Shangri-La, Paradise Under Construction

Mokum

Misschien werkt het zo: dat als je maar tradities verzint, ze vanzelf ook ontstaan. Dat als je, nu zo’n jaar of vijftien geleden, een ‘Ancient City’ bouwt, dat dit automatisch, ooit, een levend monument wordt – en tot die tijd kan doen alsof. Zoals die pleindansers in Shangri-La City: ze zwieren er elke dag rond, steeds voor een nieuwe groep toeristen. Alsof ze dat al eeuwenlang doen.

Misschien werkt het zo: dat het paradijselijke oord, dat de Britse romanschrijver James Hilton in 1933 verzon, werkelijkheid kan worden. Zomaar in Zhongdian, in het Tibetaanse deel van China. Ze hebben er zelfs wetenschappelijk bewijs voor gevonden. En bovendien een replica van het neergestorte vliegtuig gemaakt, waarmee de auteur van de bestseller Lost Horizon, in zijn fantasie tenminste, op deze hemel op aarde, ergens tussen tot de verbeelding sprekende bergen, kloosters en Tibetanen, is aanbeland.

Misschien werkt het zo: dat de Nederlandse documentairemaakster Mirka Duijn, buiten beeld ondersteund door Nina Spiering, struinend door een willekeurig archief een willekeurige pagina van een al even willekeurige krant openslaat en daar de krantenkop ‘Shangri-La is found’ aantreft. Waarna haar reizigersbloed begint te kriebelen en Shangri-La, Paradise Under Construction (91 min.) in gang wordt gezet. ‘Hoe dichter bij Shangri-la ik kwam, hoe meer ik me afvroeg: wat gebeurt er eigenlijk met een plek die voorbestemd is om het paradijs te zijn?’

Misschien werkt het zo: dat de plaatselijke bevolking is gaan geloven in de droom van Shangri-La en dat sommigen van hen zich daadwerkelijk herinneren hoe er een vliegtuig neerstortte – of het verhaal via de overlevering hebben meegekregen van hun ouders of grootouders. Van de brokstukken hebben ze ooit een scheermes gemaakt. En in het dorp Jie Di zijn zelfs nog onderdelen van het toestel te vinden. ‘Op dat moment wist ik: dit verhaal wordt een detective’, stelt Duijn. ‘Het is tenslotte een zoektocht naar bewijs.’

Misschien werkt het zo: dat je door een auto met een kapotte band een essentiële getuige op het spoor komt. Dat je, grasduinend in je eigen en andermans fantasie, en ondertussen alsmaar archieven uitpluizend, steeds weer op nieuwe verhaallijnen stuit. En dat je via allerlei dwaalsporen tóch iets waarachtigs kunt vinden. Voorbij Tibetaanse kloosters, de verloren horizon of het aardse paradijs: ‘Shangri-La, whatever you imagine it to be!’ Want ook al is de waarheid nog zo snel, de leugen achterhaalt hem wel. Of was het andersom?

Hoe dan ook: dat werkt (wonder)wel.

Shangri-La

Rick Rubin

‘Het gaat om de artiesten, de conversaties die we daarmee hebben en het verhaal dat daaruit voortvloeit’, stelt Rick Rubin bij aanvang van de aan hem en zijn studio gewijde documentaireserie Shangri-La (219 min.). ‘In zekere zin is dit een vehikel om de processen te laten zien van de mensen waarmee we in gesprek gaan.’ De Amerikaanse sterproducer benadrukt het nog maar eens: ‘Het gaat zeker niet om mij.’

‘Het is net een spiegelpaleis’, constateert documentairemaker Morgan Neville (20 Feet From Stardom, Won’t You Be My Neighbor? en They’ll Love me When I’m Dead) vervolgens, terwijl de camera langs de spierwitte muren van Rubins studio in Malibu dwaalt. Er hangt niks aan de muur, schilderijen zouden het eigen voorstellingsvermogen maar in de weg zitten. ‘Als jij simpelweg reflecteert wat een artiest inbrengt’, stelt Neville. ‘Dan kijk ik dus weer naar een reflectie van een reflectie.’

En daarmee is deze even ambitieuze als onevenwichtige, veelvuldig aan speelfilms en filosofie refererende serie afgetrapt. De bedreven kijker weet inmiddels: dit wordt geen routinematig carrièreoverzicht van de bebaarde topproducer Rick Rubin, de punkrocker die ooit een enorme liefde opdeed voor hiphop, vervolgens aan de basis stond van de doorbraak van Run-DMC, Public Enemy en Red Hot Chili Peppers en later ervaren cracks als Johnny Cash, Joe Strummer en Neil Diamond in de herfst van hun carrière tot een grandioos slotakkoord inspireerde. ’s Mans roemruchte muziekgeschiedenis wordt slechts in de kantlijn aangedaan.

Shangri-La, een naam die verwijst naar het aardse paradijs, neemt de kijker mee naar een soort muzikaal retraitecentrum in Californië, waar The Band ooit opnam voor de legendarische concertfilm The Last Waltz. In een meditatief decor zwaait de relaxte gastheer Rick Rubin (lange grijze baard, witte kleding en altijd blootvoets) er tegenwoordig met zalvende woorden de scepter. Hij strooit met bemoedigende knikjes en diepe levenswijsheden. ‘The artist may not always be the maker’, luidt bijvoorbeeld het leidmotief van aflevering 1 van deze vierdelige serie. ‘It may be the person who sees the piece and recognizes the art in it.’

Je kunt er Rubins metersdiepe stem moeiteloos bij verzinnen. En je ziet hem er bijna bij liggen: ontspannen op zijn rug, de handen vredig ineen gevouwen en meebewegend met zijn kalende hoofd. Verstand op nul en dan nadenken, zoiets. De sterproducer neemt tevens plaats tegenover artiesten die onder zijn hoede aan nieuwe albums werken, zoals de indieband Vampire Weekend, singer-songwriter Benjamin Clementine of het onlangs, aan een overdosis overleden multitalent Mac Miller. Als een goedmoedige goeroe staat hij hen bij met zijn levensspreuken (waarvan er ook dagelijks één op zijn Twitter-account belandt). Hij zet daarmee de luiken open – en, zo nu en dan, ook de lachspieren aan het werk.

Met sleutelfiguren uit zijn loopbaan (Mike D van Beastie Boys, Public Enemy-voorman Chuck D., rapper LL Cool J, Red Hot Chili Peppers-bassist Flea, Robbie Robertson, meestergitarist Carlos Santana, Weezer-frontman Rivers Cuomo en filmmaker David Lynch) filosofeert hij bovendien over thema’s als identiteit, creativiteit en spiritualiteit. Rubin gaat daarnaast zelf te rade bij coaches, yogi’s en adviseurs. ‘Ik spreek met de artiest en dan luister ik echt heel goed’, zegt hij bijvoorbeeld op het strand tegen de spiritueel schrijver Kent Nerburn. ‘Het is in zekere zin de kunst van er niet zijn’, antwoordt deze. ‘Het is de kunst om uit de weg te gaan en de ruimte geven aan wat er ook komt.’

En dan komt er, als een onvervalste deus ex machina, een Californische natuurbrand die de rust in Rubins Shangri-La danig verstoort…

PS Getuige enkele gedramatiseerde scènes uit deze documentaireserie had Rick Rubin al op zéér jonge leeftijd een lange, grijze baard en leek hij in bepaalde fases van zijn leven zelfs te worden aangestuurd door een poppenspeler.