Nilas Traum Im Garten Eden

Omroep Zwart

‘Tot de dood ons scheidt’ wordt in Iran, met goedkeuring van de sjiitische geestelijk leiders, soms vervangen door ‘tot het einde van onze overeenkomst’. Tijdelijke huwelijken, ofwel ‘Sigheh’, vormen voor Iraanse mannen een ideale oplossing voor als hun vrouw ziek is, een kind draagt of sowieso niet zoveel zin heeft in seks. Want anders vraag je er, stelt ayatollah Qara’ati tijdens z’n tv-praatje, bijna om dat ze een prostituee bezoeken. En op ‘normaal’ overspel staan ferme straffen.

Als er dan een kind voortvloeit uit zo’n tijdelijke verbintenis, aan strikte voorwaarden verbonden natuurlijk, dan komt dat geheel voor rekening van de moeder in kwestie – al kan de verwekker ervan zijn zoon of dochter vanaf het zevende levensjaar nog altijd opeisen. Tot die tijd wordt zo’n kind beschouwd als een bastaard en kan het, zonder officiële erkenning van de vader, geen geboortebewijs krijgen. Zodat het net als andere Iraanse kinderen naar school mag.

In die positie bevindt Nila Rahmati uit de heilige stad Mashad, een schattig meisje dat houdt van schilderen, vliegeren en het maken van filmpjes, zich al haar hele leven. En haar moeder Leyla Biouk, de hoofdpersoon van deze film van de Iraans-Duitse maakster Niloufar Taghizadeh, leeft al die tijd tussen hoop en vrees. Haar lot ligt in de handen van Nila’s vader, die gedurende de jaren nog wel vaker een tijdelijk huwelijk blijkt te hebben gesloten en weinig aanstalten maakt om z’n dochter te erkennen.

Nilas Traum Im Garten Eden (Engelse titel: Nila’s Dream In The Garden Of Eden, 97 min.) is de tamelijk rommelige weerslag van Leyla’s pogingen om officiële erkenning voor haar dochter te krijgen – en voogdijschap voor haarzelf. Taghizadeh, een voormalige klasgenoot van moeder, bivakkeert met de camera gedurende langere tijd aan haar zijde. In het openbaar moet ze meestal stiekem filmen, op andere momenten steekt ze Leyla en haar dochter ook de helpende hand toe.

En dat kunnen zij goed gebruiken in de wirwar van gebeurtenissen, procedures en emoties die op hen wacht. In een Iraanse variant op Kafka, waarin vrouwen eigenlijk altijd aan het kortste eind trekken, worden Leyla en haar kind tot het uiterste getest – en moeten ze zich ook Nila’s biologische vader nog van het lijf houden.

H2 – The Occupation Lab

Imad Abu Shamsiya / VPRO

In Hebron, de grootste stad op de Westelijke Jordaanoever, wonen zo’n 250.000 Palestijnen. In hun midden bevinden zich achthonderd Joodse kolonisten. Zij leven in een afgeschermd gedeelte van het oude stadscentrum, dat permanent wordt bewaakt door het Israëlische leger. In dit stadsdeel, dat H2 wordt genoemd, ligt ook de Grot van de Patriarchen, een heilige plek voor zowel Joden als moslims. Daar ligt hun gemeenschappelijke voorvader Abraham/Ibrahim begraven.

Van vreedzame co-existentie is evenwel nauwelijks sprake. Op z’n best is er in Hebron sprake van gewapende vrede, waarbij de spanningen regelmatig uitmonden in geweldsuitbarstingen. In H2 – The Occupation Lab (94 min.), een titel die verwijst naar het imago van de Joodse enclave als een testlocatie voor Israëls nieuwste veiligheidsmaatregelen, belichten Noam Sheizaf en Idit Avrahami de woelige historie van Hebron, dat tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 in Israëlische handen is gekomen.

Vrijwel direct melden zich dan weer Joodse kolonisten in de stad, die voor hen zowel van historisch als religieus belang is. Na het zogenaamde Bloedbad van Hebron in 1929, een scharnierpunt in de strijd om de stad, leken zij daar van het toneel te zijn verdwenen. Met indringend archiefmateriaal en direct betrokkenen van Palestijnse en Israëlische zijde, zowel gestaalde militairen als mensenrechtenactivisten, reconstrueren Sheizaf en Avrahami hoe het leven in en om H2 zich vervolgens heeft ontwikkeld.

Het is een tamelijk moedeloos makend relaas.  Als er zoiets als vreedzame co-existentie lijkt te (kunnen) ontstaan, melden zich altijd weer hardliners die de situatie destabiliseren. In dat opzicht staat Hebron symbool voor de tragische situatie waarin de Israëliërs en Palestijnen samen verzeild zijn geraakt. Met H2 als een onvervalste trial & error-plek, die in deze stevige film uiteindelijk vooral foutmeldingen afgeeft.

De Heilige Drie-Eenheid

Martijn van de Griendt

Tezamen vormen ze een plaatje. Zoals ze daar zitten, op het bed van een tienerkamer, Lekker klierend met een zak chips. De zestienjarige Alex Sophie, een frêle meisje met een neusringetje in. Haar vriendin Emma, in een hardrock T-shirt, van een jaar jonger. En de eveneens vijftienjarige Robbie, een lange jongen met een klein snorretje en een Afrokapsel die eruit ziet als de jongere, nét iets minder robuuste versie van een hardrockheld, Phil Lynott. Drie tieners uit Eindhoven, ‘meer dan gewoon vrienden’. Via de camera van Emma’s smartphone is bovendien een man te zien: Martijn van 52, de maker van deze documentaire over De Heilige Drie-Eenheid (70 min.).

Fotograaf Martijn van de Griendt maakte eerder Maria, I Need Your Lovin’ (2017), waarin hij acht jaar lang de onstuimige zoektocht naar liefde van een vriendin in beeld bracht. In deze tweede film richt hij zijn camera op drie emokids die op het eerste oog een superleven hebben, maar gaandeweg ook de achterkant daarvan laten zien. Ze zijn permanent bezig met hun uiterlijk, hebben met Engelse termen en straattaal doorspekte gesprekken (‘tantoe depressief’) en maken soms zoveel lol dat ze vergeten om te bespreken wat hen echt bezighoudt. Via hen maakt Van de Griendt een soort snapshot van een generatie, die via social media voortdurend wordt geconfronteerd met zichzelf.

Ze hangen rond op het Stadhuisplein, dansen uitzinnig in het kleedhokje van een kledingwinkel en gaan samen op vakantie naar Zeeland. Tegelijkertijd kampt ieder met z’n eigen donkere gedachten en stemmingswisselingen. Net als leeftijdsgenoten zijn ze onzeker over hun uiterlijk, vergelijken ze zichzelf overmatig met anderen, kampen ze met een eetstoornis, hebben ze vragen over hun geaardheid of verliezen ze zichzelf soms in zelfbeschadiging. Martijn van de Griendt, die eerder een sfeertekening van deze jonge levens dan een lineair verteld verhaal voor ogen heeft, kadert de gesprekken die hij daarover heeft met de drie verder nauwelijks in.

Gebeurtenissen worden niet aangekondigd of uitgelegd en verder ook niet in hun context geplaatst. Ze zijn er gewoon ineens en Alex Sophie, Emma en Robbie moeten er maar chocolade van zien te maken – en wij, als kijkers, met hen. Daarbij helpt ’t dat de drie tieners uitstraling en charisma hebben en dat hun levens door Van de Griendt – die als maker echt een beetje verliefd lijkt te zijn geworden op zijn hoofdpersonen – met een bloemrijke gitaarsoundtrack boven zichzelf uit worden getild. Als ongenaakbare alternatieve helden, begeleid door pak ‘m beet Suede, The Smiths of Smashing Pumpkins, die tegelijkertijd ook zichzelf durven te laten zien.

In een collageachtige film die hen in het hier en nu, met en zonder elkaar, tussen kind zijn en volwassen worden, in al hun bravoure en kwetsbaarheid toont.

Thuis Bij De Familie K.

Monumentaal / Bart Grietens

Sadettin Kirmiziyüz maakt solovoorstellingen over zijn eigen familie. De Turks-Nederlandse theatermaker houdt hen zo een spiegel voor – en zij uiteindelijk ook aan hem. De documentaire Thuis Bij De Familie K. (48 min.) van Mijke de Jong maakt dat proces ook voor buitenstaanders inzichtelijk. Familieleden reageren op de voorstelling waarin zij zelf worden geportretteerd. En dat krijgt Sadettin dan weer te zien (zodat wij, als kijkers, kunnen zien hoe hij daar weer op reageert).

Zo komt de relatie met zijn stoere oudere broer Süleyman aan de orde via de voorstelling What’s Happenin’ Brother?, de reis met zijn vader Mehmet naar Mekka in De Vader, De Zoon En Het Heilige Feest en de soms lastige verhouding tot zijn zus Sare, die als meisje een hoofddoek ging dragen, in somedaymyprincewill.com. Met een precies gevoel voor waar het wringt schetst Kirmiziyüz het leven van een migrantenkind, dat gevangen zit tussen verschillende tradities, religies en culturen.

Over Turkenmoppen bijvoorbeeld. Süleyman kan het bijna niet aanzien als Sadettin op het podium allerlei bedenkelijke grappen afvuurt. ‘Komt een Turk met een kikker op zijn hoofd bij de dokter’, begint zijn jongere broer bijvoorbeeld. ‘Zegt die dokter: kan ik u ergens mee helpen? Zegt die kikker: ja, ik heb een tumor onder mijn reet.’ In de zaal probeert iedereen zijn lach in te houden. Dat wordt nóg lastiger bij het spervuur dat nog volgt. ‘Heftig’, knikt Süleyman. ‘Daar had je mee te maken, hè?’  

In de voorstelling Avondland belicht Sadettin Kirmiziyüz daarnaast een reis naar Turkije met zijn moeder. Yeter Gümüs komt niet naar de voorstellingen van haar zoon omdat ze die niet begrijpt. Ze spreekt na 45 jaar nog altijd nauwelijks Nederlands, constateert hij toch wat teleurgesteld. Moeder zegt ook dat ze er geen idee van had dat Sadettin een voorstelling over hun reis heeft gemaakt. Hij gelooft dat dan weer niet: ze was toentertijd nog boos omdat hij grappen maakte over haar gesnurk.

De verschillende voorstellingen en de reacties daarop van Kirmiziyüz en zijn verwanten versmelten zo met elkaar tot een metaverhaal over immigrantengezinnen, waarvan ieder op z’n eigen manier maar een plek moet zien te vinden in Nederland – of toch weer in Turkije. In dat proces lijken ze zich allemaal wel eens eenzaam, en teleurgesteld in de anderen, te hebben gevoeld. En dat is meteen het thema van de nieuwe voorstelling, waar Sadettin Kirmiziyüz in deze film naartoe werkt: Monumentaal.

Kan hij daarmee het schuldgevoel van een migrantenkind definitief van zich af schudden?

Het Wonder Van Oirsbeek

EO

Terwijl ze begin 2022 de ontwikkelingen in Oekraïne op de voet volgen via hun tv-scherm, haalt het oudere Limburgse stel Leon en Suzannah Meessen steun uit hun enorme collectie heiligenbeelden en religieuze prenten. Die huilen volgens hen om de ellende in de wereld. Bloedtranen van Maria, welteverstaan.

‘Dit kleine prentje van Onze Lieve Vrouw van Fatima heeft afgelopen zondag de dertiende gebloed’, vertelt Leon, die met zijn zalvende stem, geestdrift en lange witte baard zo uit een mythisch rijk afkomstig zou kunnen zijn. ‘En rond die tijd was er in de politiek veel spanning tussen Rusland en Oekraïne, een voormalig Oostblokland. Misschien dat dat op de achtergrond meespeelt in dit bloeden.’

Leon en Suzannah zijn ervan overtuigd dat er zich bij hen iets bijzonders voltrekt. De hele wereld zou ‘t moeten aanschouwen: Het Wonder Van Oirsbeek (30 min.). Daarvan hebben ze in de afgelopen dertig jaar al talloze voorbeelden gezien. Na de terroristische aanslag in de Bataclan in Parijs of bij een scheepsramp met vluchtelingen bij het Italiaanse eiland Lampedusa werd er bijvoorbeeld ook uitbundig geweend bij het christelijke stel.

Het is een kwestie van tijd, denken ze zelf, voordat hun knusse huurhuisje een bedevaartsoord wordt. Het zal nog niet direct stormlopen, stelt Leon. Uiteindelijk zullen er naar zijn stellige overtuiging echter miljoenen bezoekers komen. ‘Op jaarbasis.’ Om zijn bewering kracht bij te zetten laat hij de filmmakers zien hoe Onze Lieve Vrouwe van Guadeloupe bloedt – al is ze nét begonnen voordat de camera draait.

Jaap van Heusden en Kees-Jan Mulder laten het echtpaar, dat een veelbewogen leven heeft gehad, in z’n waarde, maar tonen tevens dat de twee zich wel degelijk bewust zijn van het beeld dat ze willen uitdragen. ‘Net doen of de camera er niet bij is!’ fluistert Leon bijvoorbeeld als ze buiten de was, niet al te witte onderbroeken, gaan ophangen. ‘Nee, nee, die is er niet’, reageert zij samenzweerderig. ‘De mannen zijn er niet.’

De betrokkenheid van het echtpaar Meessen bij de wereld, tevens vervat in tamelijk overbodige beelden van de rampen die hun harten en allerlei religieuze artefacten deden bloeden, draagt bij aan de sympathie die het tweetal oproept – al is het wel de vraag of de documentairemakers niet wat meer in die bloedtranen hadden moeten prikken. Want wat nu als die onverhoopt tóch geen Goddelijk wonder blijken te zijn…

De Boontjes

Copper View

Het is een personage dat we al uit talloze films en documentaires kennen: de oude rot, ooit zelf op het slechte pad, die zich nu bekommert om verweesde jongeren die ook de verkeerde afslag dreigen te nemen. Met een aai over de bol, grofgebekte reprimandes en oprechte betrokkenheid probeert hij ze de juiste kant op te sturen en te behoeden voor de fouten die hij zelf ooit maakte. Lukt dat niet goedschiks, dan moet het maar kwaadschiks.

We kennen het type van verschillende situaties: de boksschool, het jongerenwerk en de verslavingskliniek. En nu ook van de Rotterdamse koffiezaak Heilige Boontjes. Daar zwaait Rodney van den Hengel de scepter: doorleefde kop, gemillimeterd haar en ringen in beide oren. Een man die weet wat er te koop is in de wereld. Een man ook met zijn eigen verhaal. ‘Ik denk niet dat mijn vader me ooit heeft gevraagd: jongen, hoe voel je je?’ vertelt hij bijvoorbeeld, zonder ook maar een ogenblik sentimenteel te worden.

In De Boontjes (25 min.) richt documentairemaker Anne van Helvoort zich op Rodneys omgang met de 23-jarige Mitchel, die bij de koffiezaak een frisse start probeert te maken. Terwijl we zien hoe deze ‘goeie jongen’ zich moet zien te handhaven in dat nieuwe (werk)leven, vertelt zijn begeleider over zijn eigen achtergrond. De implicatie is duidelijk: Mitchel is een soort jongere versie van Rodney. Goeie jongens in wezen, maar nogal lomp op de wereld gesmeten. Zonder al te veel bagage. Bij een kruispunt namen ze daarna al snel de verkeerde afslag.

Deze korte documentaire brengt hun levens mooi samen. De meester en zijn gezel. Waarbij het de vraag is of Mitchel uiteindelijk voor Heilige Boontjes kiest, of toch voor de straat. Dat zorgt voor zowel frictie als verbroedering. ‘Doe rustig aan, neem je tijd en eet ook wat’, zegt Rodney bijvoorbeeld vaderlijk als zijn pupil zich niet lekker voelt. Om er meteen aan toe te voegen: ‘Je stinkt uit je muil als een rotte kip, geloof me.’ In zulke directe interactie tussen man en jongen, soms ook gewoon in de vorm van een enkele blik of ‘bear hug’, zit de kracht van dit dubbelportret, dat verder netjes binnen de lijntjes van het genre kleurt.

Heilig Boontje

KRO-NCRV

‘Papa, weet je hoe de hostie wordt gezegend?’ vraagt de achtjarige Merle. Het Limburgse meisje geeft zelf antwoord: ‘Met een wc-borstel.’

‘O, zo’, zegt vader als hij de hele uitleg van zijn dochter heeft aangehoord. ‘Ja, dat is wijwater.’

‘Wat is wijwater?’

‘Dat is heilig water.’

‘Wat is heilig water?’

‘Dat is ook gezegend.’

‘En wat is gezegend?’

Voor dat antwoord heeft papa wel wat meer woorden nodig. Iets met een tekst, schoonspoelen en magische woorden.

Die verhandeling roept echter weer zijn eigen vragen op bij zijn dochter. Het is duidelijk: Merle neemt die aanstaande Heilige Communie bloedserieus. En Eva Nijsten heeft daarover een hartstikke leuke jeugddocu gemaakt: Heilig Boontje (15 min.).

Haar hoofdpersoon leeft op een lekker ongecompliceerde manier toe naar dat bijzondere moment, dat haar ouders als kind heel intens hebben beleefd. En als je een communiefeest geeft, krijg je veel cadeautjes. Dat weet Merle natuurlijk ook best. Net als haar vriendjes. Of ze nu gelovig zijn of niet.

Nijsten laat Merle zelf haar vader, opa, klasgenootjes en vriendjes interviewen. Dat is een bescheiden meesterzet. Het levert ontwapenende gesprekjes op over het geloof en de eerste communie, waaraan in bepaalde Roomse dorpen blijkbaar nog heel veel tijd en aandacht wordt besteed.