Lale Gül – Ik Leef Mijn Eigen Leven

De Haaien / BNNVARA

‘Was ‘t het waard?’, vraagt Lale Gül zich aan het eind van dit persoonlijke portret af. ‘Ik hoop dat ik dat op een dag kan zeggen.’ Sinds zij in 2021 debuteerde met de autobiografische roman Ik Ga Leven, waarin ze haar jeugd binnen een streng islamitisch gezin beschrijft, wordt de Turks-Nederlandse schrijfster zo ongeveer permanent beschimpt en bedreigt. Güls tweede boek Ik Ben Vrij (2024), over de beangstigende periode nadat ze met haar persoonlijke verhaal naar buiten was getreden, heeft dit alleen nog maar versterkt.

‘Het is een gegeven’, zegt de twintiger, tamelijk laconiek, in de documentaire Lale Gül – Ik Leef Mijn Eigen Leven (56 min). Het hoort nu bij mijn leven. Het went gewoon.’ Toch is dat niet het hele verhaal. Hoe dapper en standvastig Gül ook lijkt, de dreiging heeft natuurlijk wel degelijk vat op haar. Volgens haar psycholoog zou ze een ‘vermijdende hechtingsstijl’ hebben. Ze laat mensen niet gemakkelijk binnen in haar gevoelsleven. En een relatie aangaan is ook verdomd lastig – al is ’t alleen maar omdat er permanent beveiligers om haar heen staan. Haar kinderwens heeft ze voorlopig dus ook in de kast gezet. Die past niet in Güls huidige leven.

In deze tv-film krijgt zij alle gelegenheid om haar keuzes toe te lichten. Ze wordt daarbij aangevuld door enkele mensen uit haar directe omgeving. Verder is de schrijfster ook te zien tijdens haar theatertournee en de Zwarte Cross, bij een lotgenotenbijeenkomst en een Holland Zingt Hazes-concert, waarin zij samen met een vriendin helemaal opgaat. En daarna gaat ze met André Hazes Jr. op de foto. Gül lijkt dan even een normale twintiger. Die het leven, ondanks alles wat ze op haar pad vindt, gewoon wil omarmen – ook al moet ze daarvoor dan incognito de straat op en dient ze mentaal altijd voorbereid te zijn op mensen die haar belagen.

Het is de prijs die Lale Gül betaalt voor haar vrijheid om te kunnen schrijven wat ze wil. Sinds zij een column heeft in De Telegraaf is dat alleen maar verergerd. Op zulke momenten speelt haar ‘Middellandse Zee-temperament’ trouwens ook nog wel eens op. Zo kwam Gül enige tijd geleden zelfs in botsing met Femke Halsema, die haar op een moment van crisis nog haar mobiele nummer had gegeven en die ze midden in de nacht ook daadwerkelijk bleek te kunnen bellen. Inmiddels is de kou duidelijk weer uit de lucht tussen de twee. Gül gaat op bezoek bij de burgemeester van Amsterdam en samen bomen ze gezellig over hun haperende relatieleven.

Het is één van de aardigste scènes in een film, die verder vooral het persoonlijke levensverhaal van Lale Gül en de gevolgen van de door haar gemaakte keuzes nog eens onder de aandacht brengt. Een verhaal dat nooit went en ook niet mag wennen.

Teaches Of Peaches

Pink Moon

Het zijn bijna onwerkelijke beelden uit 1994: Merrill Nisker, een lieflijk meisje met lang krullend haar speelt met haar akoestische gitaar liedjes voor de jongens en meisjes van de kinderopvang. Slechts zes jaar later fleemt diezelfde jonge vrouw over ‘sucking on my titties like you wanted me, calling me’ in de signatuursong van haar alter ego PeachesFuck The Pain Away. Over dat Canadese meisje, die ‘t ooit probeerde als folkzangeres, laat de inmiddels 58-jarige artiest verder weinig los in Teaches Of Peaches (102 min.).

Des te meer ruimte is er voor de artiest/kunstenaar, die zich opmaakt voor een reprise van haar succesvolle debuutalbum waarnaar deze film van Philipp Fussenegger en Judy Landkammer is vernoemd. Die elektroclashplaat brengt het feministische icoon ook compleet ten gehore in haar tweede thuis Berlijn. Tijdens dat jubileumconcert komt het provocerende, theatrale en uitgesproken seksuele karakter van haar podiumact volledig tot z’n recht. ‘Ik ben niet meer vulgair dan wie dan ook’, beweert ze zelf.

En dat wordt min of meer bevestigd door haar vriend Ellison Glenn alias Black Cracker. Toen hij haar voor het eerst op het podium aan het werk zag, vast half ontkleed en tijdens (het simuleren van) de één of andere seksuele activiteit, dacht hij volgens eigen zeggen dat het elke nacht prijs zou zijn met deze dame. Dat blijkt in de praktijk alleen toch wat genuanceerder te liggen. Het is een kwestie van ‘finding moments to touch the booty’. Zoals menige komiek thuis nu eenmaal ook een sombermans schijnt te zijn.

Als Peaches exploreert ze de vrouwelijke seksualiteit. Met veel bloot of de suggestie daarvan, bijvoorbeeld in die kenmerkende, veel te kleine roze shorts, zodat haar ‘cameltoe’ goed zichtbaar is – en het schaamhaar dat ze, net als haar okselbeharing, weigert bij te werken. Al haar strapatsen worden in context geplaatst door haar modeontwerper Charlie Le Mindu, oud-sidekick Feist en haar voormalige duopartner Chilly Gonzales, die oogt als een kruising tussen Nicholas Cage en Ron Jeremy.

Naar de vrouw achter de artiest en performancekunstenaar blijft ’t ondertussen zoeken in deze uiteindelijk tamelijk conventionele popdocu. Dat ze ooit keelkanker heeft gehad, wordt bijvoorbeeld in enkele zinnen afgedaan. Een voetnoot. En als Fussenegger, naar aanleiding van haar provocerende T-shirt Thank God For Abortion, wil weten of abortus ook een persoonlijk onderwerp is voor haar, wordt ze zowaar even pinnig. Die vraag vindt Peaches ongepast. Alsof zo’n privé-ervaring nodig is om vóór het recht op abortus te zijn.

Op het podium manifesteert ze zich als een fiere vechter voor vrouwen- en LHBTIQ+-rechten, blijkt opnieuw tijdens dat geladen concert in Berlijn, waarnaar dit portret steeds weer terugkeert. Fussenegger en Landkammer snijden van daaruit ook regelmatig naar het verleden, naar performances waarin hun heldin steevast de grenzen van het betamelijke en de goede smaak opzoekt (en overschrijdt). Zoals mannelijke rocksterren ook zo vaak doen – al lopen die beslist niet zo overtuigend over hun eigen publiek.

In 2024 is er overigens nóg een documentaire over Peaches uitgebracht: Marie Losiers Peaches Goes Bananas. Wellicht dat de aandacht daarin meer uitgaat naar Merrill Nisker – al doet de trailer vermoeden dat ’t toch vooral weer heel veel Peaches wordt.

Hi My Name Is Jonny Polonsky

Humo

‘Ik wil niet alleen met hem in huis zijn’, zegt Iris Nechelput, de vriendin van Otto-Jan Ham. De radio- en televisiepresentator, die carrière maakte bij Studio Brussel, VIER en Canvas, heeft ‘t in zijn hoofd gehaald om zijn jeugdheld, de New Yorkse rocker Jonny Polonsky, over te laten komen voor een korte tournee door België – en om daar, dat lijkt ook al vanaf het allereerste begin het plan, een film over te maken.

Hoewel Polonsky allang in de vergetelheid is geraakt – als er al mensen zijn die zich zijn gruizige debuutalbum Hi My Name Is Jonny (1996), geproduceerd door Pixies-voorman Frank Black, überhaupt nog herinneren – is het Ham toch gelukt om enkele optredens te regelen in het najaar van 2020. Er is alleen nauwelijks budget. En dus zal de Amerikaanse zanger/songschrijver, waarmee hij zelf welgeteld één keer contact heeft gehad via Instagram, in zijn eigen huis in Halle moeten logeren.

Niet alleen daarmee neemt Otto-Jan Ham, die tevens zal optreden als tourmanager en er zelfs over fantaseert om bas te spelen in een speciaal samengestelde begeleidingsband rond Polonsky, een risico: zijn ontmoetingen met een grote held niet sowieso gedoemd om te mislukken? De Jonny Polonsky van toen, die hij overigens nooit zag optreden, kan zomaar een arrogante kwal, schim van zijn vroegere zelf of suffe broodmuzikant zijn geworden. Een man die je berooft van dromen.

Als de Amerikaan arriveert op vliegveld Zaventem staat Ham, ter zijde gestaan door cameraman Sjoerd Tanghe, hem met een naambordje op te wachten. De tour door Vlaanderen, met een uitstapje naar Amsterdam, en de weerslag daarvan, Hi My Name Is Jonny Polonsky (70 min.), kunnen nu echt beginnen. Van tevoren legt Ham voor de zekerheid nog wel even zijn oor te luister bij musici als Mauro Pawlowski, Stijn Meuris en Isolde Lasoen. Die muziek van Polonsky is toch helemaal oké? 

De man die zich in het huis van zijn superfan meldt en beleefd onderhoudt met diens kinderen blijft alleen een enigma. Hij houdt zich in gesprekken steeds op de vlakte en doet tijdens optredens in bars en achterafzaaltjes gewoon zijn ding, terwijl zijn grootste fan, tourmanager en bassist in spe – al heeft Jonny daarvan nog geen idee – zijn uiterste best doet om het hem naar de zin te maken. In de hoop dat de vonk nog eens ouderwets overslaat.

Het blijkt een uitstekend recept voor lol, ongemak, stress en – hopelijk – vlammende rock & roll in deze smeuïge roadmovie, die werkt als een aanstekelijke ode aan live-muziek en het onbekommerd, tegen beter weten in zelfs, najagen van ’s mans jeugddromen.

Hi My Name Is Jonny Polonsky is hier te bekijken.

Charles Bradley: Soul Of America

Charles Bradley zou nooit méér worden dan een imitator. Black Velvet was zijn naam. Ofwel: James Brown Jr. Een heel verdienstelijke imitator, dat wel. Met pruik en cape, alle verplichte danspasjes en die van soul druipende stem. Intussen leidde hij een tamelijk armetierig bestaan in een ongure New Yorkse flat. Soms moest Charles als volwassen vent zelfs bij zijn moeder in de kelder slapen.

Sinds zijn veertiende trad de zanger op als James Brown. Hij kon er echter nooit van leven. In 2011, als hij bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, mag hij dan toch nog officieel debuteren als soloartiest. Bij Daptone Records, het kleine platenlabel van enkele witte soulfanaten die eerder al Miss Sharon Jones in de vaart der volkeren opstuwden. Bradley, die nauwelijks kan lezen en schrijven, vormt hun nieuwste project. Hij heeft alle butsen die hij in zijn leven heeft opgelopen, waaronder het overlijden van zijn oudere broer, verwerkt in eigen nummers.

In de docu Charles Bradley: Soul Of America (71 min.) uit 2012 volgt Poull Brien ‘The Screaming Eagle Of Soul’ in de aanloop naar de officiële release van zijn debuutalbum. Dat resulteert bijvoorbeeld in een prachtige scene als de Amerikaanse soulzanger hoort dat hij voor het eerst in de krant staat, op pagina 6 van The New York Post. De halve buurt loopt ervoor uit. Dan begint tastbaar te worden wat tot dusver een soort droom leek: hij, Charles Bradley, armoedzaaier uit New York, zou het als zestiger wel eens alsnog kunnen gaan maken.

Charles kan de eindjes alleen nog altijd nauwelijks aan elkaar knopen, ook omdat hij tegenwoordig moet zorgen voor zijn breekbare oude moeder, met wie hij van jongs af aan al een gecompliceerde relatie heeft. Het perspectief op een ander leven – met videoclips, fans en een Europese tournee – maakt echter alles anders. Het is alsof er een schijnwerper op hem wordt gezet, waardoor hij, bijna letterlijk, oplicht. Dat maakt van de 62-jarige debutant Charles Bradley een onweerstaanbaar filmpersonage, in een documentaire die liefdevol de ziel streelt.