Een Vrouw Als Monique

Amstelfilm

Met haar documentaire over een Nederlandse topcameraman, Living The Light – Robby Müller, gooide Claire Pijman in 2019 niet alleen nationaal, een Gouden Kalf, maar ook internationaal hoge ogen. Voor haar portret van een ander icoon van de Nederlandse film, actrice Monique van de Ven, kiest ze voor een onconventionele aanpak.

Een Vrouw Als Monique (82 min.) is geen traditioneel acteursportret, waarin de hoofdpersoon, haar intimi en de talloze regisseurs en collega’s met wie zij werkte geanimeerd terugblikken op haar lange loopbaan, die met een sprekende collage van privébeelden, reportages en filmfragmenten nog eens grondig wordt doorgelopen.

Pijman heeft Monique van de Vens leven en loopbaan ondergebracht in een fictief verhaal over een oudere actrice die in haar vakantiehuis aan zee een gestrande jongeman met een kapotte fiets opvangt, een rol van Joes Brauers. Samen met hem laat ze, aan de hand van plakboeken en filmscènes, haar leven nog eens de revue passeren.

Zo ontvouwt zich een delicate balanceeract tussen spel en werkelijkheid, waarmee Van de Ven in zekere zin zichzelf kan portretteren. ‘Ze schommelt de hele tijd tussen echt en onecht’, legt de acterende/geacteerde versie van de actrice in een metascène uit aan de geacteerde acteur tegenover haar, die voor 24 uur haar bezoeker is. ‘Echt supervaag!’

Claire Pijman matcht de gebeurtenissen in die vakantiewoning met scènes uit/rond films als Turks Fruit, Keetje Tippel, Een Vrouw Als Eva, De Aanslag, Iris en Een Maand Later en lardeert dit geheel weer met korte gesprekken van haar hoofdpersoon met de filmmakers Paul Verhoeven en Nouchka van Brakel, die uiteindelijk wel een Fremdkörper blijven.

Binnen dat geheel, gebaseerd op een script dat Pijman schreef met Fabie Hulsebos, is er alle ruimte voor de oudere actrice Monique van de Ven om de kernervaringen en grote emoties uit haar leven, zoals bijvoorbeeld bij het overlijden van haar eenjarige zoontje Nino in 1993, op een open en veilige manier uit te spelen of bespreekbaar te maken.

En Joes Brauers speelt het spel in deze subtiele film tot aan het eind mee. Als duidelijk wordt wat zijn rol werkelijk is in dit verhaal van/over/met Monique van de Ven.

The Invisible Ones

c: Pim Hawinkels / Amstelfilm

‘Ik ben veel dank verschuldigd aan de vele superhelden en hun scheppers die mij vanaf mijn jeugd hebben geïnspireerd om ook een superheldenfilm te maken’, begint Martijn Blekendaal aan de aftiteling van zijn, ja, superheldenfilm The Invisible Ones (Nederlandse titel: De Onzichtbaren, 77 min.). ‘In het bijzonder de filmmakers die met hun prachtige films licht in mijn duisternis toverden.’ Hij noemt meteen enkele titels van comics en superheldenfilms, waarvan hij in de voorgaande vijf kwartier toch maar mooi tekeningen, shots en fragmenten heeft mogen verwerken: Superman, Batman, Wonder Woman, Captain America en The Hulk.

Blekendaal vervolgt zijn mission statement in de aftiteling van deze sprankelende jeugddocu met een ode aan films over onzichtbare helden, waarbij er een bijzondere vermelding is voor Paul Verhoevens Hollow Man. ‘Deze prachtige films met een onzichtbaar karakter inspireerden mij om voorbij het zichtbare te denken en zelf op zoek te gaan naar een speelse vorm die de verbeelding alle ruimte geeft.’ En dat is ook precies waarin The Invisible Ones met verve slaagt: de verbeelding aan de macht. Met vallende sterren als superheldenmobielen, een laboratorium waar het uitvindersduo Keez en Ruud z’n eigen superheld gaat ontwerpen én onzichtbaar gemaakte hoofdpersonen.

Het gaat om mensen die als kind al onzichtbaar konden worden. Meestal niet uit vrije wil overigens. Eerder door omstandigheden gedwongen. Zoals hijzelf ooit was, een bang tienjarig jongetje, dat van een ander joch kreeg te horen: ‘Jij hoort hier niet, je bent zwart.’ En misschien had die nog wel gelijk ook. Want: ‘Niemand die op mij lijkt.’ De kleine Martijn wilde daarom graag – aap uit de mouw! – onzichtbaar zijn. Andere voorbeelden? De blinde skateboarder Nathan die met zijn tong klikgeluiden maakt, een oude vleermuizentechniek, om te navigeren. Of de negentienjarige dakloze jongen Samir, die zich thuis altijd onzichtbaar moest maken en nog altijd onder de radar wil blijven.

En, natuurlijk, het Joodse ‘Broertje’, dat in 1944 meermaals moest verdwijnen om uit de handen van de Duitsers te blijven. Inmiddels is hij een oudere man, genaamd meneer Eljon, met een wel heel bijzonder huis. Verder een Palestijnse jongeling, die vanwege zijn geaardheid vanuit Gaza naar België is gevlucht. En een oudere mevrouw, Walvisch genaamd, die veel krachtiger is dan ze in eerste instantie lijkt. Daarvoor moet je dan wel héél goed naar haar kijken. En in dat geval kun je, als je het slingerachtige pad langs allerlei ontmoetingen, activiteiten en beeldgrappen dat Martijn Blekendaal hier met overduidelijk plezier uitstippelt, ook nog wat van haar en de andere superhelden leren.

Blekendaal blijft zelf ook onzichtbaar in deze film. Als in: hij laat zich niet zien. Of ’t moet zijn in een greenscreen-groen superheldenpak. Zijn stem is intussen, letterlijk, uit duizenden herkenbaar. Of tenminste uit de jeugdfilm De Man Die Achter De Horizon Keek (2019), een hartveroverend portret van de avonturier Bas Jan Ader die in 1975 in een piepklein bootje de Oceaan wilde oversteken en sindsdien nooit meer is gezien. Niet alleen qua dictie en timbre trouwens, ook hoe hij als verteller speels verbanden legt, onmogelijke bochten neemt en soms hoog boven ons allen uittorent. Zo formuleert hij een speels en inventief pleidooi voor empathie. Om, simpel gezegd, het goede te doen.

Intussen spat de makerslol er vanaf in deze lijvige jeugddocu. En daarover zegt hij dan weer in de aftiteling. ‘Deze film is gemaakt vanuit een diepe en persoonlijke fascinatie voor het superheldenfenomeen in de populaire cultuur en liefde voor de filmgeschiedenis.’  Waarvan akte.

Jamal

Videoland

De ene na de andere dreun heeft hij in de voorgaande jaren moeten incasseren. In het najaar van 2020 lijkt Jamal ben Saddik eindelijk klaar voor een titelgevecht met zijn grote rivaal Rico Verhoeven. En dan krijgt de Belgische kickbokser ineens ernstige rugpijn. Bovendien wacht hem een halfjaarlijkse controle in het ziekenhuis om te kijken hoe ‘t staat met de schildklierkanker die hem al tweemaal eerder heeft overvallen.

Daarmee is het leed echter nog niet geleden voor Jamal (120 min.) in deze driedelige serie van Duco Coops, die als maker echt met z’n neus in de boter valt. Ben Saddik heeft al sinds december 2018 niet meer gevochten en moet daarom op een andere manier aan z’n brood zien te komen. De zaak waar de vechter uit de beruchte Antwerpse wijk Borgerhout mobiele telefoons verkoopt, bezorgt hem alleen ook weer de nodige problemen. Totdat de Marokkaanse Belg nauwelijks meer een uitweg ziet.

Ben Saddik wil weer terug de ring in, met een nieuwe trainer bovendien: Mike Passenier, de man die ook Badr Hari groot heeft gemaakt. Samen hebben ze eigenlijk te weinig tijd om hem volledig te prepareren voor een gevecht. Coops stapt met hen in de tunnel die Jamal desondanks een heroïsche overwinning moet bezorgen. Eerst wordt hij in Mike’s Gym in Oostzaan zowel fysiek als mentaal klaargestoomd, daarna volgt in het Arnhemse Gelredome de krachtproef met een imposante opponent.

Dit tweegevecht, de apotheose van de tweede aflevering, krijgt bijna Rocky-achtige allure, waarbij de outsider zowaar de gedoodverfde favoriet lijkt te kunnen vloeren. Duco Coops vangt zowel de dramatische aanloop naar het gevecht, inclusief de ‘stare down’, verbeten peptalks en de tergend lange laatste minuten voordat ze eindelijk de ring in mogen, als de adrenaline van de navolgende kamp, waarbij de twee elkaar beurtelings het licht uit de ogen lijken te gaan slaan en trappen.

Als er te langen leste dan toch een overwinnaar is uitgeroepen, wordt de hoofdpersoon in deze geladen miniserie weer teruggeworpen op zichzelf. Alle anderen, zowel zijn begeleiders als tegenstanders, zijn niet meer dan passanten. Uiteindelijk lijkt Jamal Ben Saddik toch vooral tegen zichzelf te vechten – en de beelden die hij bij anderen, inclusief politie en justitie, oproept over zichzelf. Een eenzamere strijd bestaat er niet.

Like Tears In Rain

NTR

‘Oh-oh’, zegt Paul Verhoeven in de openingsscène van Like Tears In Rain (78 min.) als Sanna Fabery de Jonge hem vraagt naar zijn eerste ontmoeting met Rutger Hauer (1944-2019). ‘Ik krijg kippenvel als ik eraan denk’, vult zijn collega-regisseur Robert Rodriguez (Sin City) aan. ‘O, mijn hemel’, lacht Jason Eisener, die Hobo With A Shotgun maakte met de Nederlandse acteur. Waarna Mickey Rourke spontaan ontroerd raakt als hij aan Hauer denkt, zijn voormalige tegenspeelster Miranda Richardson een aardige anekdote over hem opdist en de Nederlandse fotograaf en filmmaker Anton Corbijn constateert dat Rutger ‘iemand was die we allemaal willen zijn.’

Terwijl Rutger Hauer op archiefbeelden uit 1988 vervolgens een Golden Globe in ontvangst neemt voor zijn rol in de film Escape From Sobibor, krijgt zijn goede vriendin Whoopi Goldberg nog even de gelegenheid om te vertellen dat ze alles bij hem kwijt kon en steekt Vincent D’Onofrio de loftrompet over ‘s mans vakmanschap. En daarna is het weer aan Paul Verhoeven om het intro van dit persoonlijke portret af te sluiten. Hauer was niets minder dan ‘de belangrijkste acteur die we ooit in Nederland hebben gehad’, aldus de belangrijkste filmregisseur die we ooit in Nederland hebben gehad. Hij kon zichzelf verwerkelijken via Hauer en werkte in totaal vijf keer met hem samen.

En dan kan die documentaire daadwerkelijk beginnen. Waarin Rutger Hauers leven en carrière worden doorgenomen, geïllustreerd met filmfragmenten en aangezet met herinneringen en superlatieven van vrienden en collega’s. Routinewerk, zo lijkt ‘t. Een clichématige Hollywood-docu. Fabery de Jonge heeft alleen iets anders voor ogen. Natuurlijk, deze film over de Nederlandse acteur bevat alle eerdergenoemde elementen, maar vertrekt vanuit een veel persoonlijkere insteek. Rutger Hauer en diens vrouw Ineke ‘Sien’ Hauer – ten Cate, die ook een prominente rol krijgt in dit portret, waren dierbare vrienden van haar ouders en fungeerden als peetouders voor de kleine Sanna.

En dus introduceert Fabery de Jonge haar eigen familie en poogt ze met hen en Ineke – en fraaie privébeelden, veelal van de veelfilmer Hauer zelf – de man achter het imago van ‘de blonde God’ vandaan te halen. Een vrije man. Een avontuurlijke man. Een man ook die zonder angst probeerde te leven. Gehaast, omdat het leven altijd te kort is. Zoals hij van dichtbij ervoer toen zijn boezemvriend Marius, tevens de broer van zijn echtgenote, op 29-jarige leeftijd overleed. Hauer stond zelf net op een keerpunt in zijn carrière en besloot het Nederland van Turks Fruit, Keetje Tippel en Soldaat van Oranje de rug toe te keren en te verkassen naar de VS voor Blade Runner, Ladyhawke en The Hitcher.

Tijdens zijn allereerste dag op een filmset, voor Paul Verhoevens serie Floris (1969), had Hauer zich volgens eigen zeggen al gerealiseerd dat de camera zijn vriend was. ‘En ik besloot dat dit een dans was met het publiek, bijna een tapdans van angst’, vertelt hij daarover. ‘En in veel opzichten een spel. Een denkspel.’ En dat heeft hij tot het einde van zijn leven, dat zich afspeelde tussen Friesland en Hollywood, kunnen spelen. Als de aftiteling van dit ge(s)laagde portret loopt, realiseert menigeen zich ongetwijfeld dat ie (weer) een heel klein beetje van Rutger Hauer is gaan houden, zowel van de begenadigde acteur als van de mens van vlees en bloed daarachter.

Verhoeven Versus Verhoeven

BNNVARA

Paul Verhoeven is zo’n begaafde regisseur. Je voelt je veilig bij hem.’ (Michael Douglas, acteur Basic Instinct)

‘We maakten ruzie, schreeuwden en lachten. Er zat een geweldige, maffe hartstocht in onze communicatie, die heel inspirerend was.’ (Sharon Stone, actrice Basic Instinct)

‘Hij wordt altijd een beetje verliefd op zijn hoofdrolspeelster, maar dat levert vaak wel een fantastische rol op. Omdat hij heel gepassioneerd regisseert.’ (Derek de Lint, acteur Soldaat Van Oranje en Zwartboek)

‘Ik heb z’n fijngevoeligheid leren kennen. Dat lijkt misschien verbazingwekkend, gezien de films die hij maakt.’ (Isabelle Huppert, actrice Elle)

 ‘Paul is geïnteresseerd in grijstinten, in dubbelzinnigheid en in hoe mensen werkelijk zijn.’ (Joe Eszterhas, scenarist Basic Instinct en Showgirls)

‘Er is een gek iets met Pauls films,: er zit heel vaak een vertraging in. Het duurt even voordat het allemaal op waarde wordt geschat. Dat geldt voor Spetters, dat geldt voor Showgirls en dat geldt voor Starship Troopers. Hij loopt dus voor de muziek uit.’ (biograaf Rob van Scheers)

‘Paul Verhoeven is een cineast die een groot publiek kan boeien en verleiden’, vat verteller Antoinette Beijen-van den Steenhoven ’t aan het eind, met de eloquentie van de betere filmcriticus, nog eens samen in het gedegen portret Verhoeven Versus Verhoeven (54 min.). ‘Maar bijna al zijn films leiden tot een schandaal. Hij neemt risico’s bij elk nieuw verhaal dat hij verfilmt. Hij aarzelt niet om aanstoot te geven of te choqueren en doet dat met een explosief mengsel van vernietigende ironie en aanstekelijke energie.’ Waarvan akte.

Deze documentaire van Elisabeth van Zijll Langhout uit 2016, uitgebracht rond de release van zijn speelfilm Elle, vat de carrière van Neerlands belangrijkste filmmaker samen in een straf uurtje. Hij kan ’t zelf overigens in grofweg twee zinnen. ‘Toen ik films maakte in Nederland noemden de critici m’n films decadent, pervers en vunzig’, zei hij bij de uitreiking van een Razzie Award, voor slechtste film van het jaar, voor Showgirls (1995) in het hart van de Amerikaanse filmindustrie. ‘Inmiddels worden m’n films in dit land bekritiseerd als zijnde pervers, decadent en vunzig.’

Verhoeven maakt nu eenmaal subversieve publieksfilms. Over de belangrijkste thema’s van het/zijn leven: seks, geweld en religie. En deze docu, waarin de man zelf ook uitgebreid aan het woord komt en fragmenten uit producties zoals Floris, Turks Fruit, Flesh+Blood, Robocop en Total Recall natuurlijk ook niet ontbreken, slaagt er heel aardig in om de essentie te vangen van de mens en filmmaker Paul Verhoeven, wiens thematiek in de afgelopen jaren overigens nader is uitgewerkt in aparte documentaires over Basic Instinct (Basic Instinct: Sex, Death & Stone) en Showgirls (You Don’t Nomi).

Basic Instinct: Sex, Death & Stone

NTR

Dat ene shot máákte zogezegd haar carrière. Toen de Amerikaanse actrice Sharon Stone de ondervragingsscène uit Basic Instinct voor het eerst terugzag, dacht ze echter dat die het einde van haar loopbaan zou inluiden. Waar Stone tijdens de opnames nog had gedacht dat er niets van haar naakte onderlijf was te zien toen ze uitdagend haar benen over elkaar sloeg, bleek er in de uiteindelijke film wel degelijk een heel klein beetje schaamhaar te zien.

En door zulke scènes dreigde de scandaleuze film van de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven in 1992 door de Amerikaanse filmkeuring te worden geclassificeerd als tweederangs seksfilm. Niet veel later stond bovendien de LHBTIQ+-gemeenschap op z’n achterste poten toen bleek dat de vamp Stone een biseksuele lustmoordenaar vertolkte. Basic Instinct zou desondanks – of misschien ook wel een beetje daardoor – uitgroeien tot een enorme hit, een messcherpe, geile en superspannende film.

Drie jaar later maakte Verhoeven zo’n beetje de anti-Basic Instinct: de karikaturale strippersfilm Showgirls, een enorme flop die jarenlang werd beschouwd als één van de slechtste films aller tijden. Inmiddels is dit ‘masterpiece of shit’ vreemd genoeg toe aan een soort herwaardering. Die kreeg zijn weerslag in de essayistische documentaire You Don’t Nomi. En nu is ook die andere film, de kaskraker die wél sexy was, onderwerp van een eigen docu: Basic Instinct: Sex, Death & Stone (53 min.) van Jacinto Carvalho.

De opzet daarvan is een stuk bescheidener. Geen optelsom van eigenzinnige visies op de ongrijpbare cineast Verhoeven en wat hij met zijn werk zou kunnen hebben bedoeld, maar een interessante terugblik op het ontstaan, maken en uitbrengen van die ene controversiële Hollywood-klassieker. Met alle personen die ertoe doen, dat wel: Verhoeven zelf, scenarioschrijver Joe Eszterhas, cameraman Jan de Bont, editor Frank J. Urioste en de hoofdrolspelers Michael Douglas en Sharon Stone. 

En met name die laatste, de actrice die in eerste instantie te weinig ‘star quality’ leek te hebben en aan wie nog tijdens de opnames openlijk werd getwijfeld, heeft daarbij een intrigerende inbreng. Want haar seksueel geladen rol in Basic Instinct mag Stone dan ogenschijnlijk veel hebben gebracht. De film heeft haar, als vrouw die haar nek boven het maaiveld uitsteekt in een onvervalste mannenwereld, volgens eigen zeggen misschien nog wel meer gekost.

Rico: Dream Big

Prime Video

Zien we het ongenaakbare vechtsporticoon, de goedlachse Bekende Nederlander en de Hollywood-actieheld in spe ook écht kwetsbaar in deze vierdelige docuserie? Rico: Dream Big (118 min.) probeert in elk geval het complete verhaal te vertellen van Rico Verhoeven.

Allereerst natuurlijk van de vechter Rico Verhoeven, sinds 2013 wereldkampioen kickboksen. Hoe hij samen met zijn vaste begeleidingsteam (hier vertegenwoordigd door onder anderen hoofdtrainer Dennis Krauweel, mental coach Alviar Lima, krachttrainer John van Dijk en manager Karim Erja) alles op alles zet om ook de volgende opponent omver te hoeken of beuken. Vanaf drie maanden voor het gevecht is alles daarop gericht. In de laatste week kruipt het team samen in één huis, het ‘fighter house’, om het alles of niets-gevecht – dat door regisseur Danny Stolker wordt voorgesteld als een schaakwedstrijd, een enigszins versleten metafoor – alvast tot in detail te imagineren.

Dan is er de man Rico Verhoeven: de alleenstaande vader die net zijn relatie heeft zien stuklopen, de entrepreneur die altijd weer nieuwe uitdagingen zoekt (een modelijn of restaurant bijvoorbeeld) en de kerel die geniet van alle aandacht en die er, niet eens stiekem, van droomt om in de voetsporen te treden van zijn jeugdhelden Jean-Claude Van Damme en Bruce Lee. In een geinige scène neuriet Rico op weg naar de filmset van Herrie In Huize Gerri, waarin hij een klein rolletje heeft bemachtigd, niet voor niets het deuntje van de ultieme boksfilm Rocky. Is hij zich bewust van de camera? Feit is dat hij gedurende de serie consequent de boodschap afgeeft dat Hollywood zijn nieuwe podium moet worden.

Tot slot is er het jongetje Rico Verhoeven, kind van een gebroken gezin. Met een moeder die, vanwege verslavingsproblematiek niet voor hem kon zorgen. En een vader met een eigen sportschool, die zijn zoon richting een vechtsportcarrière drilde en die, toen deze loopbaan eenmaal echt op gang kwam, zelf ten prooi viel aan Alzheimer. Dat deel van Rico’s leven wordt opgetekend met moeder Jacqueline Deurloo, oma Annie Verhoeven, zus Nadia Tsouli, oud-gymleraar Rob van Amsterdam en zijn jeugdvrienden John Hasny en Patrick van der Linden. Die jonge jaren zijn in elk geval een ideale voedingsbodem gebleken voor de persoon die hij is geworden: een man die nooit tevreden is – of kan zijn.

Of Danny Stolker met al die verhaallagen ook is doorgedrongen tot de échte Rico Verhoeven? Hij lijkt toch vooral het verhaal te vertellen dat Team Rico van diens leven heeft gemaakt, waarbij een filmcarrière nu de logische volgende stap zou moeten zijn voor de vechtersbaas. Deze miniserie eindigt wat dat betreft ook in stijl: niet met een daverend gevecht, maar met een reflectie op wat hij voor de vechtsport, en het imago daarvan, heeft betekend. In de voorgaande twee uur is de persoon Rico nét vaak genoeg achter het personage Rico vandaan gekropen om de kritische kijker bij de les te houden.

You Don’t Nomi

De critici waren het erover eens: Showgirls was zonder enige twijfel de slechtste film van 1995. Beloond met een recordaantal van zeven Razzies, de anti-Oscars die jaarlijks worden uitgereikt. Voor onder meer slechtste film, hoofdrolspeler én regisseur. De Nederlander Paul Verhoeven ging zijn Award hoogstpersoonlijk ophalen, als eerste filmmaker in de historie. Hij stak nog nét zijn middelvinger niet op naar alle haters.

25 jaar na de première is het gesprek over die omstreden film, blijkbaar toch niet zo’n waardeloze rolprent, nog altijd niet verstomd. In You Don’t Nomi (91 min.) laat Jeffrey McHale allerlei verschillende lezingen los op de film. Van filmcritici die Showgirls destijds helemaal neersabelden, anderen die er een moderne klassieker inzien, een dichter die eindeloos inspiratie vond in de film en hedendaagse drag queens en andere performers die nog altijd op de planken staan met de bijbehorende musical.

Zij claimen voor Showgirls een eigen plek in de (cult)filmhistorie en plaatsen de beoogde blockbuster ook overtuigend binnen het oeuvre van de provocateur ‘Verhooven’ (die zelf overigens niet aan het woord komt). Als logisch vervolg op zijn Nederlandse periode, via fragmenten van Turks Fruit, Spetters en De Vierde Man. En als culminatie van zijn jaren in Hollywood, het (omgekeerde) uitroepteken achter kaskrakers als Robocop, Total Recall en Basic Instinct. In Showgirls zijn bovendien allerlei motieven en stijlvormen te ontwaren, die ook in zijn vroegere films en later werk als Zwartboek en Elle zijn te herkennen.

Ook de morele kritiek op de film – misogynie en homofobie – klonk Verhoeven-volgers vertrouwd in de oren. Net als de beschuldiging dat hij eigenlijk niet van de vrouwen in zijn films houdt. In dat opzicht maakte hij met Showgirls zijn duidelijkste slachtoffer: actrice Elizabeth Berkley, het voormalige sterretje uit de sitcom Saved By The Bell. Na haar rol als stripper in Showgirls kwam ze nauwelijks meer aan de bak. Afgaande op deze intrigerende documentaire had Berkley kunnen weten wat ze zich op de hals haalde. In de film heet ze niet voor niets Nomi Malone. Nomi. Als in: Know me. No me. Of: No… Me.

‘Wie heeft ‘t bij het rechte eind over Showgirls?’, vraagt Adam Nayman, auteur van het boek It Doesn’t Suck: Showgirls, zich af in deze verplichte film over film, waarbij rechtgeaarde cinefielen hun vingers aflikken. ‘De mensen die het een verschrikkelijk slechte grap vinden? Of degenen die het beschouwen als een onbegrepen meesterwerk?’ Nayman geeft zelf antwoord: Showgirls is een ‘masterpiece of shit’. Waarvan acte.