My Wife, My Abuser

Channel 5

Richard Spencer heeft het ogenschijnlijk goed voor elkaar: een groot vrijstaand huis, een jaguar voor de deur en een ideaal gezin, met een knappe vrouw en drie dochters. Achter de voordeur is de spanning echter te snijden bij het Britse gezin. Totdat in 2021 ineens de politie voor die deur staat om een einde te maken aan het huiselijk geweld. En het is niet Richard die wordt ingerekend. Hij is juist het slachtoffer. Zijn echtgenote Sheree wordt aangehouden en naar het politiebureau gebracht voor verhoor.

In My Wife, My Abuser (90 min.) doet Spencer, ondersteund door agenten die de zaak destijds behandelden, zijn verhaal. Over hoe hij in het uitgaansleven een aantrekkelijke vrouw ontmoette die lekker sarcastisch uit de hoek kon komen. Richard was in de veronderstelling dat een schoonheid zoals Sheree nooit voor een jongen zoals hij zou kunnen vallen. Dat deed ze wel. Tijdens hun bruiloft in Thailand begon de ellende echter. En in de navolgende twintig jaar zou ‘t van kwaad tot erger gaan.

In deze tweedelige tv-docu maakt regisseur David Ward regelmatig gebruik van het bewijsmateriaal dat Richard op een gegeven moment ging verzamelen van de intimidatie, mishandelingen en vernederingen door Sheree – ook om zichzelf te beschermen tegen mogelijke beschuldigingen van zijn vrouw, die hem daarmee regelmatig onder druk zette. Deze verborgen camera-beelden en stiekeme geluidsopnames, met wel heel veel echo ingezet, onderstrepen zijn lezing van de feiten.

In het huiselijk geweld waarmee Richard werd geconfronteerd is een duivels patroon te herkennen: de excessen worden steeds heftiger, vaak aangejaagd door drankmisbruik. Omdat de man in dit geval nu eens niet de dader maar het slachtoffer is – in 2017 maakte Elena Lindemans overigens al de documentaire Vrouw Slaat Man over twee bewoners van een Nederlandse mannenopvang – lijkt dit met nóg meer schaamte gepaard te gaan dan sowieso al gebruikelijk is bij relationeel geweld.

Ward ruimt heel veel tijd in voor verhalen over en opnames van Shiree’s intimiderende gedrag en gewelddadige uitspattingen. Dat krijgt na verloop van tijd iets ongemakkelijks. Zoals ook de beelden van haar politieverhoor voyeuristisch aandoen. Naar de mogelijke achtergronden van Shiree’s gedrag blijft het dan weer gissen. Serieuze duiding ontbreekt. Wat zou een moeder kunnen bewegen om haar man, ten overstaan van hun drie kinderen bovendien, zo agressief te bejegenen?

My Wife, My Abuser lijkt echter vooral een omkering van het aloude ‘good women love bad men’-adagium te willen worden: good man, bad woman. En dat is, hoewel pijnlijk en schokkend, uiteindelijk toch nét iets te gemakkelijk.

Paradigma

Las Belgas

‘Er komt binnen enkele jaren een renaissance in dit land met elektronische journalistiek’, stelt een Amerikaanse deskundige, ergens in de jaren zeventig of tachtig, staand voor een boekenkast, ‘waarbij je op computers en machines gewoon je eigen verhalen kunt maken. En je hoeft helemaal geen techneut te zijn om dat te doen.’

‘Het kan natuurlijk gebruikt worden om de persvrijheid te verruimen’, sluit een andere man, uit min of meer hetzelfde tijdsgericht, daarop aan in het Belgische video-essay Paradigma (104 min.). ‘Als dat het geval is, juich ik dit vanzelfsprekend toe. Maar ik vrees dat ‘t opnieuw zal worden gebruikt om geld te verdienen. Als een hulpmiddel voor de hele rijken, om hun macht te vergroten over wat mensen denken, zien en horen. Zo bezien kan nieuwe technologie een ernstig gevaar voor de democratie betekenen.’

‘Het nieuws is nooit zomaar het nieuws’, vervolgt Paradigma’s vrouwelijke vertelstem, ingesproken door Meskerem Mees, bij beelden van de Franse president François Mitterand, omgeven door fotografen en cameramannen. ‘Om meer geld te genereren investeren banken in winstgevende bedrijfstakken. Ze kopen eveneens aandelen in mediabedrijven, want die kunnen weer als PR-tool gebruikt worden om hun investering terug te verdienen. Zij moeten ons ervan overtuigen dat hun belangen ook de onze zijn.’

‘Meer oorlog betekent meer werk’, stelt een Vlaamse man, vermoedelijk ook uit de tachtiger jaren, daarna in deze collageachtige film van de Brusselse cineasten Jozef Devillé en Pablo Eekman. Hij wordt aangevuld door een land- en tijdgenoot die zich duidelijk zorgen maakt over de wapenwedloop in de wereld. ‘Over de ganse wereld zijn er ongeveer een half miljoen ingenieurs en wetenschappers constant bezig met het ontwikkelen van nieuwe en voortdurend verbeteren van oude wapensystemen.’

En doorrr… Naar de volgende gedachtenstap van deze onheilsprofetie, met een veelbetekende mixture van fragmenten, veelal uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Uit België en de rest van de wereld. Met louter bestaand beeldmateriaal, bijeengehouden door die koele/coole vertelster en een licht vervreemdende soundtrack, belichten Devillé en Eekman de thema’s geld, rijkdom, gezag, democratie, waarheid, groei en succes. Zo schetsen ze een dystopisch portret van onze hedendaagse wereld.

De opzet van Paradigma doet enigszins denken aan de onnavolgbare visuele bouwwerken van de Britse filmmaker Adam Curtis – al is de verhaallijn nét wat conventioneler en de toon ook iets minder polemisch. De nadruk op oude beelden is eveneens opmerkelijk. Alsof de twee filmmakers het punt willen maken dat allerlei denkers, activisten en gewone burgers een kleine halve eeuw geleden al voorzagen in welke wereld we nu zouden leven – en dat we die hadden kunnen voorkomen.

We moeten de toekomst verlossen van het verleden, stellen Devillé en Eekman zelfs aan het eind van dit scherpe, ontregelende en soms ook grappige schotschrift tegen het huidige maatschappijmodel, nadat ze bij aanvang al ferm hebben geconstateerd: Tradition is just peer pressure from dead people.

Spijtmoeders

VPRO

Ze hebben geen moord op hun geweten. Of met hun vingers aan kleine kinderen gezeten. Toch is er voor de drie hoofdpersonen van deze sterke documentaire van Milou Gevers, blijkbaar, alle reden om onherkenbaar in beeld te verschijnen. Terwijl er een houten pop van hen in beeld is, gemaakt en bespeeld door Matt Jackson, vertellen de Nederlandse vrouwen Sophie, Caroline en Aisha openhartig over waar je als moeder eigenlijk niet over praat: dat je soms, best wel vaak of zelfs vrijwel altijd denkt dat je liever geen ouder was geworden.

Niet dat de drie Spijtmoeders (51 min.) niet van hun kinderen houden. Dat is ‘t niet. En met die kinderen is verder ook niets mis. De drie vrouwen zijn er alleen van overtuigd geraakt dat de moederrol hen niet past. Ze hadden eigenlijk helemaal geen kinderwens, misten dat moederinstinct of wilden juist hele andere dingen met hun leven. ‘Er is geen tijd om ik te zijn’, vertelt Aisha bijvoorbeeld. ‘Je bent altijd mama.’ Sophie, die maar geen uitdagende baan kon vinden, legt uit: ‘De twijfel, de frustratie en de pijn kunnen naast die liefde voor de kinderen bestaan.’ Zulke gevoelens mogen volgens Caroline alleen niet worden uitgesproken. ‘Ik mag mij niet zo voelen als ik me voel.’

Milou Gevers omlijst zulke persoonlijke ontboezemingen met ‘found footage’-materiaal van moeders en kinderen, een bijzondere expressieve soundtrack en de hartveroverende animaties van Anna Eijsbouts. Daarmee doet Gevers’ eerste langere documentaire, na een aantal jeugddocu’s, enigszins denken aan haar afstudeerfilm voor de Filmacademie, Waarom Bleef Je Niet Voor Mij? (2020) waarin ze met enkele kinderen sprak over de zelfdoding van één van hun ouders en waarvoor ze de verschillende fasen in hun rouwproces met animaties heeft gevisualiseerd.

Voor Spijtmoeders werd Gevers geïnspireerd door de studie Regretting Motherhood van de Israëlische socioloog Orna Donath over het verwachtingspatroon waarmee vrouwen altijd krijgen te maken – een fenomeen dat in deze film is verbeeld met een theater, waarin een publiek toekijkt hoe de drie hoofdpersonen spreken over taboes rond het moederschap. Intussen passeren ook allerlei grotere vragen de revue. Worden aan vaders bijvoorbeeld lagere eisen gesteld? Welk voorbeeld hebben de drie hoofdpersonen gehad van hun eigen moeder? En kun je als moeder, net als veel vaders, gewoon weggaan en je kinderen dan door je voormalige partner laten opvoeden?

En, natuurlijk, de uitdaging waarvoor ze in deze tot invoelen en nadenken stimulerende film alle drie zien gesteld: hoe kun je worstelen met het moederschap en je kinderen tegelijkertijd niet het gevoel geven dat ze ongewenst zijn?

Binnengrens

Movies That Matter

Grote geschiedenis, vervat in een veelvoud aan beelden. Overal vandaan geplukt. Letterlijk. En gekanaliseerd via het levensverhaal van één enkel gefictionaliseerd personage. De basisgedachte achter Binnengrens (Engelse titel: The Insides Of Our Lives, 50 min.) lijkt op de opzet van documentaires zoals Ze Noemen Me Baboe en Moeder Suriname. Alleen is in deze found footage-film van Misja Pekel zelfs de plaats van handeling fictief: een ongedefinieerd land waar plotseling een grens wordt getrokken.

Als centraal ankerpunt fungeert een tekst van Kapka Kassabova, ingesproken door Melanie Hyams, waarin de ik-persoon vriendschap sluit met een ander meisje, Jasmine. Samen worden ze meer dan los van elkaar. Dat kan alleen niet duren. ‘Was het angst of verlangen dat ons uit elkaar rukte?’ vraagt de vertelster zich af. Want dat ze elkaar in deze coming of age-film kwijt zullen gaan raken – en dat die grens daarbij een doorslaggevende rol speelt – staat vanaf het begin vast en hangt als een Zwaard van Damocles boven hun ontluikende vriendschap.

Om dat verhaal goed in de verf te zetten gebruikt Pekel beeldmateriaal van verschillende grensregio’s in Europa, veelal 8mm-film uit de jaren zestig en zeventig. Soms ingekleurd, altijd van nieuw audio voorzien. Geluid en muziek spelen sowieso een essentiële rol. Die zorgen zowel voor drama als eenheid en helpen de ontwikkeling die het hoofdpersonage gaat doormaken en het dilemma waarvoor zij uiteindelijk wordt gesteld. Dit is bij het begin van deze poëtische film overigens al aangekondigd met een soort leidmotief: for these who stay behind when others flee.

Wij tegen zij, of we nu willen of niet. Dat gevoel – van een land waarin niemand veilig is, niets vanzelfsprekend en uiteindelijk iedereen aan zichzelf overgeleverd – weet Misja Pekel goed te pakken te krijgen in deze archieffilm. Over de vraag of Binnengrens daarmee ook een documentaire is – als dat al een relevante vraag is – valt wel te twisten. Het basisidee voor de film, en de uitwerking daarvan in Kassabova’s tekst, is leidend. Het archiefmateriaal is vooral een illustratie daarvan, een middel om het  voornaamste punt van de vertelling uit te drukken:

Wat het betekent om door een willekeurig getrokken grens uit elkaar te worden gedreven.