The Pilgrimage Of Gilbert And George

Gilbert & George

Twee mensen, één kunstenaar. Al ruim een halve eeuw onafscheidelijk: George Passmore en Gilbert Prousch. Ze zijn hun eigen kunst. Samen dus. Ze ontmoetten elkaar in 1967 tijdens de opleiding beeldhouwen op de Saint Martin’s School Of Art in Londen. Hij, uit het Engelse graafschap Devon. En hij, uit de Italiaanse Dolomieten. Ze vormden subiet een duo. Voor het leven. Met als motto: kunst voor allen.

Getweeën lopen ze in The Pilgrimage Of Gilbert & George (88 min.), statig en liefst volstrekt synchroon, door hun eigen carrière, op weg naar het onvermijdelijke einde. Strak in het pak. Met een uitgestreken gezicht ook. En volstrekt onverstoorbaar. Al hun hele leven willen ze niet tot de gevestigde orde behoren – of erdoor geaccepteerd worden. Bijgestaan door enkele intimi en kenners doen ze in dit dubbelportret van Mike Christie zo hun verhaal. Twee monden, één vertelling.

Over levende standbeelden, ‘eeuwenoude’ houtskooltekeningen, The Dirty Words Pictures, schreeuwerige spandoeken en, jawel, The Naked Shit Pictures. En een kunstenaar met twee hoofden en Iijven, maar slechts één hart. Één idee. Om werk te maken voor een breed publiek, voorbij de linkse kunstelite. ‘We proberen kunst te maken waarmee we de straat op kunnen’, zeggen Gilbert & George. ‘Niet voor de ingewijden, maar voor elke taxichauffeur en elke drugsverslaafde.’

En deze joyeuze film, waarin het symbiotische tweemanschap alle ruimte krijgt én neemt, zet vol de schijnwerper op die directe, kleurrijke en soms ook provocatieve kunst, waarin thema’s als straatcultuur, de AIDS-crisis en religie hun plek hebben gevonden. ‘Veel mensen vragen ons of de werken over onze sterfelijkheid gaan’, zeggen de twee tachtigers, die al bijna zestig jaar met één stem spreken, bepaald niet zonder zelfspot. ‘We vinden het echter nog te vroeg om daar werk over te maken.’

En ook dat lijkt dan weer een sprekend voorbeeld van twee zielen, één gedachte. Als het inmiddels niet gewoon om één ziel gaat….

Rock City: The Life We Live

Will Wissink

Ze hebben zich stuk voor stuk in ons collectieve geheugen genesteld: The Life I Live, Wang Dang Doodle en Wasted Words, klassieke singles van bandjes uit Den Haag. Van Q65, Livin’ Blues en The Motions, om precies te zijn. Will Wissink kijkt in Rock City: The Life We Live (91 min.) terug op de gloriejaren van de Haagse muziekscene, toen The Tielman Brothers werden beschouwd als halfgoden, The Rolling Stones het Scheveningse Kurhaus afbraken en plaatselijke groepen als Golden Earring(s) en Shocking Blue overal de hitlijsten beklommen.

Wissink is een kind van die wereld. Zijn vader Willy was jarenlang de spil van de indorockgroep Willy And His Giants, waarin Will zelf tijdens een comeback ook nog even mocht drummen. Na de dood van zijn vader richt hij zich op het vastleggen van wat er nog over is van die ooit zo bruisende scene. De dagen van Q65-gitarist Joop Roelofs zijn bijvoorbeeld geteld. Hij kampt met kanker en probeert van elke dag die hem nog rest te genieten. En als zijn laatste uur heeft geslagen, wil hij definitief verdwijnen in een speciaal aangeschafte ‘flight case to heaven’.

Zijn oude bandmaatje Peter Vink timmert nog gewoon met een nieuwe groep, Knight Area, aan de weg. ‘M’n laatste klus’, noemt hij die in plat Haags. Frontman Nicko Christiansen van Livin’ Blues is rustiger geworden sinds hij ‘van de alcohol af’ is. Hij houdt zich onledig met schilderen en treedt zo nu en dan op. Hans Vandenburg heeft ’t ondertussen wel een beetje gehad met zijn Gruppo Sportivo. Hij gaat alleen spelen. ‘Je verdient meer en je hebt geen gezeik aan je kop.’ De rest van de band blijft optreden onder de naam Bombitas XL. Totdat Vandenburg alsnog terugkeert op het oude nest.

Zanger Rudy Bennett van The Motions tenslotte komt onverwacht weer in de aandacht te staan. Hij krijgt de kans om Beat En Bordeelsluipers, een theatershow over de geschiedenis van de Haagse popmuziek, te promoten in het televisieprogramma Voetbal International. Van tevoren is er nog wel even twijfel: kan hij eigenlijk nog wel ‘in the states negroes fight for freedom’ zingen in hun hit Wasted Words? ‘African-Americans’ past niet volgens huismuzikant Danny Vera. Bennett besluit het er toch maar op te wagen. Zijn optreden leidt tot een warme aanbeveling van Johan Derksen.

‘Dit is echt de reclame die we nodig hebben,’ zegt voormalig Golden Earrings-zanger Frans Krassenburg na afloop tegen Bennett. ‘Dat meen ik echt.’ Waarna Derksen zich zelfs sterk maakt voor een uitgebreide tournee van deze en andere vertegenwoordigers van de oude garde. Rock City moet ’t hebben van zulke aandoenlijke scènes, treffende impressies vanuit het nostalgiecircuit. Want de documentaire zelf is weliswaar hartstikke sympathiek, maar ook tamelijk grillig en fragmentarisch en vergeleken met een thematisch verwante film zoals Tot De Laatste Snik!? bovendien nogal ongericht.

En, hoewel Wissink niet pretendeert dat hij een compleet overzicht van Den Haag als muziekstad heeft geschetst, is het toch wel jammer dat Shocking Blue helemaal niet en Golden Earring slechts zijdelings aan bod komen.

Les Mots De La Fin

Human

In het Centre Hospitalier Régional de la Citadelle te Luik houdt dokter Damas spreekuur. Hij ontvangt geen gewone patiënten, maar mensen met een doodswens. Sinds België in 2002 euthanasie legaliseerde, kunnen zij, bij ongeneeslijk en ondraaglijk lijden, in het ziekenhuis een afspraak maken voor een levenseinde-consult.

In Les Mots De La Fin (71 min.) kijken Gaëlle Hardy en Agnès Lejeune met de camera mee bij deze indringende gesprekken. Mevrouw Hox meldt zich bijvoorbeeld. De hoogbejaarde vrouw is gediagnosticeerd met ALS en ziet dat haar mogelijkheden steeds beperkter worden. Ze wil liefst zo snel mogelijk euthanasie, betoogt ze, met haar nicht aan haar zijde. Liefst binnen enkele weken.

Een andere patiënt, mevrouw Dubois, mankeert nog weinig. Zij heeft echter gezien hoe haar echtgenoot en schoonmoeder hebben geleden. Dat wil ze zelf toch graag voorkomen. Mevrouw Bonsignore is dan weer geestelijk helemaal uitgeput, maar voor de trein springen wil ze vanwege haar zoons ook niet. Die zijn overigens nog niet op de hoogte van haar plannen.

Tijdens indringende gesprekken tasten arts en patiënt elkaar af. Is euthanasie werkelijk de beste – of in elk geval: minst slechte – oplossing? Voldoen de vragers aan alle voorwaarden? En (hoe) hebben ze hun verwanten meegenomen in deze ingrijpende keuze? Dokter Damas staat in principe welwillend tegenover hun verzoek, maar geeft wel degelijk ook de én zijn grenzen aan.

Sommige verzoeken worden ook nog belemmerd door een andere grens: die tussen België en Frankrijk, waar de wet aanmerkelijk minder ruimte biedt aan mensen voor wie het leven vooral lijden is geworden. Damas worstelt daarmee en brengt die vraag ook in bij een interdisciplinair overleg over levensbeëindiging, een ander belangrijk bestanddeel van deze gespreksfilm.

Verder bestaat de documentaire vrijwel volledig uit afzonderlijke levenseinde-consulten, zo nu en dan onderbroken door verdwaalde shots van het ziekenhuis en de omgeving, aangekleed met stemmige muziek. De daad zelf, het verrichten van euthanasie, wordt bewaard voor het slot van de film. En ook dan zijn alleen de voorbereidingen te zien en is het levenseinde zelf slechts te horen.

Les Mots De La Fin richt zich volledig op de beweegredenen van mensen met een doodswens en de gesprekken die zij daarover voeren met hun arts. Aan het eind gaat dokter Damas nog op bezoek bij de familie van een ernstig zieke jonge vrouw die hij van het leven heeft verlost. Dan laat de man die iedereen professioneel te woord heeft gestaan even zijn artsenmasker zakken.

Want euthanasie mag dan inmiddels tot het standaardrepertoire van sommige artsen behoren, deze serene film laat zien dat (hulp bij) het beëindigen van het leven – ook al is dat een kwestie van ongeneeslijk en ondraaglijk lijden geworden – nooit routine wordt – of mag worden.

Martin Margiela In His Own Words

Hij is en blijft een mysterie. Een man die geen interviews geeft en zich niet laat filmen of fotograferen. Het werk van Martin Margiela moet voor zichzelf spreken. Soms heeft hij spijt van die beslissing, zegt de Belgische modeontwerper in de documentaire Martin Margiela In His Own Words (90 min.), waarvoor hij dus tóch heeft ingestemd met een interview. ‘Het is moeilijk om naam te maken voor jezelf als men die niet kan verbinden met een gezicht.’

Herkenbaar in beeld wil Margiela nog steeds niet. Dat laat hij in deze stijlvolle film van regisseur Reiner Holzemer over aan mensen uit zijn directe (werk)omgeving of kenners zoals trendwatcher Li Edelkoort, collega Jean Paul Gaultier en filmmaakster/model Sandrine Dumas, die zijn eigen visie op z’n leven, carrière en collecties aanvullen en becommentariëren. ‘Mij bevalt het idee niet, om beroemd te zijn’ zegt hij nog. ‘Anonimiteit is waardevoller voor mij. Zijn zoals alle anderen, houdt me in balans.’

Een kwestie van zelfbehoud, zo lijkt het. Geen opzichtige poging tot mythevorming. Al wordt Margiela her en der wel degelijk ‘de Banksy van de modewereld’ genoemd. En dus zijn in dit gedegen (zelf)portret, waarvoor Holzemer nauwgezet de verschillende shows van de ontwerper doorloopt en de toonaangevende Belgische band dEUS de soundtrack verzorgde, alleen zijn handen in beeld. De werktuigen van een eigenzinnige en inventieve geest, die de internationale modewereld stormenderhand heeft veroverd.

En die in 2008 plotseling ander werk kregen, toen hij bij het twintigjarige jubileum van de Maison Martin Margiela in Parijs op 29 september 2008 plotsklaps besloot om per direct de modewereld te verlaten. Sinds die tijd mogen die handen schilderen en beeldhouwen en leidt de man die hun arbeid ongetwijfeld met een kritisch oog beziet écht een anoniem leven. ‘Ik vind het heerlijk om alleen te zijn, met niemand om me heen. Gewoon alleen zijn en doen wat ik leuk vind.’