
Het lijkt soms een klein wonder als het wél goed gaat met Nikki (112 min.). In de jaren dat documentairemaker Monique Nolte (Het Beste Voor Kees) de tiener volgt zit ze namelijk voortdurend tussen twee vuren. Tussen vader Fred, die grote delen van haar leven buiten beeld is en meteen stress veroorzaakt als hij wel even, letterlijk, ‘in the picture’ verschijnt. En moeder Karin, die beslist het beste voorheeft met Nikki, maar ook kampt met borderline.
Op de basisschool gaat het desondanks best goed met het meisje. Ze krijgt een HAVO-advies en meldt zich vol goede moed op het Christelijk Lyceum Zandvliet in Den Haag. Daar blijven haar resultaten, mede door opvallend hoog verzuim, echter toch achter en begint al het tumult in haar jonge bestaan als KOPP-kind, een kind van ouders met psychische problemen, zich te wreken. Hoezeer Karin haar daartegen ook probeert te beschermen.
Monique Nolte nestelt zich met haar camera jarenlang in de omgeving van moeder en dochter en sluit ook aan bij sleutelmomenten op school of met hulpverleners. Zo vangt ze van zeer nabij de ontwikkelingen in het leven van de opgroeiende tiener. In dat opzicht doet Nikki enigszins denken aan Alicia (2017), de verpletterende film van Maasja Ooms over een meisje dat helemaal verdwaald raakt in de Nederlandse jeugdzorg, met buitengewoon tragische gevolgen.
Zo schrijnend is deze observerende documentaire niet – al komt ie soms gevaarlijk dichtbij. Nolte maakt ook uitgesproken artistieke keuzes: ze kiest bijvoorbeeld voor het incorporeren van geanimeerde sequenties, die droom- en angstbeelden van haar hoofdpersoon tastbaar maken. Het is de vraag of de film die nodig heeft. Bij sommige aangrijpende scènes kan de kijker zelf ook wel bedenken wat er in het hoofd van de puber omgaat.
Dit laat onverlet dat ook deze film regelmatig aanvoelt als een stomp in de maagstreek. Nikki moet zich door het ene na het andere loyaliteitsconflict banen en ervoor zorgen dat ze onderweg zichzelf niet kwijtraakt. Het is de tragiek van een jong meisje met een moeder die volgens eigen zeggen een gat van binnen heeft dat door anderen moet worden gevuld en een papa die niet weet hoe hij vader moet zijn. Hoe kan een kind in zo’n omgeving opgroeien tot een (psychisch) gezonde volwassene?