Opgroeien Met Tegenwind

BNNVARA

Armoede is ook in Nederland slechts één echtscheiding, ziekte, onhandige keuze of gevalletje van pure pech weg. Ruim 100.000 kinderen worden erdoor geraakt, betoogt Opgroeien Met Tegenwind (194 min.). En dat is lang niet altijd duidelijk voor de buitenwereld. De gevolgen – dagen zonder (warme) maaltijd, geen geld voor kleding, hobby’s of vakantie of permanente geldstress bijvoorbeeld – worden doorgaans zoveel mogelijk afgeschermd.

Met deze vierdelige serie brengen Thomas Blom en Cathelijn Felet in beeld hoe leven op of onder de armoedegrens kinderen en hun ouders op alle mogelijke manieren raakt. Zij vertrekken daarbij doorgaans vanuit de vrijwilligers, professionals en ervaringsdeskundigen die zich om deze gezinnen bekommeren. Mensen zoals Sylvia, een alleenstaande moeder met zeven kinderen uit Heerlen. Gemeentes en instanties moeten zich volgens haar kapot schamen. ‘Iets gaat er mis.’

Sylvia is de drijvende kracht achter een burgerinitiatief om armlastige stadsgenoten bij te staan. De hele dag door komen er medestanders voedsel en andere spullen bij haar thuis langsbrengen. Daarvan maakt Sylvia pakketten, die vervolgens door Heerlenaren met een krappe beurs worden opgehaald. Ze werkt intensief samen met chefkok Arend, die met een groep vrijwilligers wekelijks gezonde maaltijden bereidt. Daarbij zijn ze wel afhankelijk van giften en donaties. En die staan onder druk.

Sinds haar scheiding zit ook Ferah in de financiële problemen. De Rotterdamse vrouw doet er alles aan om die achter zich te laten. Volgens haar elfjarige zoon Semi werkt ze véél te hard. Soms wordt hij door haar zelfs gewekt vanaf haar werk in de bejaardenzorg, waar ze regelmatig een extra nachtdienst draait. Een cadeautje voor zijn verjaardag of gewoon eens op vakantie in de zomer zit er desondanks meestal niet in. Samen met een gezinsondersteuner zoekt zijn moeder nu een weg uit de problemen.

Blom en Felet concentreren zich volledig op zulke ervaringsverhalen. Van gewone Nederlanders die uit de armoede of schulden proberen te komen en anderen met een groot hart die hen ondersteunen. Zij bieden dagelijkse hulp, maken hen wegwijs in wetten en regelingen en bieden tevens morele steun. Want armoede gaat ook tussen de oren zitten en wordt soms van generatie op generatie doorgegeven. Zeker als de directe omgeving in min of meer hetzelfde schuitje zit.

Deze gedegen miniserie, waarin verteller Lizzy Diercks al die verschillende mensen, situaties en plekken bij elkaar brengt, kijkt ook naar hoe de overheid Nederlanders in armoede beter zou kunnen ondersteunen. In Zwolle proberen de verantwoordelijke wethouder en medewerkers, zoals ervaringsdeskundige Karin, bijvoorbeeld minder vanuit de ‘systeemwereld’ van de gemeente te werken en meer te kijken naar wat inwoners echt nodig hebben. En dit lijkt te werken.

Dat is ook het punt dat Opgroeien Met Tegenwind lijkt te willen maken: waar het traditionele overheidsbeleid tekort schiet of soms zelfs averechts werkt, met de Toeslagenaffaire als tragisch dieptepunt, snellen gewone burgers toe. Zij kennen armoede vaak vanuit eigen ervaring, weten waar de schoen wringt en steken gewoon de handen uit de mouwen voor de mensen om hen heen – in het bijzonder hun kinderen. Want die zouden de toekomst moeten hebben.

Ever Change A Winning Team

PSV

‘Don’t worry’, zegt Earnest Stewart, directeur voetbalzaken van PSV, bij het begin van het tweeluik Ever Change A Winning Team (109 min.) tegen Ivan Perisic en zijn entourage over de camera die hen filmt. ‘It’s ours.’

Tijdens de transferzomer van 2025 laat de Eindhovense voetbalclub een cameraploeg, onder leiding van Job van der Zon, achter de schermen meekijken voor een documentaire voor het eigen platform, PSV Play. Daarbij blijft ‘t voor een buitenstaander natuurlijk altijd onduidelijk wat er vanwege het clubbelang op de montagetafel is gesneuveld. Er blijft echter genoeg aardigs over.

Zo krijgt Van der Zon toegang tot PSV’s directiekamer, waar Stewart, algemeen directeur Marcel Brands, financieel directeur Jaap van Baar en commercieel directeur Frans Janssen spijkers met koppen moeten slaan in een transferzomer, waarvan op voorhand al duidelijk is dat die hectisch zal worden. Het ‘winning team’, tweemaal achter elkaar kampioen geworden, heeft nieuwe impulsen nodig.

Zij moeten bijvoorbeeld voor de vacature van een centrale verdediger de keuze maken tussen het Spaanse talent Yarek Gasiorowski, waarmee op termijn zogezegd waarde kan worden gecreëerd, en de ervaren Japanner Ko Itakura. Die staat er ongetwijfeld meteen, maar daarop moeten ze dan wel flink afschrijven. De keuze valt op Yarek, Itakura zal enige tijd later bij directe concurrent Ajax tekenen.

Zulke besluiten worden niet in een vacuüm genomen. In de buitenwereld wordt door fans, kenners en transferspecialisten permanent gespeculeerd over wat er bij een club zoals PSV speelt en hoe dit moet worden geduid. Van der Zon maakt dit voelbaar met audiofragmenten uit voetbalpraatprogramma’s en PSV-podcasts. Daarin wordt de spijker even vaak op z’n kop als de plank helemaal misgeslagen.

Als de toonaangevende transferspotter Fabrizio Romano, die erg nauwe banden met bepaalde zaakwaarnemers lijkt te onderhouden, bijvoorbeeld meldt dat PSV een akkoord heeft bereikt met Napoli over de transfer van Noa Lang, ontkent Stewart dit ten stelligste tegenover PSV’s eigen persvoorlichter Nick Tol. ‘Ik stoor me d’r wel aan’, zegt de directeur voetbalzaken later, over alle geruchten en speculatie.

Ook rond aanvoerder Luuk de Jong, die niet wil bijtekenen en voor zichzelf traint, ontstaat veel ruis. ‘We zijn wel PSV’, moppert Frans Janssen, die niet door de spits gegijzeld wil worden, in de directiekamer. ‘Niet FC Luuk de Jong.’ Even later volgt een lekker ongemakkelijke ontmoeting tussen de zojuist aangetrokken nieuwe spits Alassane Pléa en diezelfde De Jong. Of die toch blijft? ‘Dat weet ik nog niet.’

Op het trainingskamp lezen enkele spelers online ook dat er een nieuwe aanvaller is aangetrokken. ‘Komt hij hierheen?’ vraagt Joey Veerman. ‘Hij is goed, hoor.’ Verder komen de huidige spelers van PSV nauwelijks in beeld. De actie speelt zich ditmaal op kantoor af, niet op het veld. Sportjournalist Sjoerd Mossou en presentatrice Maddy Janssen worden nog wel geïntroduceerd als, enigszins overbodige, duiders.

Hoewel PSV zich ook nu niet uitlaat over bedragen – salarissen, transfersommen, bonussen – geeft het tweeluik enig inzicht in de zwarte doos-periode van het voetbaljaar, een proces van aantrekken en afstoten dat onlangs ook al uitgebreid is belicht in de fijne podcast Mino’s Imperium, over de machtige spelersbegeleider Mino Raiola. PSV hakte overigens al eerder met dit bijltje in de miniserie Cody Gakpo – Psalm 20:4.

Ever Change A Winning Team wordt daarmee een extra large-variant op alle Deadline Day-docu’s, al dan niet van clubs zelf, en zoekt daarmee tevens het terrein op dat docuseries zoals Sunderland ‘Til I Die ook bestrijken. Waarbij op voorhand duidelijk is: wat PSV niet wil dat we zien, zien we ook niet.

Liefjes

Amstelfilm

Ze worden langzamerhand te oud voor een vakantie met hun ouders, maar zijn ook nog te jong voor een weekje weg met vriendinnen. Op een camping in Zuid-Frankrijk proberen drie veertienjarige meisjes hun eigen plan te trekken. De Liefjes (80 min.) mogen zich dan hebben onttrokken aan de spiedende blik of vrijpostige vragen van hun ouders. Ze kunnen bepaald niet ongezien de liefde (verder) ontdekken. Want bij elke stap die ze op dat gebied zetten kijkt er een camera van de filmmakers Anneke de Lind van Wijngaarden en Natalie Bruijns mee. Zou die het ontstaan van een onvervalste vakantieliefde kunnen vereeuwigen?

Het is een klein wonder dat de drie hoofdrolspeelsters zich ogenschijnlijk nauwelijks laten beïnvloeden doordat er iemand meekijkt. Van zeer dichtbij registreert die hoe zij zich de liefde eigen maken, proberen te hanteren of er juist nog ver bij uit de buurt blijven. De Vlaamse tiener Malak Atif droomt bijvoorbeeld van de liefde, maar durft er niet van te dromen dat die ook haar, met wie zij is en hoe ze eruit ziet, ten deel kan vallen. In dat opzicht lijkt ze misschien een beetje op haar moeder. Die heeft één grote liefde gekend. Sinds die spaak is gelopen, is ze alleen. Malak laat zich daardoor echter niet ontmoedigen. Ze ontmoet al snel een leuke Franse jongen. Alsof de Goden zich ermee hebben bemoeid, speelt hij ook nog gitaar en zingt erbij.

Haar Nederlandse leeftijdsgenoot Celia Neuteboom heeft de liefde al gevonden – althans, daarvan is ze zelf overtuigd – maar hij is nu op vakantie in Turkije. Is het voor hem net zo serieus als voor haar? vraagt ze zich af. Hij neemt zijn telefoon wel erg vaak niet op. Als ze hem daar vragen of hij een vriendin heeft, wat zou hij dan antwoorden? En wordt het feit dat hij moslim is, en zij dus niet, nog een struikelblok in de toekomst? Jaelynne Prempeh houdt het tenslotte vooral bij haar smartphone. Via TikTok, Snapchat en Insta haalt het meisje de wereld binnen, die ze in het echt op afstand houdt. Ze heeft ook nog niet eerder gekampeerd. Nu haar moeder een nieuwe vriend heeft is het daar toch van gekomen, maar echt aansluiting zoeken op de camping durft Jae eigenlijk niet.

Zoals dat gaat op deze precaire leeftijd – te groot voor de poppen, zong Paul van Vliet over meisjes van slechts een jaartje jonger, te klein voor de kerels – vertrekken de drie pubers nét even anders van de camping dan ze er een week eerder aankwamen. De Lind van Wijngaarden en Bruijns hebben dit proces, dat zich voltrekt tijdens een soort ideale zomer, zeer intiem vastgelegd. Sommige scènes lijken bijna ‘too good to be true’. Alsof ze rechtstreeks uit de typemachine van een schrijver van coming of age-drama’s komen. Deze (jeugd)docu stemt tevens weemoedig: wie eenmaal veertien is geweest wordt het nooit weer. Zoals ook die allereerste verliefdheid vaak niet meer wordt overtroffen. Laat staan een vakantie in Frankrijk, met zomerliefde.

Sezer’s Zomer

Xenia Films

‘Wanneer is ’t klaar?’ vraagt Sezer als zijn moeder Claudia weer eens aan de lijn hangt met een hulpverlener. De Rotterdamse puber heeft het waarschijnlijk allemaal eens voorbij horen komen: zijn autisme en ADHD, hoe zijn moeder haar handen vol aan hem heeft en de uithuisplaatsing die voortdurend in de lucht hangt. Zoals zijn oudere broer Tayfun ooit thuis weg is gehaald. En die is er niets mee opgeschoten – sterker: alleen maar slechter van geworden. Tenminste, dat vindt hijzelf. En hun moeder is het daarmee eens.

Het kan Sezer allemaal gestolen worden, lijkt het. Hij wil vissen met een vriendje. Rust in en aan zijn kop. Dan is hij even een gewone veertienjarige jongen, géén tiener die niet meer naar school gaat en zomaar op het verkeerde pad zou kunnen belanden. Aan het water kan hij ook geen fiets of step stelen. Want ze maken zich natuurlijk niet voor niets zorgen over hem. Hulpverleners zijn van mening dat Sezer in bescherming moet worden genomen tegen zichzelf. ‘Als we het laten gaan zoals het nu gaat loopt ie straks in zeven sloten tegelijk.’ zegt één van de professionals tijdens een telefonisch overleg. ‘En ik zie ook dat u uw best doet, hoor, moeder…’

In Sezer’s Zomer (41 min.) observeert Marina Meijer, die in het broeierige Carrousel (2019) eerder Sezers oudere broer Tayfun en andere risicojongeren in het Rotterdamse centrum Nieuwe Kans portretteerde, de zwijgzame tiener en zijn alleenstaande moeder, die hem regelmatig nauwelijks de baas kan. Ze presenteert dit vervolgens in losstaande scènes, snapshots uit een zomer waarin zijn leven dreigt te ontsporen. De film wordt daarmee bijna de tegenpool van Shabu, Shamira Raphaëla’s vrolijke, strak geregisseerde en inherent optimistische portret van een andere Rotterdamse tiener die zich in de nesten heeft gewerkt – en daarna een zomer de tijd krijgt om daar weer uit te komen. 

Sezer’s dagelijkse worsteling met het leven en zichzelf wordt doorsneden met super 8mm-sequenties waarin de puber en zijn entourage helemaal in hun element lijken. Alsof Meijer in deze puike korte documentaire ook een andere jongen ziet in de (potentiële) probleemjongere, die thuis nauwelijks is te handhaven en daar toch koste wat het kost wil blijven. Voor Sezer zelf, zijn moeders en de hulpverleners om hen heen blijft het echter koffiedik kijken wat Sezer’s Herfst en Winter gaan brengen.

Mijn Ouders Zijn Gescheiden – Seizoen 2

Zomer Zonder Jou / EO

Jaarlijks worden tienduizenden Nederlandse kinderen geconfronteerd met die ene mededeling waarop ze echt niet zitten te wachten: wij, de mensen die je op de wereld hebben gezet, gaan uit elkaar! En daarna is werkelijk alles anders, op zijn minst voor zover zij nu kunnen kijken. In het tweede seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden laten vier jonge documentairemakers hun licht schijnen op hoe kinderen de split tussen de twee belangrijkste mensen uit hun bestaan verwerken en de uitdagingen die ze daarbij tegenkomen.

‘Als ik bij jou ben, mis ik mama’, schrijft Julie (10) bijvoorbeeld vanaf de éénoudercamping Le Gibanel in de Franse Dordogne aan haar vader. ‘En als ik bij mama ben, mis ik jou.’ Het wordt weliswaar een Zomer Zonder Jou (15 min.) in deze idyllische film van Milou Gevers (Waarom Bleef Je Niet Voor Mij?), maar mét andere kinderen die ook zonder één van hun ouders op vakantie zijn. Terwijl ze genieten van allerlei activiteiten, babbelen de kids ongedwongen over de echtscheiding – en de nieuwe partners die daarna in het spel zijn gekomen. De vakantie geeft hen de gelegenheid om deze vreemde realiteit te accepteren en even onbekommerd lol te maken.

Boos Enzo (15 min.) laat een ander aspect van echtscheiding zien: boosheid. Sinds z’n ouders uit elkaar zijn schiet de dertienjarige Enzo regelmatig flink uit zijn slof. Hij gaat erover in gesprek met een hulpverleenster, slaat zo nu en dan eens lekker tegen een boksbal aan en krijgt een vogel, Flip, die zijn zachte kant naar voren moet halen. Regisseur Nicky Maas volgt de jongen op de voet, vangt zijn opgekropte gevoelens en omkleedt dit microverhaaltje met quotes van enkele andere kinderen over hun huisdier. Via hen leren ze zichzelf een heel klein beetje beter kennen en hopelijk hun eigen gevoelens accepteren.

Nadia Shah portretteert in Rocó & Noï (15 min.) twee achtjarige vriendinnen. ‘Wij gaan niet scheiden zoals mijn ouders’, schrijft Noï aan Rocó. Later vraagt ze: heb je soms het gevoel dat je moet kiezen tussen papa en mama? Nee, knikt Rocó, terwijl ze enthousiast aan een ‘hoorn vanille’ likt. ‘Ik soms wel een beetje’, legt Noï uit. ‘Vooral met vakanties. En dat is al twee keer gebeurd. Dat was het stomste van m’n hele leven.’ Even later, in dit vlotte en vrolijk vormgegeven dubbelportretje, schrijft Rocó aan Noï dat ook haar ouders nu uit elkaar gaan. Ze wil er eigenlijk niet over praten. Terwijl de twee lekker spelen grijpt het meisje echter tóch de kans om ‘de emoji’s in haar lichaam’ eruit te laten bij haar vriendinnetje.

In Kleine Baas (15 min.) vertelt knuffel Walter het verhaal van zijn baasje Valentino, een achtjarig joch dat maar moeilijk kan accepteren dat hij zijn zusjes zo weinig ziet sinds hij met zijn vader ergens anders is gaan wonen. In deze speelse film van Soraya Pol bezoekt Valentino een kindercoach, om beter te leren omgaan met zijn boze buien. In dat kader heeft zij een lumineus idee. Juist: Walter. Zodat hij Valentino kan helpen als hij weer eens woest wordt op de wereld. Walter, waarvan de stem verdacht veel lijkt op die van rapper Rico, helpt de achtjarige jongen om te benoemen wat hem dwarszit en te vragen wat hij wil weten, bijvoorbeeld wanneer zijn vader voor het laatst heeft gehuild.

Zo wordt in deze kleine impressies uit kwetsbare kinderlevens groot leed teruggebracht tot behapbare proporties. Zodat de hoofdpersoontjes hun leven met – en soms ook tussen – twee ouders kunnen vervolgen.

Eerder verscheen er al een eerder seizoen van Mijn Ouders Zijn Gescheiden.