In Waves And War

Netflix

Voor de camera hebben drie stoere mannen – nee: de stoerste mannen, want: Navy SEALs – plaatsgenomen. Na de terroristische aanslagen van 11 september 2011 zijn ze naar Afghanistan gestuurd, om de verantwoordelijken op te sporen en voor eens en altijd orde op zaken te stellen. Ze komen stuk voor stuk kapot terug. Hun lichaam heeft de onophoudelijke stroom militaire missies, met talloze dodelijke slachtoffers, min of meer ongeschonden doorstaan, maar hun geest begint serieuze mankementen te vertonen.

Hun levens worden ontregeld door hyper-waakzaamheid, survivor’s guilt, angst, woedeaanvallen, nachtmerries, déjà vu-gevoelens en depressies. Kortweg: PTSS. Ze keren zich af van de wereld, verliezen zichzelf in drank of drugs en beginnen te denken aan zelfmoord. ‘Sinds 9/11 zijn er 7100 dodelijke slachtoffers gevallen bij gevechten’, legt admiraal Brian Losey uit in In Waves And War (108 min.). ‘In diezelfde periode hebben zo’n 30.000 veteranen zelfmoord gepleegd. Dat zijn er ongeveer 22 per dag.’

‘I could have done more’, schrijft Navy SEAL Marcus Capone, in de brief waarmee hij in 2013 zijn medisch pensioen aanvraagt. De voormalige footballer is ten einde raad. Als zijn vrouw Amber hem op een ochtend aantreft met een lege fles whisky en een doorgeladen geweer, besluit ze om zelf actie te ondernemen. Zij stuit op een alternatieve therapie met psychedelica in Mexico. ‘En dit moet onze geharde krijgers redden?’ lacht haar echtgenoot cynisch, voordat ie zich toch laat overhalen. Hij heeft ook geen keus.

Behalve Capone volgen de documentairemakers Jon Shenk en Bonni Cohen nog twee andere SEAL-veteranen. D.J. Shipley is zichzelf en zijn relatie dan al enige tijd ten gronde aan het richten. ‘Terminale kanker zou een zegen zijn geweest’, zegt hij nu. Z’n vrouw Patsy dwingt hem om een behandeling te ondergaan bij de Ambio Psychedelic Clinic in Baja California. ‘Als je van me houdt, ga je’, herinnert hij zich haar woorden. ‘Dat is raar om te zeggen: als je van je vrouw houdt, ga je in Mexico psychedelische drugs gebruiken.’

Matty Roberts tenslotte, op het eerste gezicht ook al zo’n roestvrijstalen elitesoldaat, loopt al een tijd met een serieus oorlogstrauma rond. Hij zit volledig opgesloten in zijn hoofd en functioneert alleen nog tussen de broeders van zijn clan. Op een gegeven moment kan hij thuis helemaal geen rust meer vinden. Eenmaal terug op de basis slaapt hij echter weer ‘als een baby’. Ook hij ziet in eerste instantie echter helemaal niets in een behandeling die toch vooral associaties oproept met trippende bloemenkinderen.

In de eerste helft van deze documentaire nemen Shenk en Cohen de tijd om, samen met hun hoofdpersonen en met behulp van trainingsfilms en de foto’s en video’s die zij zelf maakten tijdens hun uitzending, hun periode in actieve dienst te schetsen. Daarna wagen die in Mexico, en gadegeslagen door onderzoekers van de Stanford University, de sprong in de diepte van hun eigen geest, een ervaring die de filmmakers proberen op te roepen met animaties, die het geheel een aantrekkelijk Hollywood-randje geven.

In eerste instantie lijkt In Waves And War triptherapie, onlangs ook al belicht in de Nederlandse documentaire Psychedelisch Pionieren, dan ook als een soort wondermiddel te presenteren. Een duizenddingendoekje voor al uw psychisch leed. Gaandeweg komt de nuance: hoe heilzaam een trip naar binnen ook kan zijn, daarmee is het leed nog niet automatisch geleden of elk pijnpunt ook weggewerkt. De ervaringen van deze stoere mannen doen vermoeden dat er nog een wereld te ontsluiten is – en te winnen.

Voor de camera – en daarmee ook voor zichzelf en hun directe omgeving – stellen ze zich in elk geval opmerkelijk kwetsbaar op en lijken ze ook daadwerkelijk vooruitgang te boeken. Terug naar het gewone leven, naar zichzelf.

Psychedelisch Pionieren

BNNVARA

Ze hebben het einde van hun behandeltraject bereikt en zijn ook ten einde raad. Reguliere hulpverlening heeft Fimme en Alex vermoedelijk weinig meer te bieden. En dus kiezen zij los van elkaar voor een alternatieve behandeling met psychedelica, die in Nederland eigenlijk nog niet is toegestaan. Regisseur Kim Smeekes volgt de twee mannen in Psychedelisch Pionieren (51 min.), terwijl ze zich voorbereiden op deze geheel verzorgde trip naar hun onderbewuste.

Cabaretier Fimme Bakker, de zoon van de bekende psychiater Bram Bakker met wie hij ook in een voorstelling over verslaving speelt, heeft een eetstoornis. Hij is volgens zijn vader ‘een emotionele overeter’. Fimme herinnert zich dat hij als kind eten al als een vriendje of verdoving gebruikte wanneer hij zich eenzaam voelde. Later kwamen daarbij ook allerlei (geest)verdovende middelen. Die heeft ie inmiddels afgezworen, maar het eten en de gevoelens van schuld en schaamte zijn, ondanks talloze therapieën, gebleven.

NS-medewerker Alex is na zijn ‘36e aanrijding’ ten prooi gevallen aan PTSS. De aanblik van weer iemand die zich voor de trein had gestort raakte hij niet meer kwijt. Ook een EMDR-behandeling mocht niet baten. Inmiddels is hij uitbehandeld. Het leven van Alex, zijn vrouw en hun twee kinderen, waarvoor hij zo graag een goede papa wil zijn, gaat echter gewoon door. Als hij zijn kroost uitlegt dat ie nu op een alternatieve manier wil proberen om die PTSS eronder te krijgen, komt daarbij meteen een waarschuwing: drugs zijn nog steeds ‘niet oké’.

Met behulp van geestverruimende middelen zoals MDMA, LSD en truffels gaan Fimme en Alex, onder begeleiding van een professionele behandelaar, hun ‘zelfgenezend vermogen’ activeren. Dat klinkt als een zegen, maar het is voor hen en hun families geen sinecure om de controle over het bestaan zomaar uit handen te geven. Ze gaan een reis naar hun binnenste binnen maken. Met een fraaie term wordt dit ook wel ‘diepzielduiken’ genoemd. In de onnavolgbare oceanen van de menselijke ziel. En niemand die zeker weet wat ze daar aantreffen.

Dat is meteen ook de grote uitdaging die Smeekes als filmmaakster moet hebben gehad. Hoe kan ze zichtbaar maken wat er tijdens die triptherapie in haar hoofdpersonen omgaat? Ze liggen gewoon urenlang in een bed, onder een deken en met een slaapmasker voor hun ogen, en bekijken dan de wereld van binnen. Al te heftige visualisering kan wellicht ook een verkeerde voorstelling van zaken geven. En hoe kan een buitenstaander controleren wat al die ervaringen met hen doen – óf die op de lange termijn daadwerkelijk iets opleveren?

Het is in elk geval dapper van Fimme en Alex dat ze de camera, die ook zomaar een factor van betekenis kan worden, toelaten in een situatie waarin ze zo diep in zichzelf reiken. Tegelijkertijd staan er na afloop nog wel de nodige vragen open over de werking en eventuele valkuilen van psychedelische therapie. Het geestesoog heeft dan ook geen ingebouwde camera.

Dig! XX

Oscilloscope Laboratories

Hij wordt ingeleid door Dave Grohl (Nirvana/Foo Fighters), deze jubileumeditie van ‘de ultieme rock & roll-documentaire’ Dig! (2004), waarvoor documentairemaakster Ondi Timoner en haar broer David zeven jaar lang de Amerikaanse rockbands The Brian Jonestown Massacre en The Dandy Warhols volgden op hun onnavolgbare queeste naar eeuwige roem.

Van de tien bandjes die de Timoners oorspronkelijk in de jaren negentig wilden portretteren, voor een nooit verschenen film genaamd The Cut, waren er twee overgebleven die ‘t echt wel eens zouden kunnen gaan maken. The Brian Jonestown Massacre, de psychedelische rockband rond frontman en enfant terrible Anton Newcombe, was voorbestemd om wereldberoemd te worden, maar bleef door onmogelijk gedrag in de underground steken. Intussen werd hun ogenschijnlijk minder getalenteerde zustergroep The Dandy Warhols wel degelijk ‘the next big thing’.

In de oorspronkelijke versie van de rockdocu fungeert alleen Dandy-voorman Courtney Taylor-Taylor als verteller. In Dig! XX (147 min.), verrijkt met 35 extra minuten speeltijd, krijgt hij gezelschap van Joel Gion, de tamboerijnspeler en zonnebrildrager van zijn concullega’s. Met een puntige voice-over voegt hij inkijkjes, context en humor toe aan de uitzinnige strapatsen van zijn band, die tijdens een concert in de Viper Room in Los Angeles, voor het oog van een geïnteresseerde platenmaatschappij, bijvoorbeeld onderling op de vuist gaat. This band will selfdestruct, zoveel is duidelijk. Steeds weer.

‘We are a lucky band’, concludeert Dandys-gitarist Peter Holmström over de twee rivaliserende groepen. ‘And they are a not-lucky band.’ Terwijl Anton Newcombe en zijn alsmaar wisselende begeleiders steeds verder afglijden op het pad van seks, drugs & rock n’ roll, leidt diezelfde weg de aanmerkelijk meer geciviliseerde Dandy Warhols via Europa, waar bijvoorbeeld een Pinkpop-interview met Dolf Jansen op hen wacht, naar volgepakte concertzalen en festivalweides. Tot grote frustratie van de getormenteerde Newcombe, die geen kans onbenut laat om zijn vrienden/vijanden te bespotten.

Dig! XX bevat tevens een korte update van de twintig jaar na het verschijnen van de originele film, inclusief een recente vechtpartij op het podium in Melbourne. Drie keer raden van welke band. De geheel gereviseerde documentaire roept tegelijkertijd nostalgische gevoelens op, naar een tijd waarin rockbandjes in busjes de wereld, stad voor stad, zaal voor zaal, concertganger voor concertganger, moesten veroveren – tenzij die wereld met één verdwaalde hit, de Vodafone-reclamesingle en Dandy-hit Bohemian Like You bijvoorbeeld, natuurlijk tóch op een andere manier kon worden opengebroken.