Happy Hooker, Lust Om Te Leven

BNNVARA / Witfilm

Iets wat ik altijd weg had gegeven, werd ineens betaald. Het was een openbaring voor Xaviera Hollander, een jonge Nederlandse vrouw die in de Verenigde Staten verzeild was geraakt. In 1971 schreef ze een boek over haar leven als prostituee en bordeelhoudster, dat een internationale bestseller werd: The Happy Hooker. Met die geuzennaam werd ze in de navolgende halve eeuw een icoon van ‘vrijheid blijheid’.

Inmiddels is Hollander, die in 1943 in Nederlands Indië werd geboren als Vera de Vries, al even in de tachtig. Ze is niet meer zo goed ter been, maar haar hoofd werkt prima en ze schrijft ook nog altijd. Ook over niet seks gerelateerde onderwerpen overigens. Haar vroegste herinneringen aan het Jappenkamp, waar het gezin werd gescheiden en haar ouders gruwelijk zijn gefolterd, vervatte ze bijvoorbeeld in het persoonlijke boek Kind Af (2001).

Daar, in die traumatische jeugd en hoe die stiekem altijd heeft doorgewerkt in haar leven, zit ook het drama in Happy Hooker, Lust Om Te Leven (55 min.). Verder verlaat regisseur Barbara Makkinga zich in dit portret vooral op het fraaie archiefmateriaal dat bewaard is gebleven uit de verschillende fasen van Hollanders persoonlijke en publieke bestaan en voorgelezen fragmenten uit haar boeken, die ze lekker tegen elkaar wegsnijdt.

Nadat Hollander een dampende scène uit haar succesboek heeft voorgelezen, volgt bijvoorbeeld een fragment uit het televisieprogramma Klasgenoten (1988), waarin medeleerlingen haar typeren als een ‘oversekste lellebel’. In werkelijkheid had ze ‘het’ echter nog helemaal niet gedaan. Wel zo’n beetje al het andere uitgeprobeerd, overigens. ‘Jullie hebben me gedeeltelijk nog als maagd gekend dus’, houdt ze haar toenmalige klasgenoten voor.

Makkinga heeft verder geen uitgebreide ronde langs Xaviera Hollanders entourage gemaakt. Behalve de hoofdpersoon zelf komt alleen haar vriendin en ex-geliefde Dia Huizinga uitgebreid aan het woord. Daarnaast zijn er scènes van een boekpresentatie en feest van haar zelfbewuste protagonist, die de controle nooit helemaal uit handen lijkt te geven in deze film. Happy Hooker, Lust Om Te Leven laat haar zien zoals ze waarschijnlijk ook gezien wil worden.

Als een vrouw van de wereld, die volgens haar eigen voorwaarden leeft.

The TMF Story

Videoland

Enkele generaties Nederlandse jongeren zijn opgegroeid met The Music Factory, de Nederlandse muziekzender die grofweg van 1995 tot 2011 – 24 uur, 7 dagen per week – bepaalde wat er populair was. In het tweeluik The TMF Story (95 min.) blikken kopstukken van voor en achter de schermen in de voormalige Studio Concordia in Bussum, waar alle uitzendingen destijds werden opgenomen, terug op een periode die ook voor hen vormend was.

In deel 1 worden de kwajongensjaren belicht van de zender, die begin jaren negentig uit de grond wordt gestampt door Veronica-coryfee Lex Harding en – kent-u-deze-nog-nog-nog? – Herman Heinsbroek, de latere LPF-minister. Ze beginnen met een nieuw veejayteam, dat deels bestaat uit bekende deejays van Radio 538. Zij krijgen gezelschap van de voormalige banketbakker Jeroen Post en vier nieuwe vrouwelijke gezichten: Fabienne de Vries, Bridget Maasland, Isabelle Brinkman en de latere BIJ1-politica Sylvana Simons. Die meiden moesten er vooral goed uitzien.

‘Nou ja, kijk, de pluspunten van Fabienne waren natuurlijk duidelijk waarneembaar’, zegt Erik de Zwart, die ‘de bril van toen’ duidelijk weer heeft opgezet, bij beelden van het voormalige boegbeeld van The Music Factory met een decolleté. ‘Zij was toch wel het naschoolse vriendinnetje’, vult Lex Harding aan. ‘De jongens moesten het een lekker wijf vinden. En de meiden moesten zich kunnen identificeren met haar.’ De vrouwelijke veejay zelf was vooraf ook goed geïnstrueerd: ‘Jij moet de beste vriendin van de meiden worden en de natte droom van de jongens.’

‘Woke was iets wat bij TMF niet bestond’, verduidelijkt Harding even later. ‘Waren opmerkingen grensoverschrijdend? Naar de maatstaven die nu gehanteerd worden: zeer zeker. Er werd gevloekt, er werd gescholden, er werd uitgelachen… weet ik veel allemaal.’ Hij laat een korte stilte vallen. ‘En dat was heel goed voor de sfeer.’ Fabienne bleef er ogenschijnlijk rustig onder, getuige ook een interview met Robbie Williams. Op de vraag wat hij leuk vindt aan zichzelf, antwoordt de Britse popster doodleuk ‘my massive penis’. Oké, blijft zij verbazingwekkend koel: ‘show me!’

En ook Sylvana, die later als Tweede Kamerlid een soort woke-boegbeeld zou worden, kan zich er nog altijd niet al te druk om maken: zo ging dat toen nu eenmaal. De presentatoren van het eerste uur lijken zich vooral de opwinding van die tijd te herinneren. Het was keihard werken, voor een grijpstuiver bovendien, maar dan werd je wel wereldberoemd in Nederland en mocht je bijvoorbeeld ook de immens populaire TMF Awards presenteren. En als iets hot was, dan kwam het naar de studio: van Madonna en Backstreet Boys tot Notorious B.I.G. en Mariah Carey.

En dan meldt zich in deel twee van The TMF Story een nieuwe generatie veejays, waarvan het leeuwendeel ook graag nog eens voor de camera plaatsneemt om over hun grote doorbraak te vertellen. TMF markeerde voor bijvoorbeeld Daphne Bunskoek, Valerio Zeno en Miljuschka Witzenhausen de start van een televisiecarrière, die nog altijd voortduurt. Zij reden scheve schaatsen, gingen doldwaze avonturen aan en werden geconfronteerd met zichzelf. Intussen waren ze er getuige van hoe The Music Factory van karakter veranderde en langzaam naar z’n einde ging.

Dit anekdotische en vluchtige tweeluik raakt in de kantlijn ook onderwerpen zoals divagedrag, burn-outs én drugsgebruik aan, maar gaat nooit de diepte in. Als veejay Sylvie Meis bijvoorbeeld vertelt dat zij op een afterparty met collega’s schrok van wit poeder, ‘niet het spul wat je doet op pannenkoeken’, blijft ‘t daar ook bij. De bewering wordt verder niet onderzocht of voorgelegd aan de anderen. The TMF Story is daarmee een documentaire die uitstekend past bij The Music Factory, een film die even gemakkelijk wegkijkt als ook weer uit het geheugen verdwijnt.

Beatrix

Videoland

Zo flamboyant als haar vader Prins Bernhard, de hoofdpersoon van Joost van Ginkels vorige Koningshuis-productie, is de voormalige Nederlandse koningin Beatrix natuurlijk niet. Toch doet de driedelige serie Beatrix (142 min.) echt niet onder voor z’n voorganger. Want of je het koningshuis nu wezenlijk voor het welbevinden van Nederland of kolderieke poppenkast vindt, de lotgevallen van de Oranjes leveren doorgaans méér dan genoeg gespreksstof op.

Dat begint bij Beatrix al kort na haar geboorte, als ze vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog samen met haar moeder, de toenmalige prinses Juliana, naar Canada verkast. Daar ontmoet ze als peuter een ander Nederlands meisje, Reneé Smith-Roëll, met wie ze zo’n 85 jaar later nog altijd innig bevriend is. Samen met andere klasgenootjes van ‘Trixie’ kijkt zij in deze serie met plezier terug op hun idyllische jeugd. Daarna wacht voor Beatrix in Nederland het lastige huwelijk van haar ouders weer, met de Greet Hofmans-affaire, Bernhards buitenechtelijke escapades en diens betrokkenheid bij het Lockheed-omkoopschandaal.

Een centrale rol in deze lekker toegankelijke serie is weggelegd voor beeldresearcher René Kok van het NIOD, een geanimeerde verteller die aan de hand van foto’s, en begeleid door fraai archiefmateriaal, door het leven van de hoofdpersoon wandelt. Hij wordt gesecondeerd door kenners van de Nederlandse monarchie zoals Jolande Withuis, Jutta Chorus, Daniela Hooghiemstra, Jan Tromp en Annejet van der Zijl (die het koningshuis overigens consequent een ‘sprookjesfabriek’ noemt). De voormalige hofdame Miente Boellaard-Stheeman, adjudant Tom Zwollo, couturier Sheila de Vries en kunstenares Marte Röling spreken verder vanuit eigen ervaring over (en misschien ook wel een beetje namens) de inmiddels 87-jarige oud-koningin.

Zij schetsen een vrouw met een ijzeren wil, die de monarchie grondig professionaliseert en ondertussen heel wat te verduren krijgt: van de rellen in Amsterdam bij haar kroning en de aanslag op Koninginnedag in 2009 tot persoonlijk drama zoals de ziekte van haar echtgenoot Claus en de tragische dood van haar zoon Johan Friso. Van Ginkel zet alle ontwikkelingen soepel achter elkaar en geeft ze extra kleur met een nogal uitgesproken muziekkeuze die, net als bij zijn Prins Bernhard-productie, het midden houdt tussen lekker popi, bijna camp en tenenkrommend. Donna Summers I Feel Love begeleidt bijvoorbeeld de verloving met Claus, terwijl Everybody Wants To Rule The World van Tears For Fears Beatrix’s aantreden als koningin opluistert.

En wat te denken van Don’t Cry For Me Argentina als het huwelijk tussen Beatrix’s oudste zoon Willem-Alexander en Maxima kan worden ingezegend? Die tranen komen er dan overigens tóch. Bij haar Argentijnse schoondochter, welteverstaan, en voor het nageslacht vereeuwigd. Beatrix zelf houdt haar gezicht doorgaans in de plooi, laat op gezette tijden haar inlevend vermogen zien en toont zo nu en dan haar ‘boze oog’ als het ceremonieel, waarvan zij vindt dat het bij de monarchie hoort, door andermans fouten in het honderd dreigt te lopen. Als de rolvaste vorstin die ze, getuige deze interessante miniserie, eigenlijk haar hele leven is geweest.

Pathological: The Lies Of Joran van der Sloot

Videoland

Voor Nederlandse misdaadverslaggevers is Joran van der Sloot in de afgelopen twintig jaar ‘the gift that keeps on giving’ gebleken. Hij ontkende eerst in alle toonaarden dat hij schuldig was aan de verdwijning van Natalee Holloway, wilde vervolgens onder druk nog wel eens flink uit zijn slof schieten en liet zich uiteindelijk tóch in de kaarten kijken. Wat heeft een Amerikaanse true crime-docu dan nog te bieden? Behalve de verplichte journalisten, schrijvers en juristen, overspannen muziekjes en cliffhangers en een psychologe, die eerst zegt dat het natuurlijk niet de bedoeling is dat mensen zoals zij publieke figuren gaan analyseren en dan precies dat gaat doen? In elk geval, al even flauw, een andere naam voor de door haar als ‘psychopaat’ gekwalificeerde diabolische jongeling: Jorén vénder Sloet.

Pathological: The Lies Of Joran van der Sloot (94 min.) vertelt twee parallelle verhalen, waartussen exact vijf jaar zit: de verdwijning van de Amerikaanse tiener Natalee Holloway op Aruba op 30 mei 2005 en de moord op Stephany Flores in Peru op 30 mei 2010. Met direct betrokkenen zoals Natalee’s broer Matt en Stephany’s vader Ricardo, vrienden, ooggetuigen en politiemensen brengt regisseur Christopher Cassel de gebeurtenissen in de twee geruchtmakende zaken in kaart. Het duurt bijna drie kwartier voordat daarbij Peter R. de Vries, die in Nederlandse ogen toch een essentiële rol heeft gespeeld in Van der Sloots ontmaskering, voor het eerst opduikt: als hij een bekentenis van Joran heeft verkregen via een verborgen camera-actie met diens ‘vriend’ Patrick van der Eem.

Daarmee komt de verziekte relatie tussen de manipulatieve Nederlander, altijd op zoek naar geld, en de gulzige media pas echt op gang: Joran van der Sloot zorgt ervoor dat hij permanent in de aandacht blijft staan, voedt journalisten de meest bizarre verhalen en probeert daar dan een slaatje uit te slaan. Na een interview in Thailand ontvangt de bekende Fox News-journaliste Greta van Susteren bijvoorbeeld doodleuk een berichtje van hem. ‘Alles wat ik je zojuist heb verteld was een leugen. Ik deed het gewoon voor het geld.’ Het vraaggesprek wordt desondanks gewoon uitgezonden. Fox meldt er alleen bij dat ze Joran inderdaad, een journalistieke doodzonde, voor zijn bijdrage hebben betaald. En de rest van de wereld, in het bijzonder Natalee’s nabestaanden, tast verder in het duister.

Nieuwe inzichten heeft deze misdaaddocu intussen niet te bieden. Joran van der Sloots verhaal wordt wel netjes achter elkaar gezet. En dat krijgt in de gevangenis in Peru, tot afgrijzen van de familieleden van zijn slachtoffers, nog een nieuwe dimensie als hij trouwt met de plaatselijke jonge vrouw Leidy Figueroa en ook vader wordt van haar kind. Even later meldt zich overigens ook nog een vriendin die hij in de cel heeft opgedaan. ‘Ik voel een enorme liefde voor Joran’, zegt deze Eva Pacohuanaco, die beweert dat ze in eerste instantie niet op de hoogte was van zijn misdrijven. ‘Maar het zou beter zijn geweest als ik hem nooit had ontmoet.’ Want Eva zal nog flink in de problemen komen als ze wordt betrapt met cocaïne, die ze op verzoek van Joran de gevangenis in zou hebben gesmokkeld.

Hoewel psychologische duiding van mensen die hem écht goed kennen achterwege blijft, wordt Jorén vénder Sloet in Pathological neergezet als een klassieke psychopaat. Anderen lijken voor hem niet meer dan poppetjes in zijn spel. Voor deze degelijke, soms nét iets te vet aangezette docu geldt in wezen hetzelfde: Jorans slachtoffers worden nooit meer dan bijvangst bij portretteren van een levensgevaarlijke ’creep’. In 2023 wordt Van der Sloot uiteindelijk uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar hij een gedetailleerde bekentenis over Natalee aflegt. Haar moeder Beth accepteert zijn lezing van de feiten en is blij dat er eindelijk officieel een dader is aangewezen voor de verdwijning van haar dochter. Maar of het verhaal daarmee helemaal uit is en Joran nu werkelijk de complete waarheid heeft verteld?

Het zou bijna teleurstellend zijn als hij niet toch nog enkele kaarten in zijn mouw blijkt te hebben. Of wordt zelfs Joran mettertijd ‘the gift that stops giving’?

Red Privada: Quién Mató A Manuel Buendía?

Netflix

‘Kijk, als ze me zouden vermoorden en ik m’n beroemde laatste woorden kon zeggen‘, vertelt Manuel Buendía op een geluidsopname, ‘zou ik alleen zeggen: ik heb het verdiend.’ 

In zijn columns nam de Mexicaanse journalist nooit een blad voor de mond. In felle bewoordingen kaartte hij misstanden of corruptie aan. Het leverde hem talloze vijanden op, ook bij Mexico’s drugskartels. Dat kon niet goed aflopen. En dat deed het ook niet. Op woensdag 30 mei 1984 werd Buendía geliquideerd, toen hij op weg was naar zijn auto. Zijn dood veroorzaakte een schokgolf in het Midden-Amerikaanse land, dat één van zijn meest kritische stemmen verloor.

In Red Privada: Quién Mató A Manuel Buendía? (100 min.) onderzoekt documentairemaker Manuel Alcala de geruchtmakende moord, die onvermijdelijk vergelijkingen oproept met de aanslag op de Nederlandse misdaadjournalist Peter R. de Vries. Waar die liquidatie waarschijnlijk puur op het conto van de georganiseerde misdaad kan worden geschreven, leken onder- en bovenwereld in het Mexico van Buendía helemaal met elkaar verweven.

Vrienden, collega’s, politieagenten en medewerkers van inlichtingendiensten leggen bijvoorbeeld het verband met de gewelddadige dood van Kiki Camarena, een undercoveragent van de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration (die ook in de televisieserie Narcos Mexico een prominente rol speelde). Wat was Buendía op het spoor gekomen, dat hem uiteindelijk op vier laffe kogels in zijn rug kwam te staan? En wie zag in de journalist een bedreiging of wilde via hem juist publiekelijk zijn barbaarse punt maken?

Na die gruwelijke daad klinken in deze degelijke documentaire, met veel pratende hoofden en scherpe citaten uit Buendía’s columns, woorden die inmiddels vertrouwd aandoen. ‘Het was een misdaad tegen heel Mexico, het was niet alleen gericht tegen één man, meent een geschokte man. ‘Maar de ideeën, vrijheid en waarheid zullen blijven bestaan, ongeacht of ze dappere mannen zoals Manuel Buendía vermoorden.’ 

Je kunt het ook hem bijna horen zeggen: on bended knee is no way to be free.

Igone – En Als Beloning Zweef Je

Ze brengt de wijnflessen naar de glasbak. Stofzuigt het huis. En laat de hond uit. Vier maanden na haar vertrek bij het Nationale Ballet in september 2019 heeft het gewone leven van Igone de Jongh een aanvang genomen. Ze voelt een leegte in zichzelf en gaat door een soort rouwproces. De ballerina had zich haar afscheid, na 24 gloriejaren, anders voorgesteld. En eigenlijk is ze ook nog niet klaar met dansen.

Thuis maakt ze zich op voor een remonte. Nu eens niet als grote ster in voorstellingen van topchoreografen als Rudi van Dantzig of Hans van Manen, als een superieure vertolker van andermans visie, maar met een zeer persoonlijk stuk, waarin ze haar eigen verhaal vertelt en ook de conversatie aangaat met het publiek. Dat zorgt onvermijdelijk voor elementaire twijfel. ‘Het is ongelooflijk dat gewoon alles weg is’, verzucht ze onderweg. ‘Alsof ik nooit gedanst heb.’

Igone – En Als Beloning Zweef Je (50 min.) is de weerslag van het intieme proces dat De Jongh – ondersteund door echtgenoot Thijs Römer, met de dansers Marijn Rademaker en Thiago Bordin en onder regie van Ruut Weissman (die onlangs zelf ook de hoofdpersoon was van een delicate documentaire) – voor het oog van de camera doormaakt. Waarin ze oude krachten probeert los te maken binnen een nieuwe versie van zichzelf.

Regisseur Simone de Vries lardeert Igone’s persoonlijke queeste met video’s die haar grootvader heeft gemaakt van hoe ze als jonge vrouw met een ongenadig talent opgroeide binnen de balletwereld. Die visualiseren het leven waarvan ze afscheid heeft genomen en dat ze zelf vooral associeert met haar langdurig zieke moeder. Zo ontstaat een gloedvol portret van een vrouw die zoekt naar wie ze is en die zichzelf, via de stiel die haar toch het meest vertrouwd is, opnieuw probeert uit te vinden.

Cannabis

KRO-NCRV

Hij is een wat tragische ‘poster boy’ geworden voor het Nederlandse softdrugsbeleid: Johan van Laarhoven, de grote man van de coffeeshopketen The Grass Company. In 2014 werd de Brabander gearresteerd in Thailand. Hij zou voor jaren achter de tralies verdwijnen en moest zien te overleven in ronduit erbarmelijke omstandigheden. Het initiatief voor zijn aanhouding zou volgens zijn broer en compagnon Frans en z’n advocaten Gerard Spong en Sidney Smeets zijn gekomen vanuit het drugsgidsland Nederland. Iets wat door het Openbaar Ministerie dan weer wordt genuanceerd.

De zaak Van Laarhoven loopt als een rode draad door de zesdelige serie Cannabis (304 min.) waarin Arjen Sinninghe Damsté stijlvol door de geschiedenis van het Nederlandse softdrugsbeleid zwiert. Van het hippiefestival Kralingen en de allereerste Amsterdamse coffeeshops tot de hedendaagse wietzolders, internationale cannabisindustrie en medicinale wiet. In de tussenliggende jaren is er altijd reuring geweest rond het vaderlandse gedoogbeleid. Was het niet de aanhoudende kritiek vanuit Amerika, waar al decennia een ‘war on drugs’ wordt uitgevochten, dan ontstond er wel een enorm schandaal rond het feit dat politie en justitie enorme hoeveelheden drugs bleken te hebben doorgelaten, de zogenaamde IRT-affaire.

Cannabis geeft crimefighters het woord, maar focust zich vooral op de vrije jongens die ooit besloten om een boterham te gaan verdienen met hashhandel. Zij zouden stelselmatig worden gemangeld tussen de steeds steviger optredende overheid en de altijd weer brutaler denkende georganiseerde misdaad. Zo kreeg Henk de Vries, eigenaar van de befaamde coffeeshop The Bulldog, tussen de invallen van de politie en belastingdienst door bijvoorbeeld ineens bezoek van ene Klaas Bruinsma. Het criminele kopstuk kondigde doodleuk een vijandige overname van de coffeeshop aan. Niet veel later werd Bruinsma geliquideerd. De Vries had er niets mee van doen, zegt hij. ‘Ik moet er enkel bij zeggen: ik was op dat moment wel bereid om het te doen. Iemand anders heeft mijn probleem opgelost.’

Met zulke verhalen uit alle uithoeken van de softdrugswereld dringt Cannabis, lekker sjiek gefilmd en verlevendigd met bijzonder fijn archiefmateriaal, door tot het hart van een business die zich noodgedwongen op het snijvlak tussen legaal en illegaal afspeelt. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor de joyeuze verteller Tom Vermeir. Met losse, informele voice-overs, die qua toonzetting doen denken aan de series Schuldig en Stuk, en het nodige kunst- en vliegwerk houdt hij de verschillende verhaallijnen en personages bij elkaar. Vermeir moet ook steeds de verbinding leggen met de zaak Van Laarhoven, waarin Nederlands dubbelhartige houding tegenover softdrugs, vervat in die ene multi-interpretabele term ‘gedogen’, nog eens goed onder het vergrootglas komt te liggen.

De kwestie rond de Brabantse coffeeshophouder claimt gaandeweg steeds meer ruimte. Als in de slotafleveringen de vraag op tafel komt of Van Laarhoven naar Nederland kan worden gehaald (en of hij hier dan nog de rest van zijn straf moet uitzitten), schaart Sinninghe Damsté zich bovendien heel nadrukkelijk aan zijn kant en krijgt het Openbaar Ministerie ondubbelzinnig de schurkenrol toebedeeld. Het is een laatste akte die deze ambitieuze serie enigszins uit het lood trekt.