House Of Hope

Cinema Delicatessen

Over enkele maanden wordt ‘t 7 oktober 2023. Deze film over een Palestijnse vrije school op de Westelijke Jordaanoever is dan ruim een half uur onderweg. De kinderen hebben aan het begin al een eed afgelegd dat ze een niet-gewelddadige, vreedzame persoon willen zijn. Het jongetje dat dan het woord heeft, verwijst naar Martin Luther Kings I Have A Dream-speech en schetst een hoopvol beeld: een natie waarin iemand niet wordt beoordeeld op z’n huidskleur of afkomst, maar op zijn eigen persoonlijkheid. ‘You must be the change you wish to see’, staat er achter op zijn rode schoolshirt.

Dit House Of Hope (89 min.), in Al Eizariya op de Westbank, is opgericht door de Palestijnse vrouw Manar Wahhab en haar echtgenoot Milad. In een omgeving waar het voor kinderen gemakkelijk is – en misschien ook wel voor de hand ligt – om de wapens op te nemen, vangen zij hen liefdevol op. Ze prediken op school geweldloos verzet en helpen de leerlingen met het plaatsen en verwerken van pijn en verdriet. Tegelijkertijd wordt de basisschool door talloze beveiligingscamera’s omgeven en komen er via de media continu berichten binnen over ontsporend geweld en verdere escalaties.

Als er zo ook nieuws binnenkomt over de terreuraanval van Hamas op 7 oktober en Israëls vernietigende reactie daarop, lijkt alles in het leven van Manar in gevaar te komen. Haar ideaal om Palestijnse kinderen een betere toekomst te kunnen bieden, dat documentairemaker Marjolein Busstra een kleine twintig jaar eerder al voor haar innam en dat dus heeft geresulteerd in een eigen school, wordt nu getoetst door de wrange realiteit. Waar blijven hoop en liefde als het Israëlische leger ’s nachts binnenvalt, als raketaanvallen iedereen bang maken en als je je zorgen maakt over je eigen kinderen?

Busstra legt van binnenuit vast hoe ze binnen de school trouw proberen te blijven aan hun eigen principes. ‘Als iemand ons pijn doet, reageren we niet door de ander pijn te doen’, houdt Manars man Milad de kinderen bijvoorbeeld voor. ‘We reageren met het recht, met woorden.’ Tegelijkertijd twijfelen de twee ook over hun eigen kinderwens. Manar wil eigenlijk graag nog een kind, maar vraagt zich af of ze dat wel wil in deze wereld. ‘Als iedereen zo denkt, dan krijgt niemand meer kinderen’, reageert haar schoolcollega Zain scherp. ‘Dan worden we een minderheid.’

Intussen moeten Manar en Milad hun zoon Neshan gewoon elke dag die wereld insturen, langs checkpoints en wegversperringen. In de hoop dat hem niets overkomt. Binnen die zeer geladen situatie, laverend tussen het optimisme diep van binnen en opperste wanhoop over het lot van hun volk, proberen ze met hun leerlingen steeds weer ‘het licht in ons hart’ te vinden en zelf overeind te blijven. Ga in vrede, zeggen ze, in een film waarin de gevolgen van het aanhoudende geweld op het hoofd en hart van Palestijnen wordt onderzocht, tegen de kinderen – en vast ook een beetje tegen zichzelf.

Israël And The Palestinians: The Road To 7th October

Alamy

Voor de oorsprong van de terroristische aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 en de verwoestende oorlog in Gaza die daaruit is voortgekomen gaat de driedelige serie Israël And The Palestinians: The Road To 7th October (177 min.) twintig jaar terug in de tijd.

Dan besluit de Israëlische premier Ariel Sharon om nederzettingen en troepen terug te trekken uit Gaza. Daarmee zet hij veel kwaad bloed in eigen kring. Bovendien biedt het zeer omstreden besluit Hamas de mogelijkheid om de credits voor die terugtrekking te claimen. In 2006 wint de islamitische Palestijnse organisatie, die weigert om de staat Israël te erkennen en de gewapende strijd voorstaat, vervolgens de verkiezingen in Gaza. Sindsdien maakt Hamas daar de dienst uit en zijn andere Palestijnse partijen, zoals Fatah van president Mahmoud Abbas, steeds meer naar de zijlijn verdreven.

Deze groots opgezette miniserie van Tim Stirzaker en Norma Percy richt zich op de beslissers, diplomaten en onderhandelaars, die in de afgelopen twintig jaar – tevergeefs – hebben geprobeerd om het conflict te bezweren, in hun eigen voordeel te beslissen of te beëindigen. Zoals gebruikelijk bij het gezaghebbende Britse productiehuis Brook Lapping, dat eerder series maakte over grote onderwerpen zoals de uitdagingen voor de Europese Unie, de relatie tussen Poetin en het westen en het buitenlandbeleid van de Amerikaanse president Trump, is de opzet breed en komen alle partijen aan het woord.

Zowel regeringsfunctionarissen van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu als woordvoerders van Hamas, waaronder ook Ismail Haniyeh (die een maand na zijn interview werd gedood) blikken dus terug. Zij worden aangevuld of weersproken door adviseurs van de Palestijnse president Abbas, de voormalige premier Salam Fayyad, speciaal gezant Tony Blair en oud-premier van Israël, Ehud Olmert. Een bijzondere positie is er voor de Amerikaanse diplomaten, niet alleen in deze miniserie overigens, die de ministers van Buitenlandse Zaken Rice, Hillary Clinton en Kerry afvaardigen.

Gezamenlijk schetsen al die pratende hoofden een levensgevaarlijk labyrint, opgetrokken rond begrippen zoals bouwstop, tunnels, guerrillacampagne, blokkades en tweestatenoplossing. Intussen leven gewone Israëli’s en Palestijnen, die allebei overigens niet worden bevraagd in deze hoogover-productie, voortdurend tussen hoop en – vooral – wanhoop. ‘Grote dromen vragen een grote prijs’, stelt Hamas-leider Khaled Meshaal eufemistisch. ‘Volgens de Bijbel is er een tijd voor vrede en een tijd voor oorlog’, zet Israëls premier Netanyahu daartegenover. ‘Nu is het tijd voor oorlog.’

En dat is precies waarin deze vervloekte regio sinds 7 oktober 2023 nu alwéér terecht is gekomen.

Trailer Israel And The Palestinians: The Road To 7th October

A Invenção Do Outro

De Bubuia Cinema

De missie is bepaald niet zonder gevaar. Eerdere pogingen om de Korubo, een inheems volk dat geïsoleerd leeft in het westelijke Amazonegebied op de grens van Brazilië, Peru en Colombia, te benaderen, zijn uitgelopen op stevige confrontaties. Zes expeditieleden hebben daarbij het leven gelaten. Het is overigens niet vreemd dat de Korubo in eerste instantie vijandig staan tegenover witte mensen. Hun leefgebied wordt permanent bedreigd door jagers, houtkappers en vissers.

In 2019 onderneemt FUNAI, een Braziliaanse overheidsorganisatie voor de bescherming van de inheemse bevolking, een nieuwe poging. Zij willen contact leggen met de indianenstam, hen voorzien van geneesmiddelen tegen griep en malaria en bemiddelen in de permanente oorlog die zij uitvechten met een ander inheems volk, de Matis. Deze poging lijkt meer kans van slagen te hebben dan eerdere trips. Want het team is ditmaal versterkt met een groepje Korubo-mannen, dat enkele jaren geleden los is geraakt van de hoofdgroep en vervolgens in de bewoonde wereld is beland.

Als de voortekenen niet bedriegen, wordt ‘t een heel bijzonder avontuur, met een zeer gemêleerd reisgezelschap, waaronder dus ook enkele inheemse mannen die zich weer bij hun stamgenoten willen aansluiten. En de Braziliaanse filmmaker Bruno Jorge, die eerder met enkele collega’s het thematische verwante Piripkura (2017) maakte over de twee laatste leden van een Braziliaanse nomadenstam die samen in de jungle leven, heeft zich bij de groep aangesloten voor wat ook wel een heel bijzondere film moet worden: A Invenção Do Outro (Engelse titel: The Invention Of The Other, 144 min.).

Hoewel de FUNAI-vertegenwoordigers onder leiding van Bruno da Cunha Araújo Pereira ‘t beste voor hebben met de Korubo, hebben die wel degelijk wat van hen te vrezen. Een ogenschijnlijk onschuldig griepje zou de indianen bijvoorbeeld fataal kunnen worden. Zij moeten dus zeer omzichtig benaderd worden, óók door de stamgenoten waarvan zij vast dachten dat die allang waren overleden. Die beginnen zich intussen weer duidelijk op hun gemak te voelen in het regenwoud. Ze trekken als vanouds al hun kleren uit, gaan op jacht naar apen om te verorberen en spelen heroïsche gevechten na.

En Jorge kan, als onderdeel van de expeditie, alle verwikkelingen van binnenuit registreren. Hij staat ook op de eerste rij als ‘t inderdaad tot een ontmoeting komt. Dit zorgt voor emotionele taferelen, waarbij het fascinerend is om te zien hoe de Korubo met elkaar communiceren: lawaaierig, erg direct en zeer lijfelijk. De film krijgt daarmee iets zeer intiems en brengt tegelijkertijd een fenomeen in beeld, dat in de allereerste documentaires, een ‘vreemd’ volk ontdekken, nog alomtegenwoordig was en dat allengs, door de globalisering, wel héél uitzonderlijk is geworden.

Voor iedereen die met beide benen in de 21e eeuw staat legt A Invenção Do Outro daarom een ronduit opzienbarende wereld bloot.

No Other Land

Cherry Pickers

Dertien jaar zijn er verstreken sinds Five Broken Cameras. En nu is die verpletterende documentaire gewoon opnieuw gemaakt, ditmaal onder de noemer No Other Land (92 min.). De rol van protagonist, een Palestijnse man die met een camera het verhaal van zijn bedreigde gemeenschap optekent, wordt ditmaal vertolkt door Basel Adra, een voormalig rechtenstudent die elk geloof in de wet is kwijtgeraakt.

Als burgerjournalist documenteert hij hoe Masafer Yatta, een kleine gemeenschap van zo’n twintig bergdorpen op de Westelijke Jordaanoever, sinds de zomer van 2019 wordt geattaqueerd door het Israëlische leger en bulldozers. De plek die Basel en zijn familie, vrienden en dorpsgenoten thuis noemen is door het Israëlische hooggerechtshof uitgeroepen tot militair trainingsgebied. En dus rijden er al snel tevens tanks rond, ook om de oorspronkelijke bewoners, desnoods met grof geweld, te verdrijven.

‘Ik ben hier zeventig jaar geleden geboren’, zegt één van de dorpelingen tegen de Israëlische militair die de leiding heeft over de uitzetting. Deze ‘Ilan’ gaat dan het officiële ‘vernietigingsbevel’ halen en verspreidt dit onder de inwoners van Masafer Yatta. Alles wordt vernietigd. Hun huizen, dorp, leven. We hebben geen ander land, zegt een vrouw scherp tegen een journalist. Ze beginnen dus meteen te herbouwen. Totdat hardhandig – en met dramatische gevolgen – ook hun bouwgereedschap wordt afgepakt.

Basel filmt alle verwikkelingen, bericht daarover op sociale media en komt zo zelf ook in het vizier van het Israëlische leger. Hij sluit intussen vriendschap met Yuval Abraham, een jonge Israëlische journalist uit Be’er Sheva die zich het lot van Adra en zijn gemeenschap aantrekt. Hij gelooft nog in verandering. ‘Enthousiastelingen zoals jij willen dat de bezetting binnen tien dagen wordt beëindigd’, maant Basel hem tot kalmte. Hij weet inmiddels wel beter: zij leven nu al decennia in deze uitzichtloze situatie.

Gaandeweg, als het conflict verder escaleert en ook Joodse kolonisten zich in het gebied melden, wordt ook de idealistische Israëliër echter steeds nadrukkelijker geconfronteerd met agressie van landgenoten. Als Yuval filmt bij de vernietiging van alweer een Palestijns dorp, begint een man hem bijvoorbeeld met z’n telefoon te filmen. ‘Hier is een jood die ze helpt’, zegt hij tegen z’n eigen publiek. En, daarna tegen Yuval: ‘Je bent te zien op Facebook. Mensen kennen je nu en zullen je weten te vinden.’

Het filmen voor deze indringende film van een Palestijns-Israëlisch collectief, bestaande uit de hoofdpersonen Basel Adra en Yuval Abraham en hun collega’s Rachel Szor en Hamdan Ballal, nam uiteindelijk ruim vier jaar in beslag. Daarna maakten de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 en Israëls respons daarop de situatie in Masafer Yatta helemaal onmogelijk. Ook de voorgaande vier jaar, waarin het conflict zich alleen maar verdiepte en verbreedde, stemden buitengewoon somber.

De gedachten van een willekeurige buitenstaander gaan onvermijdelijk dertien jaar terug in de tijd. Naar Five Broken Cameras, die andere zielstriemende film over in wezen precies hetzelfde verhaal. Sindsdien zijn ze niets opgeschoten. Sterker: er is nog veel meer verloren gegaan. Te beginnen met, zoals ’t zich nu laat aanzien, elke vorm van hoop.

Death In Gaza

BBC

‘Israëlische burgers zijn in de afgelopen tijd het slachtoffer geweest van dodelijke terreuraanslagen door militante Palestijnen’, meldt een tekst aan het begin van de documentaire Death In Gaza (80 min.). Die vervolgt: ‘Israëlische kiezers hebben een leider gekozen die heeft beloofd dat hij verdachte militanten in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever zal opjagen en doden.’ Alleen het jaartal (2000) en de naam van die leider (Ariel Sharon) zijn niet meer accuraat, maar verder is die tekst bijna 25 jaar na dato nog altijd volstrekt actueel.

Begin 2003 zijn de 34-jarige Britse cameraman James Miller en verslaggever Saira Shah naar de Gazastrook vertrokken voor een documentaire over hoe ‘t is om op te groeien in een conflictgebied. Slechts enkele maanden later, op 2 mei, zal Miller met zijn eigen leven betalen voor die missie. Samen met Shah heeft hij dan al enkele Palestijnse kinderen geportretteerd, aan hun Israëlische tegenhangers zijn ze nooit toegekomen. Deze schrijnende film uit 2004, bekroond met enkele BAFTA- en Emmy Awards, vormt de indringende nalatenschap van de gesneuvelde cameraman.

Een documentaire met ontwapenende Palestijnse kinderen en hun tragische verhalen. ‘Hij is zo aardig voor mij’, zegt de twaalfjarige Mohammed bijvoorbeeld over zijn boezemvriend Ahmed. ‘Ik wil ook aardig zijn voor de hele wereld. Behalve voor onze vijanden, de Joden.’ Niet veel later krijgt Ahmed door gemaskerde paramilitairen een raketwerper in de hand gedrukt. Zodat hij er alvast aan kan wennen. De elfjarige Abdul Sattar kan ook bijna niet wachten tot hij zijn speelgoedgeweer, waarmee hij met zijn vriendjes gedurig het spelletje ‘Joden en Arabieren’ speelt, mag inruilen voor een werkend exemplaar.

‘Het leven is een en al wanhoop’, constateert het zestienjarige meisje Najla ondertussen somber. ‘Ik heb al acht jonge familieleden verloren.’ En in deze film zal er opnieuw een martelaar bijkomen. De kinderen en hun directe omgeving lijken intussen volledig vertrouwd met het oorlogsjargon, dat nog altijd wordt gebezigd in het conflict tussen de Israëli’s en Palestijnen. Termen als: Intifadah, bulldozergeweld, stenen gooien, nederzettingen, zelfmoordaanslag, de bezetter, Jihad en, ja, martelaren. Hun namen zijn op de muren gekalkt, zodat zij niet tot de naamloze slachtoffers van dit eindeloze conflict gaan behoren.

En dan bereiken Miller, Shah en hun medewerkers in deze grimmige documentaire – waarin hun werkoverleg, dat normaal gesproken wordt weggeknipt, laat horen hoe ze te werk gaan en een opzwepende soundtrack de dramatiek van alle gebeurtenissen nog eens extra aanzet – de laatste dag van hun bezoek aan de Gazastrook: vrijdag 2 mei 2003. De dag waarop zowel de film zelf als het leven van de maker ervan zal eindigen. De contouren van Millers tragische dood, waarbij een witte vlag en alle afgegeven signalen dat ze journalisten zijn toch niet mogen baten, worden vereeuwigd door een lokale filmcrew.

Van maker is James Miller dan definitief onderwerp geworden van deze film: dood in Gaza.

H2 – The Occupation Lab

Imad Abu Shamsiya / VPRO

In Hebron, de grootste stad op de Westelijke Jordaanoever, wonen zo’n 250.000 Palestijnen. In hun midden bevinden zich achthonderd Joodse kolonisten. Zij leven in een afgeschermd gedeelte van het oude stadscentrum, dat permanent wordt bewaakt door het Israëlische leger. In dit stadsdeel, dat H2 wordt genoemd, ligt ook de Grot van de Patriarchen, een heilige plek voor zowel Joden als moslims. Daar ligt hun gemeenschappelijke voorvader Abraham/Ibrahim begraven.

Van vreedzame co-existentie is evenwel nauwelijks sprake. Op z’n best is er in Hebron sprake van gewapende vrede, waarbij de spanningen regelmatig uitmonden in geweldsuitbarstingen. In H2 – The Occupation Lab (94 min.), een titel die verwijst naar het imago van de Joodse enclave als een testlocatie voor Israëls nieuwste veiligheidsmaatregelen, belichten Noam Sheizaf en Idit Avrahami de woelige historie van Hebron, dat tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 in Israëlische handen is gekomen.

Vrijwel direct melden zich dan weer Joodse kolonisten in de stad, die voor hen zowel van historisch als religieus belang is. Na het zogenaamde Bloedbad van Hebron in 1929, een scharnierpunt in de strijd om de stad, leken zij daar van het toneel te zijn verdwenen. Met indringend archiefmateriaal en direct betrokkenen van Palestijnse en Israëlische zijde, zowel gestaalde militairen als mensenrechtenactivisten, reconstrueren Sheizaf en Avrahami hoe het leven in en om H2 zich vervolgens heeft ontwikkeld.

Het is een tamelijk moedeloos makend relaas.  Als er zoiets als vreedzame co-existentie lijkt te (kunnen) ontstaan, melden zich altijd weer hardliners die de situatie destabiliseren. In dat opzicht staat Hebron symbool voor de tragische situatie waarin de Israëliërs en Palestijnen samen verzeild zijn geraakt. Met H2 als een onvervalste trial & error-plek, die in deze stevige film uiteindelijk vooral foutmeldingen afgeeft.

The Devil’s Drivers

Amstelfilm

Thuis, op de Westelijke Jordaanoever, is geen droog brood te verdienen. En om in Israël aan de slag te mogen, hebben Palestijnen een werkvergunning nodig. Tenminste, als ze getrouwd zijn. Bij alleenstaande mannen vindt Israël het risico op zelfmoordaanslagen sowieso te groot. Achthonderd kilometer muur moet Palestijnen ervan weerhouden om toch zonder vergunning de oversteek te maken. Bij het zuidelijke dorp Jenba is de muur echter nog niet klaar en kunnen smokkelaars alsnog illegaal arbeiders naar de Israëlische stad Be’er Sheva brengen.

Hamouda Al-Daes uit Yatta, een Palestijnse stad ten zuiden van Hebron, is één van The Devil’s Drivers (93 min.), die voortdurend op en neer pendelen naar Israël. Ze worden opgejaagd door het Israëlische leger, dat ook informanten (tegen wil en dank) inzet om de clandestiene taxichauffeurs en hun passagiers in te kunnen rekenen. Als Hamouda begin 2012 samen met zijn neef/buurman Ismail daadwerkelijk wordt gearresteerd, is zijn vrouw zes maanden zwanger. En hij zit nog altijd in de militaire gevangenis Ofer wanneer zijn zoontje wordt geboren.

Gedurende acht jaar volgen de Duitse filmmaker Daniel Carsenty en zijn collega Mohammed Abugeth de smokkelaars Hamouda en Ismail. Ze nemen bijvoorbeeld met de camera plaats in hun auto voor spannende ritten, waarbij medestanders zoals Ali, een oudere man uit Jenba, een uitkijkpost bemensen. Het komt desondanks menigmaal tot een enerverend kat- en muisspel met het Israëlische leger. Voor Ismail zal één van die smokkeltochten bijzonder slecht aflopen: hij raakt zijdelings betrokken bij de eerste terroristische aanslag van Islamitische Staat in Israël.

Tussendoor portretteren Carsenty en Abugeth de chauffeurs en hun handlangers thuis, bij hun vrouwen en kinderen, een leefomgeving die regelmatig wordt bezocht door agressief opererende Israëlische militairen en inmiddels ook wordt omgeven door Joodse nederzettingen. Zo ontstaat een indringend beeld van de schrijnende situatie van de Palestijnse gemeenschap, die nog eens van context wordt voorzien met prachtige animaties. Het is een tamelijk troosteloos verhaal. Al driekwart eeuw moeten Palestijnen zien te overleven binnen een staat die geen thuis voor hen kan of wil vormen.

Skies Above Hebron

Doxy

‘Soldaat!’ roept de Joodse overbuurvrouw naar militairen van de legerpost als de Palestijnse broers Amer (11) en Anas (7) te dichtbij komen met de duiven die ze houden op hun dak. Tegen de jongens: ‘Deze plek is niet van jullie. Wegwezen!’

‘Ga zelf weg’, roepen ze terug. ‘Houd je mond!’ De broers weten dan al hoe laat het is. ‘Nu komen de soldaten eraan’, zegt Anas. Hij maakt er schietgeluiden en –bewegingen bij. Als de Israëlische militairen zich daadwerkelijk melden, raken de gemoederen snel verhit. ‘Ik zweer bij God dat ik je hoofd verbrijzel als je mijn zoon meeneemt’, zegt de moeder van de broers.

‘Ze hebben iets gedaan’, legt één van de soldaten uit. ‘We moeten ze boven aan een officier laten zien. Alle kinderen. Nu! Anders kom ik vannacht terug en arresteer ik iedereen in huis.’

Skies Above Hebron (56 min.) is nauwelijks vijf minuten onderweg en de situatieschets is compleet: Hebron, een stad aan de Westelijke Jordaanoever waar de Palestijnse bevolking en Joodse kolonisten op voet van oorlog met elkaar leven. Het is de plek waar de broers Quneibi en een andere Palestijnse jongen, Marwaan Sharabati, opgroeien. Die heeft als elfjarige al een foto gemaakt van een ‘martelaar’ die werd doodgeschoten door een Israëlische soldaat.

‘Ik was daar aan het spelen’, vertelt hij, bij zijn huis tegenover een grote Israëlische nederzetting. ‘Daar beneden viel hij neer, bij die witte steen. Hij vervolgt: ‘Een oude kolonist richtte zijn geweer op me. Hij schoot en ik bukte. De kogel ging net langs me heen.’ Toen kwamen er soldaten, die het geheugenkaartje van Marwaans telefoon wilden hebben. Dat liet hij niet gebeuren. Met vastberaden blik toont de jongen zijn foto. Die gun je geen enkel kind.

Esther Hertog en Paul King volgen de opgroeiende jongens gedurende enkele jaren. Het conflict dat rondom hen woedt werkt vormend. Ook zij worden, of ze dat nu willen of niet, meegezogen in de tragische waan van de dag. Waarbij camera’s worden ingezet als wapen, kinderen aan een waterpijp lurken om de stress te managen en Joden, en Joodse kinderen, automatisch tot vijand worden gebombardeerd.

Totdat iedereen, zo laat Skies Above Hebron trefzeker zien, zijn voorbestemde plek in de strijd heeft ingenomen of eieren voor z’n geld besluit te kiezen. Intussen proberen Amer en Anas gewoon hun duiven in leven te houden. In een wereld die daarin geen potentieel vredessymbool herkent, maar ze gewoon betrekt in de strijd.

When Are You Coming Back, Kees?

Movies That Matter

Terug naar ‘het geroofde land’. In 1987 maakte Kees Schaap als filmstudent De Kinderen Van Mevrouw Al Areidy, een documentaire over enkele Palestijnen die zich verzetten tegen de Israëlische bezetting van hun geboortegrond. Die film is echter nooit uitgezonden en heeft dus geen enkel verschil gemaakt. Schaap voelt zich er nog altijd schuldig over. Terwijl zijn eigen carrière daarna goed op gang kwam, raakten zijn Palestijnse vrienden alleen maar verder in de verdrukking. Joodse kolonisten pikten stelselmatig hun land in.

Samen met zijn zoon Mark besluit de Nederlandse filmmaker zijn toenmalige hoofdpersonen te gaan opzoeken. Schaap heeft de voormalige strijder Adnan Al Areidy, diens moeder Oem Mohammed en zijn eigen vertaler Hisham Sharabati 31 jaar niet gezien. When Are You Coming Back, Kees? (54 min.) is de weerslag van die trip nostalgia naar de Westelijke Jordaanoever, waarbij Kees herinneringen ophaalt en de balans opmaakt met zijn oude kameraden en zijn zoon met hun kinderen in gesprek gaat.

Kees en Mark Schaap doorsnijden hun lotgevallen met passages uit de dertig jaar oude documentaire. Uiteindelijk moet het ook tot een vertoning van die film komen, zodat pa Schaap eindelijk, en dat voelt wat gekunsteld, zijn excuses kan aanbieden aan de familie Al Areidy. Ook zijn film heeft hun land niet kunnen redden. Intussen kan die nieuwe documentaire, constateert zoon Mark nuchter, misschien bewerkstelligen dat diezelfde familie voor het eerst in tijden weer eens als eenheid opereert.