Sven

Prime Video

Of hij de linksback kent van… Als Sven-Göran Eriksson in november 2000 als eerste buitenlandse bondscoach wordt gepresenteerd aan de Britse pers, zijn de messen al geslepen. Hij probeert er zich uit te redden. ‘Natuurlijk weet ik niet alles over het Engelse voetbal, want ik heb de laatste dertien jaar in Italië en Spanje gewerkt.’ Of hij twijfelde toen hij de job kreeg aangeboden? wil een andere journalist weten. ‘Nee’, zegt Eriksson ferm en tovert zijn beminnelijkste glimlach tevoorschijn. ‘Dit is Engeland.’

En daar doet ’t er niet toe dat de kalme en ogenschijnlijk wat saaie Zweed met IFK Göteborg, Benfica, AS Roma, Fiorentina, Sampdoria en Lazio Roma al talloze titels heeft gewonnen. Hij is nu de eindbaas geworden van het grootste voetballand ter wereld – ook al heeft dit al bijna 35 jaar niets meer gewonnen. Claudia Corbisiero focust zich in de documentaire Sven (107 min.) eveneens op de bijna zes jaar dat Eriksson het Engelse elftal zal leiden – en zijn turbulente relatie met de Britse tabloids.

Eriksson heeft net te horen gekregen dat hij niet lang meer te leven heeft als ze in de lente van 2023 beginnen te filmen voor dit portret. Vanuit Värmland, de idyllische Zweedse regio waar hij is geboren en uiteindelijk ook weer is neergestreken, blikt de voormalige topcoach terug op zijn loopbaan. Hij wordt bijgestaan door een select gezelschap bronnen: zijn kinderen Lina en Johan, de oud-voetballers David Beckham en Wayne Rooney én de vrouwen die hem zoveel lol en gedoe hebben gegeven.

Zijn huidige echtgenote Yaniseth Bravo laat tot het einde van de film op zich wachten. Eerst maakt de Italiaanse femme fatale Nancy Dell’Olio haar opwachting. Zij maakt samen met ‘Svennis’ de oversteek naar Groot-Brittannië en doet daar heel wat stof opwaaien. Niet tot haar eigen ongenoegen, overigens. Later volgt Faria Alam, een medewerkster van de Britse voetbalbond, die zowel een geheime affaire heeft met Eriksson als een relatie met zijn baas bij de Football Association (FA), Mark Palios.

‘Bedrog zal nu eenmaal altijd de aandacht trekken van de Britse media’, stelt journalist Neil Wallis van News Of The World, de tabloid waarvoor in de jacht op bekendheden alles geoorloofd is. ‘De FA benaderde ons en zei: als jullie dat verhaal over Mark Palios droppen, overtuigen wij Faria ervan dat ze jullie alles over Sven moet vertellen in een exclusief verhaal. Met andere woorden: ze verkochten hun eigen bondscoach om het vege lijf van hun directeur te redden. En dus deden wij wat een tabloid dan doet.’

De schandaalkrant publiceert doodleuk een transcriptie van het gesprek met de communicatiemedewerker van de Engelse voetbalbond: ‘SCREWED! Svengate: Palios set to quit over FA plot.’ Daarmee lijkt de kous af voor Eriksson. Twee jaar later zal de tabloid hem echter nog eens ongenadig in de luren leggen met een nepsjeik, die de bondscoach voor een verborgen camera een lucratieve aanbieding doet. ‘Svend of the world’, kopt News Of The World vilein. ‘Eriksson crisis may now force FA to sack him.’

Als zijn dienstverband bij het Engelse nationale team wordt beëindigd, heeft deze documentaire ook z’n herfst bereikt. Het einde van Sven-Göran Erikssons leven en loopbaan, bezegeld met een standbeeld in zijn geboorteplaats Torsby, beginnen nu echt te naderen. De man die door zijn ambities nooit een familieman kon zijn, wil dat alsnog een beetje goed maken. En de kerel die z’n morele kompas niet altijd helemaal scherp had afgesteld, legt nu toch, zonder al te veel woorden overigens, rekenschap af.

Sven wordt daarmee méér dan een routineus sportportret, waarin de hoogte- en dieptepunten uit de carrière van een gewezen held met veel dramatiek achter elkaar zijn gezet, zodat de hoofdpersoon daar dan verlekkerd op terug kan kijken. Met haar keuze voor de verwrongen relatie tussen Eriksson en de tabloids geeft Claudia Corbisiero haar film behalve richting ook maatschappelijke betekenis. Want de Britse schandaalpers beperkt zich bepaald niet tot linksbacks of buitenechtelijke relaties…

The Treasure Hunter

Gex Film

De vindplaats is natuurlijk niet met een kruis aangegeven, stelt Jack nog maar eens ten overvloede. De jonge Brit zoekt nu al een jaar of zes, geheel verblind en met één arm op zijn rug gebonden, naar Yamashita’s goud.

Bij de invasie van de Filipijnen, in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog, beroofde de Japanse generaal Tomoyuki Yamashita het land van zijn schatten. En toen de Japanners na de capitulatie weer met de staart tussen de benen uit de Aziatische archipel moesten vertrekken, zou hij volgens plaatselijke legenden het verzamelde goud hebben verstopt in het labyrint van grotten, gangen en tunnels van zijn strijdkrachten.

Jack is ervan overtuigd dat hij die schat kan vinden – en zijn beste vriend Giacomo Gex, die eigenlijk beter zou moeten weten, legt zijn verwoede pogingen om schathemeltjerijk te worden van zeer nabij vast. Één blik op al dat gegraaf en gewroet in claustrofobische kuilen, gangetjes en grotten en een buitenstaander weet genoeg: Jack zal nooit iets vinden en zal desondanks altijd blijven doorgaan. Tot hij er helemaal aan kapot is gegaan.

Steun van zijn ouders hoeft The Treasure Hunter (84 min.) niet te verwachten. Beter: echte steun. Geld is – herstel: wás – er in overvloed. Jacks vader, die ooit een flinke rederij bezat, heeft naar verluidt al miljoenen gepompt in de redeloze queeste van zijn zoon. Het water staat ook hem inmiddels aan de lippen. En Jacks moeder had ’t al niet zo breed. Ook zij legt echter haar laatste cent apart. Zodat ze met z’n allen naar de Gallemiezen gaan.

Het is een tragische geschiedenis. De jonge protagonist, een lastig invoelbaar personage, trekt zijn hele omgeving, inclusief zijn Filipijnse vrouw en kind, mee in zijn verslaving. Plaatselijke huurkrachten zijn er goed mee – al denken zij er vast het hunne van. Totdat Jack zichzelf tot de orde roept en z’n leven weer in het gareel probeert te krijgen. Hij kan natuurlijk ook een normale huisvader worden, die tegen betaling Engelse les geeft.

Dat lijkt eigenlijk wel zo gemakkelijk, maar hoeveel jaren er ook overheen gaan, de goudzucht laat hem nooit helemaal los. Die aap op Jacks rug blijft zich maar roeren, toont Giacomo Gex, in deze donkere en beklemmende film, waarvan het einde, dat geen einde kan zijn, bij het begin al vast lijkt te staan. En dat is ook voor de kijker een ontmoedigende gedachte.

Premier Passions

Peter Reid (l) en Nial Quinn (r) / BBC

Vóór de drie seizoenen van de veelgeprezen documentaireserie Sunderland ‘Til I Die (2018-2024), een meeslepend feuilleton over de voetbalclub die permanent in zwaar weer lijkt te zitten, was er in 1998 al Premier Passions (237 min.), een vijfdelige serie waarin de Britse club werd gevolgd tijdens het seizoen 1996-1997. En ook toen zat alles al tegen bij de trots van de arbeidersstad in Noordoost-Engeland, die in het voorgaande jaar nog was gepromoveerd naar de hoogste Engelse divisie, de Premier League.

De clubleiding heeft grootse ambities. Een nieuw stadion bijvoorbeeld: Roker Park wordt na dit seizoen ingeruild voor een nieuw hypermodern thuis. Daar gaat Sunderland zich meten met de allerbeste teams. Intussen moet manager Peter Reid, die zo’n beetje elke zin van zijn coaching lardeert met één of meerdere ‘fucks’, tijdens de eerste de beste wedstrijd in deze voetbalserie van John Alexander aanzien hoe zijn ‘jongens’ kansloos ten onder gaan tegen de ‘mannen’ van concurrent Watford.

Premier Passions is gemaakt volgens hetzelfde procedé als Sunderland ‘Til I Die zo’n twintig jaar later: de camera kijkt als een vlieg op de muur mee in het stadion, bij de trainingen en in de kleedkamer van het eerste elftal, hangt daarnaast rond op de burelen van de club en probeert ook de beleving van gewone supporters nog te vatten. Daarbij mag iedereen zijn zegje doen over de belangrijkste bijzaak van de wereld en de club waartegen eigenlijk geen enkele andere club in de hele wereld op kan.

Bij de start van deze vermakelijke docuserie, halverwege het seizoen, bivakkeert Sunderland nog comfortabel in de middenmoot. Daarna wordt de gang naar de onderste regionen van de League ingezet, begeleid door sacrale muziek en verteller Gina McKee, een actrice en Sunderland-fan die van het begin af aan al ziet aankomen dat het wel eens helemaal mis kan gaan met haar favoriete club. Want aankoop Nial Quinn is vrijwel direct geblesseerd geraakt. En nu staat er voorin niemand die een goal kan scoren.

Peter Reid weigert echter om de poeplap te trekken of een vervanger aan te trekken, die hij eigenlijk niet ziet zitten. En als hij dan wel iemand heeft gevonden om zijn elftal uit de brand te helpen, de Israëlische spits Ronen Harazi, komt die bij lange na niet door de medische keuring. De geplaagde coach begint gaandeweg steeds meer te lijken op Ajax-coach Jan Wouters in Ajax: Daar Hoorden Zij Engelen Zingen, Roel van Dalens docu over het tragische jubileumjaar 1999-2000 van de Amsterdamse voetbalclub.

En dan op de valreep tekent Reid alsnog een gekende naam, voor de laatste allesbeslissende zeven wedstrijden van het seizoen. Het is niet Pierre van Hooijdonk, een naam die rondzingt bij de fans, of Heerenveen-aanvaller Jon Dahl Tomasson, die al eens op het sportcomplex is wezen kijken, maar financieel te hoog in de boom zit. Voor Sunderland staan er dan alleen nog zes punten-wedstrijden op het programma. Elke nederlaag kan fataal zijn. Waarna Reid er weer enkele ‘fucks’ tegenaan mag gooien.

Moet Sunderlands nieuwe stadion, waarvan de naam nog in de lucht hangt, straks in gebruik worden genomen in het Championship, de tweede Britse divisie?

Ruim twee jaar later verscheen er overigens nog een soort bonusaflevering, Premier Pressures (42 min.), aan de vooravond van Sunderlands terugkeer in de Premier League.

In The Court Of The Crimson King

Pink Moon

‘De samenvatting van mijn persoonlijke betrokkenheid bij King Crimson is dat die ongelooflijk ongelukkig is geweest’, zegt bandleider Robert Fripp met een stalen gezicht in de documentaire In The Court Of The Crimson King (85 min.). ‘In één woord ellendig, laat ik zeggen van 1969 tot 2013.’ Dat is zo’n negentig procent van de halve eeuw die de Britse progrockgroep er dan al op heeft zitten.

In King Crimson is het ’verboten’ om een fout te maken, stelt een oud-bandlid in dit banddocument van Toby Amies. Alles moet precies zoals Fripp ‘t wil. En daarvoor heeft hij een hele stoet – stronteigenwijze – groepsleden moeten ontslaan. ‘Natuurlijk ben je onvervangbaar’, zeggen ze volgens leadzanger en tweede gitarist Jacko Jakszyk tegen elkaar. ‘Net als de vorige kerel.’

Jakszyk heeft eerder ook gespeeld in The 21st Century Schizoid Band, een groep met enkele voormalige King Crimson-leden. Het was volgens hem de ellendigste periode van zijn leven als muzikant. ‘Wat mensen niet volledig beseffen, is dat de originele bezetting van King Crimson een stel eikels bevatte’, zegt hij in een entre nous met Toby Amies. ‘En de grootste eikel was…’

Precies op dat moment snijdt Amies weg, de naam blijft achter op de montagetafel. Het tekent de filmmaker, die in gesprek gaat met Fripp, al zijn (ex-)leden, hun technici en enkele fans. Hij prikt hier en daar, vraagt flink door en permitteert zich dus ook wel eens een grapje. ’s Mans humor sluit aan bij de zelfspot die hij bij veel bandleden vindt en contrasteert met Fripps dodelijke ernst/ironie (*)

King Crimsons boegbeeld filosofeert graag over de betekenis van muziek en bakkeleit misschien nog wel liever over hun (gebrekkige) wisselwerking of over wat er tijdens concerten allemaal valt te winnen en verliezen. Wat zijn de gevolgen als het niet lukt om van een optreden een gebeurtenis te maken? vraagt Amies. ‘Hartzeer’, antwoordt Robert Fripp bloedserieus. ‘Alsof mijn moeder is overleden.’

De documentaire gaat ook persoonlijke onderwerpen niet uit de weg. ‘Ik ga je vragen naar jouw unieke omstandigheden’, zegt Amies bijvoorbeeld tegen drummer Bill Rieflin. ‘Je hoeft niet te antwoorden. Je mag me ook vertellen hoe ik het zou kunnen gebruiken en je kunt me ook zeggen om op te rotten, hoe je ’t ook wilt.’ Waarna een indringend gesprek over Rieflins penibele gezondheid volgt.

In The Court Of The Crimson King heeft de gemiddelde bandjesdocu, die schaamteloos de succesnummers van een act op een rij zet en daardoor vooral interessant is voor de achterban, dan allang achter zich gelaten. Dit is een dwarse, openhartige en grappige film over het leven in/met/voor een onmogelijke man en zijn al even onmogelijke band, waarvan alleen niet duidelijk is of ie nog bestaat.

‘Verandering is waar deze band om draait’, stelde oud-drummer Bill Bruford niet voor niets. ‘Verandering is essentieel. Anders verander je in The Moody Blues.’

(*) doorhalen wat niet van toepassing is

Vardy vs Rooney: The Wagatha Trial

Discovery+

Op 9 oktober 2019 gooit Coleen Rooney de knuppel in het hoenderhok: het is Rebeka Vardy’s account waarmee stelselmatig persoonlijke informatie van haar eigen afgeschermde Instagram-pagina wordt gelekt naar de Britse roddelbladen. Coleens publiek geuite beschuldiging mondt uit in een rechtszaak, waarbij de twee voetbalvrouwen, de echtgenotes van de (voormalige) Engelse internationals Wayne Rooney en Jamie Vardy, recht tegenover elkaar komen te staan. In het ‘court of public opinion’ zijn ze dan allang veroordeeld: de één vanwege laster, de ander vanwege uiterst laakbaar gedrag.

De zaak staat inmiddels te boek als Wagatha Christie, een social media-whodunnit die zelfs de befaamde Britse schrijfster Agatha Christie (niet) had kunnen verzinnen. In de tweedelige docuserie Vardy vs Rooney: The Wagatha Trial (96 min.) belicht Graham Smiles de toch wat onsmakelijke kwestie van beide kanten: de eerste aflevering wordt verteld vanuit het perspectief van Team Vardy, in de tweede komt Team Rooney aan bod. Hun beweringen worden ingekaderd door deskundigen, andere spelersvrouwen, (entertainment)journalisten en een paparazzo. Een opzet die onlangs ook is gebruikt bij een al even spraakmakende ‘trial by media’-kwestie: Johnny vs Amber.

Dit gedegen tweeluik richt zich op zowel het moddergevecht in de media als het juridische steekspel in de rechtszaal tussen de twee ‘WAGs’. Deze term, die door sommige vrouwen zelf is omarmd als een geuzennaam, wordt in de Britse boulevardpers gebruikt voor de ‘Wives And Girldfriends’ van bekende voetballers, die daarmee automatisch worden gereduceerd tot ‘arm candy’ van hun mannen. Als tweederangs celebrities – zonnebankbruin, veelal geblondeerd en chirurgisch geperfectioneerd – hengelen ze voortdurend naar de aandacht van de Britse tabloids, die daarvoor een speciale afdeling met haaibaaien, roddelvangers en probleemzoekers uit de grond hebben gestampt.

De zaak Rooney-Vardy, waarin Rebeka’s PR-dame Caroline Watt een cruciale rol blijkt te spelen en Coleen in de voetsporen treedt van de meesterdetectives Miss Marple of Hercule Poirot, levert in elk geval een bijzonder lelijk beeld op van de (wannabe) celebritycultuur en het giftige klimaat dat daaromheen wordt gecreëerd door de Britse schandaalpers.

Social Media Murders: The Murder Of Molly McLaren / The Murder Of Grace Millane

ITV

Ze leefden het social media-bestaan. Zij had overduidelijk lol in haar leven, was het middelpunt van elk feest. En hij deed daar nauwelijks voor onder, met zijn coole looks en stralende glimlach. Toen Molly McLaren en Joshua Stimpson elkaar tegenkwamen op een datingsite, was er duidelijk sprake van een match. En toen begon het echte leven…

Molly had een angststoornis en kampte met boulimia, Josh leverde strijd met mentale problemen. Volgens eigen zeggen was hij bipolair – en ontoerekeningsvatbaar toen het echt helemaal misging tussen hen. Op 29 juni 2017 doodde hij Molly met ruim vijftig messteken, twaalf dagen nadat zij de relatie beëindigde die in totaal zeven maanden had geduurd. Josh wachtte daarna op de politie.

In het eerste deel van het Britse tweeluik Social Media Murders (92 min.), geregisseerd door respectievelijk Angus Cameron en Natasha Cox, reconstrueren Molly’s ouders, vriendinnen en allerlei deskundigen de toxische relatie tussen de twee geliefden. Die wordt verder inzichtelijk gemaakt met hun online-conversatie, die uiteindelijk uitmondt in laster, chantage en stalking.

Deel twee van de true crime-serie concentreert zich op de gewelddadige dood van de Engelse backpacker Grace Millane in Nieuw-Zeeland. Als zij tijdens haar wereldreis in Auckland arriveert, komt ze via social media in contact met ene Jesse Shane. Een dag later, op 2 december 2018 viert Grace haar 22e verjaardag. Op de felicitaties die binnenkomen reageert ze echter helemaal niet. Grace is vermist.

Met behulp van chatberichten, telefoongegevens en beveiligingscamera’s weet de politie te deduceren hoe het Britse meisje de laatste uren voor haar verdwijning heeft doorgebracht, wat er in die periode met haar kan zijn gebeurd en hoe het daarna verder is gegaan. Was het een koelbloedige moord? Of toch een Fifty Shades Of Grey-achtige fantasie die helemaal uit de hand is gelopen?

Deze twee tragische kwesties vestigen de aandacht op de gevaren van de online-wereld: dat iemand die je ontmoet niet hoeft te zijn wie hij zegt dat hij is en dat we allemaal steeds beter zicht- en vindbaar zijn, ook voor de politie, door de sporen die we achterlaten op het web. Intussen voelt de kijker van deze twee crimedocs zich ook een beetje een voyeur. Van levens die op hun kwetsbaarst vanuit allerlei hoeken en gaten zijn vastgelegd. Ter leering ende vermaeck.