De Illusie Aan De Macht – 1412 Dagen Kabinet Den Uyl

Joop den Uyl (l), koningin Juliana en Dries van Agt (r) / Aanpak Film

Alles is veranderd – en tegelijk helemaal niets. Zo’n linkse regering als het kabinet Den Uyl (1973-1977) had Nederland nog nooit en (vooralsnog) ook nooit meer. En tegelijkertijd ging ‘t er in de jaren zeventig, getuige de tweedelige documentaire De Illusie Aan De Macht – 1412 Dagen Kabinet Den Uyl (110 min.), niet zoveel anders aan toe dan nu: premier Joop den Uyl en bewindslieden van de partijen PvdA, KVP, ARP, PPR en D66 werden met de ene na de andere crisis geconfronteerd, kregen te maken met aanzienlijke weerstand en vochten elkaar soms, tot diep in de nacht, de tent uit.

Hun gekrakeel speelde zich alleen af in een grotendeels zwart-witte wereld en werd gekenmerkt door vormelijkere omgangsvormen. De uitgangspunten van de grote vormgever, Joop den Uyl, waren echter glashelder: een eerlijkere verdeling van macht, kennis en inkomen. Het PvdA-kopstuk geloofde in een maakbare samenleving, zijn progressieve regering was ‘van en voor gewone mensen’. En dat betekende dan weer vrij schieten voor de oppositie. ‘Sinterklaas bestaat’, kreeg VVD-leider Hans Wiegel, wijzend naar Den Uyl, bijvoorbeeld de lachers op zijn hand. ‘Daar zit ie, achter de tafel.’

Toen André van der Hout en Chris Vos werkten aan deze historische reconstructie, in 1999 beloond met een Gouden Kalf, was die ‘goedheiligman’ al overleden. Andere bekende kabinetsleden zoals de ministers Dries van Agt, Ruud Lubbers, Jos van Kemenade, Henk Vredeling, Jan Pronk, Tjerk Westerterp en Max van der Stoel en de Kamerleden Willem Aantjes, Hans van Mierlo en Frans Andriessen schoven wel aan om terug te blikken op een tijd die in het teken stond van pak ‘m beet de oliecrisis, Surinaamse onafhankelijkheid, abortus, de Lockheed-affaire en Molukse treinkapingen.

En ergens in die aaneenschakeling van kleinere en grotere crises ontstond er een verwijdering tussen de PvdA, geleid door de zuinige calvinist Den Uyl, en de katholieke minister van justitie Van Agt, die in 1977 de lijst zou gaan aanvoeren van het CDA, een nieuwe politieke partij die uit drie christelijke partijen was ontstaan. En die zou er uiteindelijk voor zorgen dat er, ondanks een enorme verkiezingsoverwinning voor de PvdA, géén tweede kabinet Den Uyl kwam. Dries van Agt werd minister-president in een kabinet met de VVD. Met Wiegel had Van Agt duidelijk meer chemie dan met Den Uyl.

Van der Hout en Vos tekenen die geschiedenis zonder al te veel opsmuk op. Ze verlaten zich op de fraaie archiefbeelden, laten die inkaderen door de toenmalige hoofdrolspelers en zorgen zelf voor een hoofdstukindeling en dienende muziek. Het resultaat is een film die de tijdgeest moeiteloos te pakken krijgt en tevens een aansprekend portret wordt van het gezicht daarvan: Joop den Uyl, een zeer principiële, gedreven en polariserende man, die regelmatig gebukt leek te gaan onder de enorme opdracht die hij zichzelf had gesteld: een Nederland van en voor iedereen.

Return Of The King: The Fall And Rise Of Elvis Presley

Netflix

Hij begint met een valse start. De ‘King of rock & roll’ oogt onzeker en nerveus en verknalt het eerste nummer. Dit optreden, de zogenaamde ’68 Comeback Special, moet de grote ommekeer in zijn carrière bewerkstelligen. Want Elvis Presley (1935-1977) is al enige tijd zichzelf niet meer. Hij heeft al vijf jaar geen serieuze hit meer gehad en bovendien in geen zeven jaar op een podium gestaan.

De documentaire Return Of The King: The Fall And Rise Of Elvis Presley (91 min.) – niet ‘the rise and fall’ dus, zoals te doen gebruiken in muziekdocu’s, waarna dan op de valreep nóg een rise volgt – reconstrueert hoe Presley in 1968 de weg terug naar zichzelf en zijn publiek vindt met een dampende concertspecial, die ruim een halve eeuw later nog altijd als een ijkpunt in de rock & roll-historie wordt beschouwd.

Deze patente film van Jason Hehir (Andre The GiantMurder In Boston en de epische Michael Jordan-serie The Last Dance) begint echter bij het begin: hoe een lefgozer uit het diepe en arme Zuiden van de Verenigde Staten zich halverwege de jaren vijftig, met veel succes, zwarte muziek toe-eigent. In al z’n oerdrift, seksuele geladenheid en monsterlijke swing. Hij wordt er één van ’s werelds allereerste tieneridolen mee.

Na enkele jaren aan de top, eenzaam maar welvoorzien, raakt Elvis langzaam maar zeker zijn mojo kwijt. Ook al blijft in eerste instantie het succes. Daar zorgt zijn manager Colonel Tom Parker, de onverbeterlijke ritselaar Dries van Kuijk uit Breda, wel voor. ‘De kolonel kun je in één zingen samenvatten’’ stelt Bruce Springsteen lachend. ‘Vorig jaar had m’n jongen een miljoen dollar aan talent. Nu heeft hij een miljoen dollar.’

Elvis’ diensttijd in Duitsland kost hem echter de kop. Als hij begin jaren zestig terugkeert naar eigen land, verwelkomt Frank Sinatra hem in een speciale tv-show. Daarmee wordt de schrik van elke Amerikaan met een dochter meteen ingekapseld. De rebel van weleer, die elk meisje weke knieën bezorgt, wordt ‘one of the guys’. En Parker regelt rollen in een stroom, steeds slechter wordende, romantische films voor hem.

‘Gênant’, zegt Priscilla Presley tegen een vriend van haar echtgenoot, Jerry Schilling, terwijl ze in deze docu samen naar een scène uit Double Trouble (1967) kijken. Achter op een pick-up truck zingt Elvis zogenaamd enthousiast Old MacDonald Had A Farm voor een inwisselbare ‘love interest’. ‘Het is een misdaad om hem dat liedje te laten zingen’, zegt Priscilla met het nodige drama. ‘Hij stond voor schut en hij wist het.’

Elvis zit als een rat in Parkers val en moet bovendien aanzien hoe Britse bands zoals The Beatles en The Stones zijn plek op de rock & roll-troon claimen. The King heeft een list nodig, maar moet daarvoor wel zijn eigen manager trotseren. Want die heeft weer een cheesy special in gedachten, bepaald geen wederopstanding van het gevaarlijke rock & roll-beest Elvis Presley dat Mick Jagger en consorten in hun kloten gaat bijten.

Hehir serveert de uiteindelijke ‘rise‘ van zijn held smakelijk uit met enkele audio-quotes van The King zelf, fraaie (backstage)beelden, enkele subtiele re-enactment-scènes, herinneringen van een aantal direct betrokkenen en smeuïge quotes van bekende fans, zoals regisseur Baz Luhrmann (van de speelfilm Elvis), Robbie Robertson (The Band), comedian/talkshowhost Conan O’Brien en Billy Corgan (Smashing Pumpkins).

In de ’68 Comeback Special toont Elvis, 33 jaar oud inmiddels, dat hij nog steeds een viriele jonge vent is – en dat hij zijn troon als koning van de rock & roll echt niet zomaar afstaat aan de nieuwste roedel jonge honden. Hij zal nochtans binnen tien jaar overlijden, als een schim van de man die talloze malen ieders hart veroverde.

Prins Bernhard

Videoland

Het verhaal is te mooi om niet opnieuw te worden verteld.

Over de armlastige Duitse edelman die in 1937 ‘omhoog trouwde’ en een Nederlandse prins werd. Een onverzadigbare charmeur die er in de hele wereld liefjes – en kinderen – op nahield. De ritselaar die het z’n hele leven niet al te nauw nam met de regeltjes. Een man van de wereld met oog voor het goede leven en een gigantisch gat in zijn hand. De oorlogsheld die na de Lockheed-affaire geen uniform meer mocht dragen. Een fervente jager die het boegbeeld van het Wereld Natuur Fonds werd. En – niet te vergeten – de bon vivant die (op z’n minst een beetje) model zou hebben gestaan voor het personage James Bond.

Als één Nederlander zich leent voor zijn eigen documentaire, dan is het Prins Bernhard (132 min.). Zoals er ook al talloze biografieën en series zijn gewijd aan Bernhard van Lippe-Biesterfeld (1911-2004) en zijn echtgenote, koningin Juliana. De schrijvers daarvan – Annejet van der Zijl, Jolande Withuis, Gerard Aalders, Marc van der Linden en Jutta Chorus – leveren ook stuk voor stuk een bijdrage aan deze driedelige serie van Joost van Ginkel, die met oud-premier Dries van Agt, Bernards nooit erkende dochter Mildred Zijlstra en allerlei intimi sowieso sterk is bezet. Al schittert de Koninklijke familie zelf natuurlijk door afwezigheid.

De documentairemaker serveert alle smeuïge anekdotes, scherpe observaties en ferme conclusies in hoog tempo uit in hapklare hoofdstukjes en stut die met heerlijk archiefmateriaal, illustratieve scènes en tekeningen uit de aan Bernhard gewijde strip Agent Orange. Van Ginkels toon is over het algemeen kritisch, maar hij heeft ook oog voor ‘s mans charmes en verdiensten. Met een wel erg frivole soundtrack – waarin het ene op het andere voor de hand liggende hitje volgt, liefst met een héél toepasselijke tekst – maakt hij het larger than life van zijn hoofdpersonage bovendien toegankelijk voor een groot publiek.

Al die input over een eeuwige kwajongen, netjes op een rijtje gezet en ingekaderd, resulteert weliswaar niet in nieuwe inzichten over de man die in zijn eigen avonturenroman leefde, maar brengt hem, een kleine twintig jaar na zijn dood op 93-jarige leeftijd, wel weer helder in het vizier. Als de belichaming van prinsheerlijk leven – en het mooie verhaal dat nodig weer eens verteld moest worden.

Begin 2025 bracht Videoland Beatrix uit, een driedelige serie van Joost van Ginkel over Bernhards dochter, koningin Beatrix.

Alsof Ík Palestina Heb Gestolen

Laat Frans ter plekke maar schuiven. Zolang wij als nijvere redactie urgente onderwerpen bedenken en daarbij de juiste mensen binnen harken, haalt hij op locatie, ergens in Nederland, het verhaal wel boven. En van het materiaal waarmee hij vervolgens thuiskomt, boetseren wij dan weer een lopende vertelling.

Zo ongeveer stel ik me voor dat er wordt gewerkt bij &Bromet, het bedrijf waarmee Frans Bromet, dik in de zeventig inmiddels, al jaren de ene na de andere tv docu de wereld instuurt. Geen onderwerp of taboe blijft daarbij onbesproken; van de Amsterdamse taxioorlog tot oorlogstrauma’s, van dementie tot Rechts Nederland en van orgaandonatie tot mannen in de knoop. Frans is bereid om met alles en iedereen in gesprek te gaan.

En nu komt antisemitisme aan de beurt in de degelijke interviewfilm Alsof Ík Palestina Heb Gestolen (57 min.). Of: kritiek op de staat Israël. Ik bedoel: opkomen voor de rechten van Palestijnen. Die dingen mag je niet door elkaar halen of verbinden – al gebeurt dat natuurlijk wel vaak. En het blijkt, steeds weer, verdomd lastig om het één van het ander te onderscheiden – en onderweg niet te worden uitgemaakt voor Israël-propagandist of antisemiet.

De kwestie Palestina-Israël is sinds jaar en dag een gigantisch mijnenveld, waar vrijwel niemand ongeschonden uit tevoorschijn komt. Frans Bromet stapt er nochtans dapper in. Eerst gaat hij op bezoek bij Joodse Nederlanders die te maken hebben gekregen met intimidatie en geweld. Daarna begeeft hij zich op de Amsterdamse Dam tussen demonstranten voor een vrij Palestina en de zelfverklaarde Vrienden van Israël. Beide partijen krijgen een podium.

Hij gaat verder in gesprek met de directeur van het CIDI en laat ook criticasters daarvan, van de organisaties Een Ander Joods Geluid en The Rights Forum, aan het woord. Waarna influencer Youness Ouaali, die ooit de woede van Joods Nederland over zich afriep met een anti-Israël statement, zijn beklag mag doen over hoe elke discussie wordt gekaapt door antisemitisme-roepers en oud-premier Dries van Agt geëmotioneerd tegen het beleid van de staat Israël pleit.

In deze serieuze, soms wat lang uitgevallen gesprekken – waarbij er (natuurlijk) ook verschil van mening is of Jodenhaat in Nederland nu toeneemt of niet en wie dat dan kan/mag bepalen – gaat Bromet op zoek naar de scheidslijn tussen kritiek op Israël en antisemitisme. Waarbij het de vraag blijft of die echt is te trekken. De vraag stellen lijkt ook in dit geval hem… juist.

En daarna, als alles is benoemd en de kwestie toch nog lang niet is uitgepraat, staat vast alweer volgende draaiklus in de agenda van Frans…