Wildcat

Prime Video

‘Hij redt mij’, stelt Harry Turner tevreden vast. ‘En ik red hem.’ Zo simpel zou het inderdaad kunnen zijn. Hij, de getraumatiseerde soldaat, gaat een pasgeboren ocelot, een pardelkat die lijkt op een klein luipaard, de komende anderhalf jaar voorbereiden op het leven in de jungle en leert intussen via de katachtige ook weer van zichzelf houden. Zo simpel wordt het alleen niet in Wildcat (106 min.), waarin Harry en zijn roofdier danig op de proef worden gesteld.

Als achttienjarige jongen is de Brit op missie gegaan naar Afghanistan. Hij kwam terug met een depressie en PTSS en kon in zijn gewone leefomgeving niet meer aarden. In een onbezonnen bui heeft hij alles achtergelaten en is vertrokken naar het Amazone-regenwoud in Peru. Te midden van de wilde dieren en weelderige natuur, zo’n vijf uur reizen verwijderd van het dichtstbijzijnde stadje, probeert hij zichzelf – of tenminste de tegenwoordige versie daarvan – terug te vinden. 

In de Zuid-Amerikaanse jungle is de getroebleerde jongeling aangewezen op zichzelf én op Samantha Zwicker, een jonge Amerikaanse biologe die met haar organisatie Hoja Nueva de strijd aanbindt met alles wat het Peruviaanse regenwoud bedreigt. Intussen neemt ze ook gewonde of achtergelaten dieren onder haar hoede. Harry en Samantha lijken voor elkaar gemaakt. Zeker als de twee zich samen kunnen ontfermen over een jong roofdier dat de wetten van de jungle nog moet leren kennen.

‘Ik ga je leren om een killer te worden’, roept Harry zijn ‘kindje’ enthousiast toe als hij hem in deze film van Melissa Lesh en Trevor Beck Frost, die veelvuldig gebruik maken van (nacht)beelden die Turner en Zwicker zelf hebben gemaakt, leert hoe hij andere dieren moet aanvallen en doden. Als de ocelot wil overleven in het wild, dan is dit bittere noodzaak. Tegelijk mag hij zich ook niet te veel hechten aan zijn menselijke beschermers. Want de mens, dat moet hij goed begrijpen, kan gevaarlijk zijn.

Tijdens de even intieme als intense trainingen blijft Harry Turners mentale gezondheid intussen uiterst fragiel. Elke tegenslag kan oude wonden openrijten en elk klein succesje brengt het eindpunt van het traject (en deze fijne en aangrijpende film) dichterbij: het moment waarop ze na achttien maanden afscheid van elkaar nemen. Als de één zijn rechtmatige plek in het regenwoud moet gaan opeisen en de ander wellicht weer wil proberen om zich staande te houden in de menselijke jungle.

The Velvet Queen

Periscoop Film

De pijn verbijten, de tijd vergeten en nooit twijfelen of je krijgt wat je verlangt. Dat is kortweg, in de woorden van de Franse romanschrijver en rasavonturier Sylvain Tesson, de attitude van zijn reisgenoot in The Velvet Queen (originele titel Les Panthère Des Neiges, 92 min.). Natuurfotograaf Vincent Munier heeft Tesson meegenomen naar het Tibetaanse hoogland. In dat adembenemende decor, op duizenden meters hoogte en in ijzige kou, hopen ze samen een sneeuwluipaard te betrappen.

Tijdens hun wekenlange voettocht praat de fotograaf zijn metgezel fluisterend bij over de dieren die ze ontwaren: antilopen, blauwschapen, yaks, Tibetaanse vossen of blauwe beren. Samen verbazen ze zich over deze majestueuze wereld, waarin de mens niet meer is dan een voetboot. De heilige graal, zo’n ongrijpbaar luipaard, blijft vooralsnog echter buiten (camera)bereik. ‘Waar is mijn kameraad naar op zoek?’ vraagt Tesson, die als verteller fungeert, zich ondertussen af. ‘Rondsnuffelend tussen de rotsen met zijn verrekijker.’ Munier zegt dat hij vooral de schoonheid van de natuur wil vieren. Hij is er niet op uit om de onvolkomenheden daarvan bloot te leggen.

Die houding, vervat in een ontzag voor al wat leeft of geleefd heeft, geeft hun queeste – en daarmee ook deze film – een groots en filosofisch karakter. Waarbij de twee mannen steeds die ene zin in hun achterhoofd houden: Big Brother is watching you. Misschien zien wij het dier dat we zoeken niet, maar dat ziet ons wel degelijk. Illustratief daarvoor is de intrigerende foto van een valk die de Franse fotograaf tijdens een eerdere reis naar Tibet heeft gemaakt. Is dat werkelijk een sneeuwluipaard dat hem vanachter die rotspartij gadeslaat? Of is het toch een zinsbegoocheling?

Munier en Tesson gebruiken alles wat ze hebben om het mythische dier alsnog te vangen. Ze plaatsen bijvoorbeeld op strategische plekken kleine, gecamoufleerde cameraatjes, in de hoop zo een glimp van een sneeuwluipaard te kunnen opvangen. Dat streven naar een ogenschijnlijk vrijwel onbereikbaar doel drijft deze magnifieke documentaire van Marie Amiguet, waarin de vergezichten van Tesson en Munier, het weldadige decor en de prachtige soundtrack van Warren Ellis, gemaakt in samenwerking met Nick Cave, op een glorieuze manier versmelten. Via deze ontzagwekkende wereld laat The Velvet Queen de mens zien zoals hij werkelijk is: een nietig wezen, dat ongegeneerd begeesterd en ontroerd kan, mag én moet raken door al wat hem omgeeft.

The Conservation Game

Cargo

In zijn aaibare jonge jaren was het luipaard te gast in zowel The Fran Drescher Show als de late night talkshow van Jimmy Kimmel, waar het roofdier nog even in de armen van niemand minder dan Paris Hilton mocht vertoeven. ‘Dit dier is wat ze een onderwijsdier noemen’, vertelde dierentrainer David Salmoni, vaste gast in allerlei televisieprogramma’s met uiteenlopende wilde dieren, er destijds bij. ‘Dus hij gaat straks het land rond om mensen te leren over natuurbehoud en dierenbeheer.’ In werkelijkheid leeft het luipaard nu alweer jaren onder erbarmelijke omstandigheden in een veel te benauwd hok op de Critter Country Animal Farm in Smithton, Pennsylvania.

Het luipaard is bepaald geen uitzondering, volgens Tim Harrison, een voormalige politieagent en wilde dierentrainer uit Ohio. Hij maakt zich boos over hoe er door vakbroeders als Jack HannaJarod Miller en Grant Kemmerer wordt omgesprongen met deze zogenaamde ‘ambassador animals’. Eerst worden ze meegetroond naar televisieprogramma’s, sportwedstrijden en zelfs verjaardagsfeestjes. Zodra de dieren hun schattige fase zijn ontgroeid, worden ze echter rücksichtslos gedumpt. Niet in een nette dierentuin of een speciale opvang, maar op smoezelige achterafboerderijen. Óf ze worden stiekem verhandeld op één van de vele illegale markten, waar zowat elk wild dier te koop is: leeuwen, krokodillen en gifslangen. En die kunnen zomaar in een normale woonwijk belanden.

Waar de levensgevaarlijke dieren uiteindelijk terechtkomen, wordt in elk geval nergens fatsoenlijk geregistreerd, constateert Harrison verontwaardigd. Een gemiddelde poes is aan strengere regels gebonden dan een tijger. De dierenactivist gaat daarom in The Conservation Game (110 min.) op onderzoek uit, gevolgd door een (verborgen) camera. Het wordt een ontluisterende queeste in de schimmige wereld die tevens het decor vormde voor de publiekshit Tiger King: Murder, Mayhem And Madness (waarvan binnenkort overigens een tweede seizoen wordt uitgebracht). Sterker: Carole Baskin van de organisatie Big Cat Rescue, de grote Nemesis van de karikaturale tijgerkoning Joe Exotic, speelt met haar echtgenoot Howard zelfs een bescheiden rol in deze enerverende documentaire van Michael Webber.

De toonzetting is echter aanmerkelijk serieuzer. Geen kolderieke true crime-verwikkelingen in een white trash-setting, maar oprechte woede over en serieus onderzoek naar de dieronwaardige omstandigheden in de wereld van de grote katten. De film belandt zo in het vaarwater van andere documentairepamfletten zoals The Cove, Blackfish en The Walrus And The Whistleblower en werkt uiteindelijk toe naar de verplichte undercoveractie en een politieke vertaling van Harrisons stellingname: de Big Cat Public Safety Act.

The Year Earth Changed

Apple TV+

Als wij even pauze inlassen, constateert ‘s werelds bekendste bioloog David Attenborough, krijgt de aarde de gelegenheid om rustig adem te halen. Voor de natuurlijke habitat van de mensheid en de andere bewoners daarvan is het Coronavirus, en de bijbehorende lockdown, waarschijnlijk dus niets minder dan een zegen. Economische drukte heeft plaatsgemaakt voor weldadige stilte, wilde Afrikaanse dieren worden niet meer gevolgd door hordes toeristen en de lucht is zo schoon dat ze in de Indiase stad Jalandhar voor het eerst in dertig jaar Himalaya-bergtoppen kunnen zien.

Zo bezien was 2020, The Year Earth Changed (48 min.), zonder enige twijfel een hoopvol jaar. En laat het dan maar aan Attenborough en zijn machtige stem over om daar een heuse belevenis van te maken. Schildpadden, walvissen en dolfijnen beginnen weer te floreren. Bedreigde diersoorten als cheeta’s, zeepaardjes en berggorilla’s maken ineens kans om te overleven. En in de bebouwde kom van een behoorlijke stad, ergens in de wereld, kunnen zich doodgemoedereerd herten, nijlpaarden of pinguïns melden.

In een adembenemende scène eigent een luipaard zich bijvoorbeeld een verlaten safariresort in het Zuid-Afrikaanse Mpumalanga toe, tot ontsteltenis van de aanwezige cameraploeg. Het imposante roofdier begint daar zijn eigen ‘all you can eat’-feestje te vieren. Ook indrukwekkend: hoe een Indiase gemeenschap, om zijn eigen oogst te beschermen, rond de akkers speciale gewassen plant om een uitgebreide olifantenfamilie van eten te voorzien en nog eens glorieus in die opzet slaagt ook.

Op zulke momenten oogt deze vanzelfsprekend weer oogstrelende documentaire van Tom Beard bijna als een promotiefilm voor het Wereld Natuur Fonds. Met een stichtelijke boodschap bovendien: mens en dier kunnen wel degelijk coëxisteren. Toch valt uit deze natuurdocu ook een andere boodschap te destilleren: de aarde zou wellicht een stuk beter af zijn zonder de mens. Of in elk geval: zonder een groot deel van de mensheid. Zodat de natuurlijke balans kan worden hersteld.

Die boodschap zal Sir David Attenborough vermoedelijk alleen nooit in de mond nemen.

Trophy

Weinig berichten zorgen op de sociale media voor meer verontwaardiging dan de selfies van plezierjagers die met een tandpastasmile, doorgeladen geweer en opgestoken duim poseren bij een wild dier dat ze zojuist hebben geschoten. De Texaanse schapenhouder Philip Glass, één van de hoofdpersonen van de prachtige documentaire Trophy (88 min.) is zo’n westerling. Nadat hij zijn zoontje Jasper thuis zijn eerste hert heeft laten schieten, gaat hij in Afrika op zoek naar de heilige graal van de jacht, The Big Five.

Want een beetje jager, die bereid en in staat is om de poeplap eens stevig te trekken, heeft ze op zijn palmares staan: een buffel (9000 dollar), luipaard (20.000), olifant (45.000), leeuw (50.000) en neushoorn (350.000). De prijs is afhankelijk van de beschikbaarheid van de dieren. Als ze bijna zijn uitgestorven en de vraag dus het aanbod overstijgt, ligt die natuurlijk hoger. Zo werkt de economie nu eenmaal, ook in de commerciële jacht.

Vanuit een rijtjeshuis in een nette Nederlandse stadswijk is het heel verleidelijk om Glass en de zijnen direct te veroordelen. De situatie ligt echter genuanceerder dan je in eerste instantie zou denken. Door neushoorns van hun hoorn te ontdoen, bescherm je hen, meent de Zuid-Afrikaan John Hume bijvoorbeeld. Ivoor is nu eenmaal meer waard dan goud of heroïne. Als je de hoorns kunt verkopen, ga je de neushoorn echt niet meer doden. ‘Wie slacht er nu de kip met de gouden eieren?’

Één klein probleem: het verkopen van ivoren hoorns is illegaal. Daardoor krijgen jagers, waarbij je dan weer een onderscheid moet maken tussen stropers en commerciële jagers, volledig vrij spel. Deze film zit vol met dergelijke dubbele bodems. Niets is zo eenvoudig als het lijkt. Zo schijnen de big five-dieren aan een opmars bezig te zijn. Nu ze zoveel economische waarde vertegenwoordigen, worden ze veel nadrukkelijker gefokt en keren ze langzaam maar zeker terug in hun land van oorsprong.

Trophy brengt het gehele speelveld van de (commerciële) jacht in kaart; van de jagers en fokkers tot de dierenbeschermers en activisten (voor wie jagen niets minder dan moord is). De documentaire van Shaul Schwartz doet dat kalm en genuanceerd, met oog voor beide kanten van de medaille. Tegelijkertijd komen sommige scènes keihard binnen; alsof je zelf een kogel in het lijf krijgt geschoten, omdat een ander zich zo nodig moet bewijzen.

Mensen zoals Philip Glass – geen zoon van de befaamde componist overigens, maar van een doorgewinterde jager – willen gewoon weten hoe het voelt om een iconisch dier te vellen. ‘Yeah!’, klinkt het uit de grond van zijn hart als hij in Namibië een olifant (in de rug) heeft geschoten. Het beest ligt nog een tijdje hartverscheurend te kermen, voordat het zijn genadeschot krijgt en op de foto mag met de held die hem doodde.

De Afrikaanse medewerkers die Glass naar zijn ‘kill’ hebben begeleid, zijn nochtans niet onder de indruk, zo vertellen ze elkaar stiekem. Het beest is nauwelijks volgroeid. Telt dit wel als een echte olifant? De bebaarde Texaan, die gelooft in zijn ‘god given right’ om te heersen over de dieren, denkt intussen alweer aan zijn volgende prooi, die voor het oog van de camera koud moet worden gemaakt: een leeuw.