Shocking Schiaparelli

Shutterstock / Condé Nast

Ze liep al tegen de veertig toen het succes en de erkenning eindelijk kwamen. Als kind van de negentiende eeuw werd een jonge vrouw zoals Elsa Schiaparelli (1890-1973) eigenlijk geacht om vooral níet op te vallen. Door een speling van het lot had zij, het zwarte schaap van een Italiaanse bourgeoisie-familie, op dat moment al heel wat van de wereld gezien. Ze had als au pair gewerkt in Londen, was getrouwd, moeder geworden en weer gescheiden, maakte in de New Yorkse avant-garde scene kennis met de Amerikaanse fotograaf Man Ray en belandde uiteindelijk in Parijs, waar ze haar stiel zou vinden als modeontwerpster.

Ze was in de jaren twintig en dertig net zo beroemd als – of zelfs beroemder dan – haar concurrente Coco Chanel, betoogt Élise Chassaing in het portret Shocking Schiaparelli (53 min.). De tegendraadse designer ontwierp voor de grootste sterren van haar tijd, zoals Marlene Dietrich, Joan Crawford en Mae West. Totdat haar modehuis in 2013 nieuw leven werd ingeblazen, met als voorlopige hoogtepunt Lady Gaga’s optreden in een Schiaparelli-creatie tijdens de inauguratie van de Amerikaanse president Joe Biden, leek haar naam echter definitief uit het collectieve geheugen gewist. Ingehaald en uiteindelijk ook weggevaagd door nieuwe designers, ontwerpen en trends. In 1954 moest Schiaparelli, vanwege een gebrek aan inkomsten, zelfs haar deuren sluiten.

Deze verzorgde film alterneert consequent tussen verleden en heden. Tussen de zeer uitgesproken ontwerpen van een vrije, subversieve geest, die voortdurend op het snijvlak tussen mode en kunst opereerde en daarbij samenwerkte met de wereldberoemde schilder Salvador Dali, filmmaker Jean Cocteau en surrealistische kunstenares Meret Oppenheim, en de verrichtingen van het modehuis dat nog altijd haar naam draagt. Sinds 2019 zwaait Daniel Roseberry daar als artistiek directeur de scepter. ‘Ik ben me er heel erg van bewust dat Elsa een vrouw was, die ook voor vrouwen ontwierp’, vertelt hij. ‘Ik let er heel goed op dat ik niet vanuit een ‘male gaze’ ontwerp voor vrouwen.’

Die link met hedendaagse mode en kunst tilt Shocking Schiaparelli ook uit boven het niveau van een routinematige film over een historische figuur. Chassaing laat bovendien overtuigend zien dat het werk dat Elsa Schiaparelli heeft nagelaten nog altijd zijn weerslag vindt in de outfits van influencers zoals Kim Kardashian, Bella Hadid en Beyoncé.

Spermworld

FX

‘Waarom doneren jullie eigenlijk?’ vraagt Aimee op het USA Sperm Donation-forum, in het bijzonder aan de mensen die dat gratis doen?

James: ‘Ik doe ‘t om de LHBTQ-gemeenschap te helpen.’

Elaine: ‘Dat waarderen we zeer. ‘

Harold: ‘Om Amerika’s beroepsbevolking vooruit te helpen.’

Phil: ‘Zodat ik mijn artistieke en intellectuele capaciteiten kan doorgeven.’

Natasha: ‘Eerlijk gezegd denk ik dat sommigen een fokafwijking hebben.’

Alan: ‘Vooral uit gewoonte tegenwoordig.’

Zomaar één van de online-conversaties, waarmee de verbluffende Amerikaanse documentaire Spermworld (83 min.) is doorvlochten. Lance Oppenheim, de regisseur die in Some Kind Of Heaven en Ren Faire al een geheel eigen wereld opriep, begint deze film in Santa Cruz, Californië. Een vrouw rijdt naar een motel, waar een onbekende man al op haar wacht. Op de kamer legt hij uit wat er staat te gebeuren. Het gaat in totaal zo’n kwartier in beslag nemen. Kun je daarna dan een handstand doen? zegt hij. Zodat het sperma in je blijft – liefst nog met een orgasme erbij.

Na deze onwezenlijke start – een ‘verschrikkelijke one night stand’, aldus de betrokken vrouw, die er wel een kind aan over zal houden – introduceert Oppenheim zijn drie hoofdpersonages. Zij doneren alle drie buiten het reguliere medische circuit om. Voor Ari Nagel is dat zelfs een ‘way of life’. Hij heeft geen eigen huis, maar reist permanent het land door, teneinde aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Dat heeft inmiddels geresulteerd in meer dan 130 kinderen – en de teller staat nog altijd niet stil – met wie hij ook een tamelijk verknipte ouder-kindrelatie probeert te onderhouden.

Tyree Kelly, een zwaarlijvige Afro-Amerikaanse man die eerder gedetineerd was, lijkt het doneren van sperma eerder als een baan dan als een roeping te beschouwen. Zijn verloofde Atasha Peña Clay wil intussen ook zwanger worden. Zij moet alleen gewoon op haar beurt wachten. Steve Walker tenslotte is na zijn echtscheiding ook druk gaan doneren. De vriendelijke oudere man uit Knoxville, Tennessee, zou Rachel Stanley, een 28-jarige vrouw uit Nashville, best ter wille willen zijn. Zij kampt alleen met ernstige gezondheidsproblemen en is ook wel bang dat Steve eigenlijk gewoon een relatie wil.

Via deze drie donoren, met elk hun eigen achtergrond, leefsituatie en motieven, schetst Lance Oppenheim een unheimische wereld, schaars en opvallend blauwgroen uitgelicht en voorzien van een klinische synth-soundtrack, waarin het wonder van nieuw leven wordt teruggebracht tot een al dan niet zakelijke transactie in een desolate motelkamer, op het openbare toilet of gewoon bij de klant thuis, in diens badkamer of desnoods lijfelijk. De één ovuleert en wil zo snel mogelijk moeder worden, de ander heeft nog wel een kwakje over. Een kind is dan slechts ‘een vingerhoedje stijfsel’ weg…

De situatie doet in deze film, die een ontluisterend beeld schetst van voortplanting in het Land van de Onbegrensde Mogelijkheden, regelmatig denken aan een illegale abortus. Terwijl het oogmerk van alle betrokkenen daar juist diametraal tegenover staat: gewenst leven. Geconcipieerd vanuit een ideaal, uit pure medemenselijkheid of toch voor cash. In het duister van Spermworld, dat wel.

Ari Nagel heeft trouwens ook z’n eigen documentaire: The Baby Daddy.

Ren Faire

HBO Max

Gaat ‘King George’ voor een soort erfopvolging? Of geeft hij de troon gewoon aan de hoogste bieder? George Coulam, halverwege de tachtig, heeft volgens zijn eigen berekeningen nog negen jaar te leven. Daarin wil hij een ‘metgezel’ vinden en genieten van zijn kunst en tuin. De eigenaar van het Texas Renaissance Festival zit inmiddels op zo’n vijftien ‘sugar daddy’-sites en is erop gebrand om een leuke vrouw aan de haak te slaan. Het is George’s grote droom om straks tijdens de daad het leven te laten.

Zover is het echter nog lang niet in Ren Faire (167 min.), de driedelige serie van Lance Oppenheim (Some Kind Of Heaven). Eerst moet George zijn geesteskind, dat hij al een halve eeuw uitbaat, doorgeven of van de hand doen. Er zijn twee gegadigden: zijn rechterhand Jeff Baldwin, de ‘hoofd-Oompa Loompa’, een voormalige acteur die het Renaissance Festival tegenwoordig runt als algemeen directeur. En Louie Migliaccio, de zelfverklaarde ’Lord Of Corn’ met altijd een blikje energydrank bij de hand. Die brengt een flinke zak geld mee. De één zou meer een soldaat dan een commandant zijn, de ander heeft eigenlijk helemaal geen hart voor de zaak.

Daarmee staan de pionnen op George’s bord, voor een spel waarbij vooral de koning zelf wel lijkt te varen. Als een ouderwetse potentaat, 55 jaar in de business, regeert George over zijn rijk, een soort sprookjesbos voor volwassenen in de dennenbossen bij Todd Mission, Texas, dat elke festivaldag door zo’n 30.000 gewone stervelingen wordt bezocht. ‘Make way for the king’, roept een onderdaan als de koning samen met zijn ‘Hand’, Jeff dus, in een kar wordt rondgereden over het terrein. King George beziet alle activiteiten met een arendsoog, legt zijn oor bij Jan en alleman te luister over de verwachte bezoekersaantallen en vaardigt zo nu en dan een decreet uit.

Deze fascinerende miniserie opent die wondere wereld, met z’n geheel eigen mores en codes, waarin nochtans hele gewone bazige, jaloerse en konkelende mensen huizen. Oppenheim tekent alle intriges met enorme bravoure op: de cameravoering is krachtig en sfeervol, de montage zeer opwindend. De kleurcorrectie voegt franje en drama toe. En de soundtrack draagt werkelijk bij aan de spanning van het verhaal. Iedereen zit daarnaast goed in z’n rol – alsof het ook een rol is. De heerser is rücksichtslos en onberekenbaar, zijn rechterhand roept zowel sympathie als compassie op en diens rivaal is een überkapitalist die zich opmaakt voor de kill.

In de markt gezet als een soort kruising van Game Of Thrones en Succession ontwikkelt Ren Faire zich tot een superieur psychologisch steekspel, uitgevochten tegen de achtergrond van een commercieel uitgebaat historisch pretpark, dat ook in niets onderdoet voor zulk hoogwaardig drama.

Some Kind Of Heaven

Hulu

Op hun oude dag leven ze (alsnog) ‘The American Dream’. Uitroepteken. Bij The Villages, de grootste ouderengemeenschap van de Verenigde Staten in de enige echte ‘Sunshine State’ Florida, horen nu eenmaal uitroeptekens. Dat is… een droomstad voor babyboomers! Het nirvana! Disneyworld voor gepensioneerden! De fontein van de jeugd! Elke dag vakantie! Of zoals het Amerikaanse droomstadje zichzelf enthousiast afficheert: Florida’s Friendliest Hometown!

Some Kind Of Heaven (83 min.) kortom. Een bepaalde variant op wat voor sommigen onder ons de hemel op aarde is. Een enclave met meer dan 100.000 bejaarden. All inclusive, natuurlijk. Met de verplichte tennisbanen, palmbomen, zwembaden, kerkdiensten en golfbanen. En met een slagboom, dat ook. Regisseur Lance Oppenheim laat in deze gestileerde film ongenadig de achterkant van de idylle zien. Hij portretteert enkele ‘gewone’ ouderen die door het plastic paradijs dolen.

Reggie wil zijn leven eindigen met ‘een glimlach op mijn gezicht’, maar zijn echtgenote Anne maakt zich na 47 jaar huwelijk echt zorgen over hoe zijn ontremde gedrag steeds vaker voor problemen zorgt, ook met de wet. Vrijgezel Dennis sneakt elke dag de stad binnen vanuit de bus waarin hij leeft, in de hoop een gefortuneerde dame aan de haak te slaan. En de weduwe Barbara kan ternauwernood het hoofd boven water houden en is intussen aan het daten met een nét iets te getapte (oudere) jongen.

Net als een verwante documentaire als King Of The Cruise, van de Nederlandse maakster Sophie Dros, toont Some Kind Of Heaven de schijn van het zijn. Een perfecte perfide wereld – vereeuwigd met een zekere compassie, veel symmetrie en warme kleuren – waar alles ‘goed verzorgd’ is, behalve de menselijke ziel. En die eigenlijk alleen met een mengeling van gêne en mededogen is aan te zien.

Displaced Pieces – A Spy Story

NTR

De stukken lijken ogenschijnlijk lukraak neergezet. En de nietsvermoedende kijker moet zelf een soort ordening zien te vinden. Zo ongeveer doet Displaced Pieces: A Spy Story (54 min.) zich in eerste instantie voor. Als stukjes waarvan op voorhand zelfs niet zeker is of ze tot dezelfde puzzel behoren. En wellicht – maar daarover tast ikzelf net zo goed in het duister – is de film ook zo bedoeld.

Interessante elementen te over, daar niet van: Bedoeïenen. Het dorp Tell Halaf. Op de grens van Turkije en Syrië. Onderdeel van het Ottomaanse rijk. Aan het eind van negentiende eeuw. Een heuvel die een tempel verbergt. Blootgelegd door de Duitse baron Max von Oppenheim. Drijvende kracht achter het latere Tell Halaf Museum in Berlijn. Grotendeels vernietigd tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Een eloquente jongeman (ene Rayyane Tabet) opereert intussen als verteller. Zijn overgrootvader Fayek heeft in 1929 bij Tell Halaf een slang gevangen, zegt hij. Een zwart-wit foto levert het bewijs. Tabet wordt gecoacht door een vrouwenstem (regisseur Catherine van Campen?). Of hij de camera als zijn publiek wil gebruiken. Zit de spreker trouwens in een modern museum? En zijn dat dan kunstobjecten die hij heeft gecreëerd?

Teksten in beeld vervolgens, bij associatieve beelden: ‘God. Vervloekt. Oorlog. Wanneer gaan we ons huis achterlaten?’ Tabets ouders reppen even later over hun woning die werd verwoest. Rayyane wil alleen geen slachtoffer zijn, stelt hij. Of een voorbeeldkind van willekeurig welk conflict. Want verwoesting is eigenlijk reconstructie. Een voorbeeld: de conservatoren van het Nationaal Museum in Aleppo stapelen zandzakken rondom de replica van een beschadigde gevel. Oud wordt zo nieuw.

Iets met bomen en bos nu, eerlijk gezegd. Even googelen dan maar: Rayyane Tabet, kunstenaar opererend vanuit Beiroet. Maker van moderne replica’s van Tell Halaf-artefacten. Expositie Bruchstücke / Fragments. ‘Ons concept van hedendaags en moderniteit is zo kortzichtig’, zegt hij in de film (en de vrouwenstem beaamt dat). ‘Het neemt niet echt de grotere verhaallijnen in overweging waarin uiteindelijk alle objecten zullen worden verwoest en hersteld. Keer op keer.’

Dan vallen zowaar, ergens, op een onbewaakt ogenblik, alle stukken tóch op hun plek. Displaced Pieces heeft van tevoren alleen wel héél nadrukkelijk een beroep gedaan op het doorzettingsvermogen van de eerder nog nietsvermoedende kijker. Terwijl een enkeling te langen leste met een bevredigd gevoel het allerlaatste puzzelstukje legt, hebben anderen de tafel wellicht allang leeg geveegd.