No Accident

HBO Max

‘Jews will not replace us’, schreeuwt de meute die op 11 en 12 augustus 2017 door de Amerikaanse stad Charlottesville in Virginia trekt. Met brandende fakkels loopt een combinatie van neonazi’s, alt-righters en leden van de Ku Klux Klan provocerend door de straten. Het is een scharnierpunt in de recente Amerikaanse historie. Na de zogenaamde Unite The Right-rally, waarbij diverse tegendemonstranten gewond raken en één van hen, Heather Heyer, zelfs overlijdt als de extremist James Fields met zijn auto op hen inrijdt, bestaat de Amerikaanse president Donald Trump ‘t om te spreken over ‘very fine people on both sides’.

Negen tegendemonstranten, die zowel lichamelijke als emotionele schade hebben opgelopen in Charlottesville, laten ‘t er echter niet bij zitten. Namens hen starten de advocaten Roberta Kaplan en Karen Dunn in oktober 2017 een civiele rechtszaak tegen de organisatoren van de extreemrechtse rally, die uiteindelijk meer dan vijf jaar in beslag zal nemen. De verdachten zouden collectief raciaal geweld hebben uitgedragen en gepromoot. Gaandeweg blijken zij bovendien, al dan niet rechtstreeks, in contact te staan met mannen die in de navolgende jaren bloedbaden zullen aanrichten in de Tree Of Life-synagoge, de Walmart van El Paso en de Christchurch-moskee in Nieuw-Zeeland.

In No Accident (97 min.) volgt Kristi Jacobson het gedreven advocatenteam en hun cliënten. Zij willen de ‘white supremacists’ publiekelijk aan de kaak stellen en hen liefst ook nog een flinke poot uitdraaien, zodat ze voortaan niet meer de middelen hebben om haatcampagnes te financieren. Daarvoor moeten ze de dwarsverbanden onderzoeken tussen de verschillende extreemrechtse kopstukken en de communicatie tussen hen op het online-platform Discord, waar ze ongefilterd spreken over The Great Replacement (omvolking, in slecht Nederlands), het in scène zetten van gewelddadige confrontaties met Antifa en die dekselse Joden (die je overal de schuld van kan geven).

Vanwege Coronamaatregelen heeft Jacobson niet kunnen filmen tijdens de rechtszaak zelf. Ze gebruikt daarom animaties en audioreconstructies van de verschillende verklaringen. Het echte vuurwerk zit in de verhoren van de verdachten Richard Spencer (een gladjakker, die zich voordoet als het fatsoenlijke gezicht van de beweging en de term alt-right zou hebben gemunt), Christopher Cantwell (een vuilgebekte podcaster, die de Joodse advocaat Michael Bloch tijdens een verhit verhoor plotseling ‘you lying Jew piece of shit’ noemt) en de plaatselijke organisator Jason Kessler (die vooraf allerlei duistere voetsoldaten heeft opgeroepen ‘to fight this shit out’ in Charlottesville).

Het optreden van deze extremisten verraadt zelfvertrouwen. Dat ontlenen ze ongetwijfeld aan de achterban die ze inmiddels in hun eigen duistere uithoek van het internet hebben opgebouwd en de impliciete en expliciete steun die ze van populistische politici krijgen. Met de middelen die de rechtsstaat biedt proberen hun slachtoffers en ideologische tegenstanders hen nu een toontje lager te laten zingen. Deze gedegen film documenteert dat spannende proces vanuit het perspectief van de eisers, die daarbij hun eigen angsten aan de kant moeten zetten, ten faveure van het grotere ideaal. Het is alleen de vraag of ze deze diabolische geest nog terug de fles in kunnen krijgen.

Zolang hun politieke afgod Donald Trump, die zelfs door de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 nauwelijks electorale schade heeft opgelopen, populair blijft bij een aanzienlijk deel van de Amerikaanse bevolking, laten deze dubieuze kopstukken van extreemrechts zich echt niet zomaar verdrijven naar het verdomhoekje waar ze eigenlijk thuishoren.

Bad Axe

David Siev

Als het Coronavirus in maart 2020 het leven in de Verenigde Staten platlegt, komt ook het restaurant Rachel’s Food & Spirits van de familie Siev in Bad Axe (101 min.), een stadje in Michigan, in zwaar weer terecht. Alle volwassen kinderen van het Aziatisch-Amerikaanse gezin melden zich weer thuis, om een handje te helpen. Onder hen is ook zoon David Siev, een inmiddels in New York woonachtige filmmaker. Hij doet wat filmmakers in zo’n situatie doen en pakt zijn camera erbij.

In eerste instantie legt David vooral de innerlijke dynamiek in het familierestaurant vast. Tussen zijn ouders Chun en Rachel, zussen Jaclyn, Raquel en Michelle en hun partners. Als enkele zussen zich, in de nasleep van de dood van George Floyd, aansluiten bij een plaatselijk Black Lives Matter-protest en daarbij de degens kruisen met onherkenbaar vermomde en zwaarbewapende neonazi’s, komen er duistere krachten los in de kleine gemeenschap in Huron County.

Ineens voelen de Sievs zich niet meer veilig binnen de omgeving waarin ze altijd een centrale rol leken te spelen. Voor vader Chun is dit heel herkenbaar: tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer, die eindeloze ‘killing fields’ veroorzaakte in Cambodja, was hij zijn leven ook niet zeker. Chun vluchtte uiteindelijk naar het vrije westen en bouwde daar met keihard werken een nieuw bestaan op, niet wetende dat hij ruim veertig jaar later met ‘Asian hate’ te maken zou krijgen.

David Sievs film krijgt zijn eigen rol binnen die dynamiek. Hij confronteert Bad Axe ongenadig met zijn lelijke kanten, maar laat tevens de meningsverschillen binnen zijn eigen familie zien. Als de vrucht van hun gezamenlijke arbeid, Rachel’s, in zijn voortbestaan wordt bedreigd, lopen de spanningen flink op. Het resultaat is een aardige egodocu over hoe COVID-19, door president Trump regelmatig ‘the China virus’ genoemd, zomaar de verhoudingen in ‘smalltown America’ op scherp kan zetten.

Crime Scene: The Texas Killing Fields

Netflix

Alle basisingrediënten voor een real life-whodunnit zijn aanwezig in Crime Scene: The Texas Killing Fields (147 min.):

* een huiveringwekkende serie onopgeloste moorden die begint in de jaren zeventig en doorloopt tot na de eeuwwisseling (waarbij de lijken worden gevonden op of rond Calder Road Field, aan de I-45 tussen Houston en Galveston, dat al snel The Texas Killing Fields wordt gedubd)

* een tot de verbeelding sprekende dader (‘een briljante, maar verdorven seriemoordenaar’, aldus Skip Hollandsworth, journalist van Texas Monthly Magazine)

* een amateuristisch politieonderzoek dat veel meer vragen oproept dan beantwoordt (‘Als je een misdaad wilt plegen doe het hier, want ze krijgen het met geen mogelijkheid opgelost.’)

* slachtoffers – waaronder enkele Jane Doe’s – die door de autoriteiten (veel te gemakkelijk) worden weggezet als ‘wegwerpkinderen’ of vrouwen van lager allooi

* plattegronden van plaatsen delict, overzichtskaartjes van de omgeving en unheimische compositietekeningen

* plotse verhaalwendingen, slimme tijdsprongen en onderzoekspistes die allang zijn doodgelopen (maar desondanks met liefde en plezier nog eens worden doorgelopen)

* geschokte nabestaanden, kritische deskundigen, een aansprekende getuige à charge, onverschrokken rechercheurs en FBI-agenten, en een bewezen true crime-crack (Kathryn Casey, de auteur van het boek Deliver Us, die vanuit een verduisterde ruimte deelt wat ze heeft ontdekt)

* en een getraumatiseerde ouder die de zaak maar niet wil of kan laten rusten (Laura Millers onvermoeibare vader Tim, die inmiddels zijn eigen zoekorganisatie runt, Texas EquuSearch).

Dit derde seizoen van Joe Berlingers Crime Scene-franchise – na miniseries over een verdwijning in het Cecil Hotel en de Times Square-moordenaar – zet netjes overal een vinkje. En in zekere zin presenteert de driedelige serie van regisseur Jessica Dimmock zelfs een eigen variatie op het inmiddels welbekende true crime-thema. 

Al laat dit onverlet dat er aan het eind van deze miniserie, als je alle ontwikkelingen nog eens de revue laat passeren, toch nog enkele losse eindjes rondslingeren. En dat is dan ook weer heel exemplarisch voor het genre.

End Of The Century: The Story Of The Ramones

One-two-three-four. Het aftellen vooraf was integraal onderdeel van het nummer zelf. Zoals het ook bij Bruce Springsteen niet is weg te denken. Één. Twee. Drie. Vier. En dan gaan als een banaan. Bij The Ramones mocht je dat gerust letterlijk nemen: lange halen, snel thuis. Overstuurde gitaren, opgejaagd door een onstuimige ritmetandem. Met onweerstaanbare slogans over lobotomie voor tieners, nazischatjes en lijm snuiven eroverheen. Punkrock pur sang, kortom. Domme muziek voor slimme mensen.

In de documentaire End Of The Century: The Story Of The Ramones (108 min.) uit 2003 komt de gehele familie Ramone aan het woord, inclusief de dan al overleden zanger Joey (over wie de Nederlandse regisseur David Kleijwegt een jaar eerder de tv-docu Joey Ramone – A Wonderful Life maakte). Ze worden terzijde gestaan door familieleden, jeugdvrienden, managers, producers, platenbazen, popcritici en collega’s uit bands zoals Blondie, The Clash, Sex Pistols, Red Hot Chili Peppers en Metallica.

Gezamenlijk schetsen zij de opkomst en ondergang van de punkpioniers uit de donkerste krochten van New York en de bijbehorende muziekstroming, die via hen halverwege de jaren zeventig de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk maakte en van daaruit echt de wereld zou veroveren. Dat relaas is door Jim Fields en Mark Gramaglia vanzelfsprekend opgeleukt met rauwe concertbeelden van de cartoonachtige band, die altijd in de underground bleef steken en in 2002 tóch werd opgenomen in de Rock And Roll Hall Of Fame.

Goede vrienden werden Joey, Dee Dee, Johnny, Tommy en Marky Ramone niet in de ruim twintig jaar dat ze hun elementaire songs, in deze film regelmatig ondertiteld, op elk denkbaar podium stonden af te raffelen. Sterker: de spanning was soms te snijden, zeker tussen de linksige zanger Joey en oerconservatief Johnny. Waarbij de verhoudingen nog eens extra op scherp werden gezet toen de gitarist er met het vriendinnetje van de frontman vandoor ging. Die scheef er meteen een klassieker en bijna-hit over: The KKK Took My Baby Away. Ook gezellig.

Intussen voegden ze zich moeiteloos bij bands zoals The MC5, New York Dolls en The Stooges in het rijtje aartsvaders van de punk, een muziekgenre dat inmiddels al bijna een halve eeuw schaamteloos huishoudt in ‘s werelds rockholen en daarbij nog steeds het onverwoestbare parool van The Ramones huldigt, zoals dat is vervat in hun signatuursong Blitzkrieg Bop: Hey! Ho! Let’s go!