Blood & Myth

Hulu

Ik ga je het verhaal vertellen van Teddy Kyle Smith, belooft James Dommek Jr. bij de start van Blood & Myth (74 min.). Dat wordt tevens het verhaal van zijn volk, de Inuit uit Alaska. Of zoals ze zelf zeggen: de Inupiaq. En Teddy, uit het piepkleine dorp Kiana in het noorden van ‘The Last Frontier’ Alaska, was ooit hun trots. Totdat hij betrokken raakte bij ogenschijnlijk redeloos geweld.

De voormalige marinier speelde een belangrijke rol in de speelfilm On The Ice (2011), waarin de Inupiaq nu eens niet als karikaturale eskimo’s werden geportretteerd. Zo werd hij een icoon van zijn gemeenschap. Na het maken van de film leek Teddy Smith alleen wel ‘onga’. Hij waande zich blijkbaar onaantastbaar. Misschien kwam dat ook door de drank, de nagel aan de doodskist van menige ‘native American’.

Nadat zijn 74-jarige moeder Dolly in september 2012 onder mysterieuze omstandigheden dood was aangetroffen in haar eigen slaapkamer, sloeg Teddy op de vlucht. Tien dagen lang liep hij in z’n eentje door de ijzige kou. In een verlaten jagershut, de Staheli Cabin, stuitte hij vervolgens op de broers Buckel, die daar op berenjacht waren. Niet veel later had hij hen allebei met een kogel geveld.

Toen Alaska State Troopers Teddy Smith inrekenden, had hij daarvoor een bizarre verklaring: de Inukuns hadden hem dat opgedragen. Aan deze mythische kleine en wilde mensen uit het noorden, die zich hadden teruggetrokken op een stuk wildernis waar verder geen andere mensen kwamen, werden sjamanistische krachten toegedicht. En ze hadden zich nu dus toegang verschaft tot Smiths hoofd.

Onzin! zou de gemiddelde Amerikaan zeggen. De gevallen Inupiaq-held probeerde zich gewoon onder zijn welverdiende straf uit te wurmen. Of, als die Amerikaan toevallig in een vergevingsgezinde bui was: die Teddy is niet goed. James Dommek Jr. verwijst zijn verhaal echter niet direct naar de prullenbak. Zijn eigen overgrootvader Taata Pulungun verhaalde in het boek The Eskimo Storyteller ook al over de Inukuns.

Er is nu eenmaal meer tussen Hemel en Alaska. In deze stemmige film van Kahlil Hudson (Navajo Police: Class 57) gaat Dommek op onderzoek uit in zijn eigen gemeenschap, die volgens hem nog tot ver in de twintigste eeuw in het Stenen Tijdperk leefde. Wat de meeste andere westerlingen beschouwen als bijgeloof, kan volgens hen een diepere waarheid bevatten – of op z’n minst een kern ervan.

Zijn zoektocht naar waarom Smith precies wat gedaan heeft leidt niet tot sluitende, algemeen geaccepteerde antwoorden, maar confronteert de Inupiaq met zijn eigen identiteit en de overtuigingen van zijn volk. Dat voelt soms wat geconstrueerd – alsof de reis van een held hem ook altijd wijzer moet maken over zichzelf – maar zorgt er in elk geval voor dat het true crime-deel van deze docu een fundament krijgt.

En daarbij hoort natuurlijk ook een moment van de waarheid, waarbij James Dommek Jr. de kans krijgt om de man, waarmee dit mythische verhaal over de Inupiaq-gemeenschap en de illustere Inukuns begon, diep in de ogen te kijken.

A Invenção Do Outro

De Bubuia Cinema

De missie is bepaald niet zonder gevaar. Eerdere pogingen om de Korubo, een inheems volk dat geïsoleerd leeft in het westelijke Amazonegebied op de grens van Brazilië, Peru en Colombia, te benaderen, zijn uitgelopen op stevige confrontaties. Zes expeditieleden hebben daarbij het leven gelaten. Het is overigens niet vreemd dat de Korubo in eerste instantie vijandig staan tegenover witte mensen. Hun leefgebied wordt permanent bedreigd door jagers, houtkappers en vissers.

In 2019 onderneemt FUNAI, een Braziliaanse overheidsorganisatie voor de bescherming van de inheemse bevolking, een nieuwe poging. Zij willen contact leggen met de indianenstam, hen voorzien van geneesmiddelen tegen griep en malaria en bemiddelen in de permanente oorlog die zij uitvechten met een ander inheems volk, de Matis. Deze poging lijkt meer kans van slagen te hebben dan eerdere trips. Want het team is ditmaal versterkt met een groepje Korubo-mannen, dat enkele jaren geleden los is geraakt van de hoofdgroep en vervolgens in de bewoonde wereld is beland.

Als de voortekenen niet bedriegen, wordt ‘t een heel bijzonder avontuur, met een zeer gemêleerd reisgezelschap, waaronder dus ook enkele inheemse mannen die zich weer bij hun stamgenoten willen aansluiten. En de Braziliaanse filmmaker Bruno Jorge, die eerder met enkele collega’s het thematische verwante Piripkura (2017) maakte over de twee laatste leden van een Braziliaanse nomadenstam die samen in de jungle leven, heeft zich bij de groep aangesloten voor wat ook wel een heel bijzondere film moet worden: A Invenção Do Outro (Engelse titel: The Invention Of The Other, 144 min.).

Hoewel de FUNAI-vertegenwoordigers onder leiding van Bruno da Cunha Araújo Pereira ‘t beste voor hebben met de Korubo, hebben die wel degelijk wat van hen te vrezen. Een ogenschijnlijk onschuldig griepje zou de indianen bijvoorbeeld fataal kunnen worden. Zij moeten dus zeer omzichtig benaderd worden, óók door de stamgenoten waarvan zij vast dachten dat die allang waren overleden. Die beginnen zich intussen weer duidelijk op hun gemak te voelen in het regenwoud. Ze trekken als vanouds al hun kleren uit, gaan op jacht naar apen om te verorberen en spelen heroïsche gevechten na.

En Jorge kan, als onderdeel van de expeditie, alle verwikkelingen van binnenuit registreren. Hij staat ook op de eerste rij als ‘t inderdaad tot een ontmoeting komt. Dit zorgt voor emotionele taferelen, waarbij het fascinerend is om te zien hoe de Korubo met elkaar communiceren: lawaaierig, erg direct en zeer lijfelijk. De film krijgt daarmee iets zeer intiems en brengt tegelijkertijd een fenomeen in beeld, dat in de allereerste documentaires, een ‘vreemd’ volk ontdekken, nog alomtegenwoordig was en dat allengs, door de globalisering, wel héél uitzonderlijk is geworden.

Voor iedereen die met beide benen in de 21e eeuw staat legt A Invenção Do Outro daarom een ronduit opzienbarende wereld bloot.

Power

Netflix

Wie is er machtiger? vraagt Yance Ford zich af in de openingsscène van Power (88 min.). Het volk of de politie? Het is de opmaat naar een zeer kritische beschouwing van de Amerikaanse politie, die door hem wordt beschouwd als een staat binnen de staat. En die heeft ‘t in het bijzonder gemunt op minderheden, zwarte Amerikanen in het bijzonder.

De ‘paramilitaire organisatie’ is onder andere voortgekomen uit de slavenpatrouilles. Politiemensen spreken volgens de Afro-Amerikaanse agent Charlie Adams niet voor niets over ‘patrouilleren’. Historicus en socioloog Nikhil Pal Singh verwijst daarnaast naar hoe de politie, halverwege de negentiende eeuw, witte kolonisten steunde bij het overnemen van land van indianenstammen. Of de gemeentepolitie die toen in de steden de arbeidersklasse in het gareel moest houden. De politiemacht wordt nu eenmaal ingezet door de bezittende klasse, betogen diverse deskundigen, om de status quo in stand te houden en uitdagers daarvan klein te houden.

Volgens hen gaat het daarbij in het bijzonder om immigranten – en dus om racisme en xenofobie. Filosoof George Yancy geeft het voorbeeld van de arts Samuel Cartwright. Hij constateerde in de negentiende eeuw dat slaven die de plantages wilden ontvluchten aan de psychische aandoening ‘drapetomanie’ leden. Want zulke inferieure mensen konden natuurlijk met geen mogelijkheid de oprechte behoefte hebben om vrij te zijn. Ze waren immers geboren om slaaf te zijn. Alle reden dus ook om elke vorm van oproer direct de kop in te drukken en onruststokers, zoals burgerrechtenactivist Stokely Carmichael en Black Panther-leider Huey P. Newton, keihard aan te pakken.

Wat in 1838 begon met het allereerste hedendaagse politiekorps in Boston, is een kleine tweehonderd jaar later uitgegroeid tot 18.000 korpsen met ruim een miljoen agenten. Een miljardenbusiness, laat Yance Ford zien in dit polemische beeldessay, dat thematisch verwantschap vertoont met recente films als Riotsville, U.S.A. en Stamped From The Beginning. In een ontluisterende sequentie vragen alle Amerikaanse presidenten van de afgelopen halve eeuw – van Lyndon Johnson tot Joe Biden, met uitzondering van Jimmy Carter – bijvoorbeeld om meer geld voor Law & Order. In 2023 ging het inmiddels om niet minder dan 192 miljard dollar.

Intussen kunnen de politieorganisatie of individuele agenten nauwelijks aansprakelijk worden gesteld als ze hun boekje te buiten gaan, stelt Ford. En daarvan zijn in dit prikkelende pamflet talloze voorbeelden te zien, uit vroeger tijden en van recenter datum, zoals bijvoorbeeld de pijnlijke ‘I can’t breathe’-video van Eric Garner of het filmpje van de 75-jarige demonstrant die rücksichtslos omver wordt geduwd door een politieman, op zijn achterhoofd valt en bloedend wordt achtergelaten. Met al die verschillende voorbeelden wordt een repressief systeem geschetst, dat de bovenklasse beschermt en de rest van het volk, desnoods met bruut geweld, probeert te knechten.

Koyaanisqatsi

Criterion

Het beeld was er ongetwijfeld eerst. Eenmaal ondergedompeld in Koyaanisqatsi (82 min.) is de gedachte echter bijna onvermijdelijk: die majestueuze shots van cameraman Ron Fricke zijn speciaal voor de beeldende muziek van Philip Glass gemaakt en er vervolgens netjes op gelegd. Beeld en muziek vormen in elk geval een onmiskenbare eenheid in deze zinnenprikkelende trip langs het leven op aard.

De mens is alomtegenwoordig in de debuutfilm van Godfrey Reggio – via voorbij flitsend verkeer in een nachtelijke metropool, de vernietigingskracht van oorlogsmachines of ineen zijgende flatgebouwen bijvoorbeeld – maar wordt an sich als individu nooit meer dan een onbeduidend rekwisiet. Gesproken wordt er bijvoorbeeld helemaal niet. En als de mens, precies halverwege de film, voor het eerst centraal wordt gezet, letterlijk, kijkt die recht in de camera – en wij, als kijkers die achter de lens schuilgaan, al even recht in diens collectieve ziel.

De mensch als volstrekt inwisselbaar wezentje in een gigantische mierenhoop, een organisme dat bruist van het leven en tegelijkertijd lijkt te zijn ontdaan van de spontaniteit ervan. Aan de lopende band, op de roltrap of in de file. Komend van het één, gaand naar het ander. Soms vertraagd, een andere keer weer aanzienlijk versneld. Met behulp van de barokke, sacrale of ronduit bombastische muziek van Glass toewerkend naar een ongenadige climax of juist even een moment van stilte inlassend. Steeds weer opnieuw. Laden en ontladen.

Daar tegenover staat de onverzettelijkheid van moeder aarde: wolkenpartijen, rotsformaties, watervallen. Die er al lang voor de komst van de mens waren en er na diens verscheiden waarschijnlijk ook nog wel zullen zijn. De beeldsymfonie Koyaanisqatsi, een woord dat Hopi-indianen gebruiken voor een leven dat uit balans is geraakt of in moeilijkheden verkeert, werd gemaakt tussen 1975 en 1982 en is bedoeld als ‘een apocalyptisch beeld van de botsing tussen twee verschillende werelden: het stedelijke leven en technologie versus de aarde’.

De documentaire is onderdeel van Reggio’s zogenaamde Qatsi-trilogie, die verder uit Powaqqatsi (1988) en Naqoyqatsi (2002) bestaat, en geldt als een echte cultfilm, die je gezien – nee: ondergaan – moet hebben. Als een beeldenstorm die over je heen komt en een nauwelijks te bevatten wirwar van indrukken op de innerlijke printplaat achterlaat.

American Conspiracy: The Octopus Murders

Netflix

Filmmaker Zachary Treitz volgt in deze vierdelige documentaireserie zijn vriend Christian Hansen. En deze (foto)journalist heeft zich alweer een jaar of tien vastgebeten in onderzoeksjournalist Danny Casolaro. En die was ooit, voordat hij in 1991 zelfmoord pleegde / werd vermoord (*) in een ogenschijnlijk willekeurig hotel in West-Virginia, werkelijk bezeten van De Octopus. En dat was dan weer ‘een gigantische, verontrustende samenzwering’, waarbij hoge regeringsfunctionarissen, de CIA, FBI en National Security Agency betrokken zouden zijn geweest. En dit kwam aan het licht door Promis. En deze software, die zou zijn gestolen van het bedrijf Inslaw, moet worden beschouwd als ‘de geboorte van digitale surveillance’. En dat computerprogramma zou tevens bewijs hebben verzameld over de ‘October Surprise‘ van de Republikeinse presidentskandidaat Ronald Reagan tijdens de campagne van 1980. En die zou toen op slinkse wijze de pogingen hebben ondermijnd van zijn tegenstander, de zittende Democratische president Jimmy Carter, om tientallen Amerikanen die werden gegijzeld door Iran vrij te krijgen. En deze gegijzelden kwamen dus op verkiezingsdag, nét nadat Reagan had gewonnen, plotseling alsnog vrij. En dit werd dan weer door ene Michael ‘Danger Man’ Riconosciuto, een lichtelijk paranoïde voormalig wonderkind dat alles weet van Promis, verteld aan Danny Casolaro. En die ging ruim dertig jaar geleden dus dood en triggerde daarmee iets bij Christian Hansen, die toevallig een vriend met een camera heeft, Zachary Treitz. Zie daar: American Conspiracy: The Octopus Murders (221 min.). En dat is, vrij naar Winston Churchill, ‘a riddle wrapped in a mystery inside an enigma’. En daar zet Treitz met allerlei verhaalwendingen, schimmige bronnen, spannende reconstructiescènes en een dreigende soundtrack ook doelbewust op in. En dit werkt ook heel behoorlijk, als een soort eindeloos valluik waaruit ontsnappen onmogelijk is. En dat mag je gerust letterlijk nemen: wie eenmaal in deze fuik terecht is gekomen, zou wel eens reddeloos verloren kunnen zijn. En dit doet weer denken aan de complotdenkers die zich al hun hele leven wijden aan steeds gecompliceerder wordende theorieën over de moord op Kennedy. En die lijken dan bijna weer kinderspel bij de enorme samenzwering die in deze onnavolgbare true crime-serie wordt opgetuigd (en overigens ook voor een deel weer worden ontmanteld). En dan zou ik, de scribent met het inmiddels duizelende hoofd, de rol daarin van het reservaat van de Cabazon-indianen, de georganiseerde misdaad, illegale wapenleveranties, het beveiligingsbedrijf Wackenhut, handel in methamphetamine, ‘de engelen van leven en dood’, wereldwijde inlichtingennetwerken, geknoei met de Zapruder-film, het Cali-kartel en een aanzienlijk aantal onopgeloste moorden bijna nog vergeten…

(*) Doorhalen wat niet van toepassing is.

The Mission

National Geographic

Zendingsdrang of toch grootheidswaanzin? In november 2018 reist de 26-jarige Amerikaan John Chau af naar Noord-Sentinel, één van de Andaman-eilanden ten oosten van India. De christelijke influencer is vastbesloten om de geïsoleerd levende inheemse bevolking te bekeren tot het geloof. ‘Heer, is dit eiland Satans laatste bolwerk waar niemand uw naam heeft gehoord of zelfs maar de kans heeft gehad om die te horen?’ schrijft hij in één van de brieven, die voor deze film van Amanda McBaine en Jesse Moss (Boys State) zijn ingelezen door een acteur.

The Mission (103 min.) van de jonge zendeling komt snel aan z’n einde, waarschijnlijk nog voordat hij voet aan wal heeft gezet op het beschermde eiland waarnaar hij in een kano illegaal is afgereisd. De ‘primitieve’ plaatselijke bevolking heeft de archetypische ‘white savior’, die hen komt redden van niets minder dan de hel, vermoedelijk direct onschadelijk gemaakt. Voordat de missionaris hen over zijn onbegrijpelijke God heeft kunnen vertellen of kon besmetten met schadelijke ziekten. Met pijl en boog bovendien, om het verhaal helemaal af te maken.

Deze gelaagde docu – aangekleed met animaties van zijn tocht, privéfilmpjes en allerhande fragmenten uit (speel)films die hem hebben geïnspireerd – reconstrueert hoe John Chau tot zijn onbezonnen onderneming is gekomen. Was het werkelijk de behoefte om de leer van zijn Heer te verbreiden? Of was de Aziatische Amerikaan toch ook, in lijn met zijn favoriete boeken over Robinson Crusoe en Kuifje, uit op een avontuur, waarover hij nog jaren aan zijn kinderen zou kunnen vertellen? Om, in zijn eigen woorden, juist daarheen te gaan ‘where none have gone.’

McBaine en Moss plaatsen Chau’s ‘claim to fame’, die van hem overigens daadwerkelijk een martelaar heeft gemaakt in zijn eigen gemeenschap, binnen de traditie van missionarissen, die naar allerlei paradijselijke plekken op aarde afreizen om de plaatselijke bevolking er, goedschiks dan wel kwaadschiks, van te overtuigen dat ook zij het licht kunnen zien. ‘Wij beslissen anders voor een groep mensen dat zij nooit over Jezus hoeven te horen’, verwoordt Pam Arlund van All Nations, de organisatie die Chau trainde, het bijbehorende sentiment. ‘Dat is een schending van hun mensenrechten.’

Daniel Everett, die zelf dertig jaar als missionaris in Brazilië bij de Piraha-indianen bivakkeerde, is inmiddels wel genezen van zijn Messias-complex. Zijn persoonlijke relaas, geïllustreerd met fraaie archiefbeelden, wordt door de filmmakers zeer effectief gebruikt als een blauwdruk voor wat John Chau had kunnen gebeuren als ook hij de gelegenheid had gekregen om een half leven te midden van goddeloze inboorlingen te verkeren. ‘God is een buitenlander’, zegt een Piraha-man treffend. ‘We kennen hem niet. En we willen hem ook helemaal niet leren kennen.’

John Chau’s vader Patrick, een psychiater die ooit vanwege Mao’s Culturele Revolutie uit China is gevlucht, probeert intussen te ontdekken wat er in zijn zoon omging, terwijl historicus Adam Goodheart, die een boek schreef over zijn eigen ervaringen met een stam op de Andaman-eilanden, de westerse blik waarmee wij naar zulke volkeren kijken kritisch beschouwt. Want voor missies zoals die van John Chau is een typische mengelmoes van geestdrift en hoogmoed nodig, die in deze stevige film overtuigend in z’n maatschappelijke en historische context wordt geplaatst.

Bad Press

https://badpress.film/

Aan documentaires over ernstige inperkingen van de persvrijheid is er in de laatste jaren helaas geen gebrek. Zonder al te veel fantasie zijn de bijbehorende landen erbij te bedenken: Rusland (F@ck This Job), Brazilië (Amigo Secreto), India (While We Watched), de Filipijnen (A Thousand Cuts) en Afghanistan (The Etilaat Roz). Hier is er weer één: Bad Press (98 min.), gesitueerd in de Muscogee Creek Nation. En die soevereine staat, waarmee een indianenreservaat in Oklahoma wordt bestuurd, ligt toch echt in de Verenigde Staten.

Van de 574 Amerikaanse stammen hebben er maar vijf de persvrijheid gegarandeerd. Herstel: slechts vier. Want op 8 november 2018 schrapt de National Council van Muscogee met een meerderheid van zeven tegen zes stemmen de onderliggende wet. De beslissende stem komt van Speaker Lucian Tiger III, die niet lang daarvoor in opspraak is geraakt door in de pers breed uitgemeten beschuldigingen van seksueel geweld. Hij wordt in de rug gedekt door de Principal Chief van de natie, James Floyd. Tiger lijkt zijn beoogde opvolger, als machtigste man op het reservaat.

Verslaggever Angel Ellis en de andere journalisten van de onafhankelijke nieuwsorganisatie Mvskoke Media moeten voortaan verantwoordelijkheid afleggen aan Eli McIntosh, Secretary of the Nation And Commerce. Hij stelt onmiddellijk een nieuwe hoofdredacteur aan: Rita Courtwright. Zij heeft drie hele weken ervaring op een nieuwsredactie en moet het met een gedecimeerd medewerkersbestand gaan doen. Want tien van de zestien werknemers hebben hun ontslag genomen. En Secretary McIntosh schroomt ook niet om zo nu en dan inhoudelijke suggesties te doen.

Terwijl de overgebleven medewerkers van Mvskoke Media hun redactionele vrijheid proberen terug te krijgen, komen in deze documentaire van Rebecca Landsberry-Baker (zelf Muscogee Creek) en Joe Peeler tevens de verkiezingen voor een nieuwe Principal Chief op gang. Daarbij wordt uiteindelijk zelfs de hulp van The Carter Center ingeroepen, dat regelmatig in het buitenland als neutrale observator optreedt bij kwetsbare verkiezingen. Op de officiële lijst van de non-profit van oud-president Jimmy Carter staat Muscogee Nation tussen Mozambique en Myanmar.

De vraag of het land van deze ‘Native Americans’ – één van de minst zichtbare bevolkingsgroepen in de Verenigde Staten en dus wel gebaat bij een stevige pers, zou je zeggen – onder de dictaturen moet worden geschaard of toch mag worden gerekend tot de democratieën, wordt echter pas enkele jaren later bepaald. Als de inwoners van Muscogee in 2021 zelf mogen stemmen over een amendement bij de grondwet, waarmee de persvrijheid alsnog wordt gegarandeerd. Dat is het logische – en voor de betrokkenen zenuwslopende – eindstation van deze ferme film.

Navajo Police Class 57

HBO Max

De opzet van deze miniserie voelt direct vertrouwd: klas 57 van de Navajo Politieacademie begint met 28 rekruten aan de basisopleiding van 28 weken. Met z’n hoevelen bereiken ze straks de eindstreep? Gemiddeld valt zo’n vijftig procent af. Aan de instructeurs zal het, natuurlijk, niet liggen. Zij beulen de nieuwelingen af, schelden hen uit en voeren de druk steeds verder op. Zo bereiden ze hun nieuwe collega’s, althans in hun eigen beleving, optimaal voor op het zware politiewerk dat op hen wacht in het grootste indianenreservaat van de Verenigde Staten.

Als enige stam leiden de Navajo’s hun eigen agenten op. De komende vijf jaar zijn er vijfhonderd nieuwe krachten nodig. Voorlopig liggen ze alleen flink achter op schema. Alle hoop is nu dus gevestigd op Navajo Police Class 57 (166 min.). Da’s ook wel zo fijn, als uitgangspunt voor deze driedelige docuserie van Kahlil Hudson, Alex Jablonski en David Nordstrom. Daarin worden enkele gestaalde instructeurs en hun pupillen, zowel op de academie zelf als in hun thuissituatie, gevolgd tijdens een opleidingstraject waarin ze tot het uiterste worden uitgedaagd.

De klok begint direct te tikken als de serie start. Nog 28 weken te gaan. En nog 28 rekruten. Beide metertjes lopen gestaag terug. Na het openingsweekend zijn er al vier aspirant-agenten vertrokken. Nog 24 over dus. Om straks het zwaar overvraagde politiekorps te versterken. Met nog geen tweehonderd medewerkers moet dat op dit moment de orde handhaven in Navajo Nation, een gebied dat in totaal 70.000 vierkante kilometer beslaat. En de reservaten van ‘Native Americans’ worden al sinds jaar en dag overwoekerd door werkloosheid, alcoholisme en huiselijk geweld.

Ter voorbereiding op hun entree als wetshandhaver in een omgeving, waar de criminaliteit soms welig tiert, worden de rekruten flink afgeknepen en moeten ze met scherp leren schieten, omgaan met traangas en hoe te handelen in stresssituaties. Dat levert de voor dit soort opleidingsfilms verplichte hachelijke momenten, psychologie van de koude grond en onbetaalbare levenslessen op en resulteert tevens in het vertrek van enkele hoofdpersonen van de serie, die vrijwillig dan wel gedwongen hun opleiding staken. Ook zulk drama is in dit type docu verplicht.

Navajo Police Class 57 bewandelt in dat opzicht dus gebaande paden, maar is wel aardig gemaakt en bovendien gesitueerd in een interessante omgeving, bij de inheemse bevolking van de Verenigde Staten en de geheel eigen cultuur die daar wordt gekoesterd. En dan lijkt het alleen nog de vraag hoeveel rekruten bij de diploma-uitreiking hun penning krijgen. Alleen is dat dus niet de afsluiting van deze miniserie, want die laat daarna ook nog zien hoe de nieuwe agenten van de Navajo Nation Police zich staande houden in hun veeleisende job – en óf dat eigenlijk wel lukt.

Warrior Women

warriorwomenfilm.com

‘Hoezeer de Indiaan zich ook aanpast, er zit iets in hem wat er niet bij past, wat zich verzet’, stelt Madonna Thunder Hawk in 1975. Het verbaast haar als lid van de Lakota-stam dat de blanke Amerikanen die haar voorouders ooit met grof geweld naar de eeuwige jachtvelden probeerden te dirigeren nog altijd worden vereerd. ‘Zorg jij er niet voor dat ze zich meer indiaan voelen, waardoor ze minder goed in een open samenleving passen?’ wil een interviewer van haar weten. ‘Ja, reken maar’, reageert de vertegenwoordigster van de We Will Remember Survival School in South Dakota ferm. ‘Het voortbestaan van ons en onze manieren. Dat is belangrijk.’

Een kleine halve eeuw later zijn de inmiddels bejaarde Thunder Hawk en haar Warrior Women (64 min.) nog even strijdbaar – en is het lot van de ‘native Americans’, ondanks de permanente roep om (meer) ‘red power’, nog weinig verbeterd. De ‘indigenous people’ van de Verenigde Staten  zijn doorgaans veroordeeld tot het leven op speciaal voor hen bestemde reservaten. Een geheel eigen wereld, getuige bijvoorbeeld de puike dramaserie Reservation Dogs (2021-). Een wereld ook, blijkens de recente true crime-serie Murder In Big Horn, waar armoede, geweld en mensenhandel nogal eens vrij spel hebben. Sinds jaar en dag broeit er op die reservaten ongenoegen en verzet.

Deze documentaire van Christina D. King en Elizabeth A. Castle uit 2018 concentreert zich op de rol van vrouwen binnen de American Indian Movement (AIM). ‘In Indiaans gebied zeggen ze: nodig voor mooie woorden de mannen uit’, stelt Chase Iron Eyes, zo’n welbespraakte indiaanse man, niet voor niets tijdens een speech. ‘Maar haal voor daden de vrouwen erbij.’ Zij speelden een sleutelrol in de bezetting van Alcatraz Island eind jaren zestig (om zo meer eigen grondgebied te verkrijgen) en stonden hun vrouwtje tijdens de confrontatie bij het historisch beladen Wounded Knee in 1973, maar namen ook weer het voortouw bij protesten tegen de Dakota Access Pipeline in de afgelopen jaren.

Warrior Women is een treffend eerbetoon aan Thunder Hawk en de haren, waaronder haar eveneens erg betrokken dochter Marcella Gilbert (die zich sterk maakt voor natuurvoedsel en haar eigen Survival School, Waniyeta Iyawapi, is gestart). Aan de vrouwen die de ruggengraat vormen van een gemeenschap die nog altijd strijdt voor zijn eigen plek en cultuur in een land dat ooit toch echt van hen was. ‘We’ll sing, sing, sing out our story’, zong Redbone al in de klassieke single We Were All Wounded At Wounded Knee. ‘Till the truth is heard.’

Holding Up The Sky

Cinema Delicatessen

‘Beste witten’, begint Davi Kopenawa aan zijn toespraak voor de uitreiking van de Right Livelihood Award, de alternatieve Nobelprijs, op 4 december 2019 in Stockholm. ‘We zijn hier verzameld op de plek waar de besluiten worden genomen…’

De voorzitter van de Hutukara Yanomami Association wordt direct onderbroken. ‘We moeten heel strikt met de tijd omgaan’, zegt een man. De Sjamaan en woordvoerder van de Braziliaanse indianenstam krijgt vervolgens een timertje toebedeeld. Voor de daadwerkelijke toespraak heeft hij straks slechts luttele minuten. ‘Het woud is onze gezondheid’, zegt hij dan, nadat hij eerst alle aanwezigen van zijn organisatie heeft voorgesteld. ‘Het woud is verbonden met mijn volk, de Yanomami. We moeten stoppen met het doden van ons volk en het stelen van inheemse grond.’

Anders, stelt ‘de Dalai Lama van het regenwoud’, zouden we de lucht wel eens op ons dak kunnen krijgen. Want daar zit volgens Kopenawa de voornaamste taak van de bewoners van het woudland Urihi: Holding Up The Sky (81 min.). De verkiezing van Jair Bolsonaro tot president van Brazilië in 2018 heeft hun door een oude indiaanse legende ingegeven heilige taak bepaald niet gemakkelijker gemaakt. Onder zijn stijfrechtse bewind rukken nietsontziende houthakkers en goudzoekers op richting het Amazonegebied en begint ook het Coronavirus zijn lelijke kop op te steken.

Regisseur Pieter Van Eecke toont in deze bespiegelende film, die thematisch sterk verwant is met het beduidend meer actiegerichte The Territory, het contrast tussen twee werelden, die in alle opzichten duizenden kilometers van elkaar verwijderd en toch onlosmakelijk verbonden zijn. ‘De stadsmensen willen ons, de inheemse volkeren, zo maken als deze planten’, zegt Davi Kopenawa, terwijl hij tijdens zijn rondgang door Europa door een zorgvuldig aangelegd stadspark wandelt. ‘Dood de helft ervan, neem enkele zwakkere exemplaren en plaats die in een dierentuin. Zodat iedereen ons kan zien.’

Als hij aan het eind van deze documentaire thuis, in een vooralsnog bewaard gebleven stuk regenwoud waar iedereen er traditioneel (on)gekleed bijloopt, rustig in een hangmat ligt en met een stamgenoot praat over die vreemde, materialistische en soms ook ronduit onaardige witte mensen, richt Kopenawa rechtstreeks het woord tot Van Eecke en zijn cameraploeg. ‘Jullie witten filmen ons, maar begrijpen jullie ons ook?’ Met iets meer kennis zouden die witte westerlingen zowel de Yanomami als de wereld om hen heen echt veel beter kunnen bevatten, wil hij maar zeggen.

Nu lopen alle aardbewoners het gevaar dat de lucht ter aarde stort.

Murder In Big Horn

Showtime

‘Voor ons zijn dit geen true crime-verhalen’, zegt journalist Luella Brien, waarvan in 1977 tante DeeDee verdween, met ingehouden emotie. ‘De slachtoffers komen uit onze families.’ Al decennia zijn de ‘native Americans’ van Big Horn County, Montana, zich er maar al te zeer van bewust dat er jonge vrouwen, meisjes nog, uit hun midden verdwijnen. Verder kraait er echter geen haan naar deze MMIW (Missing/Murdered Indigenous Women).

Totdat Henny Scott in 2018 plotseling verdwijnt na een feestje op The Northern Cheyenne Reservation. Het veertienjarige meisje wordt enkele weken later dood aangetroffen in de sneeuw. Omdat ze op het indianenreservaat zelf is gevonden moet het Bureau of Indian Affairs (BIA) van Lame Deer in actie komen. En die kan de hulp inroepen van de FBI. Zoals de sheriff van Big Horn County dan weer verantwoordelijk is voor een ander deel van het grotere gebied, The Crow Reservation. Afhankelijk van het slachtoffer, de (onbekende) dader, plaats delict en de plek waar het lichaam wordt aangetroffen. Dat probleem speelt direct op als ruim een half jaar later een ander indiaans meisje, Kaysera Stops Pretty Places, dood wordt gevonden. Er zijn aanwijzingen dat ze wellicht is vermoord. En dan raakt op 1 januari 2020 ook de zestienjarige Selena Not Afraid nog vermist.

Dat juist het leefgebied van de Cheyenne- en Crow-stammen juridisch braak ligt, is natuurlijk geen toeval. ‘Native Americans’ werden aan het einde van de negentiende eeuw aan hun lot overgelaten, in de hoop dat ze stilletjes zouden opgaan in de ‘gewone’ bevolking of zouden uitsterven. Reservaten groeiden uit tot plekken van werkeloosheid, armoede, gokken en verslaving. Door Big Horn County loopt bovendien nog de Interstate 90, die als doorvoerroute van en naar Canada kan fungeren voor drugs, vrouwen en andere illegale handel. Zo wordt de traditionele angst gevoed voor de witte man, die zich van oudsher op indianenvrouwen richt om via hen de complete gemeenschap te ontwrichten, zo is het algehele gevoel. Neem bijvoorbeeld Pocahontas. Van haar romance met kapitein John Smith is een prachtige Disney-liefde gemaakt, maar in werkelijkheid was ze waarschijnlijk slachtoffer van mensenhandel.

Die geladen geschiedenis en maatschappelijke context zorgen ervoor dat Murder In Big Horn (157 min.) nooit een routineuze true crime-productie wordt. Zeker omdat er ook nog een andere kant aan datzelfde verhaal zit: de misstanden binnen het reservaat zelf, waar huiselijk geweld en seksueel misbruik schering en inslag lijken. Veel meer dan een zoektocht naar de daders van de tientallen ‘native women’ die in de afgelopen decennia zijn verdwenen is deze sfeervolle driedelige docuserie van Razelle Benally en Matthew Galkin een portret van een getroebleerde gemeenschap, die in z’n hart – de vrouwen en meisjes – wordt getroffen. ‘Every child matters’, stelt een leus over de MMIW. Dat moet het uitgangspunt worden, vinden strijdbare vrouwen zoals Luella Brien. In plaats van ‘another dead indian’.

Incident At Oglala

Carolco

Op 26 juni 1975 vallen enkele mannen het Pine Ridge-reservaat in South Dakota binnen. Pas later wordt het de bewoners duidelijk dat het om FBI-agenten gaat. Ze zijn op zoek naar Jimmy Eagle, die wordt verdacht van het stelen van een paar cowboylaarzen. Dan hebben de aanwezige Lakota Sioux-indianen, die zich bijna van nature – en niet zonder reden – bedreigd voelen, echter allang naar de wapens gegrepen. Een intens vuurgevecht kost twee FBI-agenten en één ‘native American’ het leven.

Na de ‘shoot out bij Jumping Bull’ worden drie bewoners van het reservaat aangeklaagd. Onder hen is Leonard Peltier, die ervan wordt beschuldigd dat hij de agenten koelbloedig heeft geliquideerd. Hoewel Peltier, die zelf ook aan het woord komt in Incident At Oglala (90 min.) van regisseur Michael Apted, ontkent, verdwijnt hij voor onbepaalde tijd achter de tralies. In de navolgende jaren zal hij uitgroeien tot een martelaar, die figureert in films (Apteds eigen Thunderheart), wordt bezongen in songs van U2, Rage Against The Machine en Little Steven en zelfs een eigen standbeeld krijgt in Washington D.C.

Behalve de schietpartij op Pine Ridge en de nasleep daarvan schetst deze documentaire uit 1992 ook nadrukkelijk de deplorabele situatie van de native Americans, de oorspronkelijke inwoners van de Verenigde Staten. In de reservaten waartoe zij al generaties lang zijn veroordeeld blijven armoe, ziekte en verslaving schering en inslag. Dit heeft in de jaren vóór Jumping Bull al geleid tot de bezetting van het historisch beladen stadje Wounded Knee, waar in 1890 een enorme slachtpartij onder indiaanse stammen werd aangericht. En die actie heeft weer geleid tot talloze rechtszaken en allerlei gewelddadige confrontaties met de FBI.

Deze klassiek opgezette documentaire is voor hedendaagse begrippen tamelijk traag en uitleggerig, met een duidelijk aanwezige verteller (Robert Redford), heel veel pratende hoofden en aansluitend archiefmateriaal en figuratieve beelden van het reservaat. Michael Apted, een veelzijdige filmmaker die zowel een James Bond-film (The Word Is Not Enough) als de legendarische documentaireserie Up op zijn naam heeft staan, laat evenwel zowel ‘native Americans’ als vertegenwoordigers van de lokale en federale overheid aan het woord. Gezamenlijk schetsen zij het enorme wantrouwen dat is ontstaan tussen Amerika’s oorspronkelijke bewoners en de (federale) overheid. En dat – zo maakt Incident At Oglala glashelder – móest wel tot gewelddadige aanvaringen leiden.

Leonard Peltier verblijft ondertussen al een kleine halve eeuw in de gevangenis.

The Territory

Sundance

Het zou niets minder dan het beloofde land kunnen zijn. Als het inheemse Uru-eu-wau-wau volk, inmiddels uitgedund tot nog maar een kleine tweehonderd zielen, gewoon met rust zou worden gelaten in haar eigen kleine stukje regenwoud. Milieuactivisten pleiten daar ook voor: het Braziliaanse Amazonegebied doet immers dienst als de longen van de aarde en is ook essentieel voor het voortbestaan ervan.

Rio Bonito, een corporatie van landbouwers, staat echter te popelen om op The Territory (85 min.) te gaan boeren. En houthakkers zetten het liefst direct een bijl of zaag in elke boom die ze zien. Een nieuwe stad moet er komen! Voor hen en hun families. Ze zijn desnoods bereid om het halve regenwoud plat te branden en voelen zich daarbij in de rug gesteund door de nieuwe Braziliaanse president Jair Bolsonaro die in 2018 de macht heeft gegrepen.

Regisseur Alex Pritz portretteert in deze krachtige documentaire representanten van de verschillende conflicterende belangen. Zij stevenen onvermijdelijk af op een frontale botsing, waarbij geweld beslist niet kan worden uitgesloten. Zeker als Bilaté, de achttienjarige nieuwe leider van de Uru-eu-wau-wau, besluit om, met traditionele én moderne wapens, de eigen belangen te gaan beschermen en actief het gevecht aan te gaan met al die brutale indringers.

Pritz vangt het weldadige territorium van de inheemse indianenstam intussen in al zijn pracht en praal met zowel grootse als extreme close-up shots en brengt dit met een expressieve soundtrack uitstekend op temperatuur. Met droneshots brengt de gedreven milieuactiviste Neidinha, een strijdmakker van Bilaté, intussen de gevolgen van grootschalige ontbossing in kaart. De conclusie is onvermijdelijk: deze wereld gaat rigoureus veranderen.

Als er geen drastische maatregelen worden genomen, zullen de de Uru-eu-wau-wau, ondanks hun geloof in de rechtvaardigheid van hun strijd, moeten wijken voor wat we vooruitgang plegen te noemen. En dan brengen de indringers in 2020 ook nog een nieuwe bedreiging mee, die de kleine en kwetsbare gemeenschap nog verder dreigt te decimeren…