Gold & Greed: The Hunt For Fenn’s Treasure

Netflix

Ergens in de Rocky Mountains is een schatkist verborgen. Daarin zit goud ter waarde van enkele miljoenen dollars. Het is een idee van de gefortuneerde kunsthandelaar Forrest Fenn. In The Thrill Of The Chase, zijn autobiografie uit 2010, heeft hij een gedicht opgenomen, waarin negen aanwijzingen zijn verwerkt om de schat te vinden.

Het lijkt in eerste instantie niet meer dan een truc om zijn boek onder de aandacht te brengen, maar al snel loopt Fenns idee helemaal uit hand. Talloze gewone Amerikanen raken bevangen door goudkoorts en proberen het gedicht te ontcijferen. De Hursts, een stel rednecks, weten bijvoorbeeld zeker dat de buit is verstopt in het voormalige mijnwerkersdorp Kirwin in Wyoming, terwijl de gepensioneerde ingenieur Cynthia Meachum ervan overtuigd raakt dat de schat in New Mexico is te vinden.

Op zoek naar ‘fortuin en glorie’, aldus de montere softwareontwikkelaar Justin Posey. Want wie wil er nu geen Indiana Jones zijn? Niet iedereen is echter gemaakt voor de rol van avonturier, blijkt in de driedelige docuserie Gold & Greed: The Hunt For Fenn’s Treasure (160 min.) van Jared McGilliard. Het duurt niet lang of de schattenjacht eist z’n eerste slachtoffer: ene Randy Bilyue raakt nabij Santa Fe vermist als hij in hartje winter, met een rubberboot van Walmart, de Rio Grande probeert af te varen.

Forrest Fenns autobiografie wordt in de media, die ’s mans meesterzet en de navolgende goudkoorts helemaal uitmelken, dan al omschreven als: ‘the book that lures readers to their deaths’. Fanatieke speurders zoals Meachum, die bij Fenn zelf op zoek gaat naar aanwijzingen, en de Hurst-familie, dromend van een leven buiten het ‘trailer park’, laten zich daardoor niet weerhouden. En de inventieve Posey begint doodleuk een hond te trainen, zodat die letterlijk kan worden ingezet als speurneus.

McGilliard volgt hen terwijl ze hun nieuwste theorie najagen en ergens in Amerika op zoek gaan naar de goudkist. Hij snijdt hun verhalen slim door elkaar en leukt ze op met een avonturenfilmsoundtrack en gewiekste cliffhangers, zodat ’t steeds spannend blijft of iemand op de buit stuit – en wie dat dan is. Tegelijkertijd schetst ie ook de gekte in de schatzoekersgemeente. Die krijgt gaandeweg ook een naar kantje: vergezochte hypothesen krijgen gezelschap van onvervalste complotten.

Op een luchtige manier toont Gold & Greed zo hoe het idee van eeuwige rijkdom voor tal van gewone Amerikanen een obsessie wordt. Totdat ze zowaar tien jaar van hun leven hebben gespendeerd aan een waanidee – al heeft zelfs dat z’n aantrekkelijke kanten. De jacht is immers mooier dan de vangst. Justin Posey realiseert zich dat terdege en probeert in deze joyeuze productie zowaar in de voetsporen te treden van Forrest Fenn, die in 2020, na een enerverende oude dag, op negentigjarige leeftijd is overleden.

In Between These Mountains

Mint Film Office / Cinema Delicatessen

‘Ik wil niet opgroeien en net zoals jullie worden’, verzucht ‘Ollie’ tijdens de wandeltocht die hij met zijn vader Tony en z’n inmiddels in de Verenigde Staten woonachtige halfbroer Erik, maakt door een Californisch berglandschap. Vader kan z’n lach niet inhouden. ‘Verdomme, je bent een volwassen man. Het is aan jou. Het is jouw keuze.’

Het contact tussen de jonge Nederlandse filmmaker Olivier S. Garcia (TorsoGewoon Boef en Een Gat In Mijn Hart) en zijn vader en twintig jaar oudere broer, mannen bij wie hij al z’n hele leven lang aansluiting zoekt, verloopt lang niet altijd soepel. En tussen de andere twee zit er heel wat oud zeer. ‘Ik vertrouw je niet’, voegt Erik zijn vader bijvoorbeeld boos toe, als ze met z’n drieën in de auto zitten, voor hun gezamenlijke roadtrip. De door Olivier geïnstalleerde camera registreert de confrontatie van zeer dichtbij. ‘Je bent een vreemde voor me die wat sperma heeft gedoneerd.’

Tony Garcia stamt uit een Mexicaanse familie, is opgegroeid in het Los Angeles van de jaren vijftig en op latere leeftijd verhuisd naar Nederland, waar hij films ging maken en Erik soms ook een rolletje gaf. Vader worden was ooit een ongelukje, bekent Tony in deze persoonlijke docu. Hij was pas negentien en zat in de gevangenis toen Erik werd geboren. Zijn zoon, zelf inmiddels vijftig, is later ook in de cel beland. Sterker: bij de start van In Between These Mountains (80 min.) is Erik nog gedetineerd in Texas. Tony en Olivier, die zijn broer vijf jaar niet heeft gezien, gaan hem daar ophalen.

Ze lopen de zogenaamde John Muir Trail, een langeafstandspad van Yosemite Valley naar Mount Whitney, en willen elkaar onderweg beter leren kennen én begrijpen. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook de pijnpunten tussen hen naar boven komen. Niet alleen Erik botst met zijn vader. Ook Olivier heeft z’n issues met Tony, die hun gezin verliet toen hij nog maar een jongetje van zes was. ‘Was het mijn schuld dat hij vertrok?’ vraagt hij zich nu fluisterend af, in een ‘random thought’, één van de voice-overs waarmee hij zijn film richting geeft. ‘Hoe zou ik ooit zelf vader kunnen worden?’

Met een kleine camera documenteert Ollie het moeizame pad dat ze samen afleggen. De reis door hun eigen wildernis, waarin ze verbinding zoeken en elkaar ook niet sparen. Erik noemt het gekscherend hun ‘werkvakantie over mannelijkheid’. Schmierend: ‘Zie je de compassiespier aan het werk?’ Met zijn scherpe tong houdt hij de andere twee regelmatig op afstand. En op een gegeven moment is Erik ook helemaal klaar met die vader die maar geen krimp geeft en dat jongere broertje dat zo nodig alles moet filmen. ‘Dit is weer een Garcia-filmproject waar ik geen zin in heb.’

Zoals ’t een ware roadmovie betaamt, is de reis net zo belangrijk als de eindbestemming en speelt die zich net zo goed af in de mensen als op hun tocht. Met deze delicate en associatief gemonteerde documentaire exploreren Olivier en de andere mannelijke Garcia’s elkaar en hun bloedband. Tijdens dat intieme proces komt ook de filmer niet weg met een comfortabele plek achter de camera. Zowel Tony als Erik hebben vragen voor hem en dwingen hem om na te denken over zichzelf.

Six Silent Killings: Ireland’s Vanishing Triangle

SkyShowtime

Dertig jaar later zijn ze nog altijd spoorloos. Zes jonge vrouwen, in de loop van de jaren negentig verdwenen in The Wicklow Mountains bij Dublin. Zonder duidelijk reden of verdachte. Geraldine Niland, een voormalige misdaadjournalist van de Ierse krant The Sunday Independent, vraagt zich nog altijd af: waar zijn ze? En, natuurlijk, wat is er met hen gebeurd? Was er misschien een seriemoordenaar actief in de zogenaamde ‘Verdwijndriehoek’, een naam die Niland zelf muntte als journalist?

De Garda, de Ierse politie, behandelde de verdwijningen oorspronkelijk als reguliere vermissingszaken. De kans dat de jonge vrouwen, die ook wel eens niet van onbesproken gedrag konden zijn geweest, zich vanzelf wel weer zouden melden was volgens hen aanzienlijk. Hun families waren zeer gefrustreerd dat de Gardaí niet gewoon een moordonderzoek startten. Zij gingen direct uit van een misdrijf. Hun dierbaren hadden geen reden om zich zomaar uit de voeten te maken.

De Ierse politie had volgens Geraldine Niland meteen moeten zoeken naar verbanden tussen de zaken in ‘de Verdwijndriehoek’. ‘Ben je blij dat je het zo noemde?’ vraagt Colette Camden, de maker van de tweedelige truecrime-docu Six Silent Killings: Ireland’s Vanishing Triangle (97 min.) aan haar. ‘Ja, dat ben ik’, zegt de journaliste. Het ging volgens Niland beslist niet om losse gevallen. En zo’n smeuïge term zou misschien kunnen helpen om de zaken in samenhang te gaan zien.

En als de speciaal opgerichte taskforce Operation Trace eindelijk gaat zoeken naar dwarsverbanden tussen de zes zaken en bovendien hulp krijgt van profilers van de FBI, omdat één van de verdwenen vrouwen Amerikaans is, wordt een vrouw uit Carlow bruut aangevallen. Zo komt er in 2000 zowaar een verdachte in beeld. ‘Hij is een jager’, stelt Niland. ‘Hij jaagt niet alleen op dieren, maar ook op vrouwen.’ De man krijgt een tot de (ergste) verbeelding sprekende bijnaam: The Beast Of Baltinglass.

Dit gedegen tweeluik, dat zich nauwelijks schuldig maakt aan effectbejag, zaait echter meteen ook weer twijfel: is deze voor zichzelf werkende timmerman, ogenschijnlijk een brave huisvader, verantwoordelijk voor alle verdwijningen? Zo ja, (hoe) kan dat dan worden bewezen? En, natuurlijk, de vraag der vragen die Geraldine Niland, de misdaadjournalist die zich al een half leven lang heeft vastgebeten in de zaak, al bij aanvang op tafel legde: wáár zijn ze?

Stranded

Zeitgeist Films

Over sommige onderwerpen raken we nooit uitgesproken – of gefilmd. De Vliegramp in de Andes bijvoorbeeld, nu ruim een halve eeuw geleden. Een vliegtuig met aan boord een Uruguayaans rugbyteam en aanhang, op weg naar een toernooi in Chili, crasht in oktober 1972 op een bergtop. Het toestel wordt uiteengereten, diverse bemanningsleden en passagiers zijn op slag dood en de overlevenden moeten zich te midden van de bergen, sneeuw en ijzige kou zien te redden. Een deel van hen overleeft uiteindelijk maar liefst 72 dagen, onder meer door hun gestorven medepassagiers (deels) op te eten.

Dit ongelooflijke, afschuwwekkende en toch hoopvolle verhaal heeft inmiddels twee ijzersterke speelfilms opgeleverd: Alive (1993) en, ruim dertig jaar later, de Spaanse Oscar-kandidaat La Sociedad De La Nieve (2024). En behalve talloze tv-docu’s heeft de Andesvliegramp ook al geresulteerd in een gezaghebbende documentaire: Stranded (112 min.) uit 2007. Regisseur Gonzalo Arijon groeide op met enkele inzittenden van vlucht 571 van 13 oktober 1972 en wist alle overlevenden van de ramp en enkele familieleden zover te krijgen dat ze wilden meewerken aan zijn film. Samen keerden ze, soms vergezeld door hun inmiddels volwassen kinderen, terug naar de plek des onheils.

De stap om mensenvlees te gaan eten – waarbij de kwalificatie ‘kannibalisme’ toch echt misplaatst lijkt – krijgt daarbij vanzelfsprekend de nodige aandacht. ‘Als je de stap eenmaal hebt gezet en zogezegd aan de overkant bent beland, zie je dat er niets vreemds gebeurt’, vertelt Roberto Canessa, die als arts in opleiding een bijzondere verantwoordelijkheid voelde. ‘Natuurlijk, het was bizar, maar dit was een probleem dat we tenminste zelf konden oplossen.’ Contact met de buitenwereld was een andere zaak. Terwijl hun familie steeds hoop bleef koesteren, hadden de plaatselijke autoriteiten hen eigenlijk al opgegeven. Gewoon wachten op een reddingsactie zou hen dus fataal zijn geworden.

De zestien overlevenden waren volledig op zichzelf en elkaar aangewezen. Daar – in menselijkheid, solidariteit, moed en verbondenheid – zit de kern van hun ontzagwekkende verhaal en deze al even imposante film, die met de getuigenissen van de direct betrokkenen, gereconstrueerde scènes een bezoek aan die ijzige en verlaten gletsjer in de Andes hun ervaring op de grens van leven en dood in het midden van helemaal nergens heel behoorlijk weet te benaderen. Stranded komt tot een climax tijdens een emotioneel weerzien bij de Vallei van de Tranen, waar een gedenkplaats is ingericht voor de 29 slachtoffers van de vliegramp, die er met hun lijf voor zorgden dat de anderen konden leven.

‘Onze ouders leven verder in jullie’, zegt een zoon geëmotioneerd tegen de Andes-veteranen, terwijl ze met zijn allen gearmd in een kring gaan staan.