The Kings Of Tupelo: A Southern Crime Saga

Netflix

‘Nu wordt alles duidelijk’, concludeert Kevin Curtis. ‘Denk erover na: Steve Holland, volksvertegenwoordiger, directeur van een uitvaartcentrum, orgaanoogsten, lijken…’ In het hoofd van Curtis worden ineens allerlei verbanden gelegd. De Elvis-imitator uit Tupelo, de geboorteplaats van ‘The King of rock & roll’, is al enige tijd bevangen door een complottheorie over de handel in lichaamsdelen op de zwarte markt en weet ‘t nu zeker: Holland, volksvertegenwoordiger in de Amerikaanse staat Mississippi, maakt zich daaraan schuldig en wordt door alles en iedereen in de rug gedekt.

Het zaadje voor deze steeds ingewikkeldere samenzweringstheorie is in Curtis’ hoofd geplant tijdens zijn werk als schoonmaker in het North Mississippi Medical Center. In het mortuarium van dat ziekenhuis zou hij in een vriezer het afgehakte hoofd hebben gevonden van een patiënt die twee dagen eerder nog gewoon in leven was. Kort daarna werd ‘KC’ ontslagen omdat hij zich op verboden terrein had begeven en begon hij via allerlei websites wilde complottheorieën over ‘orgaanoogsten’ te verspreiden. En zo dreef hij dan weer een wig tussen hemzelf en zijn broer, de verzekeringsagent Jack Curtis, met wie hij al enige tijd een act had als het Elvis-imitatieduo Double Trouble.

Volgt u ‘t nog? Ja, tis wel opletten geblazen in The Kings Of Tupelo: A Southern Crime Saga (193 min.), een driedelige serie van Chapman Way en Maclain Way (Wild Wild Country en de Untold-serie) over de doldwaze lotgevallen van de ‘crazy Southerner’ Kevin Curtis, die na ledematenhandel ook complotten rond ‘chem trails’, 9/11 én zijn eigen vervolging ontdekt. Hij duikt van het ene in het andere konijnenhol en wordt alsmaar meer paranoïde. Ten einde raad zou hij in 2013 vervolgens brieven hebben gestuurd aan een assistent-aanklager in Mississippi, rechter Sadie ‘moeder van Steve’ Holland, de Republikeinse senator Wicker en president ‘Barack Hussein Obama’. De enveloppen bevatten het dodelijke gif ricine.

‘I am KC and I approve this message’, stond er onder de bijbehorende dreigbrieven. Hoe heeft ’t zover kunnen komen? Dat is ook de vraag die deze miniserie probeert te beantwoorden. De gebroeders Way kiezen ervoor om deze kwestie met veel humor aan te vliegen, de sowieso al kleurrijke personages nog eens extra dik aan te zetten en Curtis zelf alle ruimte te geven. Samen met een volvette soundtrack, illustratieve tekeningen en een slicke verhaalopbouw zorgt dit voor een bijna campy vertelling, waarbinnen de ernst van ‘s mans mentale problemen en zijn afdaling in steeds uitzinnigere complotten vooral voer zijn voor verbazing en vermaak – niet voor serieuze ongerustheid. The Kings Of Tupelo maakt er liever een gimmick van dan een invoelbaar persoonlijk verhaal.

En dan – aflevering 3 van deze kluchtige serie is al begonnen – steekt er met de introductie van een ander larger than life-personage, J. Everett Dutschke, nog een andere vraag de kop op: is Kevin Curtis eigenlijk wel de (enige) afzender van die dodelijke brieven?

Dear Mama: The Saga Of Afeni And Tupac Shakur

FX

Zijn naam is voor eeuwig verbonden met het alter ego van die andere vermaarde hiphopper, Christopher Wallace. Tupac Shakur versus The Notorious B.I.G. De Amerikaanse westkust tegenover de oostkust. Een gangsterrapoorlog, die hen allebei het leven kostte. Eerst ‘2Pac’, op 23 september 1996. Ruim een half jaar later ‘Biggie’.

Het is een tragische geschiedenis, die zijn weg ook al heeft gevonden naar diverse documentaires. Na Biggie And Tupac (2002) maakte de Britse filmmaker Nick Broomfield een kleine twintig jaar later bijvoorbeeld ook Last Man Standing: Suge Knight And The Murders Of Biggie & Tupac. En Suge Knight, de platenbaas van Death Row Records die wordt gezien als de aanstichter van de ontspoorde oorlog, kreeg in 2018 ook zijn eigen podium in American Dream / American Knightmare.

Nadat regisseur Emmett Malloy in 2021 al Christopher Wallace achter de zwaarIijvige gangsterrapper vandaan probeerde te halen in Biggie: I Got A Story To Tell, neemt filmmaker Allen Hughes nu bijna vijf uur de tijd om de enige echte Tupac Amaru Shakur te vinden in de patser, die het boegbeeld van ‘thug life’ was geworden. En het duurt in de vijfdelige serie Dear Mama: The Saga Of Afeni And Tupac Shakur (298 min.) ruim twee uur voordat de naam Biggie voor het eerst valt – en nog een stuk langer voordat de strijd oplaait.

Hughes en Shakur gaan ver terug. Ze werkten samen voor enkele videoclips, maar kregen ruzie over Tupacs bijdrage aan de speelfilm Menace II Society. De rol stond hem niet aan. Het conflict liep hoog op. Geruchten dat hij in elkaar is geslagen door de rapper/acteur verwijst Allen Hughes, die noodgedwongen ook even vóór de camera verschijnt, echter direct naar het rijk der fabelen. Shakur had wel een stuk of tien hardhandige ‘vrienden’ die dat voor hun rekening namen.

Tupac was ‘de intelligentste idioot die ik ooit heb ontmoet’, stelt zijn manager Watani. Zijn latere gedrag is ook nauwelijks te rijmen met de beelden van de zeventienjarige Shakur. Hoe kon deze gevoelige en welbespraakte scholier uitgroeien tot een rapper die steeds verder ontspoorde? Allen Hughes legt in deze miniserie de link met het woelige bestaan van zijn moeder Afeni Shakur. Zij was een prominent lid van The Black Panther Party, zat een hele tijd vast en ontwikkelde een ernstige verslaving.

In Dear Mama, tevens de titel van een song van Tupac over de vrouw die hem in haar eentje opvoedde, alterneert Hughes voortdurend tussen deze twee verhaallijnen. Afeni‘s leven in en rond de militante Panther-beweging, die in de jaren zestig en zeventig in een loopgravenoorlog was verwikkeld met de Amerikaanse overheid, claimt vrijwel net zoveel ruimte als de lotgevallen van haar zoon. Het is alsof ze allebei vast zijn gelopen in een permanente vechtmodus, die hen weinig goeds brengt.

Met familieleden, vrienden en medestrijders van moeder en zoon, alsmede geestverwanten van Tupac zoals Dr. Dre, Snoop Dogg en Mike Tyson, kleurt Allen Hughes die twee getormenteerde, onlosmakelijk met elkaar verbonden levens, vereeuwigd in een overvloedige hoeveelheid fraai beeldmateriaal, verder in tot een dubbelportret van epische proporties. Alleen het gezwollen eind, waarin de betreurde Tupac tot een halve heilige wordt uitgeroepen, is wat veel van het goede.

Als de rapper/acteur – die zijn biologische vader nauwelijks heeft gekend, al draaft de man wél op in deze miniserie – op slechts 25-jarige leeftijd zijn laatste adem heeft uitgeblazen, leeft zijn moeder nog twintig jaar verder. Afeni zal Tupacs woordvoerder, zaakwaarnemer en martelaar worden. Strijdbaar, zoals altijd – net als haar zoon. Maar met een zwaar hart.

Eat The Rich: The GameStop Saga

Netflix

Hedgefondsen als Citadel, Point72 en Melvin Capital weten het zeker: GameStop gaat kapot. En dat is, tenminste in de wereld van het aasgierkapitalisme, een geweldige kans om eens goed binnen te lopen. De fondsen besluiten om aandelen van de Amerikaanse videogameketen te ‘short sellen’. Met andere woorden: aandelen van hun klanten te verkopen, zodat ze die straks goedkoper kunnen terugkopen voor hen. En het verschil, dat al snel ettelijke miljoenen kan belopen, is dan voor henzelf.

Dat er intussen wellicht een bedrijf onderuit gaat, medewerkers op straat komen te staan en hele gezinnen hun huis kwijtraken, soit. Dat is nu eenmaal the (p)art of the deal. Daarmee hebben deze nietsontziende roofdieren echter buiten Robinhood (!) gerekend, een app waarmee kleine beleggers in aandelen kunnen handelen. In hun eigen Reddit-groep WallStreetBets besluiten ze, aangevuurd door hun eigen deskundige ‘Roaring Kitty’, om tegen de markt in te gaan beleggen. Zij beginnen en masse GameStop-aandelen te kopen. En daarmee worden de rollen ineens omgedraaid.

De driedelige docuserie Eat The Rich: The GameStop Saga (109 min.) reconstrueert hoe de kleine investeerders zo in 2020, in het hart van de COVID-19 pandemie, ineens al die dik/duurbetaalde hedgefondsmanagers schaakmat zetten – en daarmee het complete systeem onderuit dreigen te halen. Want zij moeten de verkochte aandelen nu ineens tegen een veel hogere prijs terugkopen. ‘Dit is de gameficatie van de markt’, zegt hun aartsvijand Andrew Left van Citron Research (in WallStreetBet-taal: Shitron Research). Of zoals Washington Post-journalist Taylor Lorenz het dramatisch formuleert: ‘Laten we de economie vernietigen.’

Regisseur Theo Love roept voor deze miniserie de hulp in van allerlei beursdeskundigen, probeert ingewikkelde financiële materie met hen in Jip & Janneke-taal te vatten en laat verteller Guy Raz alle elementen vervolgens met ontzettend veel humor en allerlei beeldgrapjes bij elkaar brengen. Zo creëert Love (die eerder een soortgelijke ‘tone of voice’ aansloeg in McMillions en The Legend Of Cocaine Island) een onweerstaanbaar Davids tegen Goliath-verhaal, waarin al die kleine luyden – een doodgewoon gezinnetje, dolkomisch rapgroepje of karikaturale would be-influencer bijvoorbeeld – de show stelen.

En dan, als donderslag bij heldere hemel, blijkt het ineens niet meer mogelijk te zijn om GameStop-aandelen te kopen, waardoor al die kleine beleggers alsnog het onderspit dreigen te delven. Paniek om niks of toch grove marktmanipulatie? En zo ja, door wie- dan? Dat zijn de vragen waarmee deze bijzonder vermakelijke en toch wel degelijk serieus te nemen serie, over een volstrekt amorele wereld die meer dan eens de geur van gebakken lucht afgeeft, op zijn ontluisterende einde afstevent.

69: The Saga Of Danny Hernandez

Toen hij groot ‘69’ op zijn voorhoofd liet tatoeëren, was er geen weg meer terug voor Daniel Hernandez, een latino-tiener uit Bushwick, Brooklyn. Hij zou het moeten gaan maken als Tekashi69 (ofwel: 6ix9ine). Als rapper met regenbooghaar, diverse gezichtstatoeages en tanden in allerlei verschillende kleuren. Ophef werd z’n handelsmerk. Zijn videoclips hadden zogezegd een enorme ‘shock value’: seks, coke en geweld. En op Instagram schopte hij wild om zich heen. Succes verzekerd: een bepaalde categorie jongeren identificeert zich maar wat graag met een straatwijze gangster.

In 69: The Saga Of Danny Hernandez (102 min.) wil regisseur Vikram Gandhi, bekend van zijn hoofdrol als nep-goeroe in de documentaire Kumaré, vat krijgen op de omstreden rapper, die zich uiteindelijk helemaal vastdraait in zijn eigen shit. Dat wordt de filmmaker niet door iedereen in dank afgenomen. Een buurtbewoner die hem te woord wil staan wordt ter plaatse luidkeels ter verantwoording geroepen. In dat opzicht doet Gandhi’s queeste denken aan Nick Broomfields pogingen om klaarheid te krijgen in de moorden op Tupac en Biggie, helden van een eerdere hiphopgeneratie. 

Ook Gandhi krijgt vooral belangrijke bijfiguren te spreken: Danny Hernandez zelf wil hem niet te woord staan. En dus meldt de filmmaker zich bij diens tatoeëerder, geluidstechnicus, chauffeur, haarstylist en collega’s (waarmee hij tegenwoordig soms op gespannen voet staat). Sara Molina, Hernandez’s ex-vriendin en moeder van zijn dochter, probeert de jongen achter het personage te schetsen. Al heeft ook zij nooit echt aan de binnenkant mogen kijken bij dit typische product van een New Yorkse achterbuurt, dat heeft geleerd dat hij moet vechten om te overleven.

Met zijn bronnen, geïllustreerd met clips en social media-uitingen van zijn hoofdpersonage, probeert Vikram Gandhi de opmars van Hernandez te vangen. Eerst begon hij zijn eigen kledinglijn, met teksten als Nigger, HIV of Pussy Eater erop. Daarna was er de rel rond een filmpje van groepsseks met een dertienjarig meisje, dat hij ongegeneerd deelde via social media. En toen volgde ook nog de ‘beef’ met rapper Trippie Redd, waarbij hij zich ter zijde liet staan door de beruchte Nine Trey Bloods Gang. Waar Tekashi69 kwam, zo was toen wel duidelijk, kwam gedonder.

Daarbij was het altijd weer de vraag of Danny Hernandez echt kwaad in de zin had of vooral uit was op goedkope publiciteit. Wat zijn motivatie ook mocht zijn, al die commotie legde hem bepaald geen windeieren: met hits als GummoTrollz en Gooba werd Tekashi69 een mondiaal fenomeen. Totdat hij dus werd ingehaald door zijn eigen Bad Boy-imago en zich serieus in de nesten werkte. Daar zit ook de aantrekkingskracht van deze scandaleuze documentaire, die een toxische wereld blootlegt waarin zo’n beetje alles wat fout is zowel de weg naar roem en geld als de levende hel kan plaveien.