Shark Whisperer

Netflix

Als knappe, blonde vrouw is Ocean Ramsey een uitstekend uithangbord voor de haai. De Shark Whisperer (90 min.) uit Hawaï heeft zich voorgenomen om het imago van dit gevreesde dier te verbeteren. Haaien zijn volgens haar zeker niet de moordlustige beesten die we kennen van films als Jaws. Je kunt er best mee zwemmen! En Ramseys partner, de onderwaterfilmer Juan Oliphant, maakt daar dan onvergetelijke beelden van.

De haaieninfluencer oogst intussen ook heel wat spot en (vrouwen)haat. Dat ze maar eens goed gebeten wordt! wensen anonieme criticasters haar toe. Waarop Ocean dan weer zegt dat ze niets anders riskeert dan haar eigen leven. Zoals in 2007, toen werd gefilmd hoe ze ogenschijnlijk een fatale ontmoeting had met een haai, de start van deze documentaire van J.P. StilesHarrison Macks en James Reed (My Octopus Teacher).

Er is ook serieuze kritiek. Dat ze het verkeerde voorbeeld geeft. Anderen zouden inderdaad wel eens kunnen denken dat je zomaar kunt knuffelen met haaien. Het zijn echter levensgevaarlijke roofdieren. ‘Bij haaienaanvallen ziet de aangevallen persoon bijna nooit aankomen dat ie wordt aangevallen’, stelt onderwaterbioloog Kim Holland. ‘Ze hebben dus nooit de kans gehad om ontwijkende maatregelen te treffen.’

En over Ocean, die zich heeft opgeworpen als beschermster van het dier dat al zo’n 400 miljoen jaar rondzwemt op aarde en wordt beschouwd als essentieel voor het ecosysteem onder water, zegt niet alleen hij: ‘Wat ze doet, is meer voor de show dan voor de wetenschap.’ Voor die show is overigens wel enige aanleiding: elk jaar worden er zo’n honderd miljoen haaien gedood, als bijvangst van visser of om haaienvinnensoep te maken.

Die boodschap is, zeker sinds Jaws, niet nieuw. Ook de Australische ‘zeemeermin’ Valerie Taylor, die de inspiratie vormde voor de bestseller van Peter Benchley en de blockbuster die regisseur Steven Spielberg op basis daarvan maakte, heeft zich opgeworpen als een soort Jane Goodall voor de haai. De inmiddels hoogbejaarde duikster werd enkele jaren geleden geportretteerd in de docu Playing With Sharks.

Als we verder gaan op de ingeslagen weg, is de haai ten dode opgeschreven. Ramsey wil het niet zover laten komen en zet daarvoor ook deze film in. Ze wil een mediamomentje creëren, een onvergetelijk beeld. Want zo’n beeld zegt meer dan duizend woorden. Ze start bij de film die haar grote liefde in een kwaad daglicht heeft gesteld en besluit om met een grote witte haai te gaan knuffelen. Een onvervalst anti-Jaws moment.

Zo geven Stiles, Macks en Reed haar in deze gelikte, met fraai onderwatermateriaal verlevendigde film alle ruimte om haar positieve en tegelijk alarmistische boodschap te verkondigen. Ramsey is zich ervan bewust dat wat ze doet niet zonder gevaar is. ‘Het gaat om het leven in je jaren’, zegt de zelfbenoemde haaienredster, terwijl ze, op weg naar de oceaan, haar hond Shark aanhaalt. ‘En niet om de jaren in je leven.’

En uiteindelijk gaan we toch allemaal naar de… juist.

Trapped

DR Sales

‘What the fuck!’ roept duiker Nico van Heerden.

‘Wat is er?’ reageert zijn duikbegeleider. ‘Oh, je hebt er één gevonden, hè? In de doorgang of niet? Begrepen.’

Dan volgt echter een daverende verrassing. ‘Ik heb een levend iemand gevonden!’ meldt Nico verbouwereerd. ‘Fuck, dat is wel het laatste wat ik verwachtte’, antwoordt z’n begeleider. Even later komt die overlevende zowaar ook in beeld, via Nico’s camera. Het is een verbijsterend tafereel: Harrison Okene, de kok van de sleepboot Jascon 4, zit ontredderd voor de camera. In zijn onderbroek. Zijn boot is drie dagen eerder gekapseisd nabij Nigeria en ondersteboven in de Atlantische Oceaan terecht gekomen. De voltallige crew van twaalf bemanningsleden zou daarbij zijn verdronken. Dat was tenminste het uitgangspunt waarmee de duikerscrew aan het werk is gezet: berg de stoffelijke overschotten van de ramp op 26 mei 2013, zodat hun familieleden netjes afscheid van hen kunnen nemen.

Kijkers van de documentaire Trapped (79 min.), die dan zo’n 45 minuten onderweg is, hebben in de openingsscène direct kennisgemaakt met Harrison. Het is voor hen dus niet de vraag óf hij de scheepsramp heeft overleefd, maar hóe. Die vraag drijft deze enerverende film. Nadat hij de overlevende heeft geïntroduceerd stelt regisseur Lasse Spang Olsen het duikteam voor dat dik honderd kilometer verderop aan het werk was aan een pijplijn en van daaruit naar het wrak van de Jascon 4 is afgereisd voor wat een deprimerende missie leek te worden. Gezamenlijk reconstrueren zij nu de heroïsche reddingsactie. Die brengt een schier onmogelijke opdracht met zich mee: hoe krijgen ze de kok, die al 62 uur nabij de zeebodem bivakkeert en zich had opgemaakt voor een langzame en pijnlijke dood, weer heelhuids boven water?

Want in tegenstelling tot Nico en zijn collega-duikers heeft Harrison natuurlijk geen ‘umbilical, een soort navelstreng die zorgt voor warmte, licht en zuurstof en waarmee ook kan worden gecommuniceerd. Hij kan dus niet zomaar naar de oppervlakte worden gebracht. Dat zou hij niet overleven. Spang Olsen begeleidt de hachelijke onderneming om Harrison in veiligheid te brengen met een slimme combinatie van onderwaterreconstructies en authentieke beelden van de redding en de radiocommunicatie daarover. Trapped begeeft zich daarmee in hetzelfde water als Last Breath en The Rescue, films die met zowel de redders als de door hen geredden een heldenverhaal maken van een onwaarschijnlijke hulpactie op zee. Alsof het huzarenstukje voor het oog van de camera nogmaals wordt geleverd.

The Beatles: Let It Be

Disney+

Hij is zijn eigen film, Let It Be (84 min.), gaan beschouwen als de vader van Get Back, de driedelige docuserie van in totaal acht uur die Peter Jackson in 2021 op basis van zijn ruwe materiaal heeft gemaakt, zegt regisseur Michael Lindsay-Hogg in een gesprek met Jackson. De conversatie tussen de twee filmmakers, uit april 2023, gaat vooraf aan Lindsay Hoggs eigen documentaire over The Beatles, die na een ‘bumpy ride’ van ruim vijftig jaar opnieuw wordt uitgebracht.

Het zou eigenlijk een concertfilm worden, vertelt hij nog. ‘Ik had een idee: het concert start om vijf uur ’s ochtends en eindigt om middernacht met tweeduizend mensen in een amfitheater.’ De band had in 1969 immers al enkele jaren niet meer opgetreden. ‘Dit zou het evenement zijn dat je echt wilde, het nieuwe Beatles-concert.’ Alleen dreigde George Harrison ermee te kappen tijdens de opnames en werden vervolgens ook die plannen voor een optreden in de ijskast gezet.

Michael Lindsay-Hogg kon in januari 1969 hooguit vermoeden wat de gebeurtenissen voor zijn camera – en de klassieke liedjes voor het laatste Beatles-album Let It Be die daar en plein public werden geboren – zouden gaan betekenen. ‘Één reden dat ik blij ben dat de film weer uitkomt – en ik ben niet iemand die overloopt van zelfmedelijden – is dat de film de eerste keer gewoon geen eerlijke kans heeft gehad’, zegt hij tegen Jackson, die hem met alle egards benadert.

Want toen die film uitkwam waren The Beatles al uit elkaar. Een zuur einde waarmee Lindsay Hoggs docu direct werd geassocieerd. En dan begint de gerestaureerde versie van die film, oorspronkelijk uit 1970, waarvoor de Britse filmer en zijn crew als een vlieg op de muur meekeken bij het inspelen, jammen en repeteren van The Beatles in de Londense Twickenham Studio’s en Apple Studio, het onderlinge ongemak vastlegde en daarna met de band het dak opgingen voor een legendarisch laatste performance.

Voor Beatles-kenners is dit gesneden koek. Dat Let It Be nu officieel toegankelijk wordt gemaakt voor het grote publiek – los van de illegale versies die al jaren rondslingerden in de parkeergarages van het internet – dient dan ook vooral een opvoedkundig belang. Een nieuwe generatie potentiële Beatles-fans, die nog niet de ausdauer heeft om de acht uur van Get Back vol te maken, kan nu kennismaken met de laatste dagen van de bekendste popgroep die de wereld ooit heeft gekend.

High & Low – John Galliano

MUBI

Aan John Galliano’s gezicht valt af te lezen dat hij heeft gelééfd – en dat hij daarbij ook duizend doden is gestorven. Hij oogt als een man die geregeld oog in oog met zichzelf heeft gestaan. Zijn drankgebruik onder ogen heeft moeten zien. Zijn pillenverslaving. Zijn vandalisme. Zijn vlijmscherpe tong. Zijn ego. En zijn totale zelfdestructie, uiteindelijk. Op een gegeven moment was de couturier elk gevoel voor realiteit kwijt. Soms letterlijk. Ze vonden hem volgens deejay/muzikant Jeremy Healey bijvoorbeeld eens in een lift. Naakt. Hij zat er al vier uur, vertelde Jan en alleman dat hij een leeuw was en gromde en klauwde naar iedereen die in zijn buurt durfde te komen.

In High & Low – John Galliano (117 min.) schetst regisseur Kevin Macdonald eerst de opkomst van John Galliano in de jaren negentig als ontwerper bij de fameuze Franse huizen Givenchy en Dior, in een modewereld die wordt gedomineerd door stercouturiers en supermodellen. Daarna volgt als vanzelfsprekend ‘s mans ondergang. Die luidt hij uiteindelijk in 2011 hoogstpersoonlijk in tijdens een bezoek aan het Franse café La Perle, waar hij andere bezoekers onthaalt op antisemitische verwensingen. ‘s Mans faux pas wordt toevallig gefilmd en gaat vervolgens de wereld rond. Galliano wordt zo persona non grata in de wereld die hem ooit ongegeneerd als een verlosser heeft binnengehaald.

Zelf zegt hij geen herinneringen te hebben aan het incident. ‘Als je jezelf zo ziet is dat heel eng’, vertelt de modeontwerper tegen Macdonald over de beelden waarmee is vereeuwigd hoe hij zich vergaloppeert. ‘Ik herken die persoon niet.’ Deze schim van een man heeft echter wel degelijk schade aangericht, blijkt uit het verhaal van één van zijn slachtoffers. Philippe Virgitti heeft Galliano tijdens de navolgende rechtszaak nog de hand boven het hoofd gehouden, maar is inmiddels van mening veranderd. Topmodel Naomi Campbell weigert niettemin te geloven dat haar goede vriend John kwade bedoelingen had. ‘Ik heb de video nooit gezien’, houdt ze vol. ‘Zo is hij niet. Dat is niet mijn vriend.’

Galliano is nu eenmaal een man die zeer uiteenlopende reacties oproept. In dit overtuigende portret van de getroebleerde couturier wordt dat geïllustreerd met een brede waaier aan bronnen: van intimi zoals zijn oudere zus Rosemary Husband en levenspartner Alexis Roche tot Diors Joodse CEO Sidney Toledano, de actrices Charlize Theron en Penélope Cruz, schilder David Harrison, stylist Amanda Harlech en de modellen Kate Moss, Marie-Sophie Wilson en Amber Valletta. En natuurlijk zijn er ook enkele quotes gereserveerd voor Anna Wintour, de hoofdredacteur van Vogue die Galliano’s doorbraak ooit mede faciliteerde – en die een verplicht personage lijkt in elke zichzelf respecterende modedocu.

Kevin Macdonald ondersteunt alle herinneringen, opinies en verklaringen met beelden van zijn protagonist in goede en slechte tijden en topt die af met fragmenten uit de klassieke speelfilms Napoleon (1927) en The Red Shoes (1948). Die lijken een natuurlijke bijsluiter voor Galliano’s extravagante modecollecties en zijn persoonlijke werdegang. Na een verblijf in een afkickkliniek kost ‘t de ontwerper nog jaren van ziel zoeken, boete doen en excuses maken voordat hij kan terugkeren in de spotlights. Galliano zou echter Galliano niet zijn als hij ook dan niet even gigantisch uit de bocht zou vliegen. En daarmee zou hij zichzelf wel eens definitief kunnen hebben gecanceld.

Tegelijkertijd blijft ook boven de markt hangen of hij met z’n kwalijke uitlatingen zijn ware aard heeft laten zien of juist heeft aangetoond hoe beschadigd hij door de jaren heen zelf is geraakt. Afhankelijk van het antwoord is het ook de vraag hoeveel kansen zo’n man dan nog moet krijgen om zich te rehabiliteren.

The Beatles: Get Back

Disney+

‘Zonder de docu gezien te hebben: nee’, tweette Kirsten Verdel deze week. De opiniemaakster reageerde op een Twitter-vraag van het radio 1-programma De Nieuws BV. ‘De Beatles-documentaireserie Get Back is vanaf vandaag te zien. Regisseur Peter Jackson dook in de archieven en maakte er een film van 8 uur van. Is dat niet te lang?’

Dat is eigenlijk de attitude waarmee elke nieuwe release van/rond The Beatles – of Bob Dylan of David Bowie of (zelfs) Queen – wordt ontvangen. Daar kan geen serieuze beschouwing tegenop. Als elke scheet van John, Paul, George en Ringo interessant is – en daar lijkt het op, ik heb me daar hier al eens over uitgelaten – dan doet het er niet meer toe hoe die feitelijk ruikt.

Ik waag toch een poging. Even vooraf: ik ben geen Beatles-fan (en was dit, om dat onderwerp ook maar meteen te tackelen, ooit wél van The Stones), maar heb zowel de rode als de blauwe verzamelaar in huis staan en wil op geen enkele manier het belang van The Beatles voor de popgeschiedenis ondermijnen. Ik wil alleen wel frank en vrij over deze serie oordelen.

De voorgaande alinea’s schreef ik zonder dat ik ook maar een seconde van Get Back (468 min.) had gezien. En daarna ben ik gaan kijken, gewoon zoals ik altijd doe: het bestand openen, linksonder op dat driehoekje klikken en dan maar zien wat er gebeurt. Als het goed is, schuif ik ongemerkt naar het puntje van mijn stoel. En anders zak ik langzaam maar zeker onderuit.

Terzake: Peter Jackson start met een disclaimer. Hij wil ‘een accuraat portret van de gebeurtenissen en personen’ schetsen. Het lijkt een verwijzing naar de docu Let It Be die regisseur Michael Lindsay-Hogg in 1970 maakte van de live-opnamen voor de laatste Beatles-elpee. De band was daarover zo ontevreden dat het materiaal voor een halve eeuw in een kluis verdween.

Het beeld dat met die zestig uur beeldmateriaal en honderdvijftig uur audio-opnamen was gecreëerd – van een band die tijdens zijn allerlaatste verrichtingen al volop in ontbinding is, met Paul McCartney als verlichte despoot en John Lennons geliefde Yoko Ono als een soort vleesgeworden splijtzwam – zou zich echter vastzetten in het collectieve geheugen.

Aan Beatles-fan Jackson, een filmmaker die zowel de gigantische speelfilmtrilogie The Lord Of The Rings als de indrukwekkende WOI-docu They Shall Not Grow Old op zijn naam heeft staan, valt nu de eer ten deel om dat beeld te corrigeren. Hij neemt eerst in vogelvlucht de bandcarrière door en stoomt daarna door naar de sessies in de Londense Twickenham Studio’s.

Zijn die interessant? Tis maar hoe je het bekijkt: als je vindt dat elk woord dat de vier met elkaar wisselen, elke riedel die ze samen spelen en elke fase van hun songschrijfproces het documenteren, bewaren en aanzien waard is, dan zeker. Dan is Get Back niets minder dan essentiële geschiedschrijving. Klinkt goed, ziet er geweldig uit en laat ook nog de mensen achter de iconen zien.

Neem bijvoorbeeld het moment waarop George Harrison, met de gemompelde zin ‘I’m leaving the band’, bijna ongemerkt uit The Beatles vertrekt. ‘Als hij dinsdag nog niet terug is, regelen we Clapton’, zegt John Lennon, wanneer ze de dag erop zonder hem repeteren. De navolgende verzoeningspoging, die diverse dagen in beslag neemt, is al even fascinerend.

Ook fraai: de komst van keyboardspeler Billy Preston, als de band inmiddels is verkast naar hun knussere kantoor in Londen. Hij geeft het haperende creatieve proces nieuw elan. De serie bevat alleen ook véél ruis: kleine gesprekjes, groepsoverleg en veel grappen en grollen. Op zich aardig als sfeertekening, maar Jackson had hier echt scherper moeten selecteren.

Zonder het ontzag waarmee ook het koningshuis vaak wordt benaderd – en zijn The Beatles niet gewoon de koninklijke familie van de popmuziek? – is de conclusie zelfs onvermijdelijk: interessante inkijkjes in de groepsdynamiek, geniale muzikale oprispingen en scharnierpunten uit de bandhistorie, maar echt véél te lang. Verteltijd en vertelde tijd lijken bijna één op één te lopen.

Get Back wordt een beetje de docu-variant op wat in de popwereld gemeengoed is geworden. Van belangwekkende artistieke prestaties wordt ook het restmateriaal aan de wereld toevertrouwd: B-kantjes, covers en gesneuvelde tracks. Waarbij de oorspronkelijke magie, afhankelijk van je gezichtspunt, wordt gesmoord in overdaad of juist in context gezet.

Tijdens het bekijken van dit epische werk bekroop mij gaandeweg het gevoel dat ik, in de woorden van muziekjournalist Atze de Vrieze op Twitter, ‘in een boomerfuik gezwommen ben’. Waarin anderen dus het liefst hun halve leven zouden ronddrijven. Zelf zak ik echter langzaam maar zeker onderuit in mijn stoel, terwijl de verwikkelingen rond The Beatles behang dreigen te worden…

En dan gaat het viertal dat dak op voor wat een legendarisch laatste concert zal worden, dat hier voor het eerst integraal, met veel gebruik van split screen (zodat er veel is te kijken) en reacties van omstanders (die het optreden over het algemeen wel kunnen waarderen, al krijgt de politie ook klachten over geluidsoverlast) wordt vertoond.

The Conservation Game

Cargo

In zijn aaibare jonge jaren was het luipaard te gast in zowel The Fran Drescher Show als de late night talkshow van Jimmy Kimmel, waar het roofdier nog even in de armen van niemand minder dan Paris Hilton mocht vertoeven. ‘Dit dier is wat ze een onderwijsdier noemen’, vertelde dierentrainer David Salmoni, vaste gast in allerlei televisieprogramma’s met uiteenlopende wilde dieren, er destijds bij. ‘Dus hij gaat straks het land rond om mensen te leren over natuurbehoud en dierenbeheer.’ In werkelijkheid leeft het luipaard nu alweer jaren onder erbarmelijke omstandigheden in een veel te benauwd hok op de Critter Country Animal Farm in Smithton, Pennsylvania.

Het luipaard is bepaald geen uitzondering, volgens Tim Harrison, een voormalige politieagent en wilde dierentrainer uit Ohio. Hij maakt zich boos over hoe er door vakbroeders als Jack HannaJarod Miller en Grant Kemmerer wordt omgesprongen met deze zogenaamde ‘ambassador animals’. Eerst worden ze meegetroond naar televisieprogramma’s, sportwedstrijden en zelfs verjaardagsfeestjes. Zodra de dieren hun schattige fase zijn ontgroeid, worden ze echter rücksichtslos gedumpt. Niet in een nette dierentuin of een speciale opvang, maar op smoezelige achterafboerderijen. Óf ze worden stiekem verhandeld op één van de vele illegale markten, waar zowat elk wild dier te koop is: leeuwen, krokodillen en gifslangen. En die kunnen zomaar in een normale woonwijk belanden.

Waar de levensgevaarlijke dieren uiteindelijk terechtkomen, wordt in elk geval nergens fatsoenlijk geregistreerd, constateert Harrison verontwaardigd. Een gemiddelde poes is aan strengere regels gebonden dan een tijger. De dierenactivist gaat daarom in The Conservation Game (110 min.) op onderzoek uit, gevolgd door een (verborgen) camera. Het wordt een ontluisterende queeste in de schimmige wereld die tevens het decor vormde voor de publiekshit Tiger King: Murder, Mayhem And Madness (waarvan binnenkort overigens een tweede seizoen wordt uitgebracht). Sterker: Carole Baskin van de organisatie Big Cat Rescue, de grote Nemesis van de karikaturale tijgerkoning Joe Exotic, speelt met haar echtgenoot Howard zelfs een bescheiden rol in deze enerverende documentaire van Michael Webber.

De toonzetting is echter aanmerkelijk serieuzer. Geen kolderieke true crime-verwikkelingen in een white trash-setting, maar oprechte woede over en serieus onderzoek naar de dieronwaardige omstandigheden in de wereld van de grote katten. De film belandt zo in het vaarwater van andere documentairepamfletten zoals The Cove, Blackfish en The Walrus And The Whistleblower en werkt uiteindelijk toe naar de verplichte undercoveractie en een politieke vertaling van Harrisons stellingname: de Big Cat Public Safety Act.

The Beatles: Eight Days A Week – The Touring Years


Wat hebben Whoopi Goldberg, Elvis Costello en Eddie Izzard met elkaar gemeen? En regisseur Richard Curtis, schrijver Jon Savage en acteur Sigourney Weaver? Welnu, ze zijn fan van The Beatles en mogen daarover vertellen in The Beatles: Eight Days A Week – The Touring Years (105 min.). Grootste troef van de documentaire zijn echter nieuwe interviews met Paul en Ringo. Achternaam overbodig.

Beatles-fan Ron Howard, een regisseur die je toch vooral associeert met Hollywood-blockbusters, concentreert zich op de eerste jaren van de groep (1963-1966), toen Beatlemania de wereld stormenderhand in zijn greep kreeg. De periode ook dat er nog een liveband was, genaamd The Beatles. Dat is een andere troef van deze eikenhouten muziekfilm: (obscure) concertbeelden van de band in optima forma, inclusief bloempotkapsels en uitzinnige tieners.

Daarnaast bevat Eight Days A Week backstagebeelden, b-roll materiaal van de wegwerpfilms van de groep en jolige interviews. Netjes ingekaderd en van anekdotes voorzien door de nog levende Beatles Paul en Ringo, enkele direct betrokkenen en dus ook de verplichte celebrities. Met een enkel aardig nieuwtje, zoals bijvoorbeeld het feit dat de band in Amerika nooit in gesegregeerde zalen wilde optreden. Het eindresultaat is precies wat je verwacht: een popdocu die de zegeningen telt van de beroemdste popgroep aller tijden.

Op Netflix is nog altijd How The Beatles Changed The World te bekijken, een film die ik hier beschreef. Deze documentaire bestrijkt de complete carrière van de Britse supergroep, maar moet het zonder Paul en Ringo doen.

Eric Clapton: Life In 12 Bars


Nog voordat John Lennon verklaarde dat The Beatles toch echt groter waren dan Jezus en The Stones de Duivel probeerden aan te roepen, werd gitarist Eric Clapton hoogstpersoonlijk uitgeroepen tot opperwezen. De fameuze ‘Clapton Is God’-muurschildering, die in 1965 op een station in Londen verscheen, moet als een molensteen om zijn nek hebben gehangen. Want God werd – in tegenstelling tot die andere legendarische gitaarheld, Jimi Hendrix – gewoon oud. Als een doodnormale sterveling.

Hij is inmiddels in de zeventig, de rockgod van weleer. Sadder & wiser ook. In de geautoriseerde biografie Eric Clapton: Life In 12 Bars (133 min.) van confidant Lili Fini Zanuck, die door Het Uur Van De Wolf in twee delen wordt uitgezonden, wordt zijn glorieuze carrière, en het getormenteerde leven daarachter, afgepeld tot de kern: de moeizame relatie met zijn moeder, die hij tot z’n negende beschouwde als zijn oudere zus. Zij heeft nooit een serieuze poging ondernomen om een relatie op te bouwen met haar zoon. Die hechtingsproblematiek is hem een leven lang blijven achtervolgen.

Van daaruit legt Zanuck (of is het Clapton zelf?) met een weldaad aan archiefmateriaal en off screen-interviews met alle relevante passanten uit Claptons leven een direct verband met diens verdoemde liefde voor Pattie Boyd, de vrouw van boezemvriend en Beatles-gitarist George Harrison, en zijn afhankelijkheid van drugs en drank (die in 1976 tot deze pijnlijke rant over een Blank Engeland zou hebben geleid). Vanuit ongeluk zoop en snoof hij zich een ongeluk, naar de onvermijdelijke catharsis die je de hele film ziet aankomen.

En als Clapton eindelijk vrede met zichzelf en zijn leven lijkt te hebben gesloten, slaat het noodlot opnieuw toe. Het zal hem, in een tragische speling van het lot, zijn allergrootste hit opleveren: Tears In Heaven, tevens het emotionele hoogtepunt van deze krachtige film, die de afgelopen twintig jaar in het bestaan van deze maar al te menselijke man afdoet met enkele zoetsappige ‘eind goed al goed’-constateringen. En dat ‘Clapton is God’ zou trouwens wel eens een publiciteitsstunt kunnen zijn geweest, bekende hij onlangs in een interview. Of was die uitspraak opnieuw een poging om zichzelf tot menselijke proporties terug te brengen?

How The Beatles Changed The World


Valt er, bijna vijftig jaar nadat ze het bijltje erbij neergooiden, nog iets te ontdekken over The Beatles? Alles lijkt zo langzamerhand toch wel gezegd over de meest bewonderde popgroep ter wereld (die ik als Stones-fan – ik zal het nu maar gewoon bekennen – in een provocerende bui wel eens de meest overschatte band uit de pophistorie noem)?

Aan superlatieven natuurlijk ook geen gebrek in het stevig doortimmerde carrièreoverzicht How The Beatles Changed The World (109 min.). In de eerste twee minuten van deze film van Tom O’Dell krijgt de ‘fab four’ bijvoorbeeld al de credits voor zo’n beetje elke politieke en culturele ontwikkeling die zich sinds de ‘swingin’ sixties’ heeft voorgedaan in de westerse wereld.

Nee, dit is niet de documentaire die de Beatles-films eens kritisch doorlicht, constateert dat sommige delen van het Lennon/McCartney-songboek toch wel erg zoetsappig zijn of – andere invalshoek – onderzoekt of Paul McCartney eigenlijk nog wel leeft. Deze televisiedocumentaire is en blijft eerst en vooral een eerbetoon aan de legendarische ‘Liverpudlians’.

Met een weldaad aan archiefmateriaal brengt O’Dell de stormachtige manier waarop de band de wereld veroverde tot leven en plaatst die overtuigend in zijn historische context. Ook het vaste contingent bewonderende kenners, dat zo’n beetje elke serieuze popdocu bevolkt, is weer ingevlogen. Met de gebruikelijke hyperbolen en superlatieven duiden ze The Beatles (en pikken intussen ook iets van de glans van de band mee voor zichzelf).

Zij moeten ook een beetje verhullen dat de belangrijkste nog levende spelers, Paul McCartney en Ringo Starr, niet aan het woord komen in deze verder behoorlijk complete docu. Daardoor blijft How The Beatles Changed The World toch wat op afstand. De film maakt wel overtuigend het punt dat ‘John, Paul, George en Ringo’ inderdaad de wereld veranderden. Maar, brengt de ongelovige Thomas in mij, daartegenin: dát deed mijn oude liefde, The Stones, ook.