Averroès & Rosa Parks

Cherry Pickers

Met de bekroonde documentaire Sur L’Adamant (2023), een kalme film over een boot op de Seine waar een dagcentrum voor patiënten van de afdeling psychiatrie van het Saint Maurice-ziekenhuis in Parijs is gevestigd, had Nicolas Philibert na de absolute publieksfavoriet Être Et Avoir (2002) opnieuw een succesfilm te pakken. De Adamant-boot bleek een geschikte locatie voor een kalme, observerende film, boordevol liefde voor de mens en z’n kwetsbaarheden.

Nu heeft dit tedere portret van een veilige wereld, waarin iedereen zichzelf mag zijn, een vervolg gekregen: Averroès & Rosa Parks (143 min.). Twee eigenlijk. Die andere film, La Machine A Écrire Et Autres Sources De Tracasheeft alleen weinig om het lijf. Daarin bezoekt de Franse filmmaker, in het spoor van enkele klusjesmannen van de instelling, bekende personages van de eerste film. Het wordt uiteindelijk niet meer dan een verzameling lange deleted scenes, die weinig toevoegen aan Sur L’Adamant.

Ook deze volwaardige opvolger bestaat uit lange scènes: veelal persoonlijke gesprekken tussen behandelden en behandelaars. De patiënten laten daarbij vaak diep in hun ziel kijken en hun begeleiders zoeken daarna subtiel dan wel direct, maar altijd respectvol, naar wat de mens tegenover hen nodig zou kunnen hebben. Tijdens dit proces krijgen ze samen te maken met depressies, paranoia, hallucinaties, angst, suïcidale gedachten en megalomanie. En dat is intrigerend, intiem en ongemakkelijk tegelijk.

Philibert versnijdt al die gesprekken niet, maar plaatst ze achter elkaar. Dat geeft de film iets heel traags. Veel patiënten, waarvan een enkeling ook in Sur L’Adamant was te zien, krijgen bovendien maar eenmaal de gelegenheid om hun hart te luchten en verdwijnen dan weer van het toneel. Verder bevat de documentaire nog enkele geladen groepsgesprekken. Naar andere scènes blijft ’t echter zoeken. Hysterisch gegil vanaf de gang of een man die op z’n gitaar Ode An Die Freude tokkelt, dat is ‘t wel zo’n beetje.

Averroès & Rosa Parks wordt daarmee een erg sobere productie, een echte praatfilm. Dat is overigens geen diskwalificatie, want die gesprekken doen er wel toe. Behalve over de mensen zelf en hun begeestering, tristesse of ontreddering gaan ze ook over de psychiatrie. Over het nut ervan, de werkdruk en het medicijngebruik. En, impliciet, over de maakbaarheid van het leven, dat vaker niet dan wel de afslag neemt die je zelf in gedachten had. En Nicolas Philibert beziet dit met begrip en compassie. 

Sur L’Adamant

Cherry Pickers

In een boot in hartje Parijs is Dagcentrum Adamant gevestigd, het decor voor de nieuwe film van Nicolas Philibert, de Franse documentairemaker die in 2002 met Être Et Avoir, een hartveroverend portret van een plattelandsschool, een absolute voltreffer afleverde. Deze boot op de Seine, onderdeel van de afdeling psychiatrie van het Saint Maurice-ziekenhuis, blijkt eveneens een geschikte locatie voor een kalme, observerende film, boordevol liefde voor de mens en zijn kwetsbaarheden. Philibert beziet de bezoekers van die boot met geduld en compassie, geeft hen de gelegenheid om hun verhaal te doen en luistert mee tijdens de gesprekjes die ze hebben met elkaar of een begeleider. Bijna ongemerkt ontstaat zo een teder portret van een veilige wereld, waar iedereen zichzelf mag zijn.

‘Geesteszieken hebben vaak geen familie of hebben er een slechte band mee’, zegt François bijvoorbeeld, terwijl hij een sigaretje staat te roken op het dek van de Adamant. ‘Ik wil niet generaliseren, maar dat is zo.’ Is dat bij jou ook zo? wil zijn gesprekspartner Guillaume weten. ‘Ja’, beaamt François, een man van middelbare leeftijd met een opvallend slecht gebit. ‘Ik wilde op mijn krachtige vader lijken, maar ging op m’n bek. Hij was de regisseur Gérard Gozlan.’ Op een gegeven moment heeft François, die vanaf zijn achttiende psychische problemen heeft, ‘t maar gewoon uitgesproken: ‘Pa, ik weet dat ik de mislukking van jouw leven ben. Hij zei: hou op. Straks maak je je moeder weer aan het huilen.’

François is één van de terugkerende personages in Sur L’Adamant (105 min.). In de openingsscène heeft hij al indruk gemaakt met een hartverscheurende versie van het lied La Bombe Humaine van de groep Téléphone. ‘Het kon hem niet rotten dat ik ziek was. Hij wilde dat ik gelukkig was’, vervolgt hij het gesprek met Guillaume over zijn vader. ‘Was je ziek toen je dat zei?’ vraagt die. ‘Ik bén ziek’, corrigeert François, terwijl hij zo nu en dan zenuwachtig aan zijn peuk trekt en het verleden aan hem voorbij lijkt te trekken. ‘Nog steeds. Alleen dankzij zware medicatie flip ik niet en kan ik met je praten, Guillaume. Anders zou ik denken dat ik Jezus was, omgeven door vogeltjes in de hemel.’

Uit ‘s mans woorden en houding spreekt berusting: dit is wie hij nu eenmaal is. Elke bezoeker van het dagcentrum heeft met zulke thema’s te dealen. Ondanks allerlei pogingen om te veranderen, zijn ze nog steeds wie ze zijn. Of ze zijn niet meer – en worden ook nooit meer –  degene die ze ooit waren. Met schilderen, fotografie, musiceren, schrijven of gewoon een spelletje krijgen de bezoekers van de Adamant de gelegenheid om zich op hun eigen wijze uit te drukken. ‘In een wereld waarin men geacht wordt aan de norm te voldoen en afwijkend gedrag onderdrukt wordt’, stelt Nicolas Philibert daarover aan het eind van zijn liefdevolle film, ‘zijn er nog plekken waar de poëtische kant van mens en taal mag bestaan.’

Zo’n plek, betoogt hij, zou er voor iedereen moeten zijn.

In 2024 bracht Nicolas Philibert maar liefst twee vervolgen uit op Sur L’Adamant. Averroès & Rosa Parks, nog niet gezien, lijkt een volwaardige opvolger. La Machine A Écrire Et Autres Sources De Tracas heeft echter weinig om het lijf. Daarin bezoekt de Franse filmmaker, in het spoor van enkele klusjesmannen van de instelling, bekende personages van de eerste film. Het wordt uiteindelijk niet meer dan een verzameling lange deleted scenes, die weinig toevoegen aan Sur L’Adamant.

Être Et Avoir

Jojo & Georges Lopez / Contact Film

Aan het begin van de 21e eeuw maakten twee films furore in de Nederlandse filmhuizen, die ongetwijfeld ons beeld van Frankrijk danig hebben beïnvloed. Eerst was er in 2001 Jean-Pierre Jeunets verbluffende speelfilm Le Fabuleux Destin d’Amelie Poulain, een speelse, kleurrijke en sprookjesachtige ode aan de romantische versie die je van het land kunt hebben.

Een jaar later volgde de al even hartveroverende documentaire Être Et Avoir (100 min.), Nicolas Philiberts verstilde portret van het Franse platteland. Aan de hand van één onderwijzer en zijn dertien kinderen, in leeftijd uiteenlopend van vier tot en met twaalf jaar, brengt hij het dorpse leven in Saint-Etienne-sur-Usson, een gemeenschap met nauwelijks tweehonderd zielen in de Auvergne, tot leven. 

Terwijl in het openingsshot van deze observerende film enkele boeren in hartje winter hun koeien in een wei proberen te krijgen, kruipen binnen enkele schildpadden door een leeg klaslokaal. Op de vloer ligt een verweesde globe. Het zijn de twee werelden waartussen de plattelandskinderen zich bewegen. Even later begint de school weer en worden ze één voor één opgehaald door een soort buurtbus.

Bij de deur worden ze opgewacht door Georges Lopez, die hen in de rest van het schooljaar geduldig, bedaard en toch vastberaden bij de hand zal nemen. Een vaderlijke meester, die Julien en Olivier hun ruzie laat bijleggen en ze ondertussen laat zien hoezeer ze elkaar kunnen kwetsen, het guitige vierjarige joch Jojo tot volle bloei brengt en zich ontfermt over de kwetsbare Nathalie, die in haar eigen wereld lijkt te leven.

Philibert legt de gebeurtenissen in de klas sec en rustig vast, doorsnijdt ze met scènes van de kinderen thuis en voegt verder alleen zo nu en dan wat muziek toe. Zo ontstaat een kalme, vertederende en zeer succesvolle film over een beschutte kindertijd in ruraal Frankrijk, die en passant het belang van goed onderwijs – en een kundige, betrokken leerkracht – nog maar eens onderstreept. 

Être Et Avoir kreeg overigens nog een vervelend staartje via een rechtszaak tussen Georges Lopez en de makers van de film. Zij zouden hem en de kinderen hebben voorgespiegeld dat het een kleine educatieve documentaire ging worden. Volgens Lopez waren zij als hoofdpersonen er niet van op de hoogte dat ze overal in de bioscoop te zien zouden zijn – en dat die film enkele miljoenen zou opbrengen.

De Chaque Instant

Cineart

Être Et Avoir is zo’n ‘once in a lifetime’-film, waarbij alles goed valt. De documentaire van Nicolas Philibert over het kleine plattelandsschooltje van onderwijzer Georges Lopez in de Franse Auvergne veroverde in 2002 stormenderhand de wereld. Het was dé film die arthouse-liefhebbers wilden zien. Blijkbaar hadden we – in de nasleep van de aanslagen op 11 september 20011, vul ik zelf maar in – behoefte aan een kleine, veilige wereld waarin het bestaan zich op een logische en voorspelbare wijze voltrekt.

Ruim vijftien jaar later kijkt Philibert opnieuw mee als jonge mensen worden klaargestoomd voor het leven, een leven in de zorg om precies te zijn. In De Chaque Instant (101 min.) begeeft hij zich te midden van de leerlingen en leerkrachten van een opleiding voor verpleegkundigen en verzorgenden in Montreuil. Dat voelt direct vertrouwd: het camerawerk is steady en sober, de montage tot een minimum beperkt en van alle franje ontdaan. Observerende cinema kortom, zoals het ooit is gedefinieerd.

De film is opgedeeld in drie delen. Allereerst krijgen de aspirant-zorgers instructie en praktijkles. Ze steriliseren hun eigen handen, zetten een spuit bij elkaar en reanimeren een pop. Tussendoor krijgen ze dan in een traditionele setting ouderwets les. Na het droog oefenen volgt de stap naar de praktijk: stage in de thuiszorg, een ziekenhuis of de psychiatrie. De confrontatie met (afhankelijke) mensen van vlees en bloed. Tenslotte volgt de verplichte reflectie. In een persoonlijk gesprek met een begeleider blikt de leerling kritisch terug.

Voor die evaluatiegesprekken trekt Nicolas Philibert ruim een half uur uit. Uitroepteken. De tijd staat letterlijk stil als de aankomende beroepsbeoefenaars hun praktijkervaringen delen met enkele bijzonder betrokken begeleiders. Dit levert diverse kleine, menselijke scènes op, die zo in Être Et Avoir hadden kunnen zitten. Er is ook een verschil: De Chaque Instant heeft geen vaste hoofdpersonen, waaraan je als kijker houvast hebt.

Dat zal ongetwijfeld een bewuste keuze zijn: het beroep en de weg daarnaartoe staan centraal, niet de individuele leerlingen en leraren. Toch hadden eigentijdse varianten op het eigenwijze jongetje Jojo of de kwetsbare tiener Nathalie ook niet misstaan in deze film. Of gewoon een alomtegenwoordige, liefdevolle leermeester zoals Georges Lopez. Tegelijkertijd kun je natuurlijk betogen dat het echte leven ook vooral wordt bevolkt door gewone, inwisselbare mensen. Waarom zou je dan in een film wél helden moeten creëren?

Nadat Être Et Avoir een wereldwijd succes was geworden en Georges Lopez zo’n beetje was uitgegroeid tot het toonbeeld van De Leraar, viel diezelfde man overigens alsnog van zijn voetstuk. De bewierookte vaderfiguur spande een rechtszaak aan tegen Nicolas Philibert, omdat hij recht meende te hebben op een deel van de filmrecette. Georges Lopez zou die zaak verliezen.