Going To Mars: The Nikki Giovanni Project

HBO

Als er nu één groep mensen is die zich staande kan houden in de ruimte, dan zijn het zwarte vrouwen. Dat is één van de opmerkelijke stellingen die de Amerikaanse dichteres Nikki Giovanni inneemt in Going To Mars: The Nikki Giovanni Project (101 min.). Afro-Amerikaanse vrouwen weten immers hoe ’t is om te leven in een vreemde, misschien wel vijandige omgeving.

Giovanni zou overigens daadwerkelijk wel naar Mars willen, vertelt ze in dit persoonlijke portret van Michèle Stephenson en Joe Brewster. De film volgt grofweg de strijd van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Die heeft vanzelfsprekend ook zijn weg gevonden naar Giovanni’s poëzie. In haar werk reageert ze bijvoorbeeld op de brute moord op Emmett Till, Rosa Parks’ busactie en de voortrekkersrol van Martin Luther King. Ze zoekt ’t ook dichter bij huis. Letterlijk: thuis. Wat daar gebeurt is echter ook een afspiegeling van wat er zich in de Amerikaanse samenleving afspeelt.

Zo werden en worden zwarte mannen buitenshuis vaak slecht behandeld. Dat is geen geheim. Thuis probeerden ze dat soms te compenseren. Zo reageerde Giovanni’s vader zich bijvoorbeeld af op zijn vrouw. En dat had weer z’n weerslag op zijn dochter, die uiteindelijk naar haar oma verkaste, bang dat het thuis helemaal uit de hand zou lopen en dat ze elkaar wat zouden aandoen. ‘Ik hou niet van witte mensen’, zegt ze in dat verband tijdens een tweegesprek met de zwarte schrijver James Baldwin in het televisieprogramma The Conversation uit 1971. ‘En ik ben bang voor zwarte mannen.’

Met haar vlijmscherpe pen heeft Nikki Giovanni desondanks zonder enige twijfel bijgedragen aan het zelfbewustzijn van Afro-Amerikaanse vrouwen. Nieuwe generaties dragen haar op handen, blijkt uit dit wervelend gemonteerde en vormgegeven portret, dat tevens dienst doet als ode aan de zwarte vrouw. ‘We gaan naar Mars’, stelt de gevierde dichteres daarin. ‘Omdat alles wat er mis is met ons niet zomaar in orde komt bij ons. En dus reizen we verder, dragen nog altijd dezelfde bagage en laten zo nu en dan één klein dingetje achter ons.’

Becoming Marilyn

Arte

De meeste mannen die ze tijdens haar leven leerde kennen, eerst in pleegtehuizen en later in Hollywood en tijdens een onstuimig liefdesleven, zouden nooit het woord ‘nee’ leren accepteren. ‘Toen ik begon met modellenwerk, was “het” onderdeel van de job’, zegt Norma Jeane Mortenson zonder omhaal van woorden in Becoming Marilyn (53 min.) over haar beginjaren als pin-up.

Al snel werd zij, het natuurtalent, opgepikt door Emmeline Snively’s Blue Book Modeling Agency, dat nog niet zo lang geleden onderwerp was van de documentaire The Mother Of Beauty. Die bracht de ‘finishing touch’ aan: weg met die krullen en een stevige peroxide-behandeling. Een ‘blonde bombshell’ was geboren. Dit gaf Mortenson, het meisje dat was opgegroeid in weeshuizen, tevens de kans om zichzelf te gaan zien als een personage: Marilyn Monroe, de meest sexy vrouw ter wereld.

En zo werd ze zowaar verliefd op zichzelf. ‘Niet op hoe ik was, maar op hoe ik zou worden.’ Het duurde desondanks een hele tijd voordat Monroe een echte filmster was. En dan werd ze in eerste instantie nog vooral gecast als ‘dom blondje’. Hoewel Monroe uiteindelijk zou uitgroeien tot één van de bekendste mensen ter wereld, geldt haar tumultueuze leven tegenwoordig – men neme bijvoorbeeld de recente film Blonde – als een tamelijk treurige bedoening, met bovendien een ronduit tragisch einde.

Zover komt het niet in deze interessante film, die begint en eindigt met de befaamde opnames voor de Billy Wilder-film The Seven Year Itch in 1954, als Marilyn Monroe’s jurk opwaait boven een ventilatierooster. Daarbij trekt ze veel bekijks van verhitte, soms ook joelende en applaudisserende mannen – tot woede van haar tweede echtgenoot Joe DiMaggio. Tussendoor is via talloze filmfragmenten en foto’s te zien hoe de hoofdpersoon transformeert van een verweesd meisje tot het ultieme sekssymbool.

Dit proces wordt door regisseur Michèle Dominici verder ingekleurd met een persoonlijke voice-over van Monroe, die is samengesteld uit fragmenten uit interviews, notitieboekjes en haar autobiografie. Ze injecteert de vertelling bovendien met iconische beelden van bekende (blonde) vamps uit grofweg de afgelopen vijftig jaar. Die lijken op de één of andere manier stuk voor stuk afgietsels van de vrouw die nog altijd geldt als het origineel: Marilyn Monroe.

Strip Down, Rise Up

Netflix

’Als mensen dit zien, wordt het gezien als mijn enkeltje naar de hel’, zegt één van de deelnemers aan de paaldans-workshop. ‘En dat is mijn strijd nu.’

‘Snapt je man wat je aan het doen bent?’ vraagt haar coach.

’Een beetje wel, denk ik, maar ik weet niet hoe ik ‘t moet delen.’

’Doe je een lapdance bij hem?’

’Echt niet!’

Je weet op voorhand: ze gaan joelen, knuffelen en huilen. De vrouwen die bij S Factor, het geesteskind van voormalig actrice Sheila Kelley, een workshop van zes maanden gaan volgen komen misschien om te leren paaldansen. In werkelijkheid hebben ze natuurlijk iets te overwinnen in hun leven. Strip Down, Rise Up (113 min.), juist. Terwijl ze de paal ontdekken, vinden ze zichzelf.

Het taalgebruik van Kelley (de echtgenote van acteur Richard Schiff, bekend als Toby Ziegler uit de serie The West Wing, die ook nog even langskomt) is navenant. ‘Unlock the body.’ ‘Release the pain.’ ‘Fight through it.’ ‘Own your sexuality.’ ‘Feel comfortable in your own skin.’ ‘Bring yourself back into wholeness.’ ‘Create a sisterhood.’ ‘Fight Club for women.’ ‘This is not for sissies.’ ‘Embrace the deeper journey.’ ‘Reclaim yourself completely.’ ‘Get your mojo back.’ ‘You’re hot!’ ‘Fucking shine!’ En: ‘It’s okay to be happy.’

Voor de deelnemers is dat allemaal bepaald niet vanzelfsprekend. Sheila Kelley en haar coaches lijken echter geen twijfel te kennen. Wat de problematiek ook is – seksueel misbruik, rouw, anorexia, kanker, psychiatrische problematiek, obesitas of een schaamtevolle achtergrond – via het leren (er)kennen van hun eigen sensualiteit kunnen de vrouwen ermee dealen.

Psychologie van de koude grond, zonder enige twijfel. Erg Amerikaans ook. Roestvrijstalen waarheden, verpakt in pakkende slogans. Waarmee niet is gezegd dat ‘t niet werkt. In elk geval in het hier en nu. Het traject en het bijbehorende groepsproces maken in elk geval wel wat los, getuige deze lange en gelikte documentaire van Michèle Ohayon. De vrouwen vertellen (elkaar) hun soms aangrijpende levensverhaal en beginnen gaandeweg stuk voor stuk te shinen.

En, inderdaad, ze joelen, knuffelen en huilen.

My Soul Drifts Light Upon A Sea Of Trees

IDFA

‘Toen ik op de basisschool zat pleegde mijn oom zelfmoord’, vertelt de Japanse Zen-priester Ittetso Nemoto bij aanvang van de contemplatieve documentaire My Soul Drifts Light Upon A Sea Of Trees (65 min.). ‘Later verhing een klasgenoot, die ik erg graag mocht, zichzelf. Op de middelbare school zat ik in een band en de zanger van de band pleegde ook zelfmoord.’ Het zijn ervaringen die zijn leven hebben gevormd. ‘Ik denk dat ik daarom priester ben geworden’, concludeert hij.

Nemoto wijdt zijn leven aan het helpen van suïcidale mensen. Zodat ze ín het leven willen stappen, in plaats van eruit. Hij heeft een groep opgericht, een zogenaamde zelfmoordpreventiecirkel, waarmee hij hen met muziek, dans, meditatie en gesprekken richting levensgeluk probeert te leiden. In deze verstilde film van Heinrich Dahms en Michèle Aimé gaat de Zen-meester aan de slag met een vrouw die opgroeide met een geesteszieke moeder en daarna in de seksindustrie belandde, een getormenteerde man die zijn kinderen niet meer mag zien en een zangeres die de zin van/in het leven niet meer kon zien.

Op indringende wijze vertellen deze inwoners van Japan, een land dat de reputatie heeft dat er veel mensen zelfmoord plegen en dat met seppuku en harakiri bovendien een traditie heeft op dat gebied, over hoe ze zich op een bepaald moment van hun leven niet meer konden voorstellen dat er licht aan het eind van de tunnel zou kunnen zijn. Het bestaan was een vloek geworden die maar op één manier kon worden uitgebannen. ‘Mensen die piekeren of afzien in het leven zijn het contact verloren met wie ze werkelijk zijn’, stelt Ittetso Nemoto daarover. ‘Ze kunnen de weg niet terugvinden naar hun ware zelf vanuit de sociale zelf die ze voor zichzelf hebben gecreëerd.’

Volgens hem zijn mensen echter in staat om het verleden te veranderen – op zijn minst hun eigen interpretatie daarvan. Met een opnieuw geframed zelfbeeld kunnen ze hun zoektocht naar geluk met meer succes hervatten. Ook over dit onderwerp heeft de Zenmeester in deze kalme film, die een actueel maatschappelijk thema met compassie en een positieve insteek behandelt, enkele diepere levenswijsheden voorhanden. ‘We lachen niet omdat we gelukkig zijn’, zegt hij bijvoorbeeld. ‘We zijn gelukkig omdat we lachen.’