Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion?

Netflix

‘De feiten in deze documentaire zijn nauwkeurig gecontroleerd’, waarschuwt de driedelige serie Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? (132 min.) bij aanvang. ‘Het is echter mogelijk dat sommige mensen niet de volledige waarheid vertellen.’ En dat vinden Olivier Bouchara en Jérôme Pierrat, de makers van deze kokette real life-misdaadkomedie, helemaal niet erg. Die dubbelheid kunnen ze naar hartenlust uitspelen, met rücksichtslos tegen elkaar weggesneden personen en volstrekt tegenstrijdige verklaringen, liefst in splitscreen.

Op 19 maart 2013 worden de vier inzittenden van een Franse privéjet, voor het oog van een camera van het antidrugsagentschap DNCD, aangehouden op het vliegveld Punta Cana in de Dominicaanse Republiek. Het is de piloten Bruno Odos en Pascal Fauret al snel duidelijk waarnaar de agenten op zoek zijn: ‘mucha drogas’. Uiteindelijk worden er 26 koffers aangetroffen in het vliegtuig, met in totaal bijna zevenhonderd kilo cocaïne. Ook de twee passagiers Nicolas Pisapia en Alain Castany, die als enige niet in deze productie participeert, weten natuurlijk van niks.

De kwestie komt bekend te staan als de zaak Air Cocaïne, waarbij ook de voormalige Franse president Nicolas Sarkozy nog even betrokken raakt. Hij werpt alle beschuldigingen ver van zich. Sterker: dat doen alle verdachten. Niemand is schuldig! Of we ze maar op hun al dan niet blauwe ogen willen geloven. Bouchara en Pierrat geloven alvast he-le-maal niemand. Tenminste, als we dan weer afgaan op de montage van deze miniserie. Van vrijwel elke persoon wordt met kekke vormgeving, koddige muziek en pure ongein een (karikaturaal) personage gemaakt.

Zelfs de Franse onderzoeksrechter Christine Saunier-Ruellan, die de vier, ogenschijnlijk op heterdaad betrapte verdachten van grootschalige drugssmokkel eveneens in de peiling heeft gekregen, ontkomt niet aan spontane terzijdes, beeldgrapjes en ongepaste close-ups. Zij speelt het spel ook lekker mee. Met veelkleurige stiften onderstreept of omcirkelt de steile Française desgevraagd op enorme vellen papier de belangrijkste speerpunten of conclusies van haar onderzoek. En ook het standvastig in de camera blikken beheerst Saunier-Ruellan als weinig anderen.

Of ‘t moet het olijke driemanschap zijn, dat een onbezonnen bevrijdingsactie op het Caraïbische eiland op touw zet voor de twee piloten. Ze zijn ‘t over werkelijk niets eens: de klunzige luchtvaartveiligheidsspecialist (Christophe Naudin), mediageile Europarlementariër van het Front National (Ayméric Chauprade) en stronteigenwijze ex-militair die graag in het gezelschap van good old Jean-Marie Le Pen verkeert (Pierre Malinowski). Mengen ze zich in de zaak vanuit de pure goedertierenheid van hun hart of toch om de belangen van de georganiseerde misdaad te dienen?

Aldus ontspint zich in Y A-T-Il Un Dealer Dans L’Avion? een aardig spelletje Cops & Robbers, waarbij drugssmokkel wordt gereduceerd tot een vermakelijke schelmenstreek, volledig ontdaan van z’n ethische component of maatschappelijke schade. Waarna het aan advocaten, met lekker opzichtige kapsels of gezeten in een decor van koffers, is om de verdachten bij de rechter vrij te pleiten. Liefst allemaal.

Titan: The OceanGate Submersible Disaster

Netflix

‘A big swinging dick’, wil ie zijn. Een grote zwaaiende lul. Net als Jeff Bezos en Elon Musk.

Stockton Rush, de directeur van OceanGate, mikt op het allerhoogste. Althans, wat hij, een kind van een geprivilegieerd milieu en een man die gewend is om z’n zin te krijgen, daaronder verstaat. Regels gelden niet voor hem. Ooit wilde hij astronaut worden, nu heeft hij z’n zinnen gezet op het ontsluiten van de oceanen voor de mensheid. In het bijzonder: commerciële duikbootexpedities naar het wrak van de Titanic, dat bij het Canadese Newfoundland op bijna vier kilometer diepte in de Atlantische Oceaan ligt.

Die link met de Titanic, het schip dat een symbool is geworden voor de hoogmoed van de bevoorrechten, ligt in zekere zin voor de hand. Stocktons vrouw Wendy is een achterkleindochter van het puissant rijke echtpaar Isidor en Ida Strauss-Kahn. Dat kwam in 1912 om bij de ramp met de Titanic. OceanGates missie met de duikboot Titan in juni 2023 naar de restanten van het grootste passagiersschip ter wereld, dat destijds onzinkbaar werd geacht, doet daar ruim honderd jaar later nauwelijks voor onder.

Met direct betrokkenen reconstrueert Mark Monroe in Titan: The OceanGate Submersible Disaster (111 min.) een onvermijdelijk ongeluk. Behalve Rush bevinden zich dan nog vier andere ‘Titaniacs’ aan boord van de vijfpersoonsduikboot: de Britse luchtvaartmiljardair Hamish Harding, de Pakistaanse zakenman Shahzada Dawood en z’n zoon Suleman en de Franse ontdekkingsreiziger Paul-Henri ‘Mr. Titanic’ Nargeolet. Deze ramptoeristen hebben ongeveer een ton betaald voor hun verdoemde duikvlucht.

Voortekenen voor diepe ellende waren er te over. Al jaren. Als OceanGates onderzeebootbestuurder David Lochridge in januari 2018 bijvoorbeeld serieuze veiligheidsissues aansnijdt tijdens een overleg, terug te luisteren via geluidsopnames, zijn z’n dagen bij OceanGate geteld. ‘David vertelde me die dag dat hij rustig 50.000 dollar zou uitgeven om iemand kapot te maken’, herinnert hoofdingenieur Tony Nissen zich. Hij realiseerde zich dat ie met ‘een psychopaat, op z’n minst een narcist’ werkte.

En die blijkt, in de woorden van Lochridge, bereid om ‘Russische roulette’ te spelen met de levens van zijn passagiers – die, om de regels te omzeilen, overigens consequent ‘missiespecialist’ werden genoemd. Tijdens hoorzittingen van de Amerikaanse kustwacht in het najaar van 2024 over de implosie van de toeristenduikboot komen nog veel meer opzichtige gebreken, roekeloze keuzes en interne strubbelingen boven tafel en worden Rush en zijn missie – als dat nog nodig was – verder afgeschminkt.

Groot en zwaaiend werd ‘t uiteindelijk dus niet voor Stockton Rush. Afgaande op deze ontluisterende exegese van zijn levensmissie is het overigens wél gelukt om aan het laatste element van zijn eigen ideaalbeeld te voldoen.

Dialogpolisen

TriArt Film

Of ‘t nu nazi’s, klimaatactivisten, christenen, vredesdemonstranten of fundamentalistische moslims zijn, in Stockholm probeert de politie daadwerkelijk hun beste vriend te zijn. Althans, de Dialogpolisen (Engelse titel: The Dialogue Police, 89 min.). Een kleine unit binnen de Zweedse politie die is opgericht na de rellen tijdens de Eurotop van 2001 in Gothenburg. Deze agenten proberen onlusten te voorkomen en willen tegelijk het in de grondwet vastgelegde demonstratierecht en recht op vrijheid van meningsuiting borgen.

De medewerkers met de gele Dialog Polis-hesjes moeten een dempend effect hebben in een wereld waarin burgers hun rechten kennen, gebruiken en vaak ook proberen op te rekken en anderen daarmee tot last zijn, tegen zich in het harnas jagen of helemaal overstuur maken. Het is voortdurend spitsroeden lopen voor deze politieagenten, die de verschillende crises met hun tong moeten proberen te bezweren: demonstranten hun ding laten doen, tegelijk de openbare veiligheid bewaken en, als ‘t enigszins kan, zelf ook nog heelhuids uit de strijd komen. En dat is, in vaak onoverzichtelijke situaties, minder vanzelfsprekend dan het lijkt.

Regisseur Susanna Edwards hanteert in deze observerende film met verve het ’show, don’t tell’-principe. Ze registreert haar hoofdpersonen terwijl ze zich staande proberen te houden in de frontlinie van de democratie en voegt daar alleen muziek en – soms ook een uit interviews samengestelde ‘inner voice’ – aan toe. Zij worden in deze enerverende film bijvoorbeeld geconfronteerd met mensen die zich hebben vastgeketend aan hun fiets, proberen hoog oplopende spanningen tijdens een demonstratie tegen het Iraanse regime in te dammen en dreigen aangereden te worden door een man die op weg zegt te zijn naar een medische afspraak.

Een vaste klant die alles van hun diplomatieke gaven vraagt is Rasmus Paludan, de leider van de Deense extreemrechtse partij Stram Kurs. Met het wetboek in de hand eist deze dwarse scherpslijper het recht op om in het openbaar Korans te verbranden. Terwijl Paludan continu olie op het vuur gooit en opzichtig tegendemonstranten blijft provoceren, proberen de Dialoogagenten, met een combinatie van een ijzeren wil en engelengeduld, de gemoederen weer tot bedaren te brengen – en ondertussen ook andere, minder op de dialoog georiënteerde politieagenten binnen de grenzen van de wet te houden.

Via de idealistische agenten van de Dialogpolisen, die het gedachtegoed van westerse democratieën verdedigen op plekken waar ’t erom gaat, vangt Edwards meteen de mores van onze tijd. In een wereld die steeds onoverzichtelijker is geworden kunnen overal botsingen ontstaan en vereist het enorm veel zelfbeheersing, Fingerspitzengefühl en ook gewoon kunst en vliegwerk om alles in goede banen te leiden.

Ben Ik Een Moordenaar?

Doxy

De gebeurtenissen op 7 oktober 2023 in Israël en de navolgende respons in Gaza hebben Simonka de Jong opnieuw aangezet. Hoe kan ‘t dat mensen in staat zijn om te doden? En schuilt er ook in haar – ze kan er zich eigenlijk niets bij voorstellen – een persoon die een ander mens van het leven zou kunnen beroven? Ofwel: Ben Ik Een Moordenaar? (53 min.).

Met die vraag gaat De Jong op pad. Het is zeker in haar geval een beladen kwestie. Haar ene opa Karl zat vijf jaar in Auschwitz, terwijl bijna de hele familie van haar andere opa Loe, de bekende chroniqueur van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd vermoord in Sobibor. Ze heeft haar hele leven geprobeerd om daar zo min mogelijk aan te denken. Simonka de Jong wil, vertelt ze in één van de voice-overs waarmee ze deze persoonlijke film begeleidt, haar eigen gevoeligheid beschermen. Niet verharden.

Ben ik te zacht voor deze wereld? vraagt ze zich tegelijk af. Of ben ik gewoon naïef? Als haar zoons zich vermaken met een schietgame, kan ze ’t al bijna niet aanzien. Uiteindelijk laat De Jong zich overtuigen om ook eens achter zo’n digitale loop van een geweer te kruipen en simpelweg te schieten. In Israël spreekt ze verder met voormalig sluipschutter Nadav Weiman, inmiddels actief bij Breaking The Silence, een veteranenorganisatie die kritisch is op het Israëlische leger. Hij kent deze ervaring uit het echte leven en is ervan overtuigd dat iedereen, in de ‘juiste’ omstandigheden, in staat is om te doden.

Dat is tevens de boodschap van Alette Smeulers, hoogleraar internationale misdrijven: juist denken dat ’t jou nooit zal overkomen is gevaarlijk. En dus probeert De Jong zich over te geven aan een antiterreur-, veiligheids- en afweertraining bij het Israëlische leger, waar ze in nagebootste crisissituaties wordt gebracht en een automatisch wapen in haar handen krijgt gedrukt, met de uitdrukkelijke boodschap om er eens mee te vuren. Wat maakt dit los in haar, de Nederlandse vrouw die wars wil zijn van elke vorm van geweld?

Durft ze tijdens therapiesessies ook de woede over wat haar eigen familie tijdens de oorlog is aangedaan, voor het nageslacht vereeuwigd op het Nationaal Holocaust Namenmonument in Amsterdam, toe te laten? En hoe wapenen anderen, zoals de voormalige Israëlische schietinstructrice Becca Strober, de Palestijnse vredesactivist Issa Amro en haar eigen zoons, zich tegen de onvermijdelijke drang om wild om zich heen te slaan als ze worden bedreigd – en zo van slachtoffer dader te worden?

Ben Ik Een Moordenaar?, aangezet met geladen klassieke muziek, wordt daarmee een interessante en actuele persoonlijke zoektocht naar het geweld dat in ons allen schuilt: een afschrikwekkend beest dat recht in de ogen moet worden gekeken om het, in elk geval voorlopig, koest te kunnen houden.

Separated

MSNBC Films

Het moet een afschrikwekkend effect hebben op potentiële immigranten, zodat die er nog wel een keer over nadenken voordat ze illegaal de Verenigde Staten proberen binnen te komen. Als een ouder met kind wordt aangehouden bij de grens, zijn de instructies van de regering Trump begin 2017 glashelder: direct van elkaar scheiden.

De ouder wordt aangehouden en aangeklaagd, zoon of dochter geboekstaafd als kind zonder ouder en direct overdragen aan het Office of Refugee Resettlement (ORR). Trauma’s gegarandeerd. Die zijn onderdeel van het plan. Ouders en kinderen – baby’s soms nog – worden voor het oog van de wereld uit elkaar gehaald. Al snel ontbreekt het overzicht van welk kind waar terecht is gekomen. Zelfs dat lijkt onderdeel van het plan.

In Separated (92 min.) zoomt Errol Morris in op hoe Donald Trump tijdens zijn eerste ambtstermijn als president (2017-2021) inzet op een populair issue bij zijn achterban: het verder vergrendelen van de grens met Mexico en op alle mogelijke manieren ontmoedigen van met name bewoners van Midden-Amerika om naar het land van de onbegrensde dromen te komen. En als ze daarbij enkele kinderen kwijtraken…

Met direct betrokkenen reconstrueert de documentairemaker in deze film, die is gebaseerd op het boek Separated: Inside An American Tragedy van Jacob Soboroff, hoe dat harteloze beleid tot stand is gekomen. Zijn gesprekpartners kregen doorgaans al snel gewetensnood bij het uitvoeren van de ideeën van met name Trumps Homeland security advisor Stephen Miller, die (natuurlijk) niet participeert in deze documentaire.

Ook Trumps ministers van Justitie, Jeff Sessions, en Binnenlandse Veiligheid, Kirstjen Nielsen, het gezicht van het  ‘family-separation policy’, zijn wel wijzer dan zich te laten bevragen door Morris, die eerder Trumpist Steve Bannon al eens het vuur aan de schenen legde. Scott Lloyd, directeur van het ORR, is de enige die zich voor de camera waagt, maar hij oogt als een omhoog gevallen bureaucraat die ook niet beter weet.

Separated bevat mede daardoor minder (verbaal) vuurwerk dan de meeste Errol Morris-films. Ook doordat hij zich beperkt tot de verwording van het beleid en geen slachtoffers daarvan aan het woord laat (of kan laten). Om hun perspectief toch over het voetlicht te brengen, neemt Morris z’n toevlucht tot gedramatiseerde scènes met een moeder en zoon uit Guatemala, gespeeld door Gabriela Cartol en Diego Armando Lara Lagunes.

Dat blijft voelen als een soort noodgreep, die vooral onderstreept dat eenmaal gescheiden ouders en kinderen veelal volledig uit beeld verdwijnen. Tegelijkertijd doet de Amerikaanse family-separation policy, nu Trumps tweede termijn weer de gebruikelijke turbulentie veroorzaakt, bijna aan als oud nieuws, héél wat Trumpjaren geleden. Terwijl ruim duizend kinderen, enkele jaren na dato, nog altijd niet terecht zijn.

En iedereen die Donald Trump wel eens over immigranten en het sluiten van de grens heeft horen oreren, weet: datzelfde beleid kan zo weer opgestart worden.

Israel: Ministers Of Chaos

Java Films

Vóór de terroristische aanslagen van Hamas op weerloze Israëlische burgers op 7 oktober 2023 en de nietsontziende vergeldingsactie van het Israëlische leger in Gaza, was er al de vorming van de meest rechtse regering die Israël ooit had. Likud-leider Benjamin Netanyahu wist in 2022 opnieuw aan de macht te komen in het verscheurde land met de steun van twee radicaal-rechtse partijen.

In het dubbelportret Israel: Ministers Of Chaos (69 min.) licht Jéròme Sesquin de twee kopstukken van die bewegingen kritisch door: Bezalel Smotrich, leider van De Nationale Religieuze Partij – Religieus Zionisme en inmiddels minister van Financiën in het kabinet van premier Netanyahu. En minister van Nationale Veiligheid, Otsma Jehudits voorman Itamar Ben-Gvir. Volgens critici heeft Netanyahu zijn ziel aan hen verkocht – ervan uitgaande dat hij die überhaupt nog had.

Ben-Givr manifesteerde zich voor het eerst in 1993 toen de toenmalige Israëlische premier Rabin de zogenaamde Oslo-akkoorden sloot met de Palestijnse leider Arafat. De jongeling dreigde met maatregelen tegen Rabin, die enkele weken later daadwerkelijk werd vermoord door een geestverwant. Later profileerde Ben-Givr zich ook als fan van Baruch Goldstein, die in 1994 een bloedbad aanrichtte in een moskee. De huidige minister organiseerde zelfs jeugdkampen om de terrorist te eren.

‘Ik had nooit kunnen bedenken dat een crimineel die veroordeeld is vanwege terrorisme de minister zou kunnen worden die verantwoordelijk is voor het bestrijden van terrorisme’, stelt de voormalige Israëlische premier Ehud Olmert. Netanyahu’s minister van Financiën houdt er intussen ‘een maximalistische visie op het beloofde land’ op na. Israël zou volgens hem zowel de Palestijnse gebieden als delen van Jordanië, Syrië, Libanon, Irak, Egypte en Saudi-Arabië moeten inlijven.

Bezalel Smotrich deed op 24-jarige leeftijd voor het eerst van zich spreken toen hij werd gearresteerd vanwege mogelijke betrokkenheid bij terrorisme. Nadat premier Sharon in 2005 besloot om zich terug te trekken uit Gaza en ook de huizen van kolonisten daar liet ontruimen, zou Smotrich een gewelddadige actie hebben voorbereid. Volgens Dvir Kariv van de Israëlische geheime dienst Shin Bet had Smotrich nooit volksvertegenwoordiger of minister kunnen worden als bekend zou zijn geraakt wat hij van plan was.

Zowel Smotrich als Ben-Gvir, twee politici die de verhouding graag op scherp zetten en gedurig olie op het vuur gooien, spelen nu echter een absolute hoofdrol in het drama dat zich voltrekt in hun land. Terwijl familieleden van op 7 oktober gegijzelde Israeli’s zich wanhopig beijveren voor hun terugkeer, richt de minister van Nationale Veiligheid zich bijvoorbeeld op het verder bewapenen van de Israëlische bevolking en het invoeren van de doodstraf voor Palestijnse terroristen.

Het resulteert in de meest schrijnende scène van dit kritische dubbelportret, waarin de jonge activist Gil Dickmann, die aandacht vraagt voor zijn ontvoerde nicht Carmel Gat, woedend uitvaart tegen Ben-Gvir en de minister hem vervolgens, duidelijk tegen zijn zin, een verzoenende kus op het hoofd geeft. Extremisten exploiteren cynisch hun leed, stelt Dickmann. Juist in tijden waarin nuchterheid en redelijkheid meer nodig lijken dan ooit, zijn burgers zoals hij overgeleverd aan onverzoenlijke scherpslijpers.

H2 – The Occupation Lab

Imad Abu Shamsiya / VPRO

In Hebron, de grootste stad op de Westelijke Jordaanoever, wonen zo’n 250.000 Palestijnen. In hun midden bevinden zich achthonderd Joodse kolonisten. Zij leven in een afgeschermd gedeelte van het oude stadscentrum, dat permanent wordt bewaakt door het Israëlische leger. In dit stadsdeel, dat H2 wordt genoemd, ligt ook de Grot van de Patriarchen, een heilige plek voor zowel Joden als moslims. Daar ligt hun gemeenschappelijke voorvader Abraham/Ibrahim begraven.

Van vreedzame co-existentie is evenwel nauwelijks sprake. Op z’n best is er in Hebron sprake van gewapende vrede, waarbij de spanningen regelmatig uitmonden in geweldsuitbarstingen. In H2 – The Occupation Lab (94 min.), een titel die verwijst naar het imago van de Joodse enclave als een testlocatie voor Israëls nieuwste veiligheidsmaatregelen, belichten Noam Sheizaf en Idit Avrahami de woelige historie van Hebron, dat tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 in Israëlische handen is gekomen.

Vrijwel direct melden zich dan weer Joodse kolonisten in de stad, die voor hen zowel van historisch als religieus belang is. Na het zogenaamde Bloedbad van Hebron in 1929, een scharnierpunt in de strijd om de stad, leken zij daar van het toneel te zijn verdwenen. Met indringend archiefmateriaal en direct betrokkenen van Palestijnse en Israëlische zijde, zowel gestaalde militairen als mensenrechtenactivisten, reconstrueren Sheizaf en Avrahami hoe het leven in en om H2 zich vervolgens heeft ontwikkeld.

Het is een tamelijk moedeloos makend relaas.  Als er zoiets als vreedzame co-existentie lijkt te (kunnen) ontstaan, melden zich altijd weer hardliners die de situatie destabiliseren. In dat opzicht staat Hebron symbool voor de tragische situatie waarin de Israëliërs en Palestijnen samen verzeild zijn geraakt. Met H2 als een onvervalste trial & error-plek, die in deze stevige film uiteindelijk vooral foutmeldingen afgeeft.

The Deepest Breath

Netflix

Twee levens bewegen zich in deze film onmiskenbaar naar elkaar toe: de Italiaanse streber Alessia Zecchini en een Ierse avonturier, Stephen Keenan. Een passie voor de extreme sport vrijduiken gaat hen in The Deepest Breath (110 min.) onherroepelijk samenbrengen. Hoe, waar en onder welke omstandigheden, dat is alleen de vraag. Vestigen ze samen een bijzonder record? Redt de één het leven van de ander? Of worden ze misschien gewoon verliefd?

Vrijduiken is bepaald niet vrij van gevaar. Elke duiker wil steeds dieper en langer onder water. Totdat het eigenlijk niet meer gaat, op één enkele ademtocht. Het is voor zo’n waaghals gemakkelijk om z’n eigen grenzen te vergeten, te verdrinken in z’n ambities. En dan duurt het simpelweg te lang voordat ie weer bovenkomt en dreigt een zuurstoftekort. De laatste tien meter kunnen, letterlijk, dodelijk zijn, klinkt ‘t al snel onheilspellend in deze documentaire van Laura McGann.

Nabij het zogenaamde Blue Hole in Egypte, een plek die gevaarlijker zou zijn dan Mount Everest, is niet voor niets een heuvel met allerlei gedenkstenen voor gestorven vrijduikers. Ook al zo’n waarschuwingssignaal dat vroeg in de film wordt afgegeven. Halverwege zullen de paden van de twee helden voor het eerst kruisen op de Bahama’s, bij het Wimbledon van het freediven, Vertical Blue. Stephen is er veiligheidscoördinator. Alessia jaagt bloedfanatiek op een wereldrecord.

The Deepest Breath zoekt min of meer hetzelfde terrein op als Free Solo (2018), de Oscar-winnende documentaire over klimmer Alex Honnold die zonder enige vorm van zekering gigantische bergwanden neemt. Onder water kun je jezelf ook overwinnen – of je verliezen in eerzucht en overmoed. Welke psychologie gaat daarachter schuil? Waarom moet dit zo nodig voor Alessia en Stephen? En mag dat dan álles kosten? Een echt antwoord blijft uit. Bestaat dit wel?

Het decor van hun queeste is in elk geval net zo enerverend als in Free Solo: elke duik in het helblauwe, steeds donker wordende water is een race tegen de klok, die werkelijk, ja, adembenemend is vastgelegd, ook met behulp van reconstructiebeelden. Elke poging wordt ook weer spannend: (hoe) komt iemand boven? McGann bouwt zo bekwaam naar een climax bij, natuurlijk, het Blue Hole. Waar de lotsverbondenheid tussen Alessia en Stephen wordt bezegeld.

Twee levens die zich al een hele film naar elkaar toe hebben bewogen.

A Plena Luz: El Caso Narvarte

A plena luz: El caso Narvarte. Cr. Courtesy of Netflix © 2022

Op 31 juli 2015 worden in een appartement te Mexico-Stad maar liefst vijf levenloze lichamen aangetroffen. Het blijkt te gaan om een kritische journaliste, een activistische fotograaf, een Colombiaans fotomodel, een tienermeisje dat wel eens in de prostitutie kan zijn beland en hun enigszins mismoedige huishoudster. Ze zijn van dichtbij doodgeschoten en lijken van tevoren ook te zijn gemarteld.

Al snel worden er drie verdachten gearresteerd. Maar welk motief hebben deze mannen? Of is hun aanhouding juist bedoeld om de ware achtergronden van de meervoudige moord te versluieren? Om wie was het de daders te doen en welke slachtoffers waren dus vooral nevenschade of zelfs onderdeel van een rookgordijn? En ging het dan om een uit de hand gelopen overval, femicide, een criminele afrekening of toch politieke moord?

Voordat regisseur Alberto Arnaut Estrada deze vragen minutieus doorloopt met de advocaten van de slachtoffers en een door hen ingeschakelde criminoloog, forensisch psycholoog en sociaal antropoloog, begint A Plena Luz: El Caso Narvarte (109 min.) bij de nabestaanden van Nadia, Rubén, Mile, Yesenia en Alejandra, die samen op klaarlichte dag de dood hebben gevonden in appartement 401 van Luz Saviñón in de wijk Navarte.

Met een ingenieuze replica van de plaats delict, knap geanonimiseerde acteurs in de rol van de slachtoffers en mogelijke daders en een analyse van belgegevens ontleedt Estrada vervolgens secuur wat er zich in en om dat appartement moet hebben voltrokken. Daarnaast richt hij zich ook op het grotere verhaal: wie hadden er belang bij de moorden? Moeten zij in de drugswereld, de wereldwijde sekshandel of lokale politiek worden gezocht?

Via De Zaak Navarte wordt ook Mexico zelf geportretteerd. Een land dat al decennia wordt geteisterd door stuitende corruptie, nietsontziende drugskartels en gruwelijk geweld, in het bijzonder tegen vrouwen. In dat verband treft zeker een uitspraak van de moeder van Yesenia Quiroz doel. Ze ‘bedankt’ de eveneens vermoorde fotograaf Rubén Espinosa. ‘Dat hij er die dag was. Want anders was dit weer een zaak over dode vrouwen geweest.’