deze vierdelige miniserie van Martin Maat en Hans Hermans bijna wedijveren met When The Levees Broke, Spike Lee’s vierdelige documentaire-epos over hoe orkaan Katrina in 2005 een ongelooflijke chaos veroorzaakte in de Amerikaanse stad New Orleans. De uitkomst is echter – typisch Nederlands, zou je bijna zeggen – minder dramatisch.

Niet dat de dreigende overstroming zonder gevolgen bleef: huwelijken ging eraan kapot, wethouders moesten ervan aftreden en kinderen werden noodgedwongen elders geboren. Op dat kleine menselijke niveau zit ook de kracht van Hoog Water: de paniek van het moment bij gewone mensen, het onbegrip dat er nog altijd geen deugdelijke dijken blijken te zijn aangelegd en de boosheid op ‘de hoge heren in Den Haag’, die het zelf natuurlijk wél droog houden – een sentiment dat op de hedendaagse Groningse woede over de gevolgen van de aardgaswinning lijkt.

Het overvloedige archiefmateriaal, waaronder bijzonder fraaie amateurbeelden, krijgt alle ruimte en wordt ingekaderd door direct betrokkenen, die het hoogwater van 1995 nog glashelder op hun netvlies hebben staan. Behalve over de bijna-ramp zelf verhalen zij ook over gemeenschapszin en saamhorigheid. Hoog Water heeft alleen wel erg veel vlees op de botten en vertelt, in elk geval in de eerste twee afleveringen over Zuid-Limburg en het Land van Maas en Waal, steeds min of meer hetzelfde verhaal: van het moeten verlaten van je thuis, de angst dat je daarmee alles kwijtraakt en later de opluchting dat een echte ramp tóch kon worden voorkomen.

De complete serie Hoog Water is hier te bekijken.

In De Schaduw Van King

EO

In de documentaire In De Schaduw Van King (50 min.) volgen de Nederlandse filmmakers Hans Hermans en Martin Maat de blanke Amerikaan Harcourt Klinefelter. Hij is getrouwd met een Nederlandse vrouw, woont al ruim een halve eeuw in Overijssel en kan daar geluidsopnames laten horen uit de tijd dat hij met Martin Luther King actie voerde in Selma. Opnames, die hijzelf maakte met zijn bandrecorder.

Na vijftig jaar reist hij samen met zijn vrouw Annelies terug naar zijn geboortegrond en gaat daar op zoek naar de geest van de legendarische Reverend King. Niet veel later staat Harcourt Klinefelter tegenover diens zoon Martin Luther King III, bezoekt hij de plekken waar de burgerrechtenbeweging tot volle wasdom kwam en ontmoet hij zowel oude kameraden en strijdmakkers als jongeren die waken over Kings erfgoed.

Klinefelters trip nostalgia, begeleid door zijn eigen voice-over in Amerikaans Nederlands en doorsneden met archiefbeelden van ankerpunten uit de bevrijdingsstrijd van Afro-Amerikanen, zorgt niet voor nieuwe inzichten, maar zet de schijnwerper nog eens vol op de moed en invloed van hun grote leidsman Martin Luther King, die op 4 april precies vijftig jaar dood is.