The Secrets We Bury

HBO Max

Vader George ging begin jaren zestig een spreekwoordelijk pakje sigaretten halen en kwam dus nooit meer terug. Moeder Dorothy verving hem al snel met een man uit de buurt, ene Richard Darress. Geen leuke vent, volgens haar kinderen. Ruim een halve eeuw later vragen Mike Carroll, zijn oudere broer Steve en hun zus Jean zich nog altijd af wat er toch is geworden van hun vader, de Korea-veteraan George Carroll. ‘Geen goeie kerel’, aldus hun moeder, de alom geliefde ‘Dotty’. Zij liet echter niet los of ze misschien toch meer wist over wat er met hem was gebeurd.

Jongste zoon Mike oogt tegenwoordig als een klassieke, nét iets te zware ‘all American guy’. Hij is altijd in het ouderlijk huis in Long Island blijven wonen, heeft daarvan een klassieke hoardersplek gemaakt en wordt nog steeds geplaagd door The Secrets We Bury (89 min.). Het zal uiteindelijk duren tot 31 oktober 2018 voordat er klaarheid komt in de zaak van hun vermiste vader. En ook dan staan er, zoals dat gaat in true crime-producties, nog heel wat vragen open. Over sommige antwoorden valt, zoveel jaar na dato, ook alleen te speculeren. Wie waarvan wist, bijvoorbeeld. En waar te graven.

Regisseur Patricia E. Gillespie loopt al deze kwesties gestructureerd af in deze gedegen docu, inclusief de rol van een helderziende in het ontdekken van wat er is gebeurd. Ze speelt ondertussen gedurig met spanning en verrassing, zet de ontwikkelingen in de zaak geroutineerd naar haar hand en ‘leukt’ de boel dan nog op met een spannend of stemmig muziekje. Gaandeweg wordt duidelijk dat het antwoord op alle vragen dicht bij huis is te vinden. Dan is ook al helder hoeveel schade het jeugdtrauma van de Carrolls, en de geheimen die daar nog achter vandaan komen, heeft veroorzaakt in hun levens.

I’m Not A Monster: The Lois Riess Murders

HBO Max

‘Ik hoop dat dit het juiste is om te doen’, zegt de hoofdpersoon bij de start van I’m Not A Monster: The Lois Riess Murders (165 min.). 

‘Wat zeg je?’ reageert Erin Lee Carr, de maakster van die tweedelige documentaire, nogal bruusk.

Lois Riess herhaalt geëmotioneerd: ‘Ik hoop dat dit het juiste is om te doen.’

Riess, een ogenschijnlijk onopvallende Amerikaanse vrouw van middelbare leeftijd, is veroordeeld vanwege de moord op haar eigen echtgenoot Dave, een goedlachse kerel met één grote passie: vissen. Op 23 maart 2018 wordt hij aangetroffen in hun huis in Blooming Prairie, Minnesota, waar ze sinds 2005 samen een larvenkwekerij runnen. Het gemoedelijke koppel staat er eigenlijk goed bekend.

David Riess blijkt al een dag of tien dood in z’n eigen woning te liggen. En zijn echtgenote Lois is ervandoor gegaan. Snel daarna wordt er een ‘manhunt’ gestart. Op een vrouw van 56, dat wel. Geen jonge (en wilde) blom, maar volgens een kennis wel een ‘click-off’. Iemand waarbij je altijd al het gevoel had dat er iets mis was – en die nu in deze documentaire voor het eerst opening van zaken geeft.

Na de dood van haar echtgenoot heeft Lois Riess nog dagenlang gewoon haar leven geleid in hun gezamenlijke huis. Terwijl daar dus ook Dave lag, de man met wie ze al een half leven samen is en drie kinderen heeft. ‘Ik ben geen monster’, zegt ze desondanks tegen Carr. ‘Niemand weet wat ik heb meegemaakt.’ Want Dave had volgens haar een aanstekelijke lach, maar ook een heel kort lontje.

Feit is ook dat Lois Riess bepaald geen onbeschreven blad is. Ze is erfelijk belast, blijkt al snel. Lois stamt uit een gezin waar meerdere leden kampen met mentale problemen. Haar moeder werd bijvoorbeeld gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis en maakte van hun huis een typische hoarderswoning. En ook haar dochter heeft zo haar issues: depressies, gokproblemen en – logisch – een geldtekort.

Haar echtgenoot blijkt gaandeweg een kwelgeest voor Lois. De ondertitel van dit tweeluik luidt alleen niet voor niets The Lois Riess Murders. Met een ‘s’. Meervoud. Na Daves gewelddadige dood kruist Lois zo het pad van een man die een karikatuur op een Amerikaanse politieagent was geweest als ie niet daadwerkelijk zo’n ‘all-American cop’ zou zijn: sheriff Carmine Marceno van Lee County, Florida.

‘Het laatste wat ik wilde’, zegt hij nu ferm, ‘was een seriemoordenaar op de vlucht.’ Binnen de kortste keren gaat Lois Riess door het leven als de ‘killer grandma’. Haar verhaal, zoals ‘t wordt verteld door Erin Lee Carr en een hele zwik kleurrijke personages, begint dan steeds absurdere vormen aan te nemen. Volgens een joviale barman die ze onderweg tegenkomt, gedraagt Lois zich zelfs ‘kierewiet’.

Met de mensen die zij tijdens haar vlucht heeft ontmoet schildert Erin Lee Carr losjes de (mentale) tocht die haar hoofdpersoon heeft afgelegd, van allemansvriend naar meervoudige moordenares. Die reis lijkt net zo belangrijk als de uiteindelijke bestemming: het in de kraag grijpen van dat monster (of, afhankelijk van je zienswijze, de verwarde vrouw die blijkbaar aan het moorden is geslagen).

Carr zet Riess zo nu en dan ook de duimschroeven aan – dit was natuurlijk al min of meer aangekondigd in de openingsscène – als ze in haar getuigenis de schuld al te gemakkelijk bij Dave neerlegt of een loopje met de waarheid lijkt te nemen. I’m Not A Monster blijft desondanks meer een karakterschets van een getroebleerde vrouw en haar entourage dan een traditionele true crime-docu.

Clean

Periscoop Film

Zonder haar stonden familie, vrienden en buren in Melbourne er waarschijnlijk nog steeds alleen voor, betoogt Sandra Pankhurst. Met enorme overlast en mogelijk zelfs allerlei trauma’s tot gevolg. Nu wordt bij een onverwacht overlijden, een onverbeterlijke hoarder of een bloedige (zelf)moord de hulp ingeroepen van Specialized Trauma Cleaning (STC). Pankhursts bedrijf maakt de boel weer Clean (92 min.). Grondig en professioneel, maar ook altijd met oog voor de mens.

Want dat is de filosofie van STC’s oprichtster, die sinds het verschijnen van haar autobiografie The Trauma Cleaner in 2017 is uitgegroeid tot een bekende persoonlijkheid en veelgevraagde spreker in Australië. Uit eigen ervaring weet zij hoe het is om in de hoek te zitten waar, letterlijk, de klappen vallen. Als geadopteerd meisje bleek zij in haar nieuwe gezin uiteindelijk toch niet gewenst. Toen er onverwacht nog een nieuw ‘eigen’ kind kwam was de kleine, sowieso al ontwortelde Sandra zelfs helemaal niet meer welkom in huis.

Na die ontluisterende ervaring volgde een turbulent leven, dat pas tot bedaren kwam toen ze begin jaren negentig haar lotsbestemming vond in een eigen traumareiningsbedrijf. Dat wordt tegenwoordig niet alleen bij calamiteiten ingeschakeld, maar assisteert ook mensen die vanwege een verslaving, psychische problemen of een beperking niet voor zichzelf kunnen zorgen. Filmmaker Lachlan McLeod sluit voor deze docu bij enkele medewerkers aan en legt via hen het achterstallig onderhoud vast dat een mensenleven soms oplevert of de totale ravage waarin dit ook kan uitmonden.

‘Volgens mij zijn we allemaal één of twee slechte beslissingen verwijderd van deze manier van leven’, zegt STC-medewerker Rod Wyatt, terwijl hij samen met enkele collega’s een ongelooflijk hoardershuis uitruimt. ‘Of je nu aan de rand van de financiële afgrond staat, psychische problemen hebt of kampt met een trauma.’ Ergens in de gigantische rommel hopen de puinruimers ondertussen nog een verlovingsring aan te treffen. Ze doen hun werk met compassie, stelt Wyatt. Want uit eigen ervaring weten ze maar al te goed hoe gemakkelijk het leven uit de bocht kan vliegen.

Clean houdt intussen, netjes natuurlijk, het midden tussen een innemend portret van een bijzonder kleurrijke persoonlijkheid, die vanwege de longaandoening COPD inmiddels meer verleden dan toekomst heeft, en een observerende film over de activiteiten van haar medewerkers, die letterlijk met de keerzijden van het menselijk bestaan worden geconfronteerd. Te midden van alle malheur en rotzooi is een levensles te vinden over menselijkheid en vooral niet te snel oordelen. Een hartveroverende ode ook aan in alle opzichten veeleisend werk: schoonmaken met mededogen.

Puinhoop

Selfmade Films

Nadat Allard Detiger de deur van zijn moeders woning heeft geopend en een stapeltje post bij elkaar heeft gegrist, stapt hij de wereld van zijn jeugd binnen. De stapels rommel lijken hoger dan ooit. Het was vroeger al een hoardershuis, maar is sindsdien alleen maar verder dichtgegroeid. De vrouw die hem heeft opgevoed is ondertussen een menselijk wrak geworden. Een boze vrouw ook, naar verluidt gediagnosticeerd met borderline. ‘Jullie hebben me allemaal naar de knoppen geholpen’, sneert ze naar Allard en andere mensen die haar proberen te helpen.

Allards bejaarde moeder laat ook een eindeloze stroom boze, wanhopige of verwarde berichten achter op zijn antwoordapparaat. Hij kan zich nauwelijks een ogenblik van haar losmaken. Deze film lijkt een poging om die Puinhoop (84 min.) te documenteren, in de hoop er op de één of andere manier vat op te kunnen krijgen. In familiefilmpjes kan hij terugzien hoe ze vroeger was: een zorgzame alleenstaande moeder. Te zorgzaam. ‘Ik mocht alles van haar’, herinnert Allard zich. ‘Zolang ik maar dichtbij haar bleef.’ En thuis was het dus, ook toen de kinderen er nog woonden, al een flinke bende. Alle vriendjes die ooit eens bij hen thuis waren geweest, hadden volgens jeugdvriend Daniel naderhand dezelfde droom: ze gingen dat huis opruimen.

Met sleutelfiguren uit zijn leven – zijn eigen partner Kristina, oudere broer Mathijs (die op jonge leeftijd de wijk nam naar Amerika), tennisleraar Tom, enkele therapeuten bij wie hij in behandeling was en de zus van zijn moeder, Sonja – probeert hij zicht te krijgen op de vrouw die zijn leven regelmatig tot een hel (heeft ge)maakt. Wie of wat is hij daardoor geworden? In gestileerde symbolische sequenties drukt Allard, die sinds enkele jaren zelf ook een kind heeft, in deze pijnlijk persoonlijke documentaire bovendien zijn eigen kwetsbaarheid, woede en machteloosheid uit. Over de (soms verwrongen) loyaliteit tussen ouder en kind en hoe ondraaglijk mantelzorg kan worden.

Het resultaat is een beklemmende, knarsetandende en uiteindelijk ook wel weer liefdevolle film over een vrouw die zichzelf volledig verliest in haar fixaties en haar directe omgeving daarin voortdurend probeert mee te trekken. En over een zoon die de storm die zij ontketent steeds weer moet trotseren en heeft besloten om de menselijke ravage die zo wordt aangericht voor eens en altijd te documenteren. Het is een puinhoop, in de loop van tien jaar verzameld, om niet snel te vergeten.

Verstopt

KRO-NCRV

Een vrijstaande villa. Aan de muur hangt kunst. En op planken staat kunst. Overal eigenlijk. En rommel. Ook overal. Een nette vrouw, Vera Funke, baant zich voor de camera van Frans Bromet door de ontzettende rommel. ‘Alles wat hier staat zijn dingen waarvan hij houdt, is verzameld met liefde.’

‘Hier heeft hij gewoond’, vraagt Bromet. ‘Tot wanneer?’

‘Tot ongeveer anderhalve maand geleden. Toen is hij ziek geworden en uiteindelijk ook gevallen. En daarna is hij het huis uitgewandeld en eigenlijk niet meer teruggekomen.’ Funke wijst naar een door allerlei spullen overwoekerde zitbank. ‘Hij sliep hier op de bank.’

‘Daar past toch geen mens op?’

‘Nee, daar past ook geen mens op. Daarom is het ook vrij apart dat-ie dat zo lang heeft volgehouden.’

Eduard van Dijk, de eigenaar van het typische hoardershuis, herstelt inmiddels in een verzorgingstehuis. Zo nu en dan keert hij terug naar huis om samen met Funke orde op zaken te stellen. ‘Ieder klein of groot voorwerp, belangrijk of onbelangrijk, heeft voor mij een soort geheugenstimulans’, zegt hij. ‘Levende geschiedenis, die je om je heen hebt. Dan ga je dat toch niet wegdoen?’

De man heeft een niet te stillen honger naar de Tweede Wereldoorlog. ‘Dat is het voordeel als je heel veel rommel hebt’, zegt Van Dijk geëmotioneerd als hij in een boek op een Jodenster stuit. ‘Dan kom je heel veel dingen tegen, die geen rommel zijn.’ Terwijl hij die spullen, en daarmee ook zijn eigen leven, begint op te ruimen, wordt steeds duidelijker wat achter die enorme verzameling boeken en artefacten Verstopt (54 min.) zit: een heel persoonlijk familieverhaal.

Over zijn vader, de verzetsman Jacob van Dijk, die betrokken raakte bij het zogenaamde Englandspiel en die de oorlog niet zou overleven. Bromet vervat diens ervaringen in voorgelezen passages uit het boek Nacht Und Nebel van Floris Bakels, die worden vergezeld door beelden van het concentratiekamp Natzweiler. Daar zorgden ze ervoor dat ‘NN-Häftlinge’ zoals Van Dijks vader Jacob spoorloos verdwenen.

Sinds zijn val kan Eduard van Dijk zijn emoties daarover niet altijd meer beteugelen. Alsof zijn schild is verdwenen. Frans Bromet en Max Ploeg, de samensteller van deze interessante tv-docu, laten zien hoe hij zijn eigen gevoelens steeds meer toelaat en zo ook dichter bij zichzelf komt. Een proces dat, mede door ‘s mans verzameling antieke wapens, niet geheel zonder gevaar is.