The White Helmets

Netflix

Na vijf jaar oorlog, stelt de begintekst van The White Helmets (40 min.), zijn er ruim 400.000 Syriërs gedood. Meer dan een miljoen mensen hebben hun huis moeten ontvluchten. Inmiddels is de film van Orlando von Einsiedel, die begin 2017 de Oscar voor beste korte documentaire won, alweer enkele jaren oud. Het aantal slachtoffers is gestaag opgelopen – en loopt nog altijd op – maar de ogen van de wereld zijn al enige tijd gericht op pak ‘m beet Oekraïne, Iran en Israël.

Vanaf een afstandje is het misschien gemakkelijk om immuun te worden voor de voortdurende luchtaanvallen door het regime van dictator Assad en zijn nietsontziende Russische handlangers, de gigantische ravage die zij veroorzaken in gewone woonwijken van Syrische steden zoals Aleppo en de doden en gewonden die daar dan achterblijven. Oog in oog met een jongetje dat bij het levenloze lichaam van zijn vader wanhopig ‘Alstjeblieft papa, laat me niet achter’ staat te roepen, wordt onverschilligheid echter volstrekt onmogelijk.

Het zijn taferelen waarmee de bijna drieduizend vrijwilligers van de Syrian Civil Defense, ofwel de Witte Helmen, vrijwel dagelijks worden geconfronteerd. Zodra er een calamiteit is, snellen zij toe. Vanuit het motto: één leven redden is de mensheid redden. Bouwvakker Khalid Farah bijvoorbeeld. Of smid Abu Omar. En kleermaker Mohammed Farah. Die vocht nog even mee bij de oppositie, maar besloot toen toch maar om zich bij de Witte Helmen aan te sluiten. ‘Humanitair werk is beter dan gewapend zijn’, zegt hij daarover. ‘Een ziel redden is beter dan er een nemen.’

Recht op camera doen deze drie hulpverleners hun verhaal. Tussendoor plaatst Von Einsiedel hectische beelden van reddingsacties. Van hoe ze bijvoorbeeld na zestien uur ‘wonderbaby’ Mahmoud onder het puin vandaan halen. Een onuitwisbare scène. Ook door de blik in de ogen van de man die het kleine kindje in zijn armen houdt. Met zijn muziekkeuze, die wel erg nadrukkelijk wil dicteren wat je als kijker moet voelen, legt de filmmaker ’t er soms nét iets te dik bovenop, maar dit laat onverlet dat The White Helmets aanvoelt als een mokerslag.

Orlando von Einsiedel volgt de mannen tevens op training naar Turkije, waar ze leren hoe ze het meest effectief vuur kunnen blussen en luisterapparatuur moeten inzetten om te ontdekken of er nog iemand in leven is na alweer een gerichte aanval op de burgerbevolking, of op hen, de hulpverleners die direct toesnellen. Zelfs in den vreemde, onder elkaar, komen ze nooit helemaal los van die oorlog. Dan leven ze met de permanente twijfel of thuis iedereen nog gewoon in leven is. En als het noodlot dan toch toeslaat, fungeren ze als een broederschap.

Via deze nobele en moedige mannen, de levenskeuzes die zij maken en de manier waarop ze die naar elkaar en de wereld uitdragen nestelt deze korte documentaire zich – net als die andere onontkoombare film over de Witte Helmen, Feras Fayyads Last Men In Aleppo – moeiteloos in het collectieve geheugen. Als een krachtig eerbetoon aan heldenmoed en medemenselijkheid.

Heart Of Invictus

Netflix

Niet de beste atleten worden geselecteerd voor de Invictus Games in Den Haag, een groots opgezet sportevenement voor gewonde oorlogsveteranen, maar wie er zelf het meeste behoefte aan heeft. Stuk voor stuk hebben de deelnemers, in totaal ruim vijfhonderd sporters uit zeventien landen, psychische en/of lichamelijke klachten overgehouden aan hun tijd in het leger en kunnen ze maar moeilijk aarden in de ‘burgermaatschappij’.

Terwijl de atleten zich in de vijfdelige serie Heart Of Invictus (261 min.) voorbereiden op de Games, die door het Coronavirus pas in het voorjaar van 2022 kunnen plaatsvinden, dreigt er oorlog in Oekraïne. Boogschutter Yuliia ‘Taira’ Paievska, een stoere militaire paramedicus, ziet haar deelname in gevaar komen. Net als haar teamgenoten moet zij de belangen van haar land afwegen tegen haar eigen welzijn. Die keuze is echter snel gemaakt, met dramatische gevolgen.

Regisseur Orlando von Einsiedel (The White HelmetsVirunga & Convergence: Courage In A Crisis) verweeft het tragische relaas van de Oekraïense boogschutter met persoonlijke portretten van sporters uit Groot-Brittannië, Denemarken, Canada, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Het gaat om gebroken mensen die, via deelname aan het jaarlijkse toernooi, weer heel willen worden. Dit gaat onvermijdelijk gepaard met de crises, doorbraken en zeges die ook een docuserie nodig heeft.

De promo voor de Invictus Games ligt er intussen nét iets te dik bovenop. De verschillende wedstrijdonderdelen krijgen, zeker in de tweede helft van de serie, wel erg veel ruimte. Net als de activiteiten van initiatiefnemer Prins Harry. Hij diende een korte periode als militair in Afghanistan en kwam daarvan beschadigd terug. Heart Of Invictus lijkt vooral een verlengstuk van de persoonlijke missie die daaruit voortkwam: deze Games.

Dit laat onverlet dat de worsteling van fragiele mensen die hun beperkingen achter zich proberen te laten – of in elk geval hanteerbaar willen maken – ook hier weer voor aangrijpende taferelen zorgt. De sociaal ongemakkelijke Brit bijvoorbeeld, die als rugby-aanvoerder ineens boven zichzelf uitstijgt. Of een Canadese veteraan die eindelijk durft te bekennen dat hij nog altijd stevig drinkt. En de stoere Deense soldaat die naar zijn kinderen weer een liefdevolle vader kan zijn.

Via de Invictus Games, althans dat wil deze serie ons doen geloven, hebben ze de stap richting zichzelf en de toekomst definitief kunnen zetten.

Convergence: Courage In A Crisis

Netflix

De vermoeidheid die ons tijdens de pandemie zelf al overviel – niet alwéér een persconferentie, nóg meer beperkingen of tóch weer onvoorziene complicaties bij het vaccineren/testen – dreigt nu ook de bijbehorende documentaires te overschaduwen. Hoeveel producties over overvolle ziekenhuizen, stervende patiënten, bezorgde of rouwende familieleden, afgelaste activiteiten en volledig ontwrichte samenlevingen kunnen we nog aan? Of beter: zijn we nog bereid om te kijken?

Laat ik voor mezelf spreken. En over deze concrete film: Convergence: Courage In A Crisis (114 min.). Die opent met een lang citaat van de Indiase schrijfster Arundhati Roy, dat eindigt met deze zinsnede: ‘Some believe it’s God’s way of bringing us to our senses.’ Check. Als de vertelling dan begint in de eerste COVID-19 brandhaard Wuhan, is het me direct zwaar te moede: oh nee, we gaan die pandemie nog eens helemaal opnieuw beleven. Zover gaat documentairemaker Orlando von Einsiedel uiteindelijk niet in deze ambitieuze ode aan de helden van de Coronacrisis, maar vrijwel alle elementen in zijn film voelen bekend en vertrouwd – ook al spelen ze zich dan niet af op vertrouwd terrein, maar in Teheran, Sao Paulo of Miami.

Het kost me daardoor moeite om echt mee te gaan in al die persoonlijke verhalen van (buiten)gewone mensen uit alle windstreken die plotseling worden geconfronteerd met het Coronavirus. Hoe persoonlijk en/of indringend die ook zijn en hoe vaardig Von Einsiedel ze ook vertelt. Het interessantst wordt Convergence als de docu misstanden in de periferie van de pandemie (Black Lives Matters of discriminatie op de werkvloer) weergeeft, registreert hoe de universiteit van Oxford in ijl tempo een vaccin probeert te ontwikkelen of een inkijkje geeft bij de World Health Organisation (WHO), de gezondheidsorganisatie die de wereldwijde strijd tegen het virus moet coördineren en intussen voortdurend aanvallen van leiders zoals Donald Trump moet zien te ontwijken.

Bij de WHO hebben ze geen vaccin tegen misplaatst nationalisme, ongelijkheid en armoede, zegt directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus vilein. Hij noemt het Coronavirus een signaal voor de wereldgemeenschap om zich te gaan gedragen en gebruikt daarbij de slogan ‘Build back better’, toevallig ook de leus waarmee Joe Biden op dat moment de presidentsverkiezingen van Trump probeert te winnen. Dat is uiteindelijk ook de boodschap van deze in wezen optimistische film: samen gaan we het anders doen. Right. Tegen de gemeenschapszin in de collectieve versie van de Bill Withers-klassieker Lean On Me, waarmee Convergence wordt afgesloten, blijkt echter zelfs de ernstige vorm van Coronamoeheid die mij al enige tijd in zijn greep houdt uiteindelijk niet bestand.

Virunga

Netflix

‘Het is belangrijk om op het beste te hopen’, zegt commandant Emmanuel de Merode tegen zijn manschappen. ‘Maar je op het ergste voor te bereiden.’ De Merode is geen opperbevelhebber van een leger dat is verwikkeld in een bloedige strijd, maar directeur van het Nationaal Park Virunga in Congo. Het uitgestrekte natuurpark, dat op de werelderfgoedlijst staat, bevindt zich voortdurend op de drempel van oorlog sinds er olie is gevonden.

De Westerse oliemaatschappij SOCO ruikt in elk geval geld en laat zich daarbij weinig gelegen liggen aan het feit dat er in het park berggorilla’s, een bijna uitgestorven diersoort, worden opgevangen. De situatie in Virunga (100 min.), in 2014 genomineerd voor een Oscar, is sowieso gespannen omdat het Congolese regeringsleger en de rebellen van M23 elkaar daar al een tijdje naar het leven staan. Intussen proberen alle partijen natuurlijk ook een centje over te houden aan de schimmige situatie.

Een medewerker van de olie-exploitant, betrapt met een verborgen camera door de jonge Franse onderzoeksjournaliste Mélanie Gouby, formuleert het eenvoudig: ‘Hoeveel is natuurbescherming waard? Hoeveel is olie waard?’ Diens gesprekspartner, de Britse huurling John, windt er al helemaal geen doekjes om: ‘Het is maar een aap waar het om gaat. Wie geeft er nu ook maar ene moer om zo’n kloteaap?’ Dat cynisme, gevoegd bij de explosieve plaatselijke situatie, kan alleen maar tot ellende leiden.

Terwijl de spanningen verder oplopen in deze meeslepende documentaire van Orlando von Einsiedel, moeten directeur De Merode en zijn gedreven Park Rangers het hoofd koel en hun gorilla’s in leven zien te houden. ‘Je moet voor jezelf rechtvaardigen waarom je hier op aarde bent’, stelt verzorger Andre Bauma daarover, terwijl hij zijn wapen schoonmaakt. ‘Gorilla’s rechtvaardigen mijn bestaan. Ik ben bereid om voor hen te sterven.’

Op zijn eigen manier vertegenwoordigt de man hoop in dit getroebleerde deel van Afrika, waar idealisme steeds machtswellust, bloeddorst en hebzucht op zijn pad lijkt te vinden.