Sex In The Soviet Union

Journeyman Pictures

‘Als je de Sovjet-Unie wilt begrijpen, dan kun je het beste naar de omgang met seksualiteit kijken’, zegt de Oekraïense seksuoloog en dissident Mikhail Stern (1918-2005) in de documentaire Sex In The Soviet Union (104 min.). Hij is in 1977 te gast in een Nederlandse talkshow. Stern woont dan inmiddels in Amsterdam, waar hij jaren later op hoge leeftijd en onder onduidelijke omstandigheden zal worden vermoord.

Chad Gracia gebruikt ’s mans uitgangspunt in deze film inderdaad om naar de Sovjet-Unie te kijken. Direct na de communistische revolutie van 1917 genoten burgers daar een enorme seksuele vrijheid. In 1921 werd er in Sint-Petersburg zelfs een homohuwelijk gesloten. Met die vrijheid was ’t alleen snel afgelopen toen Jozef Stalin de macht greep en er een totalitaire staat van maakte. Hij was in feite anti-seks – al maakte hij voor zichzelf graag een uitzondering.

Met voormalige Sovjet-burgers uit Oekraïne bespreekt Gracia hoe thema’s als overspel, privacy, homoseksualiteit, pornografie, prostitutie, huiselijk geweld, echtscheiding en seksueel geweld (g)een plek hadden in de natie, waarnaar de huidige Russische leider Vladimir Poetin zo’n heimwee lijkt te hebben – en die hij maar wat graag in oude glorie zou willen herstellen. Hun verhalen worden omlijst met zwart-wit foto’s, nieuwsbeelden en fragmenten uit Russische films.

Timmerman Yuri Soldatenko vertelt bijvoorbeeld hoe hij zijn geaardheid altijd probeerde te verbergen. Uiteindelijk belandde ie toch in een gevangenenkamp, waar homo’s apart moesten leven en met de nek werden aangekeken. Toen zijn hand daar bekneld raakte in een houtbewerkingsmachine, vroeg de chirurg van dienst hem zelfs waarvoor hij eigenlijk vastzat. Toen ie niet snel genoeg antwoordde, wist de man zelf het antwoord wel: ‘Ah, een pederast! Voor jou geen verdoving.’

‘Soms vraag ik me voor het slapen gaan af hoe ik die hel heb overleefd’, zegt Soldatenko nu. Dat sentiment wordt door deze documentaire heel gemakkelijk invoelbaar. Alles wat afwijkt van de norm – seks is ‘het’ en mag verder alleen recht op en neer binnen het huwelijk worden beleefd, waarbij de vrouw in kwestie niets heeft te vertellen en ook nog eens uit ‘liefde’ wordt geslagen – krijgt het zwaar te verduren. En tegelijk wordt seks door de staat wel degelijk doelbewust ingezet.

Voor seksspionage bijvoorbeeld. De KGB zet verleidsters in om Russische dissidenten of buitenlandse officials in compromitterende situaties vast te leggen. ‘Een seksspion moet alles kunnen’, vertelt Elena Ivanova, die als dertienjarig meisje bij een balletclub werd gerekruteerd en vervolgens een privé-opleiding kreeg. ‘Ze moet slim, creatief en cultureel onderlegd zijn.’ En ze moet, oh ja, in staat zijn om twee of drie mannen per uur te bedienen in een hotelkamer met verborgen camera’s.

‘Als wij hun leven succesvol controleren, weten we zeker dat ze nooit meer van ons af komen’, vertelt Valentin Beseda, oud-medewerker van de geheime dienst, niet zonder trots over zijn seksspionnen. ‘Ik moet daarom elke dag precies weten wat er in haar hoofd omgaat. Anders ben ik mijn geld niet waard.’ En dat lijkt een beetje de gemene deler bij alle ‘seksverhalen’ in deze onderhoudende film. Hoewel Stalin en zijn opvolgers er officieel niets van moesten hebben, speelde seks wel degelijk een prominente rol in de natie die nog altijd z’n schaduw over het huidige Rusland werpt.

Als machts- of betaalmiddel of als wisselgeld. Om te overleven, wraak te nemen of vooruit te komen.

The Kyiv Files

VPRO/ Zeppers / Amstelfilm

‘Mijn mooiste herinnering aan Bogdan?’ Regine Chivrac moet er in de woonkamer van haar woning in Bretagne heel even over nadenken. ‘Waarschijnlijk de nacht die we samen doorbrachten in het appartement van een vriend.’ De Française met Oekraïense wortels en de knappe plaatselijke jongen ontmoetten elkaar in de jaren zestig bij toeval in de stad Lviv en werden daar verliefd op elkaar. Althans, zo heeft zij dat toentertijd beleefd.

Even later krijgt de oudere vrouw een KGB-dossier overhandigd. Háár dossier. Nummer 5075, codenaam: Courtisane. ‘Betekent dit dat er een dossier over mij was?’ reageert ze verrast. ‘Heeft Bogdan misschien informatie doorgegeven?’ In de map vindt ze foto’s van hen samen, innig verstrengeld in bed. In het appartement van die vriend, inderdaad. ‘Hij moet dit toch hebben geweten?’ vraagt ze tegen beter weten in. ‘Of werd hij er zelf ingeluisd?’

Het antwoord staat in The Kyiv Files (78 min.): ‘Om te ontdekken wat de echte redenen waren voor Courtisanes bezoeken aan ons land wordt agent Shikula ‘Bogdan’ Nikolayevich ingezet in 1967’, leest een vrouwenstem voor uit het dossier van de geheime dienst van de Sovjets. ‘Hij studeert aan de universiteit van Lviv en spreekt Frans.’ In het dossier zitten ook Bogdans rapporten. ‘Na de gemeenschap gaf ze me haar adres’, schrijft hij bijvoorbeeld. ‘Dat lag al klaar op tafel.’

Sinds Oekraïne in 2017 de KGB-archieven heeft geopend, kunnen geïnteresseerden hun persoonlijke dossier inzien. ‘Lisovaja Vira Pavlovna, bijgenaamd De Stille, kwam in het zicht bij de KGB in 1974’, staat er bijvoorbeeld in het dossier van een kritische Oekraïense docente. De dienst heeft de hand weten te leggen op ‘diverse bewijsstukken waaruit blijkt dat het subject nationalistische overtuigingen heeft en anti-Sovjet documenten bezit en verspreidt.’

Samen met Lisovaja zelf en haar dochter neemt filmmaker Walter Stokman het dossier en de gevolgen daarvan door. Pavlovna’s echtgenoot was in 1972 al tot zeven jaar veroordeeld vanwege ‘nationalistische’ activiteiten. Het gezin kwam uiteindelijk in Siberië terecht en zou zich nooit meer helemaal van de KGB kunnen bevrijden. Want zo ging – en gaat – dat: wie eenmaal in de klauwen van een geheime dienst zit, kan zich daarvan vaak nooit meer helemaal losmaken.

Deze film maakt tastbaar wat ‘t met mensen doet om overgeleverd te zijn aan een autoritair regime en de bijbehoren surveillancestaat. En dat strekt zich in dit geval ook uit tot Nederland. Ineens staat Stokman in Friesland bij een caravan, die volgens een buurman letterlijk ‘groen van ellende ziet’. De bewoner ervan zou de hoogbejaarde Louw de Jager zijn. Zestig jaar geleden belandde hij in een Sovjet-gevangenis, veroordeeld vanwege spionage.

‘Op 15 juli 1961 zijn twee Nederlanders, Evert Reydon en Louw de Jager, in De Jagers auto vanuit Amsterdam via de DDR en Tsjechoslowakije naar de Sovjet-Unie vertrokken’, leest de Russische vrouw weer voor uit het KGB-dossier. ‘Bij de grenscontrole werd ontdekt dat ze dertig filmrollen, vier camera’s, een fotolens, een flitsapparaat, twee verrekijkers, een kompas en een radio bij zich hadden.’ De twee Nederlandse amateurspionnen zijn gezien.

‘Hoe minder je weet, hoe beter je slaapt’, slaat een voormalige KGB-functionaris elders in deze unheimische film, die zich afspeelt tegen de achtergrond van de Russische aanval op Oekraïne en steeds meer onder de huid kruipt, de spijker op z’n kop. Het is alleen de vraag of iedereen die luxe heeft. En wat als je ’t eenmaal weet? Hoe slaap je dan? Slaap je überhaupt nog? The Kyiv Files maakt zulke vragen onontkoombaar – en de antwoorden erg pijnlijk.

The Man Who Played With Fire

Discovery+

De Zweedse oud-diplomaat Jan Stocklassa, de hoofdpersoon van The Man Who Played With Fire (182 min.) en schrijver van het boek waarop deze vierdelige serie is gebaseerd, heeft zonder enige twijfel het zogenaamde Palme-virus. Zoals er in de Verenigde Staten een verbond van mannen is ontstaan die onvermoeibaar de moord op president John F. Kennedy in 1963 blijven onderzoeken, zijn amateurdetectives in Zweden al ruim dertig jaar in de ban van de moord op de progressieve premier Olof Palme op vrijdagavond 28 februari 1986. Zij bijten zich vast in wie Palme, na een bezoek aan de bioscoop in Stockholm, van achteren met een .357-Magnum revolver doodschoot – en wie daarvoor wellicht de opdracht heeft gegeven.

Stocklassa heeft daarbij een uitgesproken troef in handen gekregen: het archief van de vermaarde onderzoeksjournalist Stieg Larsson (1954-2004). Larsson, die internationale bekendheid verwierf als auteur van de Millennium-misdaadserie, was eveneens behept met het virus en heeft zich tien jaar lang vastgebeten in de Palme-moord. Zit het antwoord op de vraag wat er precies is gebeurd misschien verscholen in Larssons monnikenwerk? Was het de spreekwoordelijke ‘lone killer’? Of toch een samenzwering? En moest de oorsprong daarvan dan worden gezocht bij de Amerikaanse inlichtingendienst CIA? Of juist bij de Russische tegenhanger daarvan, de KGB?

Deze miniserie van Matt Rudge situeert de moord op Olof Palme, die aan beide uitersten van het politieke spectrum intens werd gehaat, aldus in het hart van de Koude Oorlog, terwijl de zaak ook verband zou kunnen houden met het Zuid-Afrikaanse Apartheidsregime (waarvan Palme een uitgesproken en invloedrijke tegenstander was). Jan Stocklassa fungeert als (soms net iets te) geroutineerde gids tijdens een tocht door de donkerste spelonken van de internationale politiek, waar spionnen, moordmakelaars en Zweedse extremisten elkaar zomaar kunnen hebben gevonden in een complot om Olof Palme te liquideren. Althans, als er inderdaad vuur is waar Stocklassa rook denkt te hebben waargenomen.

Rudge maakt gebruik van (verborgen camera)beelden van Stocklassa’s ontmoetingen met verdachten, kleedt diens zoektocht aan met stemmige reconstructiebeelden, een sinistere soundtrack en de verplichte cliffhangers en laat alle verwikkelingen bovendien inkaderen door bronnen zoals Palmes zoon Joakim, ’s mans stafchef Ulf Dahlsten, de Britse Labour-leider Neil Kinnock, een zoon van CIA-directeur William Colby en de Zuid-Afrikaanse anti-Apartheidsactivist Allan Boesak. Dit maakt al bij al een gedegen indruk, al is voor een buitenstaander nauwelijks vast te stellen welke informatie is ingekleurd, aangezet of simpelweg weggelaten.

De conclusies die Stocklassa uiteindelijk trekt in deze straffe geopolitieke thriller worden zeker niet door iedereen gedeeld en komen in elk geval niet overeen met de officiële lezing van de Zweedse justitie. Tijdens een omstreden persconferentie wees die op 10 juni 2020 ineens een inmiddels overleden verdachte aan en sloot vervolgens meteen ook het politieonderzoek officieel af. De maatschappelijke discussie over wie er waarom z’n ‘Palme-haat’ heeft omgezet in een brute wandaad – die enkele jaren geleden ook al zijn weg vond naar de Nederlandse documentaire Palme, Pappa En Ik – zal daardoor echter niet verstommen. Want tegen het Palme-virus is uiteindelijk maar één remedie: onomstotelijk bewijs wie er de trekker heeft overgehaald (en wie daarvoor eventueel de opdracht of het bevel heeft gegeven).

En zelfs dan…

Trailer The Man Who Played With Fire

The Jump

Cineuropa

‘Ik, Litouwer’, zegt de man. ‘Geen Rus.’ Hij wil overlopen. Van de Sovjet-Unie, waar hij zich nooit thuis heeft gevoeld, naar het Vrije Westen. Simas Kudirka besluit uiteindelijk The Jump (84 min.) te wagen naar het Amerikaanse schip. Hij laat zijn collega’s op de Russische boot achter. Het is een wanhoopsdaad. Kudirka wil weg uit die beknellende wereld achter het IJzeren Gordijn en heeft er nauwelijks over nagedacht dat hij dan ook zijn vrouw, werk en thuis moet achterlaten.

Met een schip op zee als decor reconstrueert hij vijftig jaar na dato met veel drama wat er toen, op 24 november 1970, op die twee schepen nabij de Amerikaanse kust, verwikkeld in visserijbesprekingen, is gebeurd. Met één ding heeft Kudirka geen rekening gehouden: de Amerikaanse kustwacht zit helemaal niet te wachten op een Russische staatsburger die politiek asiel aanvraagt. De ‘overloper’ wordt gedwongen om terug te keren naar zijn schip van oorsprong. 

Deze film van Giedré Zickyté belicht hoe de zaak zich daarna verder ontwikkelt bij de twee grote vijanden van de Koude Oorlog. In de Verenigde Staten, waar het terugsturen van Simas Kudirka leidt tot een politiek schandaal. En in de Sovjet-Unie waar de Litouwse zeeman in handen valt van de KGB, de Russische geheime dienst, en vervolgens wordt veroordeeld tot een fikse gevangenisstraf. En dan wordt duidelijk dat Kudirka wel eens Amerikaans bloed zou kunnen hebben…

Met de expressieve Litouwer zelf, bemanningsleden van het Amerikaanse schip, een KGB-ondervrager, Litouws-Amerikaanse activisten en de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger blikt Zickyté in deze gedegen, soms wat vette, documentaire terug op hoe Kudirka een speelbal wordt in de epische strijd tussen de kapitalistische en communistische grootmacht. Hij krijgt zelfs zijn eigen speelfilm: The Defection Of Simas Kudirka.

Waarbij het heldenverhaal het gaandeweg overneemt van de werkelijkheid. The Jump lijkt in eerste instantie dezelfde kant op te gaan: een Hollywood-verhaal met toch nog een happy end. Totdat Simas Kudirka op de valreep alsnog op de rem trapt en op pregnante wijze aandacht vraagt voor het lot van al die gewone burgers die zijn verpieterd in de Siberische Goelag. ‘Ik heb nog niet één politieke gevangene kunnen redden’, constateert hij bitter.

Intussen blijft het inmiddels onafhankelijke Litouwen lonken.

The Man Putin Couldn’t Kill

Voor de vlucht had hij nog even geposeerd voor de selfie van een andere passagier. Het had zomaar de allerlaatste foto van hem in levende lijve kunnen worden. 20 augustus 2020. Onderweg van Tomsk in Siberië naar de Russische hoofdstad Moskou werd Aleksej Navalny plotseling ernstig ziek. Hij belandde in coma. De voornaamste criticaster van president Poetin bleek te zijn vergiftigd. Hij overleefde de moordaanslag ternauwernood en werd daarmee, tot nader order, The Man Putin Couldn’t Kill (86 min.).

De aanslag op Navalny past in een naargeestige Russische traditie. Iedereen die Vladimir Poetin publiekelijk de voet dwars zet loopt het risico om te worden neergeschoten, doodgeslagen of vergiftigd. Daarvan zijn legio voorbeelden: van de vergiftigde geheimagent Aleksander Litvinenko tot Navalny’s politieke mentor Boris Nemtsov, die gewoon op straat werd geliquideerd. Deze acties zijn natuurlijk gericht tegen de tegenstanders zelf, maar ook tegen hun directe omgeving. Zij denken nog wel eens goed na voordat ze zich in het openbaar uitspreken tegen de almachtige leider, met dat geheimzinnige KGB-verleden.

Met talloze insiders plaatst regisseur Jon Blair de poging om Navalny definitief kalt te stellen nadrukkelijk binnen die context. Tegelijkertijd duikt hij – aan de hand van wat het onderzoekscollectief Bellingcat daarover heeft ontdekt – ook in de precieze toedracht van de aanslag op Navalny. En die blijkt een stuk klunziger te zijn aangepakt dan verwacht. John le Carré zou er in zijn gelauwerde spionageromans in elk geval niet mee wegkomen. In de woorden van verteller Marcel Theroux: de daders gingen te werk als James Bond-wannabe’s met de kwaliteiten van Rowan Atkinsons karikatuur van een spion, Johnny English.

Aleksej Navalny is zonder enige twijfel als morele winnaar uit die kwestie gekomen – al zit hij inmiddels alweer enige tijd in een Russische cel. Blair schuwt desondanks ook de omstreden elementen uit ‘s mans verleden niet. Zo ontstaat een goed gedocumenteerd portret van een belangrijke opinieleider, waarin sommigen de toekomstige leider van Rusland zien. Zolang die positie wordt geclaimd door ene Vladimir Poetin zijn Navalny en de zijnen hun leven echter bepaald niet zeker. Dat wordt nog eens, wellicht ten overvloede, aangetoond in de apotheose van deze donkere rondgang door Poetins Rusland.

Putin: A Russian Spy Story

Eens KGB, altijd KGB. Vladimir Poetin mag dan al zo’n twintig jaar aan de macht zijn in Rusland. In zijn hart blijft hij altijd een medewerker van de Russische inlichtingendienst, waar hij halverwege de jaren zeventig in dienst trad. De jonge Poetin spiegelde zich destijds aan het fictieve personage Max Otto von Stierlitz, de Russische tegenhanger van James Bond (al zien wij, in het westen, tegenwoordig eerder diens aartsvijand Ernst Stavro Blofeld in hem, een slechterik die altijd plannen smeedt om de wereld naar zijn hand te zetten of anders te vernietigen).

Sindsdien is er heel veel en tegelijkertijd heel weinig veranderd, betoogt de driedelige serie Putin: A Russian Spy Story (140 min.). Poetin is allang niet meer die onopvallende en plichtsgetrouwe KGB-medewerker, maar hij bedient zich nog altijd van de methoden die hem ooit werden bijgebracht bij de geheime dienst. Chantage bijvoorbeeld. Desinformatie. En moord. Waarbij opvallend vaak het ultieme spionnenwapen wordt ingezet: vergif (dissident Alexander Litvinenko, dubbelspion Sergej Skripal en onlangs oppositieleider Alexej Navalny). En natuurlijk ook gewoon bot geweervuur (politiek tegenstander Boris Nemtsov en onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja, nota bene op Poetins verjaardag).

Deze intrigerende ongeautoriseerde biografie van Nick Green benadert Poetins leven en werk vanuit het gezichtspunt van de eeuwige geheimagent. Insiders, critici en deskundigen schetsen een man die nog altijd in het geniep op allerlei borden schaakt, rücksichtslos stukken ervan afslaat als ze hem in de weg staan en streeft naar absolute dominantie, zowel in eigen land als internationaal. Waarbij het streven naar een sterk Rusland allang lijkt te zijn ingehaald door een alles verterende behoefte om koste wat het kost vast te houden aan de macht. Intussen, zo luidt de onvermijdelijke conclusie, vergiftigt hij de wereld, zijn land en zichzelf.

Once The Dust Settles

VPRO

Het slagveld of rampgebied van nu is de toeristische attractie van straks. Wat gebeurt er als het stof is neergedaald? vraagt documentairemaker John Appel zich af. (Hoe) kun je je bestaan weer oppakken nadat de storm is uitgeraasd of de laatste kogel is afgevuurd en jouw leven, blijkbaar, nog niet is beëindigd?

Appel onderzocht eerder de rol van het toeval bij calamiteiten in zijn film Wrong Time, Wrong Place uit 2012, waarvoor hij mensen portretteerde die betrokken raakten bij de massamoord van Anders Breivik op het Noorse eiland Utoya. In Once The Dust Settles (87 min.) bezoekt hij drie voormalige rampplekken en onderzoekt wat de situatie en mensen daar met elkaar gemeen hebben: Amatrice (getroffen door een verwoestende aardbeving), Tsjernobyl (van de kernreactorontploffing) en Aleppo (strijdtoneel van de Syrische burgeroorlog).

Appel presenteert zijn bevindingen als losse blokken. Het zijn eigenlijk drie films in één, met elk hun eigen hoofdpersonen. Een Italiaanse pastor die zijn thuis is kwijtgeraakt, de operator van unit 4 van de beruchte Russische kernreactor die ooit een zwijgcontract moest ondertekenen van de KGB en een Syrische hoteleigenaar en reisgids die jarenlang hun werk niet konden uitoefenen en hun stiel nu weer proberen op te pakken. Terwijl ze hun weg vinden in een nieuwe werkelijkheid, proberen ze zich tevens te verzoenen met hun ervaringen uit het verleden.

Once The Dust Settles is een verzorgde, bespiegelende en soms ook wat trage documentaire geworden over menselijke veerkracht. Vanuit de gedachte dat op de puinhopen van toen nu iets nieuws kan ontstaan. Hopelijk iets beters…

The Hydra

De beeldspraak is bijzonder treffend: de georganiseerde misdaad als een hydra, een veelkoppige gifslang. Zodra er een kop wordt afgehakt, steekt er elders een nieuwe de kop op. Alleen vuur kan ervoor zorgen dat het monster wordt gedood, aldus Volodymyr Tymoshenko, een voormalige KGB-officier en werknemer van de Oekraïense veiligheidsdienst. Hij bedoelt: als de vraag naar harddrugs, XTC en (meth)amfetamine, in de rest van de wereld opdroogt. Anders is de wildgroei van The Hydra (73 min.) op geen enkele manier te stoppen.

Deze slicke documentaire van Ram Devineni reconstrueert met medewerkers van veiligheidsdiensten en hun informanten hoe begin jaren negentig, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, in Oekraïne een crimineel netwerk ontstond rond de massaproductie van en grootschalige handel in synthetische drugs. Dit drugskartel vertakte zich al snel naar de rest van Europa. Alle reden dus om een grootschalige operatie op touw te zetten, teneinde die hydra de nekken om te draaien.

Het verhaal van die campagne, onderkoeld verteld zoals alleen typische Oostblokkers dat kunnen, wordt door Devineni met de nodige zwier en humor uit de doeken gedaan. Tarantino-achtige scènes met acteurs, een lekker aanstekelijke synthesizersoundtrack en de nodige wisecracks leuken de boel behoorlijk op. ‘Hee, aan de linkerkant zit je plaksnor los’, grapt Tymoshenko bijvoorbeeld tegen één van zijn contacten uit de tijd dat hij de onderwereld een kopje kleiner probeerde te maken.

De twee mannen ogen tegenwoordig als oude kameraden, die met veel plezier herinneringen ophalen. Écht spannend wordt The Hydra daardoor nooit. Al maken de oude kameraden van de toenmalige operatie wel een vermakelijk schouwspel. En uiteindelijk leidt het spoor naar – hoe kan het ook anders – ons eigen Nederland, waar vertegenwoordigers van de hydra in labs het eindproduct fabriceren en de distributie daarvan naar de rest van Europa in gang zetten. Ruim 25 jaar na dato laat die impuls zich nog altijd niet zomaar… de kop indrukken.