The Yogurt Shop Murders

HBO Max

‘Kunt u beginnen met vertellen hoe uw dochters zijn vermoord?’ Ruim vijftien jaar later geneert Claire Huie zich voor de openingsvraag die ze stelde aan Barbara Ayres-Wilson, de moeder van Jennifer en Sarah Harbison. Achteraf bezien was het wel heel ongevoelig om zo een interview met een rouwende ouder te beginnen, vindt Huie nu, terwijl ze thuis liefdevol haar eigen baby vasthoudt. Ze heeft het beeldmateriaal van haar onderzoek naar de viervoudige moord in Austin, waarmee zij zich in 2009 op de kaart wilde zetten als filmmaakster, nu doorgespeeld aan haar collega Margaret Brown (Descendant).

En die maakt in The Yogurt Shop Murders (239 min.) veelvuldig gebruik van Huies materiaal. Ook van datzelfde interview met de moeder van de zeventien- en vijftienjarige zussen Harbison die op 6 december 1991 samen met hun vriendinnen Eliza Thomas (17) en Amy Ayers (13) werden vermoord in de ‘I Can’t Believe It’s Yogurt!’-winkel in een winkelcentrum te Austin. Ayres-Wilson vertelt bijvoorbeeld hoe ze zelf de vader van haar dochters en andere familieleden moest bellen en hen toen vertelde ‘dat het leven voorbij was’. Daarna hoorde ze alleen nog geschreeuw aan de andere kant van de lijn.

Het is een exemplarische scène voor deze vierdelige true crime-serie. Brown holt niet zomaar hijgend achter de zoektocht naar de daders aan, maar buigt zich vooral over de impact van het misdrijf, dat diepe sporen door de Texaanse gemeenschap en de levens van nabestaanden en direct betrokkenen heeft getrokken. Volgens Eliza Thomas zus Sonora ontwricht zo’n traumatische gebeurtenis het leven van tal van mensen voor meerdere decennia. Als je een broer of zus verliest, weet ze uit eigen ervaring, verlies je bijvoorbeeld ook je ouders. ‘Dat is veel belangrijker dan ontdekken wie ‘t heeft gedaan.’

‘Ik weet dat er ergere dingen zijn gebeurd met mensen’, vat Pam Ayers, die samen met haar echtgenoot Bob en het gehele gezin van hun zoon Shawn participeert in de miniserie, het verlies van haar dertienjarige dochter dertig jaar later geëmotioneerd samen. ‘Maar dat waren niet mijn kinderen.’ De schade is ook niet beperkt gebleven tot de familie. John Jones, de oorspronkelijke leider van het politieonderzoek, zit weliswaar al 153 lichamen bij de afdeling Homicide van de Austin Police Department – want zo tel je de dagen als moordrechercheur – maar is inmiddels wel gediagnosticeerd met PTSS.

En dan zijn er nog de hangjongeren die jarenlang in de gevangenis hebben gezeten voor de Yogurt Shop-moorden. Waren zij daadwerkelijk schuldig of zijn ze tijdens hun politieverhoor simpelweg onder de druk bezweken? Hoewel het er alle schijn van heeft dat zij een valse bekentenis hebben afgelegd, worden ze nog altijd scheef aangekeken. Zo pelt Margaret Brown het schokkende misdrijf helemaal af. Daarbij belicht ze ook de permanente media-aandacht voor de moordzaak en de druk op het politiekorps om de daders te vinden. Die hebben in Austin voor een zeer ongezonde dynamiek gezorgd.

Want zo’n viervoudige moord is nu eenmaal – hoewel je op basis van de talloze andere hap-slik-weg true crime-producties anders zou kunnen vermoeden – geen spannende puzzel die stukje bij beetje moet worden gelegd, waarna het totaalbeeld, niets minder dan de waarheid, zich als vanzelf aandient. Nee, zo’n tragisch misdrijf is eerder te vergelijken met een gigantische krater, waar alle direct betrokkenen omheen proberen te leven en soms ook gewoon keihard invallen. The Yogurt Shop Murders, tot nader order de beste true crime-docu van het jaar, maakt de diepte en reikwijdte daarvan voelbaar.

Intussen stelt de miniserie tevens wezenlijke vragen over het (Amerikaanse) rechtssysteem, de waarde van bekentenissen en de werking van ons geheugen.

Mr. McMahon

Netflix

Vince McMahon en enkele andere ‘larger than life’-personages zijn er eens goed voor gaan zitten. Dit lijvige portret van de grote baas van World Wrestling Entertainment (WWE) is echter pas een paar minuten onderweg als het verhaal dat regisseur Chris Smith voor ogen had al grondig wordt ontregeld – of, anders bekeken, lekker opgepompt – door ‘breaking news’ rond McMahon: de beruchte worstelpromotor, die voor zijn ‘sportentertainment’ ook Cyndi Lauper, Mike Tyson en Donald Trump naar de ring haalde, moet terugtreden vanwege beschuldigingen van verkrachting en vrouwenhandel.

Alleen: toen zaten de interviews voor deze zesdelige serie er al een heel eind op. Aan de crack Smith (The Yes MenJim & Andy en Wham!) de schone taak om dat seksschandaal tóch een plek te geven in Mr. McMahon (342 min.). Hij begint gewoon bij het moment waarop zijn protagonist de WWE overneemt en daarna zijn eigen held creëert: Hulk Hogan, één van de bekendste personages uit de historie van het Amerikaanse showworstelen. Samen met illustere karakters zoals Andre The Giant, Mr. T en The Iron Sheik – een Arabier die tot ultieme vijand is gebombardeerd – wordt Hulk immens populair.

Terry Bollea, de persoon achter ‘Hulkamania’, zal sowieso een sleutelrol in McMahons carrière blijven spelen: Hulk licht hem bijvoorbeeld stiekem in over de pogingen van WWE-worstelaar Jesse Ventura om een vakbond op te richten, maakt een veelbesproken overstap naar WWE’s grote concurrent WCW en wordt daarna door justitie gedwongen om te getuigen tegen zijn voormalige baas, die terechtstaat vanwege het stimuleren van en de handel in anabole steroïden. McMahon zal ook nog worden beschuldigd van het creëren van een zeer onveilig werkklimaat, brute intimidatie en ongegeneerd seksisme.

De roerige geschiedenis van Vince McMahon en zijn worstelfederatie, gekenmerkt door al dan niet gefingeerde conflicten en gevechten, wordt uitgesmeerd over bijna zes uur. McMahon zelf krijgt daarbij alle ruimte en wordt aangevuld, bijgevallen of gecorrigeerd door zijn vrouw Linda en kinderen Shane en Stephanie, bekende worstelinsiders en WWE-iconen zoals Hulk Hogan, Wendi Richter, Stone Cold Steve Austin, Dwayne ‘The Rock’ Johnson en Cody Rhodes. Zo ontstaat een gelaagd beeld van McMahon als een rücksichtslose entrepreneur, een showman par excellence en een kerel die op elk gebied de grenzen opzoekt.

Intussen zijn de beschuldigingen tegen McMahon nog altijd niet weerlegd – of überhaupt besproken. Dat stelt Chris Smith uit tot het laatste half uur van deze miniserie, die tot dan toe vooral aan Amerikaanse sport- en worstelfans heeft geappelleerd. De man die even daarvoor nog als ‘vaderfiguur’ van de WWE-familie is neergezet weigert de documentairemaker echter te woord te staan. En anderen die wellicht licht op de zaak hadden kunnen schijnen zijn kaltgesteld met een geldbedrag en zo’n beruchte NDA, waardoor ze moeten zwijgen over de man die hun leven zou hebben verwoest.

‘Ik ken worstelaars en promotors en ik ken deze industrie’, had Hulk Hogan Smith niet voor niets al bij de start van deze miniserie gewaarschuwd. ‘Je krijgt niet het hele verhaal.’

Alex’s War

Play Nice

‘Vanaf de frontlinies van de informatieoorlog, hier is Alex Jones.’ De vaste aankondiging van The Alex Jones Show op z’n eigen platform Infowars fungeert als een soort startschot voor de gastheer om de zoveelste editie van Alex’s War (131 min.) op te starten. Binnen de kortste keren heeft hij zichzelf weer verloren in een uitzinnige ‘rant’ over een grootschalige samenzwering rond pak ‘m beet Waco, de aanslagen van 11 september of de Sandy Hook-‘school shooting’.

Tegen de achtergrond van de steeds verder ontsporende protesten tegen de officiële uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020, waarbij ‘zijn’ kandidaat Donald Trump is verslagen door Joe Biden, duikt Alex Lee Moyer in deze documentaire uit 2022 in de achtergrond van Amerika’s meest beruchte complotdenker. De filmmaakster doet dat volgens het ‘show, don’t tell’-principe. Zonder de juiste voorkennis of context, vrezen kenners, kan dat zomaar verkeerd uitpakken.

Moyer volgt Alex Jones tijdens zijn pogingen om het verzet tegen Bidens verkiezing verder op te poken en stelt daarbij geen kritische vragen. ‘We zullen nooit opgeven’, schreeuwt haar protagonist bijvoorbeeld ten overstaan van een door Trumpisten opgejutte Stop The Steal-meute. ‘Wij geven ons nooit over. En we zullen nooit buigen voor de satanische, pedofiele, globalistische nieuwe wereldorde.’ En zij legt hem daarna niet het vuur aan de schenen.

Moyer stelt ook geen kritische vragen bij al zijn strapatsen uit het verleden. In deze film wordt zijn ontwikkeling van Texaanse probleemjongere tot de belichaming van het Trump-tijdperk inzichtelijk gemaakt met een karrenvracht aan oude beelden. Waar Jones jarenlang doorging voor de gekke Henkie van de Amerikaanse talkradio, met een schier onuitputtelijk arsenaal complotten, is hij inmiddels uitgegroeid tot een invloedrijke stem in het maatschappelijk debat.

Jones beschikt ook zonder meer over de gave van het woord. Als hij eenmaal op stoom komt, is er vaak geen woord meer tussen te krijgen en gaat de ‘ik stel alleen maar vragen’-tactiek, die hij al bij Timothy McVeighs aanslag op overheidsgebouwen in Oklahoma in 1995 hanteerde, snel over in bizarre en groteske beweringen, die zijn achterban in de juiste stemming moeten brengen om de portemonnee te trekken. Want daarna volgt al snel een commerciële break.

Zulk ondernemerschap laat Alex Lee Moyer echter maar eenmaal zien in Alex’s War. Het is een treffende scène, maar die doet geen recht aan het belang van dit verdienmodel voor Jones’ imperium. Hoewel hij totaal ongecontroleerd oogt – en waarschijnlijk ook wil lijken: spontaan en authentiek – moet daarachter een berekenende man schuilgaan. Een nietsontziend aandachtsdier dat steeds weer snuffelt naar nieuwe ophef en de daaraan verbonden inkomsten.

En dus pist ‘de Dan Rather van de samenzweringstheorieën’, aldus zijn eerste cameraman Mike Hanson, ongegeneerd voor de camera tegen de zogenaamde Georgia Guidestones, stenen des aanstoots voor elke zichzelf respecterende complotdenker. Of beweert hij doodleuk dat de ringen van de Olympische Spelen door Adolf Hitler zijn ontworpen. Flagrante onzin, die met één keertje googelen is te ontkrachten – maar die door Moyer dus niet wordt weersproken.

Met de juiste bril op wordt deze film, die toewerkt naar de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 en de rol van Alex Jones op die dag belicht, daadwerkelijk een naargeestige afdaling in de verdorven geest van een handelaar in leugens, angst en woede. Puur op basis van wat hij zelf doet en zegt. Zonder kritische blik kan Alex’s War en de cynische (en fascinerende) man die erin wordt geportretteerd echter wel eens volstrekt verkeerd begrepen worden.

American Dream

Cabin Creek Films

In 1984 maakt Hormel Foods bijna dertig miljoen dollar winst. Datzelfde jaar verlaagt de Amerikaanse vleeswarenfabrikant de lonen in Austin, Minnesota van 10,69 naar 8,25 per uur. Het bedrijf wil volgens eigen zeggen competitief blijven. Dat is tegen het zere been van de vakbond Local P-9, die onder aanvoering van ‘labor consultant’ Ray Rogers een felle mediacampagne start. Zo hopen ze alle medewerkers op één lijn en de bedrijfsleiding op de knieën te krijgen.

Voor het eerst in ruim een halve eeuw dreigt Hormels fabriek in Austin dicht te gaan vanwege een staking. En daarmee belandt American Dream (95 min.), waarmee Barbara Kopple in 1991 een Oscar won, op hetzelfde terrein als de documentaire waarvoor zij vijftien jaar eerder een Academy Award kreeg: Harlan County USA. De noeste werkers tegenover de arrogante bazen. Which side are you on? Wie buigt er en wie breekt z’n nek?

Zo simpel is de situatie in het hart van het Amerikaanse midwesten alleen niet. Want de militante acties van Rogers en co. worden ook veroordeeld vanuit eigen kring. Vakbondsbestuurder Lewie Anderson vertegenwoordigt vanuit Washington 100.000 vleeswerkers van 95 verschillende bedrijven. Hij ziet niks in de wilde acties bij de Hormel-fabriek in Austin, die in zijn ogen de looneisen van de complete sector en de onderliggende solidariteit ondergraven.

Local P-9 houdt alleen stug vast aan z’n oorspronkelijke uitgangspunt. ‘We made a promise’, herhaalt vakbondsleider Jim Guyette zijn vaste citaat uit een populair Bruce Springsteen-nummer nog maar eens tegenover de achterban. ‘We swore we’d always remember. No retreat. No surrender.’ Guyette voelt tegelijkertijd aan zijn water dat de onderlinge solidariteit broos is. Sommige mannen willen niets liever dan gewoon aan het werk. Voor hun gezin.

Vanuit verschillende kanten laat Kopple zien hoe de spanning in Minnesota steeds verder oploopt. Broeders komen tegenover elkaar te staan. De één bemant de ‘picket line’ waar de ander, als stakingsbreker tegen wil en dank, langs moet. Zodat hij de kost kan gaan verdienen. Het conflict raakt zo mensen die altijd familie voor elkaar zijn geweest – en de bazen op z’n best als een noodzakelijk kwaad, maar vaker als de vijand beschouwden.

Het zijn pijnlijke taferelen: mannen verliezen het vertrouwen in elkaar en zichzelf. Ook de wereld waarvan zij al sinds hun jeugd deel uitmaken – bijzonder trefzeker opgetekend door Kopple – dreigt te verdwijnen. De vakbond is zijn positie sowieso aan het verspelen en laat z’n traditionele achterban ondertussen verweesd achter. Als de verliezers van de moderne samenleving die later, wie weet, aansluiting zullen vinden bij de politieke beweging van Donald Trump.

Wanneer de verschillende partijen in Austin, Minnesota, er maar niet uitkomen, verschijnt Bill Wynn, de president van de United Food & Commercial Workers Union, ten tonele. ‘Iedereen kan mensen de straat op krijgen’, zegt hij als zo’n typische vakbondsbaas die geen tegenspraak duldt. ‘Maar er is een echte vent nodig om ze weer aan het werk te krijgen.’ Het is duidelijk wie hij als die echte vent beschouwt en hoe die de boel nu weer vlot gaat trekken.

Het is de tamelijk sombere conclusie van een typische arbeidersfilm, waarin gewone werkemannen worden geconfronteerd met de Reaganomics van hun tijd.

The Ringleader: The Case Of The Bling Ring

HBO Max

Paris Hilton, Lindsay Lohan, Rachel Bilson, Orlando Bloom, Audrina Patridge, Brian Austin Green, Megan Fox, Ashley Tisdale… Het lijken niet meer dan kerven in haar kolf. Samen met enkele andere Amerikaanse tieners brak Rachel Lee in 2008 en 2009 in bij een hele stoet celebrities. Zij hielden er een geuzennaam aan over, The Bling Ring. En dat is tevens de titel van de speelfilm die Sofia Coppola in 2013 over hen maakte. Die werd vorig jaar gevolgd door de documentaire The Real Bling Ring: Hollywood Heist van Miles Blayden-Ryall. Daarin gaven met name de bendeleden Nick Prugo en Alexis Neiers, die destijds enige bekendheid genoot als realitysterretje, hun versie van de gebeurtenissen.

Want een goed verhaal blijven we vertellen – en kunnen we ook steeds opnieuw horen. Er slingeren ook nog een boek en podcast over de geruchtmakende kwestie in het rond. TikTok is er vast ook al eens op losgegaan. En nu krijgen we dat verhaal dus uit de eerste hand: via de ‘ringleader’, die doorgaans, in tegenstelling tot haar handlangers, buiten beeld probeert te blijven. En het wordt verteld door een gekende true crime maker, die er ook een fascinatie op nahoudt voor de celebritycultuur: Erin Lee Carr (Mommy Dead And DearestI Love You, Now Die: The Commonwealth v. Michelle CarterHow To Fix A Drug ScandalBritney vs Spears en Undercurrent: The Disappearance Of Kim Wall).

Samen met haar vader David (een professionele pokeraar), Eden – géén artiestennaam! – Shizzle (een vriend én slachtoffer van Nick Prugo die alsnog publiekelijk zijn recht wil halen), de onvermijdelijke entertainmentjournalisten (waarbij je een type als Amy Kaufman van The Los Angeles Times ervan verdenkt dat ze zelf ook wel bij die Ring had willen horen) en de officieren van justitie (die de spotlights ook bepaald niet mijden) wil Rachel ‘de Hollywood-versie’ van dat verhaal bijstellen. Zij vertelt liever over haar jeugd – Koreaanse afkomst, gescheiden ouders, niet populair op school, verkeerde vrienden en drugsgebruik – en hoe die haar automatisch naar de woning van een beroemdheid leidde.

In werkelijkheid besteedt deze film natuurlijk vooral aandacht aan de modus operandi, mores en persoonlijkheden van de Californische rijkeluiskinderen. Hoe ze eerst via de website Celebrity Addres Aerial uitzochten waar een beroemdheid woonde. En op de entertainmentsite TMZ dan konden ontdekken wanneer die – vanwege een filmdag, première of feest – niet thuis zou zijn. Hun eerste slachtoffer was Paris: die had zoveel troep dat ze ‘t toch niet zou missen of zelfs maar zou ontdekken dat er iets was gestolen. En haar huissleutel lag – werkelijk waar! – onder de deurmat. Alleen jammer – of toch niet – dat ze op de terugtocht werden gefilmd. Fame by surveillancecamera, zoiets.

Tegenwoordig is Rachel Lee een ander mens. Zegt ze. Geen ‘meestermanipulator’ of ‘sociopaat’ meer. The Ringleader: The Case Of The Bling Ring (95 min.) voelt desalniettemin als een poging om schoon schip te maken – of om, veertien jaar na dato, de regie over het Bling Ring-verhaal terug te pakken. Als ze écht van deze vlek op haar imago af wil, lijkt het misschien toch verstandiger om er niet in te gaan wrijven. Deze docu van Erin Lee Carr voegt ook weinig toe aan The Real Bling Ring – al kan datzelfde net zo goed worden gezegd over Blayden-Ryalls docu, die toevallig een jaartje eerder is uitgebracht. Ze maken allebei goede sier met een mediageniek misdaadverhaal.

Year One: A Political Odyssey

HBO Max

Deze documentaire over het eerste jaar van de Amerikaanse president Joe Biden begint met zijn voorganger: de 45e president van de Verenigde Staten en first lady Melania Trump vertrekken uit Washington. Het is 20 januari 2021, de dag waarop Biden wordt geïnaugureerd. Het had een feestdag moeten worden, een viering van de Amerikaanse democratie. De bestorming van het Capitool – en het onterechte sentiment daarachter: dat Donald Trump de verkiezingen eigenlijk heeft gewonnen – heeft de sfeer twee weken eerder echter danig verziekt. En de nieuwe regering moet bovendien de nog altijd welig tierende COVID-19 pandemie in bedwang zien te krijgen.

Daarnaast wordt Team Biden in Year One: A Political Odyssey (81 min ) meteen geconfronteerd met allerlei uitdagingen vanuit het buitenland: een Russische hack van de Amerikaanse overheid en bedrijven, spanningen met een steeds agressiever China en de tragische gevolgen van het besluit om Amerikaanse troepen weg te halen uit Afghanistan. Insiders zoals stafchef Ron Klain, woordvoerder Jen Psaki, minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken, nationaal veiligheidsadviseur Jake Sullivan, klimaat-tsaar John Kerry, minister van Defensie Lloyd Austin en CIA-directeur William Burns geven inzicht in hoe Biden en zijn medewerkers handelen bij crises (terwijl voorganger Trump intussen, in strijd met elk protocol, als stoorzender blijft fungeren).

Aan klinkende namen dus geen gebrek in deze poging tot snelle geschiedschrijving van John Maggio. Het gaat wel om louter kopstukken van Democratische zijde. Er komen geen prominente Republikeinen aan het woord. Tenminste, totdat het eenjarige ‘jubileum’ van de rellen op 6 januari ter sprake komt. Dan krijgt het Republikeinse congreslid Jim Jordan enkele zinnetjes om de tegenpartij aan te pakken. Dat is ‘t. Onafhankelijke duiding moet komen van politieke consultant Ian Bremner en Witte Huis-correspondent David Sanger van The New York Times, die het opereren van de 46e Amerikaanse president als een soort getuige-deskundige becommentariëren.

Deze degelijke, tamelijk brave terugblik op Joe Bidens debuutjaar concentreert zich intussen met name op het Amerikaanse buitenlandbeleid en doet daardoor enigszins denken aan The Final Year (2018), de weerslag van de internationale inspanningen van de regering van Barack Obama (waarvoor Biden acht jaar heeft gediend als vicepresident) tijdens het laatste jaar van diens presidentschap. Die film herbergde evenwel de nodige ‘fly on the wall’-scènes met bekende gezichten uit Obama’s buitenlandteam, terwijl Year One ‘t toch vooral moet hebben van al bekende nieuwsbeelden, ingekaderd door pratende hoofden die vast niet altijd het achterste van hun tong laten zien.

Als Joe Biden op 1 maart 2022, een jaar na z’n inauguratie, zijn ‘State Of The Union’-speech geeft, wordt de wereld gedomineerd door de doldrieste acties van een andere nietsontziende autocraat: Vladimir Poetin. Met zijn aanval op Oekraïne zorgt hij ervoor dat Bidens tweede regeringsjaar opnieuw voor een belangrijk deel in het teken van het buitenland komt te staan.

Master Of Light

One Story Up Productions

Oppervlakkig beschouwd is het verhaal van George Anthony Morton één groot succesverhaal. De Afro-Amerikaanse dertiger groeide op in een drugsmilieu te Kansas City, werd op zijn twintigste vanwege het bezit van crack cocaïne veroordeeld tot ruim elf gevangenisstraf en leerde achter de tralies Rembrandt en zichzelf als kunstenaar kennen. Eenmaal buiten ging hij studeren aan een prestigieuze kunstacademie in New York en werd een schilder om rekening mee te houden.

Intussen is er echter nog altijd dat gewone leven: vrienden en familieleden die niet bij machte waren om uit die wereld te stappen. Zelfs zijn eigen moeder Tela, die hij jarenlang niet zag omdat ook zij gedetineerd was, beweegt zich permanent op of over de grenzen van de wet. Als ze weer eens buiten beeld is geraakt, belt Morton simpelweg alle gevangenissen in de directe omgeving. ‘Wat heb ik gedaan dat zo erg is dat je me niet kunt vergeven?’ vraagt ze als hij haar toch weer heeft opgespoord.

Zulke vragen probeert deze moderne Master Of Light (84 min.) met een therapeut te beantwoorden in deze stemmige en geladen film van de Nederlandse maakster Rosa Ruth Boesten, die op het South By Southwest Festival in Austin, Texas, werd uitgeroepen tot beste documentaire. Via het schilderen van de gezichten uit zijn leven – moeder Tela, zijn broer en zus en z’n elfjarig neefje Treshon, waarin hij zijn jongere zelf herkent – portretteert hij ook zichzelf, een man die gevangen zit tussen twee werelden.

De man die bij een spel met gemerkte kaarten, waarbij elke deelnemer op voorhand weet wat hij gaat trekken, per ongeluk een troefkaart in handen heeft gekregen: een buitengewoon talent waardoor hij boven zichzelf kon uitstijgen. Tegelijkertijd is hij als man van Afrikaanse afkomst ook klaar met de ‘eurocentrische gelaatstrekken’ die hij tot in den treure heeft moeten reproduceren tijdens zijn opleiding,. ‘Ik draag een traditie mee de toekomst in, waarvan mensen als ik nooit deel hebben uitgemaakt.’

Hij is, nu in de woorden van rapper Tupac, een roos die uit beton groeit. Boesten vervat ‘s mans strijd in veelal donkere, onheilszwangere beelden, begeleid door een broeierige soundtrack, en neemt echt de tijd om haar protagonist reliëf te geven en in te kleuren. Een moderne meester, laverend langs zowel Rembrandt als de Amerikaanse ‘war on drugs’ en Black Lives Matters, dóór opgekropte woede, ‘survivor’s guilt’ en het onvermogen om te vertrouwen, vluchtend in zijn kunst en al wat hem lief is, op zoek naar het licht.