Salamatty Kazakhstan

Mokum Films

Zeventien provincies, 121 stations en zo’n 18.000 kilometer. Acht maanden per jaar, van eind april tot begin december, rijdt er een trein met artsen en verpleegkundigen en hun begeleiders door afgelegen, dunbevolkte delen van Kazachstan, waar ongeveer twintig miljoen mensen wonen in een gebied dat grofweg zesmaal het totale landoppervlak van Frankrijk omvat. Bij de Salamatty Kazakhstan (93 min.), die bij elk station twee dagen halt houdt, kunnen de bewoners terecht voor gratis gezondheidszorg.

De ‘Gezond Kazachstan’-expres rijdt al zo’n tien jaar, maar heeft ditmaal een extra passagier: Ben van Lieshout (Sketches Of SiberiaSnelweg NL en Hoogtijdagen – Portret Van Een Gehavend Gebied). Hij legt zowel het werk van de zorgverleners vast – lichamelijk onderzoek, kleine ingrepen en basale mondzorg – als het leven dat zij met de andere bemanningsleden leiden. Ieder heeft z’n eigen redenen om deze trein te nemen, blijkt uit de spaarzame interviews die de Nederlandse documentairemaker heeft toegevoegd. De één vindt de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk, een ander wil mensen helpen en een enkeling is op zoek naar een levensgezel.

Verder beperkt Van Lieshout zich tot het observeren van het leven onderweg en de aankomst op weer een nieuwe plek. Als de gezondheidskaravaan ergens arriveert, loopt steevast de wijde omgeving uit. In het dorp Baumanskaya (266 inwoners) in de Zhambyl-regio, in het zuiden van Kazachstan, wordt de trein bijvoorbeeld opgewacht door een ontvangstcomité en zijn er ook festiviteiten georganiseerd. Pas daarna kan het spreekuur worden opgestart. In de treinwagon zelf, maar zo nodig ook aan huis, krijgen de dorpelingen zorg die de rest van het jaar ontbreekt. En na gedane arbeid is er tijd voor ontspanning. Een spelletje kaart of een potje volleyballen.

Geduldig toont deze interessante roaddocu hoe de 35 mensen op de trein, die alle uithoeken van het fraaie en uitgestrekte land aandoet, steeds nadrukkelijker een gemeenschap beginnen te vormen. Er wordt samen gefitnesst, gebeden en zo nu en dan ook, in en om die trein, een feestje gebouwd. Met het sociale project Salamatty Kazakhstan vormen deze reizende zorgers ondertussen het gezicht van Vadertje Staat, die zich tegenwoordig bekommert om onderdanen die eerder vaak aan hun lot werden overgelaten en gewend waren om hun eigen boontjes te doppen.

De Stad Was Van Ons

IDFA

Woningnood en leegstand. Die duivelse combinatie noopt halverwege de jaren zestig tot actie. Het studentenblad Propria Cures roept op tot ‘Red een pandje‘. In 1966 lanceert de protestbeweging Provo bovendien het Witte Huizenplan. Vanuit zulke initiatieven ontstaat gaandeweg ook de Amsterdamse kraakbeweging. Een groep jonge idealisten besluit het recht in eigen handen te nemen en verschaft zich ongevraagd toegang tot lege panden in de hoofdstad. Al snel komt het tot pittige confrontaties met de politie.

In de historische documentaire De Stad Was Van Ons (93 min.) uit 1996 kijkt Joost Seelen met sleutelfiguren uit de kraakbeweging terug op de cruciale jaren 1975-1988. Hun herinneringen komen bovendien tot leven in het beeldmateriaal dat één van hen, Erik Willems, destijds heeft geschoten toen ‘t bij de ontruimingen van illustere kraakpanden zoals De Groote Keijser, De Vondelvrijstaat en De Lucky Luijk tot keiharde clashes kwam met de Mobiele Eenheid en knokploegen van pandjesbazen.

Amsterdam leek het toneel geworden van een burgeroorlog, waarbij er zowaar tanks door de straten reden. Dat was natuurlijk koren op de molen van ideologisch gedreven krakers, zoals bijvoorbeeld de alomtegenwoordige alfaman Theo van der Giessen, die met liefde en plezier het complete politieke systeem omver zou hebben geworpen. Hij lijkt in 1996 nog altijd een onwrikbaar geloof te hebben in zijn eigen uitgangspunten en de nietsontziende manier waarop die in de praktijk moesten worden gebracht.

De gespannen situatie in de hoofdstad kwam tot een gedenkwaardige uitbarsting op 30 april 1980, de dag dat Beatrix haar moeder Juliana opvolgde als koningin. Onder de noemer ‘Geen Woning, Geen Kroning!!‘ versjteerden rellende krakers wat een nationale feestdag had moeten worden. De meningen over die dag lopen ook binnen de beweging uiteen. Hardliners zien de veldslag in het centrum van Amsterdam als de kroon op hun werk, terwijl anderen zich kapot schamen voor de ravage die is aangericht in hun stad.

Tegen die tijd waren de interne verhoudingen al flink verzuurd, getuige deze film waarin een tumultueuze periode in de kraakhistorie in kaart wordt gebracht. Seelen houdt zich daarbij zoveel mogelijk afzijdig en zet simpelweg de verschillende lezingen van wat er zich destijds heeft afgespeeld naast en tegenover elkaar. Van der Giessen en zijn kompaan Jack van Lieshout lijken in elk geval een sleutelrol te hebben gespeeld. Zij zijn duidelijk van de harde lijn. En daar houden ze ook in eigen kring aan vast.

Die periode – een oorlog wordt ’t ook wel genoemd – heeft diepe wonden geslagen. Andere krakers stellen dat ze (fysiek) zijn geïntimideerd door de ‘politiek-militaire eenheid’ Van der Giessen en Van Lieshout, die heel veel – zo niet: alles – geoorloofd vond (en in ‘96 nog altijd vindt) om z’n eigen doelen te verwezenlijken. Een strijd die ooit is begonnen met mooie idealen, laat deze interessante docu zien, is dan allang ontaard in een grimmig gevecht om de macht over wat en van wie de kraakbeweging is.

Free Space

Marian Markelo en Boris van Berkum / Zeppers / NTR

Wie mag wat maken? vraagt Karin Junger zich af in Free Space (65 min.), de film die ze in samenwerking met schrijver Stephan Sanders heeft gemaakt over de verlegenheid daarover bij veel hedendaagse kunstenaars. Wie bepaalt dat? Op grond waarvan? En hoe ga je om met de kritiek dat je je op het terrein van een ander hebt begeven?

Toen Junger als witte vrouw enkele jaren geleden een documentaire maakte over haar eigen donkere kinderen en hun vrienden (Ik Alleen In De Klas, 2020), kreeg zij volgens eigen zeggen het verwijt dat ze haar ‘white privilege’ misbruikte. Het was niet aan haar om dat verhaal te vertellen. ‘En ik voelde me ineens de vijand’, vertelt ze in een voice-over, bij de start van deze persoonlijke film, die actuele thema’s zoals identiteit, representatie, cancelen, stereotypen en culturele toe-eigening onderzoekt.

Dat blijkt overigens een stuk lastiger dan gedacht. Veel kunstenaars en kenners die Junger benadert zien af van een bijdrage of haken in een later stadium alsnog af. Bang om hun vingers te branden aan een onderwerp, waarbij de emoties hoog kunnen oplopen. Zangeres Anne-Faye Kops, kind van een zwarte moeder en een witte vader, maakte bijvoorbeeld een theaterconcert over haar gemengde afkomst. Die kwam haar, vanwege haar witte voorkomen, op veel kritiek te staan.

Dit roept de vraag op van wie verhalen zijn. Ligt het ‘ownership’ bij de groepen waarover ze gaan? Wie bepaalt wie bij de groep hoort? En mogen leden van een andere groep zich dan niet over zulke verhalen buigen? Bij zijn voorstelling De Gendermonologen heeft theatermaker Raymi Sambo criticasters bijvoorbeeld duidelijk moeten maken dat hij geen voorstellingen maakt óver mensen, maar mét en vanuit hen. Schrijver Ted van Lieshout ervaart dergelijke discussies als ‘verlammend’.

In de samenwerking tussen de Surinaamse wintipriesteres Marian Markelo en de witte Nederlander Boris van Berkum komen twee werelden samen. Ze maken een soort Delftsblauwe wintikunst. Samen willen ze over de bestaande grenzen heen kijken. Want ‘die kunnen ons beperken in het voortbrengen van mooie dingen’, stelt Marian ferm. Als we blijven uitgaan van oprechte interesse in de ander en verbinding met elkaar, ontstaat er waardevol erfgoed dat echt van ons allen is.

Toch is het onvermijdelijk dat verschillende visies over wat van wie is en wat daarbij mag soms flink botsen. ‘If you are cis, straight and white’, schreef kunstenares Angel-Rose Oedit Doebé bijvoorbeeld op een spiegel, ‘this ain’t for you.’ Het werk riep een venijnige reactie op van haar collega Floyd, die zich wilde afzetten tegen ‘woke-populisme’. Deze venijnige clash resulteert in het enerverendste deel van deze film – al roept de afhandeling ervan vragen op. Want wat vindt Angel-Rose van Floyds respons?

Behoedzaam tast Karin Junger in Free Space het werkterrein van hedendaagse kunstenaars af, dat soms verdacht veel op een mijnenveld lijkt. Als laatste sluit ze aan bij Stephan Sanders, die in gesprek gaat met de ‘zwarte’ Amerikaanse schrijver Thomas Chatterton Williams. Hij schrijft in het boek Self-Portrait In Black And White: Unlearning Race (2019) dat hij niet meer wil meedoen aan ‘het Amerikaanse huidspel’. Het antiracistische discours schiet volgens hem z’n doel voorbij.

Jungers conclusie, in deze boeiende en actuele film, lijkt in het verlengde daarvan te liggen: uiteindelijk hebben al die verschillende mensen meer gemeen met elkaar dan dat ze van elkaar verschillen, stelt ze. Bovendien weten ze zelf echt wel wat goed voor hen is.

Hoogtijdagen – Portret Van Een Gehavend Gebied

Mokum

Zo’n beetje elk afzonderlijk shot van deze documentaire zou op een ansichtkaart kunnen. Verstuurd vanuit het verre Kola, een schiereiland in het Noordwesten van Rusland. Gelegen in de Poolcirkel. Waar de Sovjet-Unie ooit grootse verwachtingen losmaakte. Over bodemschatten die voor mijnbouw, werkgelegenheid en welvaart zouden gaan zorgen.

Utopia werd gaandeweg echter een Russische variant op Nergenshuizen. Tegenwoordig reppen ze er vooral over verloren tijden. Vergane glorie. En het rijk dat ten onder ging met de filosofie waarop die was gegrondvest: het communisme. Het is een plek geworden van opgepoetste herinneringen, geknakte ambities en – als je meer wilt van het leven – het verlangen om er zo snel mogelijk weg te gaan. Nú, als het kan.

Regisseur Ben van Lieshout vangt de desolate atmosfeer met een film die oogt als een serie bewegende foto’s, waarbij de camera zich nauwelijks verroert en slechts een heel enkele keer rugdekking krijgt van muziek. Hoogtijdagen – Portret Van Een Gehavend Gebied (90 min.) is doortrokken van de scheefgetrokken huizen, verouderde industrie, doodgeslagen leuzen, afgebladderde gebouwen, bergen afval en standbeelden van Sovjet-helden die hun fierheid allang zijn verloren.

Hier en daar lopen of rijden er nog wat verdwaalde Russen door het beeld. Zij slijten hun (laatste) levensdagen in deze sombere uithoek van de aarde, waarin de filmmaker een soort onttakelde schoonheid heeft ontdekt. Onderkoeld vertellen deze achterblijvers over hoe de wereld om hen heen is veranderd en gaandeweg ook hen van hun dromen heeft beroofd. Hoopvol werd onverbiddelijk melancholiek.

Kalm en trefzeker schetst Van Lieshout via Kola en z’n bevolking de opkomst en ondergang van het Russische communisme. Dat is geen meeslepende vertelling geworden – soms een beetje traag en saai zelfs – maar veeleer een soort wrakkenmuseum. Voor een wereld die inmiddels een glorieuze toekomst achter zich heeft liggen.

Het Is Gezien


‘Als God zich opnieuw in Levende Stof gevangen geeft, zal hij als ezel terugkeren, hoogstens in staat een paar lettergrepen te formuleren, miskend en verguisd en geranseld, maar ik zal hem begrijpen en meteen met hem naar bed gaan.’ Aldus schrijver Gerard Reve in zijn roman Nader Tot U. Het leverde hem een aanklacht vanwege godslastering op. Reve moest in de jaren zestig zelfs voor de rechter verschijnen.

Ruim een halve eeuw na het geruchtmakende Ezelproces is het nauwelijks voor te stellen dat een Nederlandse schrijver vanwege zijn werk wordt vervolgd. Kunstenaars worden toch allang niet meer zo openlijk gecensureerd? De documentaire Het Is Gezien (54 min.) van regisseur Erik Lieshout en researcher Tom Rooduijn afficheert zich niettemin als ‘een pleidooi voor de vrijheid van kunst’ en spreekt met vaderlandse kunstenaars die in opspraak zijn geraakt door hun werk.

Om de heksenjacht op pedofielen aan de kaak te stellen meldde schrijver A.H.J. Dautzenberg zich enkele jaren geleden aan als lid van pedofielenvereniging Martijn. Het leverde hem talloze dreigbrieven en ontslag op. ’Er is geen vrij denken, constateert de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts over het gebrek aan steun, ook van haar literaire vrienden, dat zij ervoer na de commotie die ontstond rond haar boek over Marc Dutroux’ vrouw Michelle Martin. ‘Er is geen vrij spreken.’

‘Alles waar je niet over mag praten, daar moet je over praten’, stelt cabaretier Hans Teeuwen. ‘Probleem is om het grappig te krijgen.’ Hij maakte van dichtbij mee hoe vriend en ‘kamikazepiloot’ Theo van Gogh werd geslachtofferd voor zijn denkbeelden en zag naderhand hoe de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo collega-cabaretiers de mond snoerde. Dat mocht hem niet gebeuren.

In Het Is Gezien, in stemmig zwart-wit geschoten en op smaak gebracht met dramatisch getoonzette muziek, getuigen daarnaast advocaat Gerard Spong, schrijver Tom Lanoye, kunstenares Tinkebell en auteur Mano Bouzamour over de (on)vrijheid die zij ervaren binnen hun werk. Ze lezen tevens voor uit het virtuoze pleidooi dat Reve zelf hield voor de rechtbank. Getuige deze krachtige documentaire zijn ’s mans woorden ook in de 21e eeuw nog steeds actueel en relevant.

To Stay Alive


Is lijden noodzakelijk om de poëzie in jezelf te ontdekken? Ik vat de basisgedachte achter de gestileerde documentaire To Stay Alive (60 min.) maar even op zijn Jan Boerenfluitjes samen (al blijf ik ergens het gevoel houden dat ik niet tot de kern van de film ben doorgedrongen).

Regisseur Erik Lieshout heeft gepoogd het manifest Overleven – een handleiding van de Franse schrijver Michel Houellebecq te verbeelden. Als verteller kiest hij voor Iggy Pop, zanger van de legendarische band The Stooges. Hij wordt omringd met enkele gevoelige misfits die zich staande proberen te houden in de grote boze buitenwereld.

De documentaire is poëtisch, maar ook heel erg geconstrueerd. Ik mis ruimte voor spontaniteit, de mogelijkheid dat er iets onverwachts zou kunnen gebeuren dat de hele vertelling doet kantelen. Bovendien oogt de archetypische rockgod Iggy Pop buiten zijn gebruikelijke setting soms bijna als een goedkope poseur, compleet met Frank Underwood-achtige onderonsjes met de kijker.

Hoewel To Stay Alive toewerkt naar een krachtige apotheose, waarin Pop en Houellebecq worden samengebracht, is het een documentaire die even vaak intrigeert als irriteert. Een film waar je ook niet altijd vat op krijgt. En dat vinden de makers, zo vermoed ik, vast geen al te groot probleem.