Put Your Soul On Your Hand And Walk

Imagine

‘Hoe voelt ‘t om een Palestijn in Gaza te zijn?’ vraagt de Iraanse filmmaakster Sepideh Farsi, inmiddels woonachtig in Parijs, als ze op 24 april 2024 voor het eerst videobelt met Fatma Hassona. De 24-jarige fotojournaliste heeft haar eigen huis moeten verlaten en woont nu met haar tienkoppige familie op één enkele kamer in het noorden van Gaza. Van daaruit begint Fatma geregeld te bellen met Sepideh. Waarbij elk gesprek – dat realiseren ze zich allebei – hun laatste kan zijn.

‘Ik ben trots’, reageert Fatma en tovert een stralende glimlach op haar gezicht. ‘Ik ben heel trots omdat ik het gevoel heb dat we bijzonder zijn. We zijn sterk en dapper en belangrijke mensen in de wereld.’ Wat ze ons ook aandoen, wil de jonge Palestijnse vrouw maar zeggen, wij gaan gewoon door met ons leven. Met haar foto’s probeert ze ondertussen de alsmaar toenemende ellende in Gaza te vangen, die ze met haar glimlach dan weer relativeert. ‘We hebben niets te verliezen.’

Fatma’s glimlach blijft in de navolgende maanden verschijnen, hoe wanhopig haar situatie ook wordt. Terwijl ze probeert te schuilen voor verpletterende aanvallen van het Israëlische leger, het ene na het andere verlies moet incasseren en ook nog stelselmatig wordt uitgehongerd, blijft de jonge Palestijnse trouw, zolang de haperende verbinding dit tenminste toelaat, bellen met haar nieuwe vriendin Sepideh. Put Your Soul On Your Hand And Walk (113 min.) bestaat vrijwel volledig uit hun gesprekken.

Via deze intieme conversaties, waarbij Fatma in elementair Engels haar situatie schetst en Sepideh haar moed inspreekt, ontstaat een indringend ooggetuigenverslag van het drama in Gaza. Farsi kadert dit in met beelden die ze met haar telefoon maakt van het televisiescherm, als buitenlandse nieuwszenders verslag doen van Israëls nietsontziende respons op de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023. En daarbij komt ook haar eigen moederland Iran weer in beeld.

Het contrast tussen de twee vrouwen kan intussen bijna niet groter: Sepideh Farsi, veertig jaar geleden gevlucht vanuit het Midden-Oosten, geniet van de vrijheden van het westen, terwijl haar Palestijnse gesprekspartner steeds verder ingesloten raakt. Fatma Hassona’s kamerbrede glimlach kan dan niet meer verhullen dat het haar inmiddels zwaar te moede is – ook al wordt ‘hun’ film tot blijdschap van hen allebei nog wel geselecteerd voor het prestigieuze filmfestival van Cannes.

Het lot van de Palestijnse fotojournaliste is op een tragische wijze verbonden geraakt met dat van haar geboortegrond. En dat kan eigenlijk met geen mogelijkheid meer, laat deze treurig stemmende film treffend zien, eindigen met een happy end.

Paul McCartney & Wings – One Hand Clapping

Piece Of Magic / vanaf zondag 29 september in de bioscoop

Zelf heeft hij er met veel plezier naar gekeken, zegt Paul McCartney in z’n introductie van deze studiodocu, een film over zijn band Wings die inmiddels een halve eeuw oud is. Hij stelt vervolgens de (nieuwe) leden van de groep voor en staat er nog even bij stil dat drie van hen (de gitaristen Denny Laine en Jimmy McCullogh en zijn eigen vrouw, toetsenist Linda) inmiddels zijn overleden.

En dan kan die film beginnen: Paul McCartney & Wings – One Hand Clapping (67 min.). Regisseur David Litchfield heeft de band in augustus 1974 gefilmd, tijdens vier opnamedagen in de Londense topstudio Abbey Road. Hij concentreert zich vooral op de live-sessies van de opmerkelijk vitaal klinkende groep en laat tussendoor alle leden nog even, buiten beeld, aan het woord.

‘Probeer ’t je voor te stellen’, stelt Wings-gitarist Denny Laine dan over McCartney. ‘Je hebt in The Beatles gezeten, de grootste band van de wereld in de voorgaande tien jaar. En dan moet je ineens alleen verder. Dan is het moeilijk om je zelfvertrouwen terug te krijgen.’ Laine weet waar hij over praat. Hij zat zelf enkele jaren in The Moody Blues. ‘Ik weet dus precies hoe hij zich voelt.’

‘Mijn ideaal is een vaste groep die echt werkt als een team’, zegt de Wings-frontman zelf, ‘waarbij er ook voldoende ruimte is voor ieder van ons om los te gaan en te doen wat ie wil.’ Samen met zijn kompanen levert hij zelf de boter bij de vis: zijn band excelleert tijdens uitvoeringen van klassiekers zoals Band On The RunJet en het titelnummer voor de James Bond-film Live And Let Die.

En als deze aangeklede studioregistratie is afgerond, volgt een akoestisch optreden van de voormalige Beatle in de tuin, genaamd The Backyard Sessions, waarbij hij nog eens vijf songs ten gehore brengt, waaronder covers van Buddy Holly en Chuck Berry. De liefhebber van de betere clichés voelt de kwalificatie van dit kleinood dan allang aankomen: verplichte kost voor alle Macca/Beatles-fans.

En die maken toch al gauw – natte vingerwerk – de helft van de complete mensheid uit.

Dublin Narcos

SkyShowtime

‘Je bent een Dunne’, stelt Christy Dunne, een oudere, wat morsige Ier. ‘En daarom ben je ‘done’.’ Hij moet weinig van hebben van het imago van zijn familie. De Dunnes, een Iers gezin met maar liefst vijftien kinderen, zouden hoogstpersoonlijk verantwoordelijk zijn voor de heroïne-epidemie van de jaren zeventig en tachtig in Dublin. Eerder hadden enkele broers zich al onledig gehouden met bankovervallen. Uit ‘economische noodzaak’, aldus Christy. Vader Christy senior wist ervan en was er zelfs trots op. ‘Ik bewonder ze erom’, vertelde hij in een tv-interview. ‘Zolang er niemand gewond raakt.’

Met enige goede wil lijkt het drugsmilieu van de Ierse hoofdstad in de eerste aflevering van Dublin Narcos (143 min.), opgetekend met insiders aan beide zijden van de wet, dan nog over een soortgelijke charme te beschikken als de vroegere Amsterdamse penoze. In deel 2 van deze driedelige serie van Benedict Sanderson maakt vervolgens xtc z’n entree en ontstaat er eind jaren tachtig een echte ravecultuur. Om die scene te kunnen blijven bevoorraden ontwikkelt zich een serieuze industrie, die z’n tentakels ook naar het buitenland uitslaat. Intussen blijft heroïne onverminderd slachtoffers maken.

De slotaflevering belicht tenslotte het champagne & cocaïne-tijdperk van halverwege de jaren negentig, een weerspiegeling van de economische voorspoed in Ierland. ‘Heroïne floreerde in slechte tijden, cocaïne in goede tijden’, stelt journalist Lise Hand. ‘Je kon een koerier bellen die overal leverde. Je hoefde niet naar een steegje te gaan en met enge mensen te praten.’ Die waren er ondertussen natuurlijk tóch: aan de top van de piramide. Zij waanden zich onaantastbaar en konden bijvoorbeeld zomaar de opdracht geven om de bekende misdaadjournalist Veronica Guerin te liquideren.

Via de evoluerende drugswereld schetst Dublin Narcos, aangezet met enkele geacteerde scènes, tevens de recente Ierse geschiedenis. De schrijnende armoede, ‘The Troubles’ en de alomtegenwoordigheid van de katholieke kerk maken gaandeweg plaats voor een hernieuwd zelfbewustzijn – en stoutmoedige criminelen die, aangejaagd door cokegebruik en de bijbehorende paranoia, steeds gewelddadiger optreden. En daarbij zijn er zowel directe als indirecte links met Nederland. De liquidatie van Peter R. de Vries lijkt bijvoorbeeld bijna een reprise van de moord op Veronica Guerin.

Die schokkende gebeurtenissen representeren inmiddels het moment dat de beide landen definitief hun onschuld verloren. Deze gedegen miniserie brengt heel aardig in beeld hoe ‘t in Ierland zover heeft kunnen komen.

This Much I Know To Be True

Piece Of Magic

De één gold een kleine veertig jaar geleden met de post-punkband The Birthday Party als de wildeman van de Australische muziek, de ander werd begin jaren negentig als voorman van het instrumentale trio The Dirty Three ‘de Hendrix van de viool’ genoemd. Toen Nick Cave in 1993 een violist nodig had voor een opname met zijn nieuwe band The Bad Seeds benaderde hij natuurlijk Warren Ellis. Die bleek een blijvertje.

‘Hij schikte zich in eerste instantie in een ondergeschikte rol en verfraaide gewoon wat we toch al deden’, vertelt Cave, ooit de ster van zijn eigen mockumentary 20.000 Days On Earth, in de (privé)concertfilm This Much I Know To Be True (105 min.) van Andrew Dominik. ‘En vervolgens heeft hij gewoon één voor één de leden van The Bad Seeds eruit gewerkt. Ik ben de volgende op zijn lijst. Hij begint tegenwoordig ook steeds meer te zingen.’

Van zulke meligheid is uiteindelijk geen woord gelogen: Warren Ellis speelt allang geen tweede viool meer. Hij speelt sowieso lang niet altijd viool. De twee zijn volwaardige samenwerkingspartners geworden: in The Bad Seeds en het zijproject Grinderman. Als filmcomponisten voor producties zoals The Proposition, Andrew Dominiks The Assassination Of Jesse James By The Coward Robert Ford en de prachtdocu The Velvet Queen.

En onder de noemer Nick Cave & Warren Ellis. In die laatste hoedanigheid zijn ze ook te zien in deze film van Dominik, die Cave in One More Time With Feeling (2016) al eens portretteerde toen die rouwde om zijn overleden zoon Arthur. Deze docu is geen logisch vervolg – er zit overigens ook een film tussen: Cave’s stemmige solo-performance Idiot Prayer – en heeft ook niet zo’n topzware lading, maar voelt toch wel vergelijkbaar.

This Much I Know To Be True bestaat voor het leeuwendeel uit een privé-optreden, opgenomen in het voorjaar van 2021, waarin het illustere duo op gezette tijden wordt bijgestaan door een strijkkwartet, drummer en achtergrondkoor. De locatie, in Brighton en Londen, is uiterst sfeervol. Net als de ‘in your face’-registratie. Dynamisch, fraai uitgelicht en héél intiem. Alsof de twee alleen voor jou, en mij, optreden.

Dominik lardeert dit bezwerende geheel, ogenschijnlijk lukraak, met enkele scènes (de entree en spoken word-performance van een inmiddels erg broze Marianne Faithfull bijvoorbeeld) en losse interviewfragmenten (waarin Cave bijvoorbeeld vertelt over The Red Hand Files, een website waarop hij uitgebreid en zeer persoonlijk ingaat op vragen van fans). Die zijn soms best aardig, maar het is toch echt de muziek die ’t moet doen.

Met een uitgelezen selectie songs van het Bad Seeds-album Ghosteen (2019) en de Cave/Ellis-collaboratie Carnage (2021) creëren Nick Cave en Warren Ellis een soort sacrale atmosfeer, de perfecte manier om in tijden van quarantaine en lockdowns – of als je niet zo nodig onderdeel wilt zijn van een mensenmassa – tóch onderdeel te worden van een concert.