The Family

Netflix

Als The Family niet bestond, zouden complotdenkers het broederschap beslist hebben verzonnen. ‘Als Jezus Christus iets organiseert maakt Hij de organisatie onzichtbaar’, stelt de enigmatische leider Doug Coe, ‘de machtigste man in Washington waarvan je nog nooit hebt gehoord’, tijdens één van zijn weinige publieke optredens. ‘De maffia gebruikt ook zo’n soort organisatie.’ The Family, zo’n tachtig jaar geleden opgericht door een Noorse immigrant, is onder Coe’s bewind een zogenaamde non-organisatie geworden.

Hoewel de conservatief christelijke lobbygroep jaarlijks het prestigieuze National Prayer Breakfast organiseert, waarbij de Amerikaanse president en zo ongeveer alle politieke kopstukken acte de présence geven, proberen Coe en de zijnen koste wat het kost buiten beeld te blijven. Die geheimzinnigheid spreekt natuurlijk tot de verbeelding en wordt dus ingezet als het unique selling point van The Family (245 min.), een vijfdelige docuserie van Jesse Moss die is gebaseerd op twee boeken van Jeff Sharlet.

Deze Amerikaanse auteur woonde zelf als jongeling enkele jaren in Ivanwald, het huis van de nieuwe lichting Family-leden, en fungeert nu als verteller voor deze documentairereeks over het invloedrijke verbond. Sharlets persoonlijke ervaringen zijn in de eerste aflevering zelfs gedramatiseerd, waarbij de bekende karakteracteur James Cromwell de rol van Doug Coe voor zijn rekening neemt. Die scènes verhouden zich lastig tot het documentairedeel van de episode. In de rest van de serie blijven ze bovendien vrijwel achterwege.

Het vermeende sektarische karakter van het broederschap, dat er eigen huizen en discipelen op nahoudt, wordt verder ook nauwelijks uitgewerkt. Inhoudelijk piept en kraakt het wel vaker in The Family. De belofte dat het christelijke genootschap méér is dan een invloedrijke lobbygroep, die in alle stilte zijn belangen probeert te behartigen, zowel in eigen land als bij dubieuze regimes elders in de wereld, en daarbij vuile handen maakt, die daarna natuurlijk steevast in onschuld worden gewassen, wordt in elk geval nooit overtuigend ingelost. Losse flodders en eindjes te over, concrete voorbeelden van Bilderberg-achtige machinaties veel minder.

‘Fundamenteel ondemocratisch’, oordeelt Sharlet, een man die het drama bepaald niet schuwt, niettemin over The Family. Dat mag zo zijn, maar regisseur Moss slaagt er in deze serie niet in om de grootschalige samenzwering, die allerlei aluhoedjes vast al tijden op het spoor waren, écht aan te tonen. Een typisch geval van ‘overselling’. In de slotaflevering, waarin hij zelf een gebedsgroep gaat bezoeken, ineens serieus in gesprek wil over de beweegredenen van individuele familieleden en bovendien de link met Donald Trump probeert te leggen, raakt de filmmaker het spoor helemaal bijster. Kritische kijkers zijn dan allang afgehaakt.

Inside The Manson Cult: The Lost Tapes

‘Ik ben Charlie’, zegt Thomas Walleman. ‘En als hij sterft, sterf ik.’ Het hippiemeisje Mary Brunner kijkt bewonderend toe als Walleman vervolgt: ‘Ik heb mijn persoonlijkheid opgegeven en ben geworden wat hij me heeft laten zien dat ik kon zijn.’ ‘En dat is wat?’ wil interviewer Robert Hendrickson weten? Walleman, een kerel met een woeste baard, begint gelukzalig te lachen: ‘Totale liefde.’

Wat Charles Manson bij die onvoorwaardelijke liefde voor ogen had, zou gaandeweg glashelder worden: volledige overgave. Aan hem, welteverstaan, de zelfverklaarde leider van The Family, een verzameling losgeslagen hippies die in 1969 uit moorden werd gestuurd. Ze zouden een achttal willekeurige slachtoffers maken, waaronder de hoogzwangere actrice Sharon Tate, en op de muren van de plaatsen delict opruiende, met bloed geschreven teksten als ‘Rise’ en ‘Death to pigs’ achterlaten. Zo hoopte Charlie een onvervalste rassenoorlog te ontketenen. Geïnspireerd door Helter Skelter van The Beatles.

Dat overbekende horrorverhaal, het symbolische einde van de vrijgevochten jaren zestig, werd al veel vaker verteld. En met elke poging was de kleine crimineel en loverboy avant la lettre Charlie Manson, die in 2017 zijn laatste adem uitblies in de gevangenis, nóg nadrukkelijker de verpersoonlijking van Het Kwaad geworden. Een extatisch lachende ‘creep‘ met hypnotiserende ogen, die zijn volgelingen, de meisjes in het bijzonder, werkelijk alles kon laten doen. Op basis daarvan rijst de vraag: is die onverkwikkelijke episode uit de historie van de tegencultuur nu nog niet voldoende uitgemolken?

De documentaire Inside The Manson Cult: The Lost Tapes (85 min.) van Hugh Ballantyne heeft behalve de gebruikelijke vet aangezette voice-over, berouwvolle ex-volgelingen (‘Snake‘ en ‘Gypsy‘) en tamelijk overbodige reconstructies echter één belangrijke nieuwe troef: beelden die werden gemaakt binnen Mansons volledig doorgedraaide sekte, direct na de door hem geïnstigeerde moorden. Documentairemaker Hendrickson filmde en interviewde volgelingen op de beruchte Spahn Ranch en legde daar de blinde adoratie voor de inmiddels gearresteerde leider vast.

‘Ik ben bereid om voor hem te sterven’, zegt sektelid Lynette ‘Squeakie’ Fromme, die samen met twee andere Manson-groupies voor de camera met allerhande wapens in de weer is, zonder ook maar een spoor van twijfel. In zulke beelden zit de meerwaarde van deze zoveelste Manson-documentaire. De complete verdwazing van normale meisjes, die in handen van Charlie onvervalste moordwapens werden. ‘Je moet er de liefde mee bedrijven’, zegt diezelfde Fromme even later, terwijl ze liefdevol de loop van een geweer betast. In 1975 zal ze proberen om de daad bij het woord te voegen met een aanslag op de Amerikaanse president Ford.

The Family I Had

The Thin Blue Line, Paradise Lost, The Staircase, Making A Murderer en The Jinx behoren inmiddels tot het lexicon van de rechtgeaarde true crime-liefhebber. Met nieuwe loten aan de boom als Casting JonBenét en Mommy Dead And Dearest.

Anderhalf jaar geleden ontdekte ik een werkelijk fascinerende documentaire, die beslist niet in dit rijtje mag ontbreken. Het is een film die, als je het mij vraagt, schromelijk wordt onderschat. The Family I Had (73 min.) vertelt het tragische relaas van de alleenstaande moeder Charity uit Texas, die in 2007 een ronduit verwoestend telefoontje krijgt. Ella, haar dochtertje van vier, blijkt te zijn vermoord. De dader? Haar dertienjarige zoon Paris.

De gewelddadige dood van Ella vormt het startpunt van een troosteloos verhaal, dat als een virtuoze thriller wordt verteld. Elke keer als je denkt dat je de bodem van deze familietragedie hebt bereikt en het vervolg nu wel kunt uittekenen, sturen de co-regisseurs Katie Green en Carlye Rubin je een andere richting in en blijkt die bodem slechts een valluik naar een nieuwe laag misère.

Zo geeft The Family I Had je elke tien minuten een gigantische klap voor je kanis. Na bijna vijf kwartier zoek je bont en blauw, en met een niet meer zo gerust hart, je eigen veilige leventje weer op. Familieleden, zoveel is duidelijk, die heb je inderdaad niet voor het uitkiezen.