Kouwe Koppen

Moondocs / Omroep Max

Ondanks een gevoel van weerstand toch het water ingaan en er dan naderhand weer geheel verkwikt uitkomen. Het is een ervaring die alle Kouwe Koppen (57 min.) in deze warme documentaire van Nicole van Damme wel herkennen.

Die film ontstond vanuit eigen ervaring. Toen de 55-jarige filmmaakster werd geconfronteerd met een te hoog cholesterolgehalte en dreigende suikerziekte besloot ze eindelijk te gaan doen wat al zo lang voor de hand lag: het kanaal rond haar woonark opzoeken en regelmatig gaan zwemmen. Sindsdien is ze volgens eigen zeggen vrolijker, sterker en fitter.

Van Damme is verknocht geraakt aan het zwemmen in buitenwater. En ze is niet de enige, ontdekte ze via een Facebook-groep met maar liefst 10.000 leden. Ze delen ervaringen, adviezen en selfies. En die foto’s kan zij dan weer naschilderen. Deze schilderijen dienen nu als anker voor de film die ze wilde gaan maken over deze bijzondere watergemeenschap.

Zou iedereen zijn eigen belevenissen willen filmen? Ze besluit een oproep te plaatsen, die bepaald niet onbeantwoord bleef. Deze collageachtige documentaire vormt het tastbare resultaat: een ode aan de vriendschap, verbondenheid en vrijheid van het buitenzwemmen, die het land dat we allemaal al zo goed denken te kennen van een heel andere kant laat zien.

Vanuit het water of vanaf de kant oogt alles anders en tonen deze bijzondere Nederlanders zichzelf. Liselot moet het sluiten van haar winkels bijvoorbeeld een plek geven en intussen schulden wegwerken. Geoffrey probeert zijn verslaving en depressie op afstand te houden. En Christina, die borstkanker heeft gehad, wil om het leven te vieren de hele winter doorzwemmen.

Dat heeft Nicole van Damme zich zelf ook voorgenomen. Maar is dit werkelijk wat ze wil? Een wak in het ijs hakken en dan in de bittere kou te water? Voor doorgewinterde buitenzwemmers is dat misschien gesneden koek, maar voor een zelfverklaarde koukleum is ’t nog een hele toer. Zo heeft het water voor elke kouwe kop zijn eigen aantrekkingskracht en uitdagingen.

Intussen biedt deze fijne film broodnodige verkoeling aan alle heethoofden en kunnen kouwe koppen met angst voor open water, geheel verkwikt, gewoon aan de kant blijven liggen.

Paradigma

Las Belgas

‘Er komt binnen enkele jaren een renaissance in dit land met elektronische journalistiek’, stelt een Amerikaanse deskundige, ergens in de jaren zeventig of tachtig, staand voor een boekenkast, ‘waarbij je op computers en machines gewoon je eigen verhalen kunt maken. En je hoeft helemaal geen techneut te zijn om dat te doen.’

‘Het kan natuurlijk gebruikt worden om de persvrijheid te verruimen’, sluit een andere man, uit min of meer hetzelfde tijdsgericht, daarop aan in het Belgische video-essay Paradigma (104 min.). ‘Als dat het geval is, juich ik dit vanzelfsprekend toe. Maar ik vrees dat ‘t opnieuw zal worden gebruikt om geld te verdienen. Als een hulpmiddel voor de hele rijken, om hun macht te vergroten over wat mensen denken, zien en horen. Zo bezien kan nieuwe technologie een ernstig gevaar voor de democratie betekenen.’

‘Het nieuws is nooit zomaar het nieuws’, vervolgt Paradigma’s vrouwelijke vertelstem, ingesproken door Meskerem Mees, bij beelden van de Franse president François Mitterand, omgeven door fotografen en cameramannen. ‘Om meer geld te genereren investeren banken in winstgevende bedrijfstakken. Ze kopen eveneens aandelen in mediabedrijven, want die kunnen weer als PR-tool gebruikt worden om hun investering terug te verdienen. Zij moeten ons ervan overtuigen dat hun belangen ook de onze zijn.’

‘Meer oorlog betekent meer werk’, stelt een Vlaamse man, vermoedelijk ook uit de tachtiger jaren, daarna in deze collageachtige film van de Brusselse cineasten Jozef Devillé en Pablo Eekman. Hij wordt aangevuld door een land- en tijdgenoot die zich duidelijk zorgen maakt over de wapenwedloop in de wereld. ‘Over de ganse wereld zijn er ongeveer een half miljoen ingenieurs en wetenschappers constant bezig met het ontwikkelen van nieuwe en voortdurend verbeteren van oude wapensystemen.’

En doorrr… Naar de volgende gedachtenstap van deze onheilsprofetie, met een veelbetekende mixture van fragmenten, veelal uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Uit België en de rest van de wereld. Met louter bestaand beeldmateriaal, bijeengehouden door die koele/coole vertelster en een licht vervreemdende soundtrack, belichten Devillé en Eekman de thema’s geld, rijkdom, gezag, democratie, waarheid, groei en succes. Zo schetsen ze een dystopisch portret van onze hedendaagse wereld.

De opzet van Paradigma doet enigszins denken aan de onnavolgbare visuele bouwwerken van de Britse filmmaker Adam Curtis – al is de verhaallijn nét wat conventioneler en de toon ook iets minder polemisch. De nadruk op oude beelden is eveneens opmerkelijk. Alsof de twee filmmakers het punt willen maken dat allerlei denkers, activisten en gewone burgers een kleine halve eeuw geleden al voorzagen in welke wereld we nu zouden leven – en dat we die hadden kunnen voorkomen.

We moeten de toekomst verlossen van het verleden, stellen Devillé en Eekman zelfs aan het eind van dit scherpe, ontregelende en soms ook grappige schotschrift tegen het huidige maatschappijmodel, nadat ze bij aanvang al ferm hebben geconstateerd: Tradition is just peer pressure from dead people.

Tinkebell. – Who Killed The Blue Bird?

Blackframe

Kunstenaars zoals zij zijn verhalenvertellers, vertelt Tinkebell bij herhaling in dit psychologische portret dat Judith de Leeuw van haar maakte. En dat is heel verantwoordelijk werk, beweert ze eveneens meerdere malen. Zij stelt dat ze daarmee de wereld wil redden, ook nét iets te vaak. Zoals iedereen zichzelf wel eens heeft horen praten en dan denkt: daar ga ik weer! Altijd dezelfde riedel. Bijna woordelijk hetzelfde als de vorige keer en de keer daarvoor. Het is een idee dat De Leeuw ten volle uitnut in deze collageachtige film over een kunstenaar die haar leven omvormt tot een verhaal.

‘Deze filmmaker en haar team hebben in de afgelopen drie jaar al het bewegende beeld dat ooit van mij is gemaakt verzameld en bekeken’, schrijft Katinka Simonse, alias Tinkebell, daarover in 2022 in een column voor het Parool. ‘Ze haalden mijn oude computers leeg, telefoons, oude video 8-tapes, televisiemateriaal en alles wat vrienden en familie van mij hebben. Ik geloof dat Judith de Leeuw daardoor inmiddels meer van mij weet dan ikzelf.’ En dat laatste heeft ze even daarvoor in Tinkebell. – Who Killed The Blue Bird? (70 min.) in min of meer dezelfde bewoordingen ook al eens beweerd.

Die film wordt daardoor nooit een routineus portret van de omstreden kunstenaar, die er voor heeft gezorgd dat ze uit duizenden herkenbaar is (met kleurrijke kleding en opvallende brillen), van zich deed spreken met een bizar kunstwerk (een handtas, gemaakt van haar eigen kat) en een sleutelrol speelde in de #metoo-kwestie rond een bekende politicus (waarover ze in een zoomcall nog stoom afblaast tegenover de filmmaakster). Al deze verhaalelementen komen wel degelijk langs in deze docu, maar niet netjes geordend. Eerder als willekeurig op tafel gedropte puzzelstukjes. Zoek ’t maar uit.

En dan is er nog het jeugdtrauma, dat alles zou kunnen hebben aangevuurd, maar voor hetzelfde geld ook gewoon een verhaal is waarmee Tinkebell de wereld wil redden – en waarmee zij, en vrijwel dezelfde woorden natuurlijk, ook op het podium belandt. Dat schuurt, irriteert en fascineert. En doet helemaal niet en toch ook weer wel denken aan De Leeuws knarsende film Ruut Weissman – De Hoofdpersoon (2020), waarin de theaterregisseur probeert te dealen met #metoo-beschuldigingen. Ook het levende kunstwerk Tinkebell is een hoofdpersonage ‘you hate to love’ (of precies andersom).

Waar Katinka Simonse continu een verhaal maakt van haar werk en leven – en daarbij steeds weer in verhaallijnen belandt, die ze zelf ook nauwelijks de baas lijkt te kunnen – zoomt Judith de Leeuw in op de persoon achter de woordenvloed. Zonder die het vuur aan de schenen te leggen of juist al te zeer mee te gaan in haar gedachtenspinsels. Een typisch voorbeeld van: show don’t tell – dat doet de hoofdpersoon zelf wel. De kijker mag en kan dan zelf bepalen wie ie wil zien: de kunstenaar, activiste, boze vrouw, verhalenverteller, hysterica, dromer of aandachtsjunk. Of allemaal tegelijk.z

Trailer Tinkebell. – Who Killed The Blue Bird?

AKA Mr. Chow

HBO Max

‘In het westen stond China helemaal onderaan de ladder’, vertelt Mr. Chow. ‘Je kunt geen schilder worden, zeiden ze. Je kunt niks. Alleen in een restaurant of wasserij werken.’ Zhou Yinghua alias Michael Chow zegt dat laatste, of varianten op hetzelfde thema, zo vaak in het portret AKA Mr. Chow (87 min.) dat ’t bijna een gimmick wordt. Het gevoel zit blijkbaar heel diep en sijpelt steeds weer door in zijn levensverhaal, dat op het eerste oog toch bijna op een Hollywood-film lijkt.

Nadat de twaalfjarige Chow, zoon van de beroemde Chinese operaster Zhou Xinfang, in 1952 door zijn moeder naar het westen is gestuurd, stapelen de successen zich al snel op: hij bemachtigt enkele filmrollen (waaronder een bijrolletje in een James Bond-film), start een wereldwijde restaurantketen, begint tot de kunstkliek rond Andy Warhol te behoren, trouwt enkele begeerlijke vrouwen en beleeft in zijn derde jeugd, dik in de tachtig inmiddels, als ‘M’ alsnog een carrière als succesvolle kunstenaar.

Daarachter zit dus nog een andere wereld, toont deze film van Nick Hooker, waarin Chow zelf overigens het leeuwendeel van de tijd aan het woord is. De wereld van een man die zich altijd bewust blijft van wie hij werkelijk is. Simpel gesteld: ‘Als je mijn bril, mijn gulle fooien en m’n Rolls Royce wegneemt, dan ben ik niet goed genoeg.’ En van een man die altijd de zoon is gebleven van een levende legende, die hij beslist niet mag teleurstellen. ‘Vanaf jonge leeftijd wist ik dat ik geweldig moest worden.’

Behalve familie, vrienden en kenners laat Hooker ook de nodige celebs aan het woord, die stuk voor een stuk een aspect van Michael Chows leven en loopbaan weerspiegelen: schrijfster Fran Leibowitz, filmproducent Brian Grazer, rapper LL Cool J., kunstenaar Julian Schnabel, acteur Steve Coogan en model Grace Coddington, tevens Chows eerste vrouw. Tezamen schilderen zij een levenskunstenaar die nooit lang bij de pakken neer gaat zitten – ook al is daartoe soms wel degelijk aanleiding geweest.

Want als de man die je als geen ander bewondert één van de eerste slachtoffers wordt van Mao’s Culturele Revolutie en de hele familie daardoor wordt ontwricht, vreet dit zich natuurlijk naar binnen. Bij mannen zoals Zhou Yinghua lijkt zulke malheur echter direct te worden omgezet in daadkracht. Zodat elke tegenslag zijn eigen succes oplevert. Zo is het hem zelfs gelukt om eindelijk zijn ambities als kunstenaar te verwezenlijken. Met kleurrijke collagekunst, gemaakt met ‘veel kungfu’.

Een beetje zoals de man zelf, zou je op basis van deze even vlotte als vluchtige film kunnen constateren.

Aldwyth: Fully Assembled

AVROTROS

In speciale plastic tasjes bewaart collagekunstenares Aldwyth uitgeknipte plaatjes en afbeeldingen. Die zijn thematisch ingedeeld. ‘Hersenen en schedels’ bijvoorbeeld. ‘Grote dingen’. Of ‘ogen’. Een pelikaan kan vervolgens zomaar terecht komen naast een klassiek geschilderde dame en een blauwe opblaasfiguur. Achter hen komen dan drie zwart-witte kerels gebroederlijk voor een modern houten huis te zitten. Zo is, ogenschijnlijk geheel spontaan, een buitengewoon eigenzinnige collage ontstaan, waarnaar je kunt blijven kijken. 

‘Als ik al weet hoe het eruit gaat zien, hoef ik het niet meer te maken’, verduidelijkt de verantwoordelijke kunstenares in Aldwyth: Fully Assembled (53 min.). ‘Het is juist de bedoeling om te zien hoe het wordt en wat er gebeurt.’ En dan kan er bijvoorbeeld ook een werk ontstaan dat volledig bestaat uit oogbollen van kunstenaars, het natuurlijk oogvormige Casablanca Classic. Daarin is een tamelijk macabere verwijzing verwerkt naar de bekendste zin uit de Humphrey Bogart-film Casablanca: here’s looking at you, kid. In Aldwyth’s creatie kijken onder anderen Dali, Picasso en haar grote held Duchamp terug naar de kijker. Het werk is zelfs voorzien van een legenda, waarin is terug te vinden welke oogbol van wie afkomstig is.

Vrijwel haar hele leven bleef de Amerikaanse kunstenares Aldwyth (echte naam: Mary Aldwyth Dickman), getuige dit verzorgde portret van Olympia Stone, een echte outsider in de kunstwereld. In eerste instantie was ze vooral huismoeder. Twintig jaar vastgeklonken aan een vent, van wie ze ooit zwanger dacht te zijn. Dacht. Toen ze erachter kwam dat ze helemaal niet in verwachting was, waren ze al in de echt verbonden. De kunst deed ze er vervolgens maar bij. En toen Aldwyth eindelijk van hem verlost was, bleek er nauwelijks interesse voor haar werk. ‘Ik maak dingen die niemand anders wil’, zegt ze lachend, nu de waardering op latere leeftijd toch is gekomen. ‘Maar ik vind ze mooi.’

Aldwyth mag er tegenwoordig laconiek over doen. Die afwijzingen deden wel degelijk pijn. Illustratief is haar werk We Regret To Inform You (1994), een vlijmscherpe reactie op alle brieven, die begonnen met de zinsnede ‘Het spijt ons om u te moeten mededelen…’ Ze knipte ze stuk voor stuk uit en nagelde ze daarna met een roestige spijker op een totemfiguur. ‘Een perfecte visualisatie van haar afwijzing door de kunstwereld’, aldus connaisseur Mark Sloan. Inmiddels is het tij gekeerd en heeft Aldwyths volstrekt intuïtieve werk, waarin iedereen wel iets voor zichzelf kan vinden, eindelijk de waardering gevonden die het verdient. Hetgeen nog eens wordt benadrukt met deze liefdevolle documentaire.