Most Wanted: Teen Hacker

HBO Max

Elke vriend wordt uiteindelijk een vijand. Want daar heeft Julius Kivimäki een speciaal talent voor. En vijanden tergt de Finse tiener tot het uiterste. Vanuit een zwaar beveiligde gevangenis in Turku blikt Kivimäki in Most Wanted: Teen Hacker (174 min.) terug op zijn strapatsen als internettroll, terrorhacker en meesterswatter. Hij blijft ook dan ontkennen, liegen en schmieren. Alsof ie de boel nog steeds in de maling denkt te kunnen nemen.

Julius Kivimäki, die schuilnamen zoals Ryan C(leary) en Zeekill gebruikte, had ‘t bijvoorbeeld voorzien op zijn medehacker Blair Strater, die hij leerde kennen bij het collectief Hack The Planet. Nadat zij gebrouilleerd raakten, begon hij hem het bloed onder de nagels vandaan te halen met ongevraagde pizzabestellingen en het opzeggen van water-, elektriciteit- en internetcontracten. En toen hij er zowaar in slaagde om Elon Musk te hacken, deed hij dat met een profiel op naam van Strater. Die kan zich daar nog altijd, lekker theatraal, ontzettend boos over maken.

Met insiders en outsiders zoekt Sami Kieksi in deze gladde vierdelige serie de krochten van de hackerswereld op, waar jeugdige randfiguren zoals Kivimäki zich uitleven in online-pesterijen en lastercampagnes. Die kunnen uitgroeien tot pure intimidatie, in de vorm van doxing, permanente DDoS-aanvallen en bommeldingen. Hij lijkt bijvoorbeeld ook een meester in ‘swatting’. Met neptelefoontjes over een dreigende situatie wordt dan de politie ingeschakeld om ergens met veel machtsvertoon binnen te vallen. Nietsvermoedende burgers kunnen zo ernstig getraumatiseerd raken.

Kieksi beperkt zich tot het in kaart brengen van Julius Kivimäki’s valse streken en de gevolgen daarvan. Hij komt niet voorbij de façade van de Finse jongeling – en doet eigenlijk ook geen serieuze poging daartoe. Naar diens achtergrond en motieven blijft ‘t dus gissen. Bovendien wordt deze miniserie enigszins ontsierd door de typisch Amerikaanse voice-over van Brian Pederson. Veel te dik aangezet en meestal ook overbodig. ‘And to make matters worse, the FBI had set a trap’, zegt die bijvoorbeeld met veel drama en last vervolgens een korte stilte in. ‘Just for him.’

Het laatste deel van Most Wanted: Teen Hacker concentreert zich tenslotte op het kraken van de database van het Finse psychotherapiebedrijf Vastaamo. Daarbij dreigt zeer gevoelige persoonlijke informatie van ruim 30.000 patiënten op straat te belanden. Ene Ransom_Man probeert de zeer kwetsbare slachtoffers intussen bitcoins afhandig te maken. Alles wijst erop dat deze gewetenloze afperser naar de naam Julius Kivimäki luistert. Zijn sardonische grijns lijkt hem ook te verraden. Al werpt de kwade genius zelf, natuurlijk, alle beschuldigingen ver van zich.

Dan is allang duidelijk hoever (laten we ‘t zekere voor het onzekere nemen: een cybercrimineel zoals) hij bereid is om te gaan – en hoeveel persoonlijke en maatschappelijke schade daarmee kan worden aangericht.

Fugitive: The Mystery Of The Crypto Queen

Channel 4 / Videoland

Als het te goed lijkt om waar te zijn, dan is ‘t dat misschien ook. De belofte van groot geld kan echter zelfs de scherpste geesten verblinden. En dan wordt de propositie van ‘Dr. Ruja’, de grote roerganger van een cryptobedrijf dat zich vanaf 2014 bijna als een sekte presenteert, volstrekt onweerstaanbaar: snel rijk worden en ook nog iets goeds doen voor de wereld. Menigeen tuint er met open ogen in en investeert (al) z’n zuurverdiende centen in OneCoin. Het vervolg laat zich voorspellen.

De driedelige docuserie Fugitive: The Mystery Of The Crypto Queen (Nederlandse titel: De Cryptokoningin: Visionair Of Meesterfraudeur?, 138 min.) zet de hele Onecoin-affaire, die ook al het onderwerp was van de documentaire Lie To Me, nog eens op een rijtje. OneCoin, met de zelfgekozen bijnaam The Bitcoin Killer, werkt in feite als een wereldwijde Tupperware-party, waarbij familieleden en vrienden elkaar overtuigen van de zegeningen van de cryptomunt en worden beloond als ze daarin slagen.

Wie er eens goed naar kijkt, zoals cryptokenner Tim ‘Tayshun’ Curry, ziet dat OneCoin in werkelijkheid niet meer is dan een zorgvuldig opgetrokken luchtkasteel, dat een gigantisch piramidespel moet verhullen. En het Bulgaarse orakel Ruja Ignatova, gezegend met een IQ van boven de 200, speelt een sleutelrol in het uitdragen van de centrale boodschap: join the financial revolution. Zij overtuigt hele volksstammen ervan dat ze met de aankoop van OneCoins vliegensvlug miljonair kunnen worden.

Regisseur Alex Tondowski zoomt in op de achtergronden van de vrouw die een – ja, nog zo’n slimme marketingterm – OneLife propageert. Na de val van de Muur is Ruja zelf begin jaren negentig met haar ouders naar Duitsland geëmigreerd. In het plaatsje Schramberg in het Zwarte Woud belandt zij als Oost-Europese immigrante op het gymnasium, waarna ze naar Oxford zou zijn vertrokken en bij McKinsey beland. Ignatova heeft altijd al grote dromen: ze wil rijk en belangrijk worden. Enter Evgeni Minchev.

Haar flamboyante landgenoot, die maar wat graag over zijn voormalige protegé lijkt te willen vertellen, zorgt ervoor dat ze de juiste mensen leert kennen en binnen twee maanden na de oprichting van OneCoin al tot zakenvrouw van het jaar wordt gekozen in eigen land. Tussendoor ondergaat ze een grondige make-over bij de plastische chirurg. Binnen de kortste keren staat Ruja daarna op de cover van het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes Magazine – al blijkt ook in dit geval dat niets is wat het lijkt.

‘If you want to tell a lie’, zegt Lyndell Edgington cryptisch. ‘Tell a big one.’ Behalve fraudejagers zoals hij en klokkenluiders, waaronder de voormalig OneCoin-hotshots  Duncan Arthur en Frank Schneider, laat Fugitive ook enkele van de ruim een miljoen gedupeerde investeerders aan het woord. Terwijl zij berooid zijn achtergebleven, is Ignatova sinds 2017 spoorloos. Is ze zelf verdwenen? vraagt deel drie van deze boeiende miniserie zich af. Of heeft de Russische georganiseerde misdaad haar laten verdwijnen?

Met behulp van geheime telefoonopnamen van Ruja Ignatova en bronnen uit alle uithoeken van de financiële en journalistieke wereld loopt Tondowski de verschillende theorieën af en komt uiteindelijk tot een geloofwaardige hypothese over wat er gebeurd kan zijn met de zakenvrouw die daadwerkelijk te goed was om waar te kunnen zijn.

Minted

PBS

Zijn NFT’s simpelweg een hype, die inmiddels alweer is overgewaaid? Of hebben ze een blijvende impact op de kunstwereld?

Toen Mike Winkelmann, alias Beeple, in 2007 dagelijks tekeningen begon te maken op zijn computer, had hij in elk geval nooit kunnen vermoeden dat die ooit zouden worden erkend als serieuze kunst – en dat hij daarmee bij het befaamde veilinghuis Christie’s zou belanden. Beeple’s digitale kunstwerk Everydays: The First 5000 Days – een Non-Fungible Token (NFT), met een unieke digitale handtekening – wordt in 2021 verkocht. Tot zijn eigen verbazing verwisselt de collage van eigenaar voor maar liefst 69 miljoen dollar. Tegenwoordig heeft Winkelmann z‘n eigen studio, waarmee hij probeert te doen wat elke toonaangevende kunstenaar volgens hem ooit deed: het vernieuwen van de kunst zoals we die kennen.

En het begon ooit zo aandoenlijk en klein. Met behulp van een floppy disk en personal computer kan Kevin McCoy in Minted (80 min.) nog steeds de originele digitale kunstwerken laten zien die hij in de jaren negentig maakte. Samen met zijn partner Jennifer stond hij destijds voor een enorme uitdaging: hoe maak je unieke werken, die niet eindeloos kunnen worden gekopieerd? De Blockchain-techniek bood uiteindelijk uitkomst. Daardoor konden NFT’s ook het levenslicht zien – al was daar in eerste instantie nog altijd geen droog brood mee te verdienen. Cars (2014), het digitale kunstwerk van Jennifer en Kevin McCoy dat geldt als de allereerste verkochte Non-Fungible Token, bracht bijvoorbeeld slechts twintig dollar op.

Sindsdien is er veel veranderd: NFT’s groeiden uit tot een hype, zowel in de kunstwereld als daarbuiten, en werden daarna onderdeel van een zogenaamde ‘crypto clash’. Nicholas Bruckman verwerkt die ontwikkeling op een toegankelijke manier in deze vlotte, interessante en speels vormgegeven film. Hij doet dat aan de hand van enkele hoofdpersonen. Fotograaf Justin Aversano begon de foto’s van zijn tweelingenproject Twin Flames enkele jaren geleden bijvoorbeeld als NFT te verkopen, kan zichzelf daardoor nu onderhouden en hoeft dus geen commerciële klussen meer aan te nemen. En de Cubaanse kunstenares Kina Matahari, die in eigen land te maken krijgt met censuur, heeft er ook creatieve vrijheid in gevonden.

Verder hebben NFT’s ook hun eigen kwetsbaarheden. Want wie zorgt ervoor dat anderen jouw werk niet als NFT gaan verkopen, zoals de Nederlandse kunstenares Loish gebeurde? Wie treedt er op als je wordt gehackt? Wat te denken van celebrities, zoals Paris Hilton met haar ‘Bored Apes’ bij de talkshow Jimmy Fallon, die een verdienmodel creëren met NFT’s, waarvan de artistieke waarde mag worden betwijfeld? En hoe wordt de markt beïnvloed, of zelfs verziekt, door allerlei lieden die snel rijk denken te kunnen worden met de handel in NFT’s? Wanneer het mis gaat en de markt crasht, is één ding in elk geval duidelijk: niet alleen gewone investeerders gaan het schip in, kunstenaars zoals Justin Aversano en Kina Matahari kunnen zomaar hun (enige) inkomstenbron verliezen.

Biggest Heist Ever

Netflix

Was het Rusland, Noord-Korea of toch Iran? Als het Bitfinex-fonds uit Hongkong in 2016 op ingenieuze wijze wordt gehackt, denken insiders meteen aan een schurkenstaat. De onbekende daders hebben maandenlang rondgeneusd en een flinke slag geslagen. Dit is niet het werk van kwaadbedoelende amateurs, zo is het algehele gevoel.

De daders kampen alleen met één probleem: transacties met het buitgemaakte geld zijn voor de hele wereld te volgen. Het is alsof de buit gewoon op straat ligt, voor alles en iedereen zichtbaar. Hoe haal je die dan stiekem binnen? Intussen loopt de waarde van de gestolen Bitcoins zienderogen op: tot maar liefst 4,5 miljard dollar.

Amerikaanse opsporingsambtenaren tasten een hele tijd volledig in het duister over de identiteit van de cryptoboeven. Totdat ze via enkele opmerkelijke transacties een adres in New York op het spoor komen: Wall Street 75, het thuisadres van twee wannabe-influencers met opvallend diepe zakken, Ilya ‘Dutch’ Lichtenstein en Heather Morgan.

De twee blijken er online nogal een opmerkelijk leven na op te houden. Met name Morgan trekt de aandacht als een kneuzige parodie op een vrouwelijke rapper, die echter serieus bedoeld lijkt te zijn: @Razzlekhan, volgens een kennis een soort ‘Heather maal honderd’. Met wanstaltige ‘hits’ als Versace Bedouin en Vacuum Cleaner.

De Amerikaanse documentaire-lopende band Chris Smith krijgt in Biggest Heist Ever (87 min.) maar geen genoeg van de online-strapatsen van de vermeende Bitcoins-dievegge. En ook haar nerdy echtgenoot Dutch, met wie zij op extravagante wijze in het huwelijk is getreden, mag zich in zijn warme belangstelling verheugen.

Met zichtbaar plezier volgt Smith ook de Amerikaanse speurders tijdens hun zoektocht door het darknet, waarbij ‘follow the money’ nog altijd een bruikbaar uitgangspunt blijkt te zijn om, te midden van alle rookgordijnen en dwaalsporen, de naakte waarheid bloot te leggen, zodat ze deze Bitcoin-Bonnie & Clyde dan toch kunnen inrekenen.

Waarbij het dan nog wel de vraag is hoe een hoogopgeleide en kosmopolitische Amerikaanse vrouw en haar Russische echtgenoot de vaardigheden en mogelijkheid hebben verkregen om zich wederrechtelijk zo’n ontzettende smak virtueel geld toe te eigenen? Wacht, even terugspoelen… Rússisch? Zou ’t dan misschien tóch?

Aan het eind van deze smakelijke film zijn er evenveel vragen beantwoord als weer opgeworpen – en komt de cryptoleek desalniettemin ‘verrijkt’ de krochten van het internet weer uit.

Diari De La Meva Sextorsió

Gadea Films

‘Please, don’t make me do this’, schrijft de onbekende hacker, die de hand heeft weten te leggen op haar laptop. ‘Pay now and let’s get it over with.’ 2400 dollar wordt Patricia Franquesa geacht om af te tikken in Bitcoins. Anders verstuurt de afperser de compromitterende foto’s, die hij op Patricia’s computer heeft aangetroffen, door naar haar complete adresboek. De Spaanse filmmaakster, actief voor Gadea Films uit Barcelona, heeft eigenlijk geen keuze.

In Diari De La Meva Sextorsió (Engelse titel: My Sextortion Diary, 63 min.) reconstrueert zij hoe ze in deze situatie terecht is gekomen en gaat ze op zoek naar de man (?) die haar het leven zuur maakt. Dat relaas begint in een café in Madrid, waar twee mannen op een onbewaakt ogenblik, zo is later te zien op beveiligingsbeelden, haar laptop ontvreemden, en eindigt zoals dit soort zaken wel vaker eindigen. Want Franquesa is bepaald niet het eerste slachtoffer van zulke slinkse chantage.

Deze clevere whodunnit speelt zich vooral af op haar beeldscherm. Daar zijn haar eigen selfies en vlogs te zien, chat ‘Pati’ met mensen uit haar directe omgeving (die ze waarschuwt voor wat er wellicht op komst is en die haar weer waarschuwen als dat daadwerkelijk is gekomen) en zet ze alle moderne middelen die tot haar beschikking staan in om de identiteit van de dader te achterhalen. Die heeft zich echter verschanst achter een VPN, in een schimmige uithoek van het internet.

De vormgeving van deze online-zoektocht – met veel gebruik van split screen, tintelfrisse kleuren en influencer-achtige inkijkjes in haar leven – is al even bijdetijds. Methodisch vlooit Patricia Franquesa de kwestie, die zich al snel ook uitstrekt tot haar professionele leven, helemaal uit. Zo ontvouwt zich een kat- en muisspel, tussen een jonge, kwetsbare vrouw en een onbekende afperser. Hij/zij wil haar de duimschroeven aandraaien, terwijl zij de onbekende figuur die haar leven overneemt probeert te traceren.

Zo toont Diari De La Meva Sextorsió de impact van sextortion – eerder bijvoorbeeld ook al geëxploreerd in Another Body – en daarmee ook welke mogelijkheden de anonimiteit op het internet lieden met héél verkeerde intenties biedt om andermans bestaan (of de samenleving als geheel) volledig te ontwrichten. Bij de Spaanse politie vangt Patricia Franquesa in elk geval bot – om het heel mild uit te drukken. Ze zal zelf op zoek moeten naar een manier om haar leven weer in handen te krijgen.

Lie To Me

Hacienda Film

De Noorse blockchain-expert Bjørn Bjercke kan zijn ogen nauwelijks geloven als hij ziet dat OneCoin in 2016 z’n nieuwe cryptomunteenheid presenteert voor een publiek van 20.000 geïnteresseerden in het Londense Wembley-stadion. Hij is op datzelfde moment juist in gesprek met het bedrijf van de Bulgaarse onderneemster Ruja Ignatova en haar marketingspecialist Sebastian Greenwood om de techniek daarvoor te ontwikkelen. OneCoin heeft nog helemaal geen blockchain en belazert dus de kluit.

Bjercke neemt zich voor om de ‘cryptoqueen’ te ontmaskeren en haar grootschalige zwendel aan de kaak te stellen. Terwijl hij het aanbod van OneCoin afslaat, accepteert de Zuid-Afrikaanse bankier Duncan Arthur wel een baan bij Ignatova. Hij zal tot 2019 een belangrijke positie bekleden binnen het bedrijf. Dan verlaat hij de club en werpt zich op als klokkenluider. ‘OneCoin is een sekte die wordt gerund door iemand met zeer veel charisma’, zegt Arthur nu. ‘Zij kan anderen van werkelijk alles overtuigen.’

OneCoin is gewiekst opgezet, laat regisseur Bår Tyrmi zien in Lie To Me (94 min.). De flamboyante dr. Ruja Ignatova presenteert zich tijdens groots opgezette bijeenkomsten als een heus orakel en verspreidt de blijde OneCoin-boodschap over de hele wereld, liefst via religieuze leiders en bestaande netwerken. Investeerders worden zo onderdeel van de OneFamily, waarmee ze dan een OneLife kunnen leiden. OneCoin begint, kortom, alle kenmerken van een sekte vertonen. Totdat de grote leidster ineens spoorloos verdwijnt…

Met behulp van Bjercke, Arthur, de gedesillusioneerde Zweedse investeerder Jonatan Wigerup en enkele deskundigen brengt Tyrmi een slinks opgezet piramidespel in kaart. Dat is met zoveel overtuigingskracht en marketingtrucs aan de man gebracht, dat miljoenen investeerders erin tuinen. De vraag is of zij dat onheil ook niet een beetje over zichzelf hebben afgeroepen. De titel van deze film, Lie To Me, lijkt daarop te zinspelen: de mens die zich graag laat beliegen, als dat tot ultieme rijkdom zou kunnen leiden.

De boodschap over deze malafide concurrent van de Bitcoin wordt speels verpakt, met ludieke illustratieve beelden en kekke vormgeving. Meer informatie over die mysterieuze dokter Ignatova – en haar louche broer Konstantin, die Ruja’s rol overneemt nadat zij de benen heeft genomen – was alleen geen overbodige luxe geweest. Rond OneCoins grote roerganger blijft ‘t mistig. Ook waar zij nu is – en of ze überhaupt nog in leven is.

Één ding is, natuurlijk, wel duidelijk: dat ook deze keizerin geen kleren aanheeft.

De driedelige serie Fugitive: The Mystery Of The Crypto Queen zoomt verder in op de achtergrond van Ruja Ignatova en wat er met haar gebeurd zou kunnen zijn.

Money Electric: The Bitcoin Mystery

HBO Max

Het zou een naam kunnen zijn voor een James Bond-schurk: Satoshi Nakamoto. Een mysterieuze figuur met Keyser Söze-achtige allure wellicht: Satoshi Nakamoto. Een online-manifestatie van Sauron zelfs: Satoshi Nakamoto. Onthoud die naam – ook al houdt de persoon daarachter zich, natuurlijk, angstvallig schuil.

Dat onthouden zal overigens ook wel lukken na Money Electric: The Bitcoin Mystery (95 min.), want documentairemaker Cullen Hoback gebruikt de naam als een universeel wachtwoord om diep in de wereld van de Bitcoin te duiken. Want deze digitale munteenheid zou hij, Satoshi Nakamoto dus, hoogstpersoonlijk hebben bedacht. En hij zou ook triljonair (ja, met tr!) zijn geworden van Bitcoins.

Nu is Hoback dus vast van plan om voor deze docu te ontrafelen wie deze kwade genius/idealist/informele leider is. Zo’n missie is de filmmaker overigens wel toevertrouwd. In de docuserie Q: Into The Storm (2021) beweert hij, als een eigentijdse variant op Hercule Poirot of Miss Marple, de identiteit te hebben achterhaald van een al even groot mysterie, het Trumpistische orakel QAnon.

Verdachten genoeg in dit nieuwe onderzoek. Met illustere schuilnamen bovendien. Een Dr. Doom bijvoorbeeld, de econoom die de financiële crisis van 2008 voorspelde. Een Prins Philip van Servië, de gedroomde connectie om de virtuele ‘gouden wikkel’ van Sjakie (die van de chocoladefabriek) te vinden. En de Bitcoin Jesus (of is ‘t toch Bitcoin Judas?), een goedgeefse investeerder in digitale valuta.

Met al die uiteenlopende personages en tot de verbeelding sprekende termen als ‘blocksize war’, ‘cypherpunks’ en ‘Bitcoin-FOMO’ slaagt Hoback erin om een volstrekt ondoorzichtige wereld toch toegankelijk te maken en intussen belangrijke maatschappelijke thema’s aan te snijden, waarover doorgaans geen avonturenfilms worden gemaakt: geldsystemen, privacy en de cashloze samenleving.

Is Bitcoin het ideale antwoord op de problematische verbinding tussen die drie? Het elektronische geldsysteem ontstond in elk geval als reactie op de crisis van 2008, toen het gehele financiële systeem bankroet leek te gaan – en Jan Modaal met zich mee de afgrond in dreigde te trekken. En ook de almacht van Uncle Sams good ol’ dollar kan door de komst van de Bitcoin wel eens op de tocht komen te staan.

Vandaar ook de weerstand die de internetlegende oproept. Hij is intussen wel een zegen voor deze film. Met behulp van z’n prooi kan Cullen Hoback zich door, stiekem, best wel taaie materie worstelen. En als hij, zoals ‘t een archetypische protagonist van het kaliber Indiana Jones of Marty McFly betaamt, toch weer boven komt drijven, denkt hij ook nog eens het antwoord te hebben op die ene alles verterende vraag:

Wie is Satoshi Nakamoto?

Adam Back, Craig Wright, Amir Taaki, Gavin Andresen, Hal Finney, Nick Szabo, Nouriel Roubini, Peter Todd of – bummer! – geen van allen?

De Gijzeling In De Apple Store

Videoland

Is het hem echt om het geld te doen? De gijzelnemer heeft een onrealistisch hoog bedrag geëist: tweehonderd miljoen euro in cryptovaluta. Of moet De Gijzeling In De Apple Store (90 min.) toch worden beschouwd als een wanhoopsdaad? Op 22 februari 2022 dringt een gewapende man de winkel op het Leidseplein in Amsterdam binnen en gijzelt een klant. Medewerker Alex Manuputty en enkele andere klanten weten zich voorlopig in veiligheid te stellen in een soort bezemkast. Op een andere verdieping van het pand zitten een aantal medewerkers van een advocatenkantoor bovendien vast op hun werkplek. Zij zijn overgeleverd aan een ogenschijnlijk volstrekt onberekenbare man.

Intussen kijkt half Nederland mee hoe de gijzeling, die nauwgezet is gereconstrueerd door Roos Gerritsen voor deze tweedelige documentaire, zich verder ontwikkelt. De man, die camouflagekleding en een bomgordel draagt en later geïdentificeerd zal worden als Abdel A., houdt duidelijk zichtbaar een gegijzelde man vast en zwaait intussen vervaarlijk met een automatisch wapen. ‘Ik wil een onderhandelaar’, roept hij door de openstaande deur naar de politie, die het Leidseplein heeft afgezet. ‘Als jullie schieten, ik breng jullie naar het stenen tijdperk, hè?’ Om zijn woorden kracht bij te zetten, lost de gijzelnemer zo nu en dan, ogenschijnlijk lukraak, enkele kogels.

Met niet eerder vertoond beeldmateriaal (waaronder van Abdels bodycam), audioverkeer van de politie, het telefonische contact met de mensen in de kast en de communicatie tussen de gijzelnemer en een onderhandelaar van de politie wordt de stress van de situatie invoelbaar gemaakt. De onderhandelaar houdt Abdel aan de praat, probeert zo een band op te bouwen en ontfutselt hem ondertussen informatie over wie hij is en wat zijn motieven zijn. Locoburgemeester Rutger Groot Wassink en vertegenwoordigers van de politie, de Dienst Speciale Interventies en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie kaderen de opeenvolging van gebeurtenissen verder in.

En dan komt de zaak plotseling in een stroomversnelling. De dramatische afloop moge dan bekend zijn, de impact ervan, die je als kijker van deze stevige reconstructie nu van binnenuit kunt beleven, is toch aanzienlijk. ‘In wat voor film heb ik gezeten?’ vraagt Apple Store-medewerker Alex Manuputty zich naderhand af, als hij is bevrijd uit de winkel waar hij de hachelijkste werkuren van zijn leven heeft doorgebracht. En waarom was het de hoofdrolspeler daarvan nu werkelijk te doen?

Bitconned

Netflix

Zoals hij daar zit in het centrale interview van Bitconned (94 min.), oogt Raymond Trapani als een klassieke snelle jongen. De gesoigneerde Amerikaanse twintiger heeft plaatsgenomen op een grote fauteuil, die netjes uitgelijnd in een luxueus ogende kamer is geplaatst. Ray zit er duidelijk op zijn gemak. Gekleed in een casual zwarte Ralph Lauren-outfit, met modieuze witte sneakers erbij. Quiet luxury, zogezegd. En zo nu en dan neemt hij, nog altijd een meester in het verkopen van lucht, een achteloos trekje van zijn vape. Zo, brave burgermensen, ziet succes eruit.

Hoe anders zou deze aanstekelijke schelmendocu hebben aangevoeld als Ray was opgevoerd in zo’n typisch oranje gevangenispak en vanachter het glas van een spreekruimte regisseur Bryan Storkel te woord zou hebben gestaan? Nadat eerst nog even zijn handboeien waren losgemaakt, welteverstaan. Want Ray Trapani is een rascrimineel, zo geeft hijzelf meteen grif toe. ‘Het is niet makkelijk om een huis te kopen’, zegt hij bijvoorbeeld in de openingsscène, terwijl ie een nieuw maatpak krijgt aangemeten. ‘Je moet het systeem te slim af zijn. Dat is de moderne American Dream.’

Nadat hij met zijn vaste partner Sam ‘Sorbee’ Sharma een tijdje een autoverhuurbedrijf heeft gehad in Florida, besluiten de twee in 2017 in de ondoorzichtige bitcoin-wereld te stappen. Met Centra Tech willen ze een credit card uitbrengen waarmee je altijd en overal met cryptovaluta kunt betalen. Vrijwel direct stromen de investeerders toe. Want als er ergens snel geld is te verdienen… Bovendien wekken de achtergrond van de twee oprichters (Harvard) en de oudere CEO die zij hebben aangetrokken, voormalig Chase Bank- en Wells Fargo-bestuurder Michael Edwards, vertrouwen.

Storkel laat er vanaf het begin geen misverstand over bestaan: Centra is niet meer dan de toevalstreffer van twee omhoog gevallen kruimeldieven. ‘Als ik wist dat ik illegaal dertig miljoen kon verdienen, zou ik het dan doen of niet?’ reageert Ray Trapani, inmiddels allang tegen de lamp gelopen, op de vraag of hij nog eens zo’n zwendel zou opzetten. ‘Ik denk dat ik het risico zou nemen.’ Hij geniet in elk geval zichtbaar van alle aandacht. De lefgozer laat zich maar al te graag in strak pak en stropdas, met een cocktail aan het zwembad of achter het stuur van een snelle bolide filmen.

Want net als bij Centra, zonder scrupules aan de man gebracht door (dik betaalde) beroemdheden zoals bokser Floyd Mayweather en DJ Khaled, is ook in deze film het beeld, het image, wat beklijft. Zolang het maar lijkt alsof je succesvol bent, ben je ook daadwerkelijk succesvol – ook als dat succes volledig op een leugen berust. Bryan Storkel geeft zijn protagonist daarvoor alle ruimte. Hij is duidelijk niet uit op een psychologisch portret van Ray Trapani, kind van een alleenstaande moeder met drie kinderen, maar wil vooral diens hondsbrutale ‘scam’ in al z’n groteske absurditeit tonen.

En dat werkt heel aardig, ook op de lachspieren. En zoveel onbeschaamdheid heeft, ook doordat de slachtoffers ervan nauwelijks in beeld komen, op de één of andere verwrongen manier ook wel weer z’n charme. Totdat journalist Nathaniel Popper van The New York Times eens begint te graven in het bedrijfsmodel van de crypto-startup. Wordt die Centra Card werkelijk ondersteund door bedrijven als Visa, Mastercard en Bancorp? En dan dondert het hele kaartenhuis, opgebouwd in een gigantisch spiegelpaleis, in elkaar en is het ouderwets ieder voor zich en… juist. Samen voor ons eigen.

Waarbij de één in de cel belandt en de ander in een koophuis. En daarmee krijgt Bitconned op de valreep, als de balans voor de verschillende betrokkenen wordt opgemaakt, ook nog wel een lekker kartelrandje. Een moraal van het verhaal, zo je wilt. Over misdaad en lonen – alleen dan nét anders. Nu is het alleen nog wachten op het moment dat Sam ‘Sorbee’ Sharma in zijn eigen docu, liefst met een sigaar in de mond en een koffer vol contant geld binnen handbereik, zijn kant van dit ongelooflijke (en toch ook wel weer heel gemakkelijk te geloven) verhaal doet.

The Anarchists

Vanaf 11 juli op HBO Max

De naam zegt eigenlijk genoeg: Anarchapulco, een conventie voor anarchisten die sinds 2015 jaarlijks wordt georganiseerd in de Mexicaanse badplaats Acapulco. ‘Fuck The State’ dus – met zelfverklaarde ‘freedom fighters’ zoals de belastingweigeraar Larken Rose, ontscholingspropagandist Dayna Martin en crypto-evangelist Joby Weeks – maar natuurlijk ook Going loco in Acapulco. Een feest zonder weerga, voor de happy few die ‘t zich kunnen veroorloven. Dat wel in ellende móet eindigen.

Anders zou er natuurlijk ook geen zesdelige documentaireserie over worden gemaakt: The Anarchists (317 min.). Filmmaker Tod Schramke is daarvoor in totaal zes jaar lang aangesloten bij Anarchapulco’s kernfiguren: de gefortuneerde Canadese oprichter Jeff Berwick, het organiserende echtpaar Lisa en Nathan Freeman en de dwarse crusties Lily Forester en John Galton. Hij ziet hoe de vanuit een utopisch ideaal (?) opgestarte anarcho-kapitalistische gemeenschap gaandeweg helemaal ontspoort.

Met idealen hebben de verwikkelingen in Anarchapulco al snel weinig meer te maken. Er ontstaat tweespalt in de vrijheidslievende enclave, waar het leven in eerste instantie goed lijkt, (behalve wat gehandel in Bitcoins) nauwelijks wordt gewerkt en een gezamenlijke vijand de boel bij elkaar houdt: de staat. Het is een levenshouding, veelal ingenomen vanuit pure frustratie of ongebreideld egoïsme, die onvermijdelijk herinneringen oproept aan die ene ontluisterende oneliner: wanneer iemand zegt dat hij van vrijheid houdt, dan bedoelt-ie niet jouw vrijheid.

Schramke graaft (heel treffend) niet al te diep naar de achtergronden van het anarchisme dat de naar Acapulco uitgeweken Amerikanen aanhangen, maar melkt de spanningen tussen de verschillende facties, en de drama’s en dreiging van geweld die daarmee gepaard gaan, wel helemaal uit. The Anarchists, opgeleukt met allerlei kleurrijke personages en enkele geanimeerde sequenties, begint daardoor gaandeweg steeds meer te trekken en gaat uiteindelijk, net zoals het fenomeen Anarchapulco zelf, als een nachtkaars uit.

Trust No One: The Hunt For The Crypto King

Netflix

Begin 2019 komt de onheilstijding: Gerald Cotten, de dertigjarige oprichter van de Canadese cryptowisselbeurs QuadrigaCX, is tijdens een reis in India plotseling overleden. Hij neemt de wachtwoorden van zijn klanten mee het graf in. Ruim tweehonderd miljoen dollar, geïnvesteerd in bitcoins, wordt daardoor onbereikbaar. 

Enkele Quadriga-gebruikers, waaronder een digitaal geanonimiseerde investeerder met de schuilnaam QCXINT, laten het er niet bij zitten en gaan online op zoek naar hun geld. Ze beginnen zich al snel af te vragen of Gerry eigenlijk wel dood is. Is die nerdy jongen, die nog geen vlieg kwaad leek te doen, er misschien stiekem tussenuit geknepen met hun inleg?

Dat is een aardige premisse voor Trust No One: The Hunt For The Crypto King (91 min.), een diepe duik in de ondoorzichtige wereld van het grote (virtuele) geld, waarbij ook nu weer niets is wat het lijkt en het antwoord op de ene vraag alleen maar een volgende vraag inluidt. Waarbij het bovendien, zo gaat dat dan, de vraag is wanneer een bruikbare hypothese verandert in een ordinaire complottheorie.

Met slachtoffers, direct betrokkenen en enkele deskundigen probeert regisseur Luke Sewell in deze interessante financiële thriller door te dringen tot de kern van de grootschalige zwendel (?), die een spoor van gedupeerden heeft achtergelaten. Zij willen genoegdoening, maar bij wie kunnen ze terecht voor digitaal geld dat spoorloos is verdwenen en misschien zelfs wel nooit heeft bestaan?