We Komen Niets Verkopen

Human / dinsdag 23 december, om 22.50 uur, op NPO2

Uit onderzoek blijkt naar verluidt dat één op de tien mensen na een deep canvassing-gesprek blijvend van mening verandert. ‘Dat is tien procent van je wijk’, houdt een spreker de deelnemers aan een workshop over deze gesprekstechniek voor. ‘Tien procent van je stad. Tien procent van het land. Stel je voor dat die zich anders zouden verhouden tot nieuwkomers of anders zouden stemmen.’

Ruim anderhalf miljoen Nederlanders zouden zo bezien dus bereid zijn om hun mening bij te stellen. Daarvoor moeten dan natuurlijk wel achttien miljoen gesprekken gevoerd worden. Huis aan huis. Aanbellen en beginnen maar. Één misverstand moet daarbij meestal meteen uit de weg worden geruimd: We Komen Niets Verkopen (20 min.). En daarna het volgende: we zijn niet van een politieke partij – al gebiedt de eerlijkheid om te zeggen dat de mensen die zich in deze korte observerende documentaire van Halil Ibrahim Özpamuk aan de deur melden een links profiel lijken te hebben.

Als de cursisten die hordes hebben genomen en de deur niet met een ferm ‘geen interesse’ in hun gezicht is dichtgesmeten, kunnen ze ‘het goede gesprek’ aangaan over thema’s die als een splijtzwam fungeren in de Nederlandse samenleving. De deep canvassing-gesprekstechniek komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en wil tegenstellingen overbruggen en de dialoog met andersdenkenden stimuleren. ‘Een deep canvasgesprek is oordeelloos’, hebben de nieuwe vrijwilligers nog meegekregen. ‘Maar niet neutraal.’ En Özpamuk kijkt mee wat er gebeurt nadat zij op de bel hebben gedrukt.

De behoefte om de ander te begrijpen en ‘common ground’ te vinden, staan voorop bij deze dialoogverkopers aan huis, die ook regelmatig hun eigen ervaringen en emoties inbrengen. Want, zo is ongetwijfeld de gedachte, als er begrip en empathie in het spel komen, verzacht zelfs de meest gestaalde hardliner – al zou juist die de deur wel eens helemaal niet open kunnen doen.

Jehovah – Van God Los

Videoland

Hun imago ontlenen ze toch vooral aan de zogenaamde velddienst. Dan gaan de Jehovah’s Getuigen de huizen langs, om de leer van God aan de mens te brengen en te vertellen over het paradijs. Met de spreekwoordelijke voet tussen de deur en altijd een ‘Koninkrijksglimlach’. Want wat het weer ook is en hoe er aan de andere kant van die deur ook wordt gereageerd: altijd blijven lachen. Dat verlangt Jehovah, de almachtige God, van zijn volgelingen. En ze hebben ook reden tot lachen: als het einde der tijden komt, sneller dan menigeen misschien verwacht, behoren zij tot de weinige overlevenden.

De wereld zou overigens ook in 1975 al vergaan. Toen was het licht echter nog niet zo helder en is er waarschijnlijk een berekeningsfout gemaakt, zeggen ze daarover tegenwoordig. Maar nu is het einde dus echt nabij! Alle reden dus om snel zoveel mogelijk mensen te bekeren. Al kent deze gesloten geloofsgemeenschap – het zal niemand verbazen – ook zo z’n schaduwzijden. En daarop richt de driedelige serie Jehovah – Van God Los (109 min.), waarvoor in totaal 57 voormalige Getuigen zijn gesproken, zich natuurlijk. In de eerste aflevering concentreert regisseur Henk van der Aa zich met een vijftal oud-volgelingen vooral op de regels en grondslagen van de religieuze beweging. Zoals bekend is die heel erg op zichzelf betrokken. Een echte vriend komt bijvoorbeeld altijd vanuit de eigen gelederen. Mensen van buiten zouden immers onder invloed kunnen staan van Satan.

De tweede aflevering zoomt vervolgens in op seksueel misbruik binnen de gemeenschap en de manier waarop dit door de ‘ouderlingen’ zou zijn toegedekt. Daarbij geven enkele voormalige ouderlingen, gezamenlijk aan een tafel gezeten als een soort almachtige onderzoekscommissie, achtergrondinformatie over hoe wijdverbreid deze problematiek zou kunnen zijn binnen de Jehovah’s Getuigen. En eenieder die zich niet schikt naar de opgelegde zwijgplicht naar buitenstaanders, die immers bij Satan zouden kunnen horen, wordt rücksichtslos uitgesloten en geëxcommuniceerd. In het slotdeel vertellen enkele voormalige leden hoe ze door dat ‘shunnen’ werkelijk iedereen die ze liefhebben zijn kwijtgeraakt – los van het feit dat ze natuurlijk ook nog moeten leven met het vooruitzicht dat er straks tijdens Armageddon geen plek voor hen is in het paradijs.

Van der Aa serveert al deze verhalen met veel suspense uit. Donkere beelden, een erg dikke soundtrack, shockeffecten en verborgen camera-acties, met aan het eind nog een confrontatiescène. Subtiel is anders. Deze miniserie ontleent zijn kracht vooral aan de indringende ervaringsverhalen van de voormalige Getuigen. Zij geven echt een grondige inkijk in een gemeenschap, die zich doorgaans stelselmatig aan het oog van de wereld onttrekt.

De IRT Affaire

Prime Video

Met één arm op de rug gebonden moet de Nederlandse politie in de jaren tachtig de strijd aangaan met de georganiseerde misdaad. Als de rechercheurs al eens wat overuurtjes mogen schrijven, dan vallen die volledig in het niet bij de oneindige oorlogskas van de bendes waarop ze jagen. Het is net ‘een aflevering van Tom & Jerry, waarbij de muis altijd won’, zegt één van de mannen uit de directe entourage van topcriminelen zoals Klaas Bruinsma en Mink Kok. Voor het eerst vertellen zij in deze boeiende vierdelige serie over de tijd waarin de Nederlandse onderwereld, in de woorden van misdaadjournalist Bas van Hout, van ‘softcrime’ overgaat op ‘hardcrime’. Hun verklaringen zijn ingesproken door stemacteurs. En Daniel Belinfante, een kompaan van Kok en zelf ook een zware jongen, geeft zelfs gewoon in beeld tekst en uitleg.

In 1988 besluit het Ministerie van Justitie tot oprichting van het Interregionaal Recherche Team Noord-Holland / Utrecht, dat zich gaat richten op georganiseerde misdaad en daarbij gebruik maakt van omstreden opsporingsmiddelen. Dat zal enkele jaren later resulteren in een enorm schandaal: De IRT Affaire (169 min.). De politie blijkt jarenlang doelbewust enorme partijen drugs doorgelaten te hebben – de bijzonder omstreden Delta-methode – om zo de drugskartels in beeld te krijgen en te kunnen oprollen. Intussen begint de onderwereld zich inderdaad van steeds grovere methoden te bedienen, zoals intimidatie en criminele afrekeningen. Een treffend voorbeeld daarvan is de moord op de drugshandelaar Jaap van der Heijden in 1993. Hij treft een tas met de springstof Semtex aan bij zijn voordeur, die tot ontploffing wordt gebracht.

In deze miniserie ontleedt showrunner Thijs Schreuder en het team dat ook Over Grenzen maakte, een serie over hoe Nederland en België een spilfunctie hebben gekregen in de internationale drugshandel, met politiekopstukken, IRT-medewerkers en insiders de affaire die Nederland begin jaren negentig op z’n grondvesten doet schudden. De nadruk ligt daarbij op het criminele milieu rond de erven van Klaas Bruinsma, die in 1991 wordt geliquideerd. Tussen de zogenaamde Delta-groep van beruchte criminelen zoals Stanley Hillis, Jan Femer en Mink Kok en de politie ontstaat een kat- en muisspel, waarbij het inderdaad maar de vraag wie nu eigenlijk de muis is. Want de criminelen durven groot te denken en opereren dan allang internationaal, kunnen twee ex-leden van het Colombiaanse Calikartel en een kolonel uit doorvoerland Ecuador bevestigen.

In de slotaflevering van deze goed onderbouwde misdaadserie, die is aangekleed met archiefbeelden, illustratieve fictiescènes en privéfilmpjes van de betrokken criminelen, volgt de plotselinge ontmanteling van het IRT en de parlementaire enquête over de werkwijze van het rechercheteam, dat gebruik maakte van criminele informanten en volgens de overlevering dus een eigen drugslijn zou hebben gerund. Het koningskoppel van de criminele inlichtingendienst in Haarlem, Joost van Vondel en Klaas Langendoen (die uitgebreid aan het woord komt in deze serie), werd daarvoor destijds verantwoordelijk gehouden. Dit zou echter wel eens een ernstige simplificatie van de situatie kunnen zijn geweest. En dat lijkt dan weer de resultante van een richtingenstrijd binnen de politie, die dwars door de jacht op de criminelen heen liep.

Na recente crimeproducties zoals Martin H. en Mijn Vader De Hasjkoning brengt De IRT Affaire zo opnieuw een stukje Nederlandse misdaadhistorie in kaart. Daarbij blijven er nog wel wat vragen onbeantwoord en beschuldigingen onweersproken. Dat is waarschijnlijk echter onvermijdelijk bij een kwestie, waarover nog altijd een fundamenteel verschil van mening bestaat en die bovendien diepe wonden heeft geslagen.

Verhalen Van Berlijn – Paul Spies In Het Humboldt Forum

Alexander Schippel

Ooit stond er het Berliner Stadtschloss. Het Pruisische paleis werd echter zwaar beschadigd in de Tweede Wereldoorlog en in 1950 op instigatie van DDR-leider Walter Ulbricht zelfs opgeblazen. Op diezelfde plek, in het hart van Berlijn, is nu een moderne replica herrezen: het Humboldt Forum. Voor het samenstellen van een permanente expositie aldaar over de relatie van Berlijn tot de wereld wordt in 2016 zowaar een Nederlander gevraagd: kunsthistoricus Paul Spies, de directeur van het Amsterdam Museum.

‘Bewonderenswaardig’ vindt die het, dat een buitenlander zo’n belangrijke klus krijgt toebedeeld. In Verhalen Van Berlijn – Paul Spies In Het Humboldt Forum (91 min.) volgt Sonia Herman Dolz de Nederlandse chef-curator gedurende enkele jaren tijdens zijn poging om de moderne geschiedenis van de Duitse hoofdstad samen te ballen in de permanente expositie Berlin Global, een ‘omstreden prestigeproject’ aldus verteller Huub Stapel. Spies richt zich daarbij op verhalen van de Berlijners zelf en hun beleving van de wereldstad.

Een mooi voorbeeld daarvan is de massieve deur van een kluis uit het befaamde Joodse warenhuis Wertheim, die in de jaren negentig onderdak bood aan de ondergrondse technoclub Tresor. Nadat de club in 2005 werd gesloten, bevond de loodzware roestige deur zich jarenlang in een kraakpand. Van daaruit heeft hij nu zijn weg gevonden naar de expositie, waar de deur allerlei aspecten van de stadsgeschiedenis representeert; van de Jodenvervolging tot de periode dat Berlijn de technohoofdstad van de wereld was.

Herman Dolz zet haar film breed op. Ze concentreert zich natuurlijk op de totstandkoming van de expositie, maar belicht ook het gezinsleven van Paul Spies en ruimt tijd in voor het werk van zijn vrouw Meike Ziegler, die een kunstwerk over de Muur maakt. Daarnaast waaiert ze uit naar de persoonlijke verhalen van gewone Berlijners die verschillende elementen van de stad weerspiegelen, zoals het leven in de DDR, de Turkse gemeenschap van Berlijn en het voormalige Niemandsland rond de Muur, waar tegenwoordig een levendig ‘Mauerpark’ is.

Dat is een ambitieuze opzet, waarbinnen niet alle verhaallijnen tot volle wasdom komen. Tegelijkertijd doet die grootse aanpak recht aan de wereldstad Berlijn, waarin allerlei uiteenlopende verhalen samen proberen te komen tot één enkele vertelling, die voortdurend van kleur verschiet.

A Man And A Camera

IFFR

‘Wat is daar de bedoeling van?’ vraagt de man die net lekker met zijn hark bezig was in de tuin. ‘Hallo! Ik vraag wat de bedoeling ervan is.’ Hij is dichter bij A Man And A Camera (63 min.) komen staan, maar antwoord blijft uit. ‘Bent u doof?’ wil een andere man, eveneens werkzaam in het groen, even later weten. Ook nu blijft het stil vanachter de camera.

De man en zijn camera, vermoedelijk documentairemaker Guido Hendrikx, loopt door. Naar een nieuw ‘slachtoffer’, wiens privacy – ongevraagd en zonder commentaar – zal worden geschonden. Aan de deur, in de tuin of bij de intercom. En soms: gewoon binnen, in hun eigen huis. De reacties lopen uiteen: van verbaasd en geamuseerd tot boos en verontwaardigd.

Een beetje geheimzinnig dit. Vertel…

Is het de bedoeling dat ik wat zeg?

Ik doe de deur weer dicht hoor.

Geef die man eens even een koekje.

Ik vind ‘t allemaal prima zo.

Wilt u mee naar binnen?

Zal ik even koffiezetten voor je?

Wat is de diepere zin daarvan? 

Spoor je wel, kerel? 

Ik wil dat je nu weggaat. Anders bel ik de politie.

Je krijgt vijf tellen om te zeggen wat je komt doen. Anders sla ik dat ding in elkaar.

En dan voegt een andere man, zonder waarschuwing vooraf, de daad bij het woord.

Dat is overigens een uitzondering. De andere geportretteerden maken gewoon contact. Zoals je dat doet met een vreemde die geen woord terugzegt. Wat Hendrikx, eerder verantwoordelijk voor de bekroonde en bijzonder ongemakkelijke vluchtelingenfilm Stranger In Paradise, op die manier probeert te zeggen? Heel veel, waarschijnlijk.

Is A Man And A Camera een pleidooi om zorgvuldiger onze privacy te beschermen? Of een relativering daarvan? Een eerbetoon aan de vaderlandse volksaard? Of juist een demasqué? En wat is de kijker van zijn film dan? Een lid van de eigen parochie? Of een nietsontziende voyeur? En zou hij, als almachtige man achter die camera, werkelijk helemaal niets hebben gezegd tegen zijn subjecten? 

Wat de onuitgesproken regels van het experiment ook waren, de camera zoekt gaandeweg ieders grenzen op en maakt van alle betrokkenen bovendien acteurs in het spel dat hun eigen leven wordt. Afhankelijk van z’n gemoedstoestand ziet de nietsvermoedende kijker dat geïntrigeerd aan of zit ie dat geïrriteerd uit. En dan valt Leonard Cohens Going Home in tijdens de aftiteling.